5 Stemming Verzamelspoedwet COVID-19

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Regels over een tijdelijke voorziening voor de betekening van exploten op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en wijziging van de Loodsenwet, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de Luchtvaartwet BES in verband met de uitbraak van COVID-19 (Verzamelspoedwet COVID-19) (35457).

(Zie vergadering van 9 juni 2020.)

De voorzitter:

Ik had de minister voor Rechtsbescherming, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, al eerder vandaag welkom geheten in de Eerste Kamer. Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dank, voorzitter. De reden dat wij om stemming over dit belangrijke wetsvoorstel hebben gevraagd, is dat de gang van zaken van vorige week ons aanleiding gaf om dat te doen. Wij werden namelijk vlak voor de aanvang van de plenaire vergadering namens de regering verzocht om dit als hamerstuk even af te doen. Dat vinden wij niet een correcte gang van zaken. Wij zijn niet een stempelmachine die op afroep beschikbaar is. Vandaar dat wij dit even volgens de koninklijke weg wilden doen. Wij hebben het bestudeerd en wij zullen voorstemmen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Wenst een van de overige leden nog een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. Wij stemmen bij zitten en opstaan.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven