Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend bij de behandeling van de brief over de voorgenomen bezuinigingen op het hoger onderwijs, te weten:

- de motie-Lansink over de voorgestelde verhoging van de collegegelden (23900-VIII, nr. 71);

- de motie-Rabbae over het afhankelijk stellen van collegegeldverhogingen van resultaten van het werkprogramma kwaliteit en studeerbaarheid (23900-VIII, nr. 72).

(Zie vergadering van 15 februari 1995.)

In stemming komt de motie-Lansink (23900-VIII, nr. 71).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de Unie 55+, de CD, de RPF, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Rabbae (23900-VIII, nr. 72).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, het CDA, de SGP, het GPV, de RPF en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik stel voor, stuk 23900-VIII, nr. 67 voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven