Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de Bouwbegeleidingscommissie het lid Van de Camp tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Weisglas tot plv. lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de groep-Nijpels benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid R.A. Meijer tot lid in plaats van het lid Nijpels-Hezemans en het lid Nijpels-Hezemans tot plv. lid in plaats van het lid R.A. Meijer;

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Nijpels-Hezemans tot lid in plaats van het lid R.A. Meijer en het lid R.A. Meijer tot plv. lid in plaats van het lid Nijpels-Hezemans.

Het woord is aan de heer Middel.

De heer Middel (PvdA):

Mijnheer de voorzitter! Vanochtend openden de ochtendbladen Drentse Courant en Groninger Dagblad met een groot opgemaakt bericht, dat de Nederlandse aardoliemaatschappij nucleair boorafval zou hebben gedumpt in inmiddels gedempte kanalen in Zuidoost-Drenthe. Verder was in de kranten een uitgebreid dossier opgenomen met achtergrondinformatie over deze zaak. De PvdA-fractie vraagt naar aanleiding van dit bericht op de kortst mogelijke termijn een brief van de regering waarin inzicht wordt gegeven in in ieder geval de volgende zaken.

Is enigszins bekend om hoeveel radioactief materiaal het gaat?

Is het juist dat de NAM niet meer kan achterhalen op welke locaties dit radioactief boorafval is gestort?

Is ook aan te geven of in andere delen van Drenthe of daarbuiten radioactief afval is gedumpt?

Is bekend of er inmiddels landbouw, akkerbouw of veeteelt wordt bedreven op plaatsen waar radioactief afval is gestort?

Zijn er geen vergunningen afgegeven door de provincie Drenthe en de betrokken gemeenten?

Is in te schatten wat de gezondheidsrisico's op langere termijn zijn voor de bewoners van de desbetreffende gebieden?

Welke maatregelen zijn te nemen om mogelijke effecten van dumping te minimaliseren?

In hoeverre valt genoegdoening bij de NAM te halen en welke stappen denkt de regering in de richting van de NAM te nemen?

Is de regering bereid om de mensen in het desbetreffende gebied adequaat voor te lichten?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik heb nog wel een opmerking. Een brief wordt doorgaans gevraagd voor nadere informatie over een onderwerp zonder al te specifiek te zijn. Op het moment dat vragen worden gesteld in een reeks zoals zo-even is gebeurd, is dat echt een kwestie van schriftelijke vragen. Ik heb deze opmerking al meerdere keren gemaakt. Wij hebben nu besloten het stenogram door te geleiden naar het kabinet, maar een volgende keer moet u er rekening mee houden dat ik dat voorstel niet aan de Kamer zal voorleggen. Want ik vind dat hiervoor echt het instrument van de schriftelijke vragen moet worden benut.

Het woord is aan de heer Koekkoek.

De heer Koekkoek (CDA):

Voorzitter! Vorige week heb ik bij de regeling van werkzaamheden gezegd dat ik het van de brief van de minister van Justitie over de verantwoordelijkheid voor het openbaar ministerie zou laten afhangen of het debat over dit onderwerp morgen zou kunnen plaatsvinden of niet. De taxatie die u toen hebt geuit, bleek juist, want de brief is er nog niet. Die is mogelijk morgen te verwachten. Een aantal woordvoerders vindt dat echter te laat. Mede namens de woordvoerders van de fracties van de VVD en D66 verzoek ik u het debat over het verslag van het algemeen overleg terzake van de agenda van morgen af te voeren en nieuwe voorstellen af te wachten.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek van de heer Koekkoek te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Graaf.

De heer De Graaf (D66):

Voorzitter! Mijn fractie heeft in de krant kunnen lezen dat de minister-president een schrijven heeft gericht aan de Franse president omtrent de grenscontrole aan de noordelijke grenzen van Frankrijk, die in het kader van het Verdrag van Schengen eigenlijk zou moeten worden opgeheven. In de krantenberichten wordt er ook melding van gemaakt dat de minister-president in die brief zou hebben aangegeven welke feitelijke goede resultaten zouden zijn behaald in de samenwerking rond de drugsbestrijding en dat er ook om die reden minder reden zou zijn om de grenscontroles te handhaven. Met het oog op het overleg dat de Kamer volgende week voert over de Voortgangsrapportage drugsbeleid zou ik de regering willen vragen om de Kamer in een brief de nadere gegevens, zoals die kennelijk ook aan de Franse president zijn verstrekt, te doen toekomen vóór 31 oktober.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven