Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van de Partij van de Arbeid stel ik voor, de stemmingen met betrekking tot de agendapunten 5, 6 en 7 uit te stellen tot volgende week donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Mij is gebleken dat de heer Van Oven met betrekking tot agendapunt 3, betreffende de wijziging van het Wetboek van Strafvordering, een heropening verlangt in verband met een amendement. Ik stel voor, die heropening onmiddellijk na de stemmingen te doen plaatsvinden en volgende week over dit wetsvoorstel te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rijpstra.

De heer Rijpstra (VVD):

Voorzitter! Vorige week heeft de Hoge Raad de toewijzing van een schadeclaim bevestigd aan een 25-jarige vrouw die invalide is geraakt na een val uit de ringen tien jaar geleden tijdens het turnen bij een sportvereniging. De leidster beschikte niet over de vereiste papieren en nam onvoldoende veiligheidsmaatregelen in acht. Naar aanleiding van die uitspraak van de Hoge Raad vraag ik namens mijn fractie om een brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Justitie, waarin zij aangeven:

  • - wat de verzekeringstechnische consequenties zijn voor de sportvereniging, onder andere de hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurder, het lid van de sportvereniging, de gediplomeerde en de ongediplomeerde sportleraar in dienst van de sportvereniging en de vrijwilliger;

  • - of sportverenigingen risico's kunnen uitsluiten;

  • - welke eisen er gesteld kunnen worden – of beter: zouden moeten worden – aan de lesgevenden, de trainers/begeleiders en dergelijken in die sportvereniging.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Mulder.

Mevrouw Mulder-van Dam (CDA):

Voorzitter! Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg ten aanzien van het persoonsgebonden budget deze week op de kameragenda te zetten, omdat onze fractie een motie wil indienen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. In de loop van deze dag of morgen zal ik laten weten wanneer het punt behandeld kan worden. Ik neem aan dat er geen bijzondere urgentie is wat deze week betreft, omdat we nogal een volle agenda hebben, maar ik zal kijken wat we kunnen doen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Oudkerk.

De heer Oudkerk (PvdA):

Voorzitter! Op 12 juni heeft een aantal partijen in deze Kamer bij minister Borst van Volksgezondheid aangedrongen op een forse beperking van reclame voor tabaksprodukten, meer precies op Nederlandse steun voor het Europese initiatief ter zake. De minister kon dat toen niet toezeggen, maar beloofde wel uiterlijk eind september de Kamer te informeren en daarover een brief te sturen die zij in overleg met haar collega's en in het bijzonder de heer Wijers zou opstellen.

Voorzitter! Wij hebben die brief nog niet gezien. Half november vindt de halfjaarlijkse vergadering van de Europese Raad van ministers van volksgezondheid plaats. Er is dus haast als de Kamer over dat standpunt nog wil mee kunnen praten. Daarom verzoekt mijn fractie, mede namens de fractie van D66, voor 25 oktober een brief van de minister over het tabaksbeleid naar de Kamer te sturen, vooral over het Nederlandse standpunt inzake de Europese richtlijn. Ik kondig hier alvast aan dat ik daarover een overleg met de betrokken bewindslieden wil hebben, maar daar kom ik tijdens de procedurevergadering wel op terug.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister van Volksgezondheid.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven