Vragen van het lid Rosenmöller aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de nachtvluchten op Maastricht-Aachen Airport (vliegveld Beek).

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Nog voor de zomer zal het kabinet een knoop moeten doorhakken over zo ongeveer het laatste hete milieuhangijzer, namelijk de vraag of op vliegveld Beek – u heeft de officiële benaming gebruikt – in Zuid-Limburg nachtvluchten worden toegelaten of niet. Minister De Boer en minister Jorritsma hebben lange tijd lijnrecht tegenover elkaar gestaan. Mevrouw De Boer wilde terecht – zij heeft daarvoor altijd onze steun gehad – geen nachtvluchten, en mevrouw Jorritsma wilde dat wel. Maar op 17 mei jl., tijdens een werkbezoek aan de luchthaven, lijkt minister De Boer overstag te zijn gegaan. In het blad Pro, van de Partij van de Arbeid, zegt zij: "Ik heb mij tegen dat enorme aantal nachtvluchten op Beek verzet. Het ziet er nu naar uit dat er een compromis kan worden bereikt, waarin geen sprake zal zijn van nachtvluchten voor het zware vrachtverkeer. Er wordt onderzocht of vliegveld Beek in die omstandigheden rendabel kan zijn." Ook dagbladen in de regio melden een vergelijkbare koerswijziging van de minister.

Dat leidt tot een aantal vragen mijnerzijds. Is er inderdaad een compromis in de maak, waarbij passagiers en/of nachtvluchten wel worden toegestaan? Heeft de NV Luchthaven Schiphol daarbij een bepaalde betrokkenheid? Is er een plan van Schiphol en van Beek aan de minister gepresenteerd? Wat voor nachtvluchten, en hoeveel vindt de minister nu dan wel maximaal aanvaardbaar? Waarom is zij van haar oorspronkelijke standpunt, namelijk geen nachtvluchten voor regionale vliegvelden, afgestapt? Waarom is verstoring van de nachtrust van tienduizenden mensen in dit dichtbevolkte gebied – voor mensen die niet zo met dit onderwerp bekend zijn: het is een gebied dat dichter bevolkt is dan de Randstad – nu wel volgens haar acceptabel? Op het congres over milieu en economie pleitte de minister nog voor een stringent milieubeleid. Op het PvdA-congres in februari zei zij letterlijk: "De regionale luchthavens zullen zich moeten beperken: geen widebodies en geen nachtvluchten". Zou de minister dát standpunt vandaag willen herhalen? Zo ja, dan zullen wij haar blijven steunen.

Minister De Boer:

Voorzitter! Ik begin met de laatste vraag van de heer Rosenmöller: ik wil graag een aantal zaken herhalen.

Ik denk dat het goed is dat we nog even teruggaan naar de situatie op 7 oktober 1994. Toen hebben wij de Kamer een brief gestuurd, waarin wij hebben gezegd dat de definitieve besluitvorming over nachtvluchten plaats zou vinden in het kader van de nota Relus, op basis van de alsdan beschikbare meest actuele cijfers over de economische rentabiliteit van de luchthaven Maastricht. Daarna hebben wij een presentatie gekregen van het zogenaamde businessplan van Beek, wat in het kabinet niet tot acceptatie heeft geleid. Daarna is er een bereidheid tot samenwerking ontstaan tussen Schiphol en Beek, wat geresulteerd heeft in een voorstel aan het kabinet. Over dat voorstel heeft nog geen overleg plaatsgevonden, noch interdepartementaal, noch in het kabinet. Daarover is dus nog geen enkel oordeel geveld.

De uitspraken van mijn kant wil ik zeker herhalen. Ik heb op het congres van de Partij van de Arbeid op 10 februari inderdaad gezegd: één nationale luchthaven lijkt mij meer dan voldoende, en de regionale luchthavens zullen zich moeten beperken: geen widebodies, en geen nachtvluchten.

Op 7 mei heb ik in het interview met het PvdA-blad Pro naar aanleiding van het businessplan van Beek gezegd – toen hadden we het nieuwe voorstel nog niet – wat de heer Rosenmöller al heeft geciteerd. Ik heb mij verzet tegen het enorme aantal nachtvluchten en gezegd dat het ernaar uitzag dat er een compromis tussen Beek en Schiphol bereikt kon worden, waarin geen sprake zou zijn van nachtvluchten voor het zware vrachtverkeer. De vraag van de interviewer was: dus wel mogelijkheden voor nachtvluchten voor passagiers? Ik heb gezegd: dit zou kunnen; het is niet mijn wens, maar wel het uitdrukkelijke verlangen van veel mensen (partijgenoten) in Limburg.

Op 17 mei heb ik een werkbezoek aan Limburg gebracht. Ik heb toen een gesprek gehad met een delegatie van het provinciaal bestuur en een delegatie van het vliegveld. Bij die gelegenheid is een persbericht uitgegeven waarin ik heb aangegeven wat voor mij buitengewoon belangrijke elementen zijn bij de besluitvorming rond het vliegveld. De oost-westbaan moet leiden tot beperking van de overlast voor de inwoners van Limburg. De noord-zuidbaan moet geen functie meer hebben. Voor Beek moeten dezelfde milieurandvoorwaarden gelden als voor Schiphol. Ik heb bezwaar tegen nachtvluchten, met name tegen de nachtvluchten van grote vrachtvliegtuigen, want die geven de meeste overlast. Daarmee heb ik de voorwaarden aangegeven waaronder ik de discussie voer.

Er is gevraagd of er een compromis in de maak is. Ik heb al gezegd dat er door Schiphol en Beek een compromis gepresenteerd is. In het kabinet is daar nog niet over gesproken. Het is echter wel duidelijk dat Schiphol erbij betrokken is. Ik kan nu niet zeggen wat er zal gebeuren. Wij hebben er in het kabinet nog niet over gesproken en dit betekent dat de uitgangspunten die ik zoëven geformuleerd heb, mijn uitgangspunten zijn.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! De minister zegt dat er nog geen overeenstemming in het kabinet is bereikt. Het compromiskarakter slaat op het feit dat er een gezamenlijk voorstel is van de NV Luchthaven Schiphol en Beek. Wanneer zal het kabinet een concreet besluit nemen en wanneer krijgt de Kamer dat te horen? Ik heb informatie dat op zeer korte termijn een beslissing zal worden genomen.

Ik krijg al angst voor slappe knieën als ik de minister na haar werkbezoek hoor zeggen dat er geen nachtvrachtvluchten toegestaan zullen worden, terwijl zij op het PvdA-congres nog gezegd heeft dat er geen nachtvluchten op Beek mogelijk waren. Bij een verbod van nachtvluchten mogen er ook geen passagiersvluchten in de nacht toegestaan worden. Ik ben tegen het instemmen met een al dan niet beperkt aantal nachtvluchten. Ik hoop dat de minister haar rug en vooral haar knieën recht kan houden. Als zij straks in het kabinet instemt met een compromis om wel een beperkt aantal nachtvluchten mogelijk te maken, moet zij niet wild om zich heen gaan slaan in de richting van GroenLinks of van de milieubeweging als wij dat besluit fors attaqueren. Er is wel degelijk een stevige basis om op dit regionale vliegveld niet tot nachtvluchten over te gaan.

Ik vraag de fracties van PvdA en D66 om de minister te tonen dat er ook een stevige parlementaire basis is om af te zien van nachtvluchten op Beek. Is de fractie van D66 – deze vraag geldt ook voor de fractie van de PvdA – nog steeds van mening dat er geen nachtvluchten op vliegveld Beek mogen plaatsvinden? Als dat het geval is, geven twee van de drie coalitiepartners steun aan de VROM-minister bij haar discussies in het kabinet. Ik hoop werkelijk dat dit leidt tot een besluit dat het milieu de winst geeft die het zo verdient.

Minister De Boer:

Voorzitter! Ik kan nu niet zeggen wanneer het concrete voorstel gepresenteerd zal worden. Er is nog geen agenda opgesteld voor de behandeling van het stuk dat vorige week tijdens mijn afwezigheid is gearriveerd. Ik kan absoluut nog niet zeggen wanneer het kabinet overgaat tot besluitvorming terzake. Dit zal overigens niet langer duren dan strikt noodzakelijk is. Hoe eerder dit onderwerp is afgerond, des te beter.

Ik heb een- en andermaal gezegd dat de grootste problematiek bij nachtvluchten in Limburg ligt in de vrachtvluchten; de widebodies. Deze toestellen komen op zeer ongelegen uren binnen. Ik heb zoëven al gezegd dat passagiersnachtvluchten ook niet mijn wens zijn, maar het allerergste zijn de nachtvrachtvluchten, die het meest storend zijn in een regio. Hetgeen ik naar voren heb gebracht, zijn de uitgangspunten waar ik voor sta.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

D66 is tegen nachtvluchten op Beek/Maastricht-Aachen Airport. Wij wachten het standpunt van het kabinet af en zullen dat objectief-kritisch beoordelen.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter! Gelet op de aanwezigheid van de heer Rosenmöller op ons congres en op het feit dat hij ons ledenblad gelezen heeft, beveel ik hem de invulbon voor nieuwe leden aan. Ons standpunt verandert overigens in het geheel niet. Wij zijn niet aan de beurt en wachten het kabinetsstandpunt rustig af.

Mevrouw Van Rooy (CDA):

Voorzitter! Het harde "nee" van minister De Boer tijdens het congres van de Partij van de Arbeid, waarnaar ook de heer Rosenmöller verwees – dus in het geheel geen nachtvluchten – is inmiddels in een wat zachter "nee" veranderd. Dat is voor de heer Rosenmöller verlies, maar van onze optiek uit bezien is dat enige winst, omdat er toch een realistischer compromis mogelijk is; niet omdat wij zo graag nachtvluchten willen, maar omdat dit van belang is voor de rentabiliteit en de werkgelegenheid. Ik hoop dat minister De Boer nog meer naar haar partijgenoten in Limburg luistert, die op dit punt heel duidelijk ook het belang van de werkgelegenheid naar voren brengen.

De minister zegt dat de besluitvorming niet langer zal duren dan strikt noodzakelijk. Ik vind dit een onbevredigend antwoord en ook niet fair ten opzichte van het parlement. Het onderwerp is zo vaak aan de orde geweest, dat de Kamer toch wel van de minister mag verwachten dat als het rapport binnen is, daarvoor in de agenda ruimte wordt gemaakt en dat zij ervoor zorgt dat de Kamer nog voor het reces geïnformeerd wordt over het definitieve standpunt. Dat is niet alleen van belang voor de Kamer, maar vooral voor de inwoners van Limburg, die langzamerhand toch wel eens mogen weten waar zij aan toe zijn.

Wat betekent deze vertraging voor de Europese financiering, die voor een deel relevant is voor dit project? Uitstel op uitstel is niet almaar mogelijk, want dan is uiteindelijk het gevolg het verlies van die Europese gelden.

Minister De Boer:

Voorzitter! Wij behandelen het voorstel zo snel als mogelijk. Ten aanzien van de Europese financiering kan ik op dit ogenblik geen uitspraken doen, maar ik zal aan dat punt aandacht besteden.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Voorzitter! Kent minister De Boer de onderzoeken naar de exploiteerbaarheid van de luchthaven bij Maastricht? Uit kranteberichten naar aanleiding van haar laatste werkbezoek aldaar ben ik daar toch een beetje aan gaan twijfelen. Hoe beoordeelt de minister de conclusie, dat zonder nachtvluchten de luchthaven bij Maastricht niet rendabel te exploiteren is en dat met een beperkt aantal nachtvluchten de luchthaven kan uitgroeien tot een economische motor voor de regio, met veel nieuwe arbeidsplaatsen?

Minister De Boer:

Voorzitter! Elke minister is lid van het kabinet, dus eenieder draagt verantwoordelijkheid voor de totale besluitvorming. Tegelijkertijd heeft iedere minister ook een speciale verantwoordelijkheid voor het beleidsterrein waar hij of zij voor is ingehuurd. Ik kijk in eerste instantie vanuit de milieuoptiek naar het voorgestelde. Dat is voor mij het allerbelangrijkste bij de besluitvorming rond het vliegveld Beek. Mijn zorg gaat eerder uit naar de milieukwaliteit van de regio Limburg en naar de relatie met de eventuele nieuwe ontwikkelingen dan dat ik naar de exploiteerbaarheid kijk.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! De minister was op het PvdA-congres glashelder: geen nachtvluchten, maar ik moet helaas vaststellen dat zij vandaag zegt dat passagiersvluchten in de nacht tot de mogelijkheden behoren. Dat betekent een aantasting van de milieukwaliteit. Dat levert geluidsoverlast op voor de inwoners. Kan de minister aangeven wat haar beweegreden is om die opening te maken naar de passagiersvluchten in de nacht?

Minister De Boer:

Ik heb zoëven al gezegd dat elke minister, elk lid van het kabinet, een verantwoordelijkheid heeft voor de totale besluitvorming. Ik het ook gezegd dat ik het buitengewoon belangrijk vind om de milieukwaliteit van Limburg hoog te houden. Het gaat om het totaal van activiteiten die daar plaatsvinden. Er is immers nog een aantal andere activiteiten die de milieukwaliteit daar beïnvloeden. In relatie daarmee moet de ontwikkeling van het vliegveld bekeken worden.

Met het oog daarop vind ik nog steeds dat nachtvrachtvluchten een buitengewoon zware milieudruk leggen op die hele regio. Je kunt dat relateren aan eventuele andere mogelijkheden, bijvoorbeeld het leggen van de nadruk bij het vliegveld op andere activiteiten zoals passagiersvluchten. Dan creëer je een andere situatie. Dat betekent niet dat ik op dit ogenblik zeg: het toestaan van nachtvluchten, dus ook passagiersnachtvluchten, is een zaak die zonder meer geëffectueerd kan worden. Het betekent alleen het volgende. Als je een situatie zou kunnen creëren waarbij charters een rol zouden kunnen spelen, dan zet ik dat in relatie tot de nachtvrachtvluchten en zeg ik: dan is het ene toch nog iets meer acceptabel dan het andere, wat dus niet acceptabel is.

De heer Poppe (SP):

Mijnheer de voorzitter! Ik neem toch wat schuivende geluidspanelen waar bij de Partij van de Arbeid. De minister was faliekant tegen nachtvluchten en ook de woordvoerder van de Partij van de Arbeid, de heer Crone, was daar in het debat over de oost-westbaan tegen. Op de vraag van de heer Rosenmöller aan zowel D66 als de PvdA, zegt D66 dat zij tegen nachtvluchten is. Dat heb ik de heer Crone echter niet zo duidelijk uit horen spreken. Ik wil toch graag van hem horen of hij zijn standpunt uit het debat van vorig jaar – of misschien was het nog langer geleden – nog steeds gestand doet.

De heer Crone (PvdA):

Ik heb glashelder gezegd dat onze inzet was zoals hier in de Kamer is verwoord. De heer Poppe kan, wat dat aangaat, dus volstrekt van ons standpunt op aan.

Naar boven