Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Tijdelijke wet bekostiging nieuwe basisscholen inzake vereenvoudiging van het bekostigingsstelsel voor het basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs (vereenvoudiging Londo) (23636).

(Zie vergadering van 14 mei 1996.)

De voorzitter:

Ik deel mede, dat de heer Koekkoek zijn amendement op stuk nr. 12 intrekt en dat mevrouw Lambrechts haar amendementen op de stukken nrs. 16 en 18 intrekt.

De aanhef van artikel I en de onderdelen A t/m F worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Koekkoek/Van der Vlies (stuk nr. 11, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de RPF, de SGP, het GPV, de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 11 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel G wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen H t/m J en punt 1 van onderdeel K worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Koekkoek/Van der Vlies (stuk nr. 14, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de SGP, de RPF, het GPV, GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 14 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Koekkoek/Van der Vlies (stuk nr. 25, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de RPF, de SGP, het GPV en GroenLinks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 25 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Punt 2 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Liemburg c.s. (stuk nr. 22, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 22 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Punt 3, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Liemburg c.s. (stuk nr. 22, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel K wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel L, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Liemburg c.s. (stuk nr. 22, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van onderdeel M en de leden 1 t/m 5 van artikel 101 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 23, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 23 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Lid 6, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 23, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 101 wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel M wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen N t/m S worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van artikel II en de onderdelen A t/m J worden zonder stemming aangenomen.

Onderdeel K, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Liemburg c.s. (stuk nr. 22, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel L, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Liemburg c.s. (stuk nr. 22, IV), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel M, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 23, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdeel N t/m S worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen III t/m VIb worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Koekkoek/Van der Vlies (stuk nr. 26, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 26 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel VIc wordt zonder stemming aangenomen.

Artikelen VId wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Koekkoek/Van der Vlies tot invoeging van een artikel VIe (stuk nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel VII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Koekkoek (CDA):

Voorzitter! Nu het amendement op stuk nr. 11 betreffende het gebouwafhankelijk maken van de programma's van eisen verworpen is, zullen tientallen gemeenten en honderden schoolbesturen er na een overgangstermijn van drie jaar in hun materiële bekostiging 3% of meer op achteruitgaan. Dat is buitensporig en voor de CDA-fractie niet aanvaardbaar.

De CDA-fractie zal daarom tegen het wetsvoorstel vereenvoudiging Londo stemmen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! De fracties van GPV, RPF en SGP ondersteunen de doelstelling van de wet, te weten vereenvoudiging van de bekostigingssystematiek voor het basisonderwijs, het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. Wat de vormgeving van die vereenvoudiging betreft bestaan er, mede gelet op bestaande fricties in de zogenaamde kostendekkendheid van het bekostigingsstelsel, nog altijd bezwaren. In het debat zijn verbeteringen tot stand gekomen. Ik noem de tweede teldatum, de verlenging van de gewenningsperiode en een evaluatiemoment. De amendementen van de heer Koekkoek en mij ter zake van de gebouwafhankelijke vereisten en dergelijke zijn alle afgewezen nadat – dat zij erkend – op globale wijze een stap in de door ons bepleite richting is gezet. De vraag is nu of het voorliggende wetsvoorstel voldoende vertrouwenwekkend is, ook naar de vele scholen en gemeenten toe die erop achteruitgaan. Na zorgvuldige afweging van een en ander hebben de zojuist genoemde fracties – GPV, RPF en SGP – gemeend de steun aan het wetsvoorstel te moeten onthouden.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, de VVD en de groep-Nijpels voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven