Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. nota-overleg met stenografisch verslag op:

maandag 11 september:

  • - van 11.15 uur tot 18.30 uur van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over de nota Zeescheepvaart (24165);

maandag 2 oktober:

  • - van 11.15 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over het Openbaar vervoer;

maandag 23 oktober:

  • - van 11.15 uur tot 18.30 uur van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over het Structuurschema Oppervlakte-delfstoffen (23625).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, op verzoek van enkele leden, dat agendapunt 7, de stemmingen over de moties over de WAO, naar donderdag zal worden verschoven in verband met een heropening van de beraadslaging. Die heropening zal hedenmiddag plaatsvinden, onmiddellijk na de stemmingen. Donderdag zal hierover worden gestemd.

Ik deel voorts aan de Kamer mede, wat betreft agendapunt 9, de Partiële herziening Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer, dat de stemmingen daarover zullen verschuiven naar donderdag, op verzoek van de heer Van den Berg en conform eerdere afspraken.

Het woord is aan de heer De Hoop Scheffer.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! De eerste berichten uit Cannes over de Europese top geven geen aanleiding tot optimisme over de resultaten van de Nederlandse inzet. Er komen extra uitgaven voor het Middellandse-Zeegebied, voor vijf jaar vastgelegd, terwijl niet duidelijk is waar die middelen precies aan worden besteed. Er is een bijna-akkoord over het Europees Ontwikkelingsfonds, met een veel hogere Nederlandse procentuele bijdrage dan leek te zijn afgesproken. De Engelsen torpederen het Europol-verdrag en – dit is even ernstig – torpederen een verdrag waarin de fraudebestrijding binnen de Europese Unie centraal zou moeten staan. Er is discussie over de vermaledijde Franse kernproeven. Ik wijs op de uitspraken van de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken over zogenaamde Shell-effecten. Deze uitspraken lijken elkaar niet te dekken. Ik wijs ten slotte op de uitspraken van mevrouw De Boer, de minister van VROM, althans volgens de Volkskrant van vanmorgen. Daarin zegt zij dat zij een spontane consumentenboycot, niet door de overheid georganiseerd, een aardig idee vindt. Dat hebben wij ook wel eens eerder gehoord van onze Griekse broeders en zusters.

Al deze punten samen, doen mijn fractie u de vraag stellen, voorzitter, of u bereid bent om bij het debat over de Europese Raad morgenavond iets meer spreektijd toe te staan dan is overeengekomen.

De heer Van Traa (PvdA):

Kortom: oppositie!

De heer Weisglas (VVD):

Voorzitter! Ook mijn fractie staat niet te juichen over de eerste berichten, via de pers, over de top van Cannes. Ik sluit mij aan, inhoudelijk niet op alle punten overigens, maar dat komt morgenavond wel, bij de benadering van de heer De Hoop Scheffer. Ik steun zijn verzoek. Ik wil er nog een verzoek aan toevoegen. Ik zou graag zien dat de regering in het verslag dat wij in de loop van vandaag of morgenochtend zullen krijgen, in het kader van de uitgaven op alle punten specificeert wat precies de Nederlandse bijdrage daaraan is. Misschien spreekt dat vanzelf, maar ik stel die vraag toch voor de zekerheid, zodat wij er morgenavond, zo nodig, wat gedetailleerder over kunnen spreken.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Ik ondersteun het verzoek van collega De Hoop Scheffer om ruimere spreektijden, zeker daar op de top nogal wat afspraken zijn gemaakt waar in de Kamer allerminst consensus over bestaat. Ruimte voor discussie is dus absoluut noodzakelijk.

De heer Van den Bos (D66):

Voorzitter! Ook ik steun dat verzoek en voeg eraan toe dat de Kamer morgen voldoende geïnformeerd moet zijn over alle besluiten die genomen zijn. Zo niet, dan vraag ik mij af of het overleg niet op donderdag gehouden kan worden.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! Mijn fractie sluit zich ook aan bij het verzoek. Zij stelt prijs op een behoorlijk uitgebreide verslaglegging en daarbij kan het eventuele verzoek van de heer Van den Bos mede in aanmerking worden genomen.

De voorzitter:

Ik stel allereerst voor, dat de agenda, zoals die thans is voorzien, morgen wordt afgewerkt, zo nodig met voorbijgaan van het tijdstip van 23.00 uur.

De heer Van den Bos (D66):

Het gaat erom dat wij voldoende informatie krijgen.

De voorzitter:

U bent niet de enige die iets heeft gevraagd. Laten wij eerst beslissen of wij morgen langer door willen gaan dan 23.00 uur.

Vorige week heeft de heer Heerma gesproken over de spreektijden tijdens het debat over de situatie in Bosnië. Ik stel voor, die voor de grote fracties, dat wil zeggen de fracties van de PvdA, het CDA, de VVD en D66, vast te stellen op 7 minuten en voor de kleinere op 5 minuten. Dat debat kan dan morgenochtend afgewikkeld worden.

Ik stel vervolgens voor, de spreektijden voor het debat over de Europese Raad als volgt vast te stellen: 15 minuten voor de fracties van de PvdA, het CDA en de VVD, 10 minuten voor de fractie van D66, 7 minuten voor de overige fracties en 5 minuten voor de leden Hendriks, Verkerk en Van Wingerden.

Ten slotte stel ik voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, zodat de verzoeken van de heren De Hoop Scheffer en Van den Bos ter kennis van het kabinet kunnen worden gebracht en wij de relevante informatie krijgen. Ik moet aannemen dat alle informatie – er is besluitvorming gepleegd – zonder meer voorhanden is, want dat is regel. Als die informatie morgen niet voorhanden is, vrees ik dat zij er ook overmorgen niet zal zijn. Ook dit element is opgenomen in het stenogram.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Vliet.

Mevrouw Van Vliet (D66):

Mijnheer de voorzitter! Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg van vorige week woensdag over de plaatsingsproblematiek op de agenda van de plenaire vergadering te zetten. Wij overwegen namelijk, een motie in te dienen over een voorrangsregeling.

Mevrouw Soutendijk-van Appeldoorn (CDA):

Ik steun dit verzoek van mevrouw Van Vliet.

De voorzitter:

Ik stel voor, het verslag van dit overleg toe te voegen aan de agenda van donderdag. Dit komt dan in de rij van twee-minutendebatjes.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Gabor.

De heer Gabor (CDA):

Voorzitter! Wij zijn gisteren begonnen met het grote-stedendebat en dit zal aanstaande donderdag worden voortgezet. Ik kan niet overzien op welke wijze dit debat afloopt, maar ik sluit niet uit dat het nodig is, de Kamer een uitspraak voor te leggen. Ik verzoek u, bij het opstellen van de agenda voor donderdag hiermee rekening te houden.

De voorzitter:

Ik begrijp dat dit een vooraankondiging is. Wij vernemen morgen of donderdagmiddag bij de regeling van werkzaamheden wel of deze vooraankondiging in een verzoek wordt omgezet. Indien dat het geval is, zal dit punt, mits de Kamer het goedvindt, worden toegevoegd aan de reeks van twee-minutendebatten.

Het woord is wederom aan de heer Gabor.

De heer Gabor (CDA):

Voorzitter! Het tweede punt betreft de opvang van asielzoekers en verblijfsgerechtigden. Wij zullen het hier vanavond in een algemeen overleg over hebben. Ik heb bij de voorbereiding van dat overleg gezien dat de minister van Binnenlandse Zaken in de Eerste Kamer uitspraken heeft gedaan die tegenstrijdig zijn aan die in de Tweede Kamer. Ik heb hem in de vorm van een brief vandaag laten weten dat ik graag op een aantal indringende vragen antwoord wil hebben vanavond. Ik sluit niet uit dat ook dat overleg aanleiding geeft om het op de agenda van de Kamer te plaatsen teneinde hier een uitspraak over te krijgen.

De voorzitter:

Ik stel hetzelfde voor als ik zoëven bij het eerste verzoek van de heer Gabor heb voorgesteld. Wij horen het morgen of donderdag wel. Indien er een verzoek wordt gedaan, zal dit punt worden toegevoegd aan de rij kleine debatjes donderdag aan het eind van de vergadering.

Het woord is aan mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Op verzoek van de CDA-fractie vindt aanstaande donderdagmiddag met de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een overleg plaats over de crisis in de tuinbouw. Wij sluiten niet uit dat naar aanleiding van dit overleg een voortgezet plenair overleg noodzakelijk zal zijn. Wij verzoeken u daarmee bij de indeling van de agenda voor deze week rekening te houden.

Voorzitter! Ik zou u een zelfde verzoek willen doen met betrekking tot het voor deze middag geagendeerd overleg met de ministers van Landbouw, Visserij en Natuurbeheer en van VROM over het mestbeleid.

De voorzitter:

Het betreft een tweetal vooraankondigingen voor een tweetal kleine twee-minutendebatjes. Ik wacht het verzoek wel af. Zo nodig zullen deze donderdag plaatsvinden, indien de Kamer daartoe besluit.

Het woord is aan de heer Te Veldhuis.

De heer Te Veldhuis (VVD):

Voorzitter! Wij hebben vorige week donderdag gestemd over de PKB Schiphol. De VVD-fractie heeft daarbij voor de motie op stuk nr. 28 gestemd, maar bij nalezing van de Handelingen blijkt dat de VVD niet bij de voorstemmers staat genoteerd. Dit is ten onrechte, omdat wij zeker weten dat wij voor hebben gestemd. Om aan alle eventuele onduidelijkheid mogelijkerwijs voor de toekomst een eind te maken, wil ik graag nu uitdrukkelijk vastgelegd hebben dat de VVD-fractie geacht moet worden voor de motie op stuk 23552, nr. 28 te hebben gestemd. Het maakt overigens voor de einduitslag verder niets uit, omdat de motie al was aangenomen. Ik denk echter dat het goed is om dit nog eens duidelijk vast te leggen. Overigens is de motie inmiddels verwerkt in de PKB Schiphol deel 3a, zoals ik vanochtend heb gelezen.

De voorzitter:

Ik stel voor, hiervan kennis te nemen. De aantekening staat nu automatisch in de Handelingen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van 't Riet.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Voorzitter! Hetzelfde is gebeurd bij de motie op stuk nr. 45, bij de indiening waarvan de D66-fractie medeondertekenaar was. Ook daar blijkt uit de Handelingen dat zij niet voor gestemd zou hebben. De fractie van D66 heeft wel voor gestemd.

De voorzitter:

Het zal de uitkomst niet doen veranderen, neem ik aan. Die conclusie is in ieder geval getrokken. Het geeft natuurlijk wel aan dat u, als u vóór wenst te stemmen, àllen uw handen moet opheffen.

Het woord is aan de heer Ter Veer.

De heer Ter Veer (D66):

Voorzitter! Het betreft een verzoek in uw richting om bij de planning van de agenda voor donderdag rekening te houden met de mogelijkheid dat de fractie van D66 behoefte heeft om over het verslag van het mondeling overleg, dat we zullen voeren naar aanleiding van het verslag van de Landbouwraad in Brussel, hier een kameruitspraak te vragen.

De voorzitter:

Ik wacht het nader verzoek af. Zo nodig zal dit debatje donderdag plaatsvinden.

Het woord is aan de heer Koekkoek.

De heer Koekkoek (CDA):

Mijnheer de voorzitter! De vaste commissie voor Justitie voert morgen een algemeen overleg met de minister van Justitie over de reorganisatie van het openbaar ministerie, het grote werk van minister Sorgdrager. Ik wil u vragen, rekening te houden met de mogelijkheid dat het nodig zal zijn het verslag van dit algemeen overleg op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.

De voorzitter:

Wij wachten het definitieve verzoek af.

Ik verzoek de Kamer in verband met de stemmingen aan het eind van de vergadering donderdag en in verband met het feit dat wij moeten vermijden dat er dan allerlei heropeningen plaatsvinden, de griffie uiterlijk donderdag 13.00 uur te laten weten of er heropeningen moeten plaatsvinden. Deze zullen dan in de loop van de middag plaatsvinden, zodat we aan het eind van de vergadering alleen nog maar hoeven te stemmen.

Naar boven