Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over house-party's en XTC-gebruik, te weten:

- de motie-Schutte over een stringent beleid t.a.v. het toestaan van house-party's en dergelijke (23760, nr. 4).

(Zie vergadering van 20 juni 1995.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Kamp (VVD):

Voorzitter! De fractie van de VVD is tegenstander van het verbieden van house-party's en grote manifestaties als popfestivals. Wel veroordeelt mijn fractie het kabinetsbeleid inzake XTC. Wij hebben hier te doen met een harddrug, voorkomend op lijst 1 van de Opiumwet. Het kabinet voert hierop een gedoogbeleid, als ware het een softdrug. Dit is verwarrend en ongewenst. Derhalve steunen wij de motie-Schutte, met de kanttekening die ik zojuist over punt 3 van de motie heb gemaakt.

De heer Van Boxtel (D66):

Voorzitter! Voor D66 is er geen twijfel aan dat XTC gevaarlijk is, dat het gebruik ervan ontraden moet worden en dat de handel en de produktie ervan moet worden blijven bestreden. De minister heeft echter voldaan aan de wens van de Kamer om een notitie op te stellen ten behoeve van de gemeentebesturen over hoe moet worden omgegaan met het beleid ten aanzien van house-party's en grootschalige evenementen. De motie van de heer Schutte heeft een dictum dat bij wijze van spreken als een soort verlengde arm in de bevoegdheden van het lokale bestuur wil treden. Derhalve wijst mijn fractie deze motie af.

In stemming komt de motie-Schutte (23760, nr. 4).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de SGP, de RPF, de VVD, het CDA, het AOV, de Unie 55+, de CD, de SP en de leden Van Wingerden en Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Ik stel voor, de stukken onder nr. 23760 voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven