Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. de volgende brieven:

een, van de minister-president, minister van Algemene Zaken, over de kwestie van illegale handel in uranium en plutonium (21501-20, nr. 37);

een, van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie, over een aantal recente ontwikkelingen in voormalig Joegoslavië (22181, nr. 90);

een, van de minister van Justitie, over de uitvoering van het plan van aanpak confectiefraude (17050, nr. 191);

een, van de staatssecretaris van Justitie, over de resultaten van de evaluatie van het pilot-project naturalisatie (23900-VI, nr. 16);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van de ontwerp-agenda voor de Ecofin-Raad van 20 februari 1995 (21501-07, nr. 131);

vijf, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, ten geleide van het advies "Top Tien van Aanbevelingen, 1995" van de Raad voor de verkeersveiligheid (22100, nr. 22);

  • een, over de Betuweroute (22589, nr. 67);

  • een, ten geleide van deel 2b van de planologische kernbeslissing Schiphol en omgeving (23552, nr. 6);

  • een, over de besluitvorming rond de A73 (23772, nr. 4);

  • een, over de wijziging van het Binnenvaartpolitiereglement (24082);

een, van de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over een verdere concretisering van het "Deltaplan Grote Rivieren" (18106, nr. 53);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de herziening van de suikermarktordening (21501-16, nr. 117).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. een afschrift van een koninklijk besluit, houdende benoeming van de heer W.J. Kuijken tot secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Dit afschrift ligt op de griffie ter inzage;

3. de volgende brieven:

een, van de minister-president, minister van Algemene Zaken, ten geleide van het WRR-rapport "Hoger onderwijs in fasen";

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van de wijziging van de Overeenkomst inzake betrekkingen op het gebied van film en videofilm tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Canada;

een, van de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van een concept van een algemene maatregel van bestuur inzake het Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming;

een, van de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van het ontwerp-besluit houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit (aanwijzing veilige derde landen);

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, over de verruiming kwijtscheldingsbeleid lokale overheden;

een, van de staatssecretaris van Financiën, ten geleide van aanbevelingen voor een verantwoord gebruik van derivaten in het treasury-beleid van openbare lichamen;

een, van de staatssecretaris van Defensie, ten geleide van de periodieke rapportage toepassing Wet militair tuchtrecht 1ste halfjaar 1994;

twee, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, ten geleide van het Convenant arbeidsomstandigheden rubberverwerkende industrie;

  • een, ten geleide van het rapport "Prospects for European integration and consequences for social security policy in the Netherlands".

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

4. de volgende adressen:

een, van B.J.M. Ten Holter te Amsterdam, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen in de inkomstenbelasting over 1992;

een, van J.D. Berlijn te Jalisco in Mexico, met betrekking tot een klacht tegen de behandeling van buitenlands belastingplichtigen;

een, van G. Dijkstra te Echten, met betrekking tot het huurwaardeforfait;

een, van H.W. Paes BV te Maasbracht, met betrekking tot vennootschapsbelasting 1973 t/m 1977;

een, van H. van Beurden te Zutphen, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1991 en 1992.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

5. de volgende brieven:

een, van R. v.d. Drift, over wantoestanden in de wereld;

een, van J. Dekker, over het militaire Indische verleden 1945-1949;

een, van P. Bovendeert, over wantoestanden in de wereld.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies.

Naar boven