Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over het huurbeleid, te weten:

- de motie-Hofstra/Duivesteijn over een maximale matiging van huurverhogingen (24400 XI, nr. 49).

(Zie vergadering van 30 januari 1996.)

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Biesheuvel (CDA):

Voorzitter! Nu de staatssecretaris er niet is, kan ik hem niet rechtstreeks iets vragen. De staatssecretaris heeft geconstateerd dat deze motie op tweeërlei wijze is Schutteuit te leggen, namelijk als een generieke ontheffing of als een individuele ontheffing. Graag krijg ik op de kortst mogelijke termijn een brief van het kabinet waarin staat op welke wijze het denkt dat deze motie moet worden uitgevoerd.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de staatssecretaris.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven