Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | nr. 30, pagina 2453-2458 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | nr. 30, pagina 2453-2458 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, donderdag ook te stemmen over:
- het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet, houdende opneming daarin van de bevoegdheid van de burgemeester om woningen, niet voor het publiek toegankelijke lokalen of bij die woningen of lokalen behorende erven te sluiten bij verstoring van de openbare orde (24699).
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik bepaal nader, dat het notaoverleg van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over de HSL (22026) zal worden gehouden op maandag 16 december van 19.00 uur tot 23.00 uur.
Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten, te stellen in handen van de vaste commissie voor Economische Zaken:
- het wetsvoorstel Intrekking van de Wet beperking cadeaustelsel 1977 (25109).
Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:
maandag 10 maart:
- van 11.15 uur tot 18.30 uur van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over marktwerking regionaal openbaar vervoer (25088).
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Heerma.
De heer Heerma (CDA):
Mijnheer de voorzitter! Medio december, ik dacht op 13 en 14 december, vindt in Dublin een top plaats van de Europese Unie. Daarover zal nog overleg vooraf plaatsvinden. Ik zou het op prijs stellen als na de top en voordat op 1 januari 1997 het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie ingaat, een plenair debat met de fractievoorzitters plaatsvond, in het verlengde van het debat dat wij in juni hebben gehad, zodat wij er de top bij kunnen betrekken. Zoals gebruikelijk, krijgen wij daarvan een verslag van de regering. Het debat waarop ik doel, kan mede plaatsvinden aan de hand van het verslag van het algemeen overleg dat aanstaande donderdag wordt gehouden over de voorbereidingen van het Nederlandse voorzitterschap. Ik doe dit verzoek nu, zodat hiermee, na honorering van dit verzoek, bij de inrichting van de agenda voor de laatste week vóór het kerstreces rekening kan worden gehouden.
De heer Bolkestein (VVD):
Voorzitter! Het lijkt mij een goede suggestie, dus ik ondersteun dit voorstel van de heer Heerma.
De heer Wallage (PvdA):
Het lijkt mij een goed idee, zeker ook aan de vooravond van het Nederlandse voorzitterschap, om die tijd te reserveren voor een fractievoorzittersdebat.
De heer Wolffensperger (D66):
Ik sluit mij bij mijn collega's aan.
De voorzitter:
Ik stel voor, conform het verzoek van de heer Heerma te beslissen. Er zal op een later moment een voorstel worden gedaan voor de spreektijden.
De heer Ter Veer (D66):
Voorzitter! Ik wijs erop dat wij voor het overleg dat voor aanstaande donderdag was gepland, nog zoeken naar een nieuw tijdstip, omdat dit overleg met een andere gebeurtenis conflicteert. Wij zullen daar nog een procedurevergadering voor houden, die is voorzien voor hedenmiddag 16.00 uur. Het is echter denkbaar dat het niet lukt om een nieuw tijdstip vast te stellen, dus dan ontstaat het probleem dat wij het voorzitterschap misschien niet vooraf in een algemeen overleg hebben kunnen bespreken.
De voorzitter:
Ik stel voor, te besluiten conform mijn voorstel van zo-even.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Wij hebben kennisgenomen van de opmerking van de heer Ter Veer. Ik ben niet bij machte om daarop te reageren.
Het woord is aan de heer Rosenmöller.
De heer Rosenmöller (GroenLinks):
Voorzitter! Vorige week hebben wij met de regering kunnen spreken over het kabinetsstandpunt over de toekomst van het vliegveld Beek, meer in het bijzonder het kabinetsbesluit over de nachtvluchten aldaar, "in de randen van de nacht", zoals het kabinet het heeft geformuleerd. Ik vraag om twee redenen om een heropening van dat debat.
De eerste reden is dat wij dit weekend een brief hebben gekregen van de minister van Verkeer en Waterstaat, die aanleiding is om haar een aantal vragen te stellen en opmerkingen te maken.
De tweede reden is dat er aanvankelijk een meerderheid in deze Kamer leek te zijn die nachtvluchten afwijst. Het afgelopen halfuur heb ik in de media gehoord dat de Partij van de Arbeid door de bocht is en het kabinetsstandpunt over nachtvluchten op vliegveld Beek steunt. Ik vind dat buitengewoon teleurstellend, maar dat laat onverlet dat wij toch in een debat in de Kamer moeten kijken hoe de Kamer daarover denkt. Dat hoort niet alleen in de media, maar vooral in de Kamer bediscussieerd te worden.
Daarom vraag ik een derde termijn over dit thema morgen of overmorgen aan het debat toe te voegen en de stemmingen voor vandaag van de agenda af te halen.
Mevrouw Verbugt (VVD):
Voorzitter! Vorige week heeft de VVD-fractie gevraagd of minister Wijers bij dat debat aanwezig zou zijn. Als het aankomt op een heropening en een debat in derde termijn, heeft het onze voorkeur om dat debat te kunnen afronden in aanwezigheid van de minister van Economische Zaken. Mijn fractie heeft een duidelijke voorkeur om de stemming over dit debat zo spoedig mogelijk te laten plaatsvinden, bij voorkeur donderdag.
De heer Crone (PvdA):
Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de verzoeken van zowel de heer Rosenmöller als mevrouw Verbugt. Ik wil niet onweersproken laten dat wij om zouden zijn wat betreft nachtvluchten. Wij hebben vorige week al een heldere positie ingenomen en ik bevind mij nog steeds op die positie.
De voorzitter:
Het debat vangt niet reeds nu aan.
Mevrouw Van 't Riet (D66):
Het is wel verleidelijk om op deze laatste uitspraak in te gaan, maar goed. Ik ben voor heropening van het debat, liefst vóór de begroting van Verkeer en Waterstaat, hoewel dat lastig zal zijn. Ik steun de vraag van mevrouw Verbugt om hierover eventueel donderdag te kunnen stemmen.
Mevrouw Van Rooy (CDA):
Voorzitter! De CDA-fractie ondersteunt het voorstel tot heropening van het debat. Vanochtend kwam in Het Financieele Dagblad informatie beschikbaar over de discussies in de ministerraad, waaruit zou blijken dat het kabinet al op 1 november besloten zou hebben om gewoon op dat pad door te gaan, wat er ook in de Kamer zou gebeuren. Het lijkt mij goed om de minister daarover te bevragen.
De heer Hendriks:
Voorzitter! Ook ik steun het voorstel van de heer Rosenmöller, temeer omdat er rond het vliegveld Beek grote verontrusting onder de bevolking is.
De heer Poppe (SP):
De SP-fractie ondersteunt het voorstel van de heer Rosenmöller, omdat er allemaal verschillende berichten over zijn. Er moet helderheid over komen.
De voorzitter:
Alvorens een voorstel te doen, wil ik eerst iets opmerken over het verzoek om de minister van EZ aanwezig te laten zijn. Het spreekt voor zich dat ik de minister van EZ hierover zal informeren, maar de argumentatie van de kant van de Kamer is niet sterk, nu de Kamer heeft verkozen een debat te hebben zonder de aanwezigheid van de minister van EZ. De heropening ligt in het verlengde van datgene wat in eerste en tweede termijn is gewisseld. Daar zijn geen nieuwe punten bijgekomen.
Vervolgens wijs ik op een punt van staatsrechtelijke aard. De regering wordt steeds geacht met één mond te spreken. De opvatting is altijd geweest dat de eerste ondertekenaars het voorstel verdedigen en geen anderen. Wij proberen hier enige economie in de aanwezigheid van bewindslieden te betrachten.
Ik zal de minister inlichten, maar het verzoek vind ik lichtelijk te krachtig.
De heer Crone (PvdA):
U was er zelf niet bij vorige week, maar toen wilden wij ook dat de heer Wijers zou komen, maar hij was in Brazilië en wij wilden het debat om die reden niet uitstellen.
De voorzitter:
Ik wil u graag corrigeren. Ik heb u zelf op de aanwezigheid geattendeerd. Ik wijs op de logica der Kamer. De Kamer had vorige week ook de conclusie kunnen trekken een week te wachten totdat de minister van Economische Zaken terug was. De Kamer heeft dat niet willen doen. Daarom maak ik die opmerking.
Ik stel voor, conform het verzoek van de heer Rosenmöller te beslissen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik wil vervolgens iets zeggen over de spreektijden. Wij zijn immers toe aan een derde termijn. De gulden regel is dat de spreektijden dan eenderde van eenderde bedragen. Dat wordt voor sommigen knap lastig. Er zal enige souplesse worden betracht. De grens ligt echter onder eenderde deel van de spreektijd in tweede termijn.
Ik stel voor, de heropening morgenochtend voor de aanvang van de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat te doen plaatsvinden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ervan uitgaande dat de heropening morgen tot afronding van het debat leidt, zal er donderdag gestemd kunnen worden en wel bij de stemmingen die 's ochtends om 11.15 uur zullen plaatsvinden, zoals bekend is.
Het woord is aan de heer Klein Molekamp.
De heer Klein Molekamp (VVD):
Voorzitter! Het afgelopen weekend werd duidelijk dat het openbaar ministerie in Arnhem heeft afgezien van vervolging van de gemeente Nijmegen, die verdacht wordt van het begaan van illegale transacties met grond in de periode 1990-1994. Het openbaar ministerie beroept zich daarbij op het zogenaamde Pikmeer-arrest waarover op 13 augustus door de heren Esselink, Crone en mijzelf vragen zijn gesteld. Dat betekent dat gemeenten niet vervolgd kunnen worden bij milieuovertredingen. Naar mijn mening raakt dat het hart van de geloofwaardigheid van het milieubeleid. Vandaar dat de VVD-fractie de ministers van Justitie en van VROM verzoekt een brief te schrijven waarin duidelijk wordt gemaakt hoe aan deze ongewenste situatie een einde gemaakt kan worden en welke risico's gelopen worden dat nog meer van dergelijke zaken zoals in Nijmegen buiten vervolging worden gesteld. Ik ga er daarbij van uit...
De voorzitter:
Mag ik u erop wijzen dat deze opsomming het karakter van schriftelijke c.q. mondelinge vragen krijgt? U heeft vorige week ook al over dit punt een aantal opmerkingen gemaakt. Ik verzoek u, uw vragenreeks te beëindigen en te vragen waar de brief over moet gaan, zonder tot specifieke vragen te komen.
De heer Klein Molekamp (VVD):
Ik zal dat doen. Ik verzoek tevens de minister van Justitie er zorg voor te dragen dat het standpunt van het college van procureurs-generaal op de kortst mogelijke termijn aan de Kamer zal worden toegezonden. Zij heeft dit al menig keer toegezegd.
De heer Lansink (CDA):
Voorzitter! De CDA-fractie sluit zich aan bij dit verzoek, al was het alleen al om helderheid te krijgen over hetgeen wel en niet in het persbericht is vermeld. Daarbij komt ook nog de uitspraak van de burgemeester van Nijmegen die enkele vragen oproept. Ik sluit mij dus gaarne aan bij het verzoek van de heer Klein Molekamp.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Ik sluit mij ook graag aan bij het verzoek. Het is heel belangrijk dat hierover helderheid ontstaat.
De heer Rehwinkel (PvdA):
Ik sluit mij ook gaarne aan bij het verzoek. Collega Klein Molekamp spitst zijn vragen nogal toe op het milieubeleid. Ik wil de regering vragen of zij ook wil ingaan op overheidsaansprakelijkheid in het algemeen.
De heer Poppe (SP):
Ik sluit mij aan bij het verzoek van de heer Klein Molekamp. Ik verzoek de minister in haar brief ook aan te geven wat naar haar mening de consequenties zijn van de uitspraken van de Hoge Raad inzake het Pikmeer-arrest, omdat het niet alleen om gemeenten gaat, maar ook om waterschappen en semi-overheden. Ik hoor dus graag de visie van de minister. Dat geldt ook voor de uitspraak van de Hoge Raad, dat gekozen organen dienen te controleren. Het gaat hierbij niet om een politieke toetsing, maar om een strafrechtelijke. Hoe denkt de minister hieraan een mouw te passen?
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Mulder-van Dam.
Mevrouw Mulder-van Dam (CDA):
Voorzitter! De CDA-fractie vraagt een brief aan de coördinerend minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, de heer Voorhoeve, over de door de minister aangekondigde aanstelling van een gevolmachtigde voor de duur van de overige kabinetsperiode. Wij willen nader geïnformeerd worden over de staatsrechtelijke positie van deze gevolmachtigde, de taakomschrijving en de positie ten opzichte van KabNA voordat deze functionaris wordt aangesteld.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer De Hoop Scheffer.
De heer De Hoop Scheffer (CDA):
Voorzitter! De afgelopen week is overlegd over de Raad voor justitie en binnenlandse zaken en over het document inzake Europese drugsbeleid dat daar aan de orde is. Bij de CDA-fractie is na dat overleg onhelderheid blijven bestaan over het voorbehoud dat door de Nederlandse regering is gemaakt. Voordat wij nader overleg voeren met de bewindspersoon van Justitie en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ontvangen wij graag nog een brief van de minister van Justitie waarin staat wanneer precies een voorbehoud is gemaakt, door wie dat is gedaan en in welke raad, wat de aard van dat voorbehoud is geweest en waar het is neergeslagen, zodat wij exact kunnen beoordelen wat de status is van het document waar wij over praten.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Vos.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter! In de procedurevergadering van de vaste commissie voor VROM is besloten om de huurbrief voor 1997 voor kennisgeving aan te nemen. Mijn fractie is het daar niet mee eens. Wij vinden dat er een debat over moet worden gevoerd. Ik verzoek u dan ook dit onderwerp op de agenda voor de plenaire vergadering te plaatsen.
De heer Gabor (CDA):
Voorzitter! De vaste commissie heeft vorige week over dit onderwerp twee keer vergaderd; de eerste keer in de normale zitting, omdat de brief geagendeerd was. De heer Duivesteijn stelde toen voor om de zaak aan te houden. Daarover is een patstelling ontstaan, omdat er geen meerderheid voor een voorstel ontstond. Daardoor is de zaak verwezen naar de procedurevergadering, die daags daarop plaatsvond. Ik moet zeggen dat toen met ruime meerderheid besloten is om de brief voor kennisgeving aan te nemen. Het leek mij verstandig om u dit ter informatie te melden.
De heer Duivesteijn (PvdA):
Voorzitter! Het lijkt mij passend dat er gewoon een plenair debat over de huurbrief 1997 wordt gevoerd, zeker als een fractie daarom vraagt. Ik wil enige afstand nemen van de interpretaties die gegeven zijn, al is dit er misschien niet de gelegenheid voor. Ik heb alleen gezegd dat ik het niet juist zou vinden om de behandeling te doen plaatsvinden voordat de huurbrief in de Kamer behandeld zou zijn. Ik vind het eigenlijk heel vreemd dat fracties het onmogelijk maken om een goed algemeen overleg hierover te kunnen voeren.
De heer Jeekel (D66):
Voorzitter! Het is absoluut niet aan de orde dat fracties iets onmogelijk zouden maken. Sterker nog, wij hebben een aantal malen de mogelijkheid geboden, maar op het laatste moment kwamen er extra eisen en toen heeft de plaatsvervangend voorzitter, de heer Gabor, inderdaad en terecht het algemeen overleg verdaagd tot de commissievergadering. De lijn die hij zojuist heeft verwoord, is in de commissievergadering breed gesteund. Wij hebben er dus ook geen enkele behoefte aan om nu opnieuw een algemeen overleg te voeren; het wordt een beetje een litanie.
De heer Hendriks:
Voorzitter! Hier hebben wij weer te maken met iets wat men "VKA" noemt. Ik ben van mening dat ik het voorstel van het geachte lid mevrouw Vos moet steunen, vooral omdat hier meer aan de hand is dan alleen maar een brief. De commissie heeft duidelijk te kennen gegeven dat wij te maken hebben met huurverhogingen, en die zijn een plenair debat waard.
De heer Poppe (SP):
Mijnheer de voorzitter! Ik steun het voorstel van mevrouw Vos. Het betreft hier de woonlastenbelangen van 3 miljoen huurders, en daar moet de Kamer zeker over kunnen debatteren.
De heer Hofstra (VVD):
Voorzitter! Bij de begrotingsbehandeling is, zoals was afgesproken, uitvoerig over het huurbeleid gesproken en ook vorige week is een algemeen overleg over het huurbeleid gevoerd, mede op verzoek van collega Duivesteijn. Bij die laatste gelegenheid heeft collega Duivesteijn zich zodanig opgesteld dat het algemeen overleg zeer kort na het begin weer werd gesloten. Verder ben ik het volstrekt eens met de opmerkingen die door de heer Gabor zijn gemaakt. Het onderwerp is breed in de commissie besproken, één keer, twee keer, drie keer. De VVD-fractie heeft er geen enkele behoefte aan om nu nog eens apart over het huurbeleid voor volgend jaar te spreken.
Mevrouw Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels):
Voorzitter! Mijn fractie wil het verzoek van mevrouw Vos van harte ondersteunen. De belangen zijn te groot om het onderwerp zomaar voorbij te laten gaan.
De heer Ten Hoopen (CDA):
Voorzitter! Wij hebben bij de begrotingsbehandeling uitgebreid gesproken over het huurbeleid. De CDA-fractie heeft een afweging gemaakt en er is gediscussieerd in de commissie. Er is dus een besluit genomen en daar willen wij aan vasthouden.
De heer Leerkes (Unie 55+):
Voorzitter! Ik ondersteun het voorstel van mevrouw Vos van harte.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter! Een aantal collega's is het niet eens met dit voorstel. Dat verbaast mij niet, want dat was vorige week in de procedurevergadering ook al duidelijk. Ik denk toch dat het nodig is om een debat over de brief te voeren. Daarom wil ik mijn voorstel handhaven en verzoek ik de Kamer om dit punt plenair te agenderen.
De voorzitter:
Ik stel allereerst vast dat het de Kamer uiteraard vrijstaat om een brief die in de commissie aan de orde is geweest op de plenaire agenda te plaatsen, ofschoon dat niet gebruikelijk is. Dat is de formele positie. Ik heb begrepen dat er een gedachtewisseling heeft plaatsgevonden over de desbetreffende brief in het kader van een soort ordedebat in een normaal openbaar algemeen overleg. Dat heeft tot een bepaalde conclusie geleid, maar daar wil ik verder niet in treden.
Gehoord de meningsverschillen en gegeven het feit dat de commissie er kennelijk in procedurele en inhoudelijke zin, zij het misschien in beperkte mate, over heeft gesproken – daarbij wijs ik erop dat het ook plenair veelvuldig aan de orde geweest bij de begrotingsbehandeling – stel ik voor om het verslag van het algemeen overleg en dat ordedebat op de agenda te plaatsen en aan het verzoek van mevrouw Vos tegemoet te komen met een tweeminutendebat, waarvan de Kamer de regels kent.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Hillen.
De heer Hillen (CDA):
Voorzitter! Wij hebben vorige week in deze Kamer gesproken over het belastingplan en vandaag staan de stemmingen op de agenda. Gisteren hebben wij een nota van wijziging gekregen over de accijnzen op tabak. Nadat de VVD-fractie vorige week al door de pomp was gegaan op het punt van de accijns op benzine, moet de VVD-fractie nu de gelegenheid krijgen om haar houding bij te stellen op het punt van de tabak. Wij willen daar graag over praten met het kabinet en de VVD-fractie en wij vragen u dus om heropening van de beraadslaging over het belastingplan.
De voorzitter:
Ik wijs erop dat het om de heropening gaat, om het punt van orde en niet om de inhoud.
De heer Van Dijke (RPF):
Voorzitter! Ik ondersteun het voorstel, gelet op de nota van wijziging die wij hebben gekregen.
De voorzitter:
Ik stel voor, de heropening hedenmiddag onmiddellijk na de stemverklaringen achteraf te laten plaatsvinden en donderdagochtend te stemmen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Verkerk.
De heer Verkerk (AOV):
Voorzitter! In april heeft de minister van Binnenlandse Zaken de Kamer een brief gestuurd over de vervanging van het huidige alarmnummer 06-11 door het nieuwe Europese nummer 112. Ik vraag de minister nu om een brief met een nadere uitleg over deze affaire. Allereerst: komt er – daar zouden berichten over zijn in de pers – een nummer voor niet-spoedeisende gevallen? Hoe wil de minister dat doen?
De voorzitter:
Ik maak toch bezwaar tegen de manier waarop u van deze regeling gebruik maakt. Wij hebben vorige week ook al een dispuut gehad. U kunt schriftelijke vragen of mondelinge vragen stellen en u kunt om een brief vragen, waarbij u niet meer dan een duiding geeft van de inhoud. Het mag geen opsomming zijn van vragen die u anderszins aan het kabinet kunt doen toekomen.
De heer Verkerk (AOV):
Voorzitter! Dan begin ik opnieuw.
De voorzitter:
Nee. Ik verzoek u het punt te noemen, anders moet ik u het woord ontnemen en ik was in beginsel van plan om dat deze week niet meer te doen.
De heer Verkerk (AOV):
Wat wilt u dan nu van mij horen?
De voorzitter:
De brief en het onderwerp, zonder een opsomming van vragen.
De heer Verkerk (AOV):
Ik krijg graag een vervolgbrief van de minister over de vervanging van het huidige alarmnummer 06-11 door het nieuwe Europese nummer.
De voorzitter:
Wat u beoogt, is glashelder. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering, met het verzoek van de heer Verkerk om een brief, door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Bijleveld-Schouten.
Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):
Voorzitter! Gisteren heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken ons een brief doen toekomen met het verzoek om het algemeen overleg over de grensarbeid, het KB164 van hedenmiddag, uit te stellen omdat zijn teksten aanleiding zouden geven tot een aantal misverstanden. Wij vinden dat merkwaardig, omdat het algemeen overleg twee weken geleden met het oog op de Kameragenda ook al was uitgesteld. Wij zouden graag een brief van de regering krijgen waarin wordt toegelicht wat die misverstanden zijn. Het gaat om een grote groep grensarbeiders die al jarenlang iets is toegezegd. Dan kunnen wij daar zo spoedig mogelijk over spreken.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven.
Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):
Voorzitter! Ik heb twee verzoeken. Het eerste betreft de Flora- en faunawet. De minister van Landbouw heeft het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij om een nader advies van de Raad van State te vragen over het huidige wetsvoorstel Flora- en faunabeheer naast zich neergelegd. Hij heeft dat in een brief aan de Kamer meegedeeld. Ik vraag u, deze brief op de agenda te zetten opdat ik een Kameruitspraak kan voorleggen.
De voorzitter:
Het gaat om een wetsvoorstel dat hier in behandeling is. Op het moment dat het wetsvoorstel geagendeerd is, kunt u een voorstel van orde doen. Wij moeten niet afzonderlijk over de brief praten. De brief hoort bij het wetsvoorstel. Ik stel voor, op enig moment het wetsvoorstel samen met de brief te agenderen. Dan heeft u de gelegenheid, met voorrang volgens het Reglement van orde, een voorstel te doen.
Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):
Ik wil toch vasthouden aan mijn verzoek, aangezien de minister haast heeft met zijn wetsvoorstel. Wij zitten nu in de schriftelijke procedure. De Kamer heeft die procedure niet willen ophouden.
De voorzitter:
Heeft u het verzoek in de commissie besproken?
Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):
De vaste commissie heeft dit verzoek gedaan.
De heer Blauw (VVD):
Voorzitter! In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is het voorstel van de CDA-fractie besproken om een advies te vragen van de Raad van State in verband met het gewijzigde wetsvoorstel. De op dat moment aanwezige leden van de commissie hebben gezegd dat zij er kennis van namen en dat zij zich niet tegen die gedachte verzetten. Zij hebben dat bericht als zodanig doorgezonden naar de minister van LNV. Over de nieuwe situatie is in de commissie niet gesproken.
De voorzitter:
Dan stel ik voor, dat eerst in de commissie over de brief wordt gesproken en dat afhankelijk van de besluitvorming in de commissie mevrouw Van Ardenne dit punt in de Kamer bij de regeling of anderszins opnieuw aan de orde stelt.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is wederom aan mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven.
Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):
Voorzitter! Wij hebben verleden week bij de regeling van werkzaamheden de staatssecretaris van Defensie gevraagd om inzicht te geven in de omvang, de grootte, de aard en de kosten van de vervuiling van de kazerneterreinen. Nu is er een brief binnen van de staatssecretaris, maar die geeft geen antwoord op de vragen. Ik zou alsnog de vragen willen herhalen die wij verleden week bij de regeling hebben gesteld en het onderzoek naar de vervuiling van de kazerneterreinen bij de Kamer zien komen.
De heer Van den Doel (VVD):
Voorzitter! Ik verbaas mij over dit verzoek, omdat er al sinds 1989 een notitie van de regering over dit onderwerp ligt. Er is een plan van aanpak en de gelden zijn ervoor vrijgemaakt. Ik vind dit dus in feite een overbodig verzoek.
Mevrouw Sipkes (GroenLinks):
Ik denk dat het verzoek van mevrouw Van Ardenne absoluut niet overbodig is. Er ligt inderdaad al een poosje een voorstel van het kabinet, overigens ook een voorstel voor verdere bezuinigingen als het gaat om het opruimen van gronden. De brief die er nu ligt, geeft inderdaad niet veel opheldering. Ik zou het verzoek van mevrouw Van Ardenne willen ondersteunen en de regering willen verzoeken op de kortst mogelijke termijn hierop antwoord te geven.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Wij zullen dan wel zien op welke manier door de regering wordt geantwoord. De commissie zou ook kunnen overwegen om een algemeen overleg te houden om alsnog de antwoorden te krijgen waarvan men denkt dat ze niet zijn gegeven in plaats van steeds om brieven te vragen als blijkt dat het antwoord, wat ik overigens niet verwacht, onbevredigend is.
De heer Van den Doel (VVD):
Ik zou willen voorstellen om het terug te verwijzen naar de procedurevergadering van de vaste commissie voor Defensie.
De voorzitter:
Wij kunnen het niet terugverwijzen. Er is een verzoek gedaan. Verleden week is dat verzoek gehonoreerd. Mijn voorstel is dus het beste. De vaste commissie kan natuurlijk bijeenkomen en een nadere afspraak maken. Dat had overigens ook de afgelopen week gekund.
Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-19961997-2453-2458.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.