5 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Kieswet houdende maatregelen om het eenvoudiger te maken voor Nederlanders in het buitenland om hun stem uit te brengen, wijziging van de wijze van inlevering van de kandidatenlijsten, aanpassing van de datum van kandidaatstelling en stemming, alsmede regeling van andere onderwerpen ( 33268 ),

en over:

  • - de motie-Duthler c.s. over wijziging van het wetsvoorstel (33268, letter E).

(Zie vergadering van 25 juni 2013.)

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Duthler.

Mevrouw Duthler (VVD):

Voorzitter. Wij hebben de vorige week een stevig debat gevoerd over een ogenschijnlijk onschuldig wetsvoorstel. Ik zeg "ogenschijnlijk", omdat in dit wetsvoorstel een bepaling is opgenomen die, als de grondwetswijziging die ook in deze Kamer wordt behandeld is aanvaard, het onwenselijke gevolg heeft dat niet-Nederlanders invloed krijgen op de samenstelling van de Eerste Kamer. Mijn fractie heeft samen met de CDA-fractie een motie ingediend, waarin de regering wordt opgeroepen om met een novelle te komen. De minister van BZK heeft vorige week uitvoerig aangegeven dat hij, als hij daaraan uitvoering moet geven, in tijdnood komt voor wat betreft het moment van de gemeenteraadsverkiezingen in maart. De minister heeft toegezegd dat hij bereid is om de betreffende bepaling, artikel 1, onderdeel EL van de Kieswet, niet in werking te laten treden en dat hij zo snel mogelijk met een aangepast wetsvoorstel zal komen waarin die bepaling is geschrapt.

Mijn fractie heeft aangegeven er erg veel moeite mee te hebben, een wetsvoorstel aan te nemen dat zij eigenlijk niet wil. Wij willen duidelijke wetgeving en geen gekunstelde constructies. Mijn fractie is echter ook gevoelig voor het praktische en misschien democratische argument dat de gemeenteraadsverkiezingen op Aswoensdag of in de voorjaarsvakantie Noord- en Midden-Nederland zal vallen, als de novelle niet voor 1 november in deze Kamer is aangenomen. Mijn fractie is bereid om de motie, die zij mede namens de CDA-fractie heeft ingediend, in te trekken onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de minister zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk voor 1 januari 2014, het aangepaste wetsvoorstel heeft ingediend. Als de minister deze toezegging kan doen, inclusief het buiten werking laten treden van de betreffende bepaling, kan mijn fractie, zij het schoorvoetend, akkoord gaan met dit wetsvoorstel.

De voorzitter:

U hebt een uitgebreid verhaal gehouden. Dat lijkt op een vraag om een derde termijn. Ik stel vast dat de Kamer een derde termijn op prijs stelt.

De beraadslaging wordt heropend.

De heer Thom de Graaf (D66):

Voorzitter. Ik ga ervan uit dat dit het begin is van de derde termijn.

De voorzitter:

Ja.

De heer Thom de Graaf (D66):

Ik ben blij dat de motie wordt ingetrokken, omdat anders ook echt een probleem zou zijn ontstaan in de technische sfeer voor de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen, begin 2014. De redengeving van de VVD-fractie is nog wel voor discussie vatbaar, zeker als de voorwaarde voor intrekking van de motie is dat de minister met grote spoed een nieuw wetsvoorstel moet invoeren om datgene wat net in deze wet wordt geregeld, er weer uit te halen. Daar is mijn fractie helemaal geen voorstander van. Kan de minister tenminste parallel, maar liefst daaraan voorafgaand, de toezegging tijdens het debat van vorige week gestand doen? Die was dat de minister de constitutionele varianten – laat ik nu niet al te veel uitweiden, want dat is alleen maar tijdsverlies voor de Kamer – rond de positie van de niet-Nederlanders die stemrecht hebben voor de eilandraden in beeld zou brengen, zodat wij aan de hand daarvan de beste mogelijkheid kunnen beoordelen. Dan kunnen wij ook bespreken hoe dit bestaande probleem, dat de VVD-fractie op zichzelf terecht aangeeft, kan worden opgelost.

Mevrouw Van Bijsterveld (CDA):

Voorzitter. De verklaring van de VVD-fractie van zojuist onderschrijven wij volledig. Ik voeg eraan toe dat de minister zijn inhoudelijke toezegging gestand kan doen door ofwel de regeling in dit wetsvoorstel van het kiesrecht voor niet-Nederlanders voor de eilandraadsverkiezingen geheel te laten vervallen ofwel door het passief kiesrecht in zijn geheel te laten vervallen en de toekenning van het actief kiesrecht voor niet-Nederlanders van rechtswege te laten vervallen op het moment dat de eilandraden invloed hebben op de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer. Daarnaast is voor onze fractie van belang dat de minister tijdens het debat heeft toegezegd, binnenkort met een notitie te komen waarin scenario's worden geschilderd voor een langetermijnconstructie waarin zowel recht wordt gedaan aan het kiesrecht voor de inwoners van de BES-eilanden, analoog aan dat van de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland, als voorkomen wordt dat niet-Nederlanders via het kiesrecht invloed uitoefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer.

De heer Vliegenthart (SP):

Voorzitter. Ik zal kort zijn. Ik zal niet alleen niet kwaad met kwaad vergelden, maar het kwade overwinnen door het goede te doen, namelijk mij geheel aan te sluiten bij de woorden van collega De Graaf.

De heer Koole (PvdA):

Voorzitter. Dit is een derde termijn die ook wel iets op een stemverklaring lijkt. Ik ben overtuigd door de redenering van mevrouw Duthler dat het nu vooral vanwege de tijdsklem verstandig is om niet te vragen om een novelle. Ware er tijd geweest, dan was dit weliswaar het chicst en het mooist geweest, maar soms moet je kiezen uit twee kwaden. Principieel waren wij voor die novelle geweest, maar omdat deze niet op tijd kan worden gemaakt, zou daardoor zo veel in het gedrang zijn gekomen, ook vanwege de raadsverkiezingen. Dat is de reden om deze motie op dit moment niet aan de orde te laten komen. Ik steun mevrouw Duthler graag hierbij.

Bovendien heeft de minister twee toezeggingen gedaan. De eerste was dat hij zo snel mogelijk met wetgeving zou komen, die erop is gericht dat niet-Nederlanders geen invloed kunnen krijgen op de samenstelling van de Eerste Kamer. Bovendien heeft de minister toegezegd dat hij met een nota zou komen waarin de samenhang met de grondwetswijziging wordt uiteengezet en waarin allerlei varianten worden verkend. Het is daarom goed om dit debat zo spoedig mogelijk voort te zetten. Op dit moment had ik het liefst een novelle, maar daar is dus gewoon geen tijd voor. Wij moeten ons daar nu gewoon bij neerleggen.

Minister Plasterk:

Voorzitter. Allereerst dank aan mevrouw Duthler en mevrouw Van Bijsterveld voor hun bereidheid om de motie in te trekken. Ik voeg daar nog het volgende aan toe. Ik begrijp de aversie van de Kamer tegen deze gang van zaken volledig. Er ligt een wet voor waarvan een onderdeel niet in werking treedt. Ik waardeer de coulance die de Kamer toont zeer. Om praktische redenen accepteert zij dat ik dit met een wetsvoorstel zal repareren in plaats van met een novelle. Ik zeg de Kamer toe dat ik dit zo snel mogelijk zal doen, en binnen de termijn die mevrouw Duthler noemde.

Aan de heer De Graaf en de heer Vliegenthart die zich bij hem aansloot, zeg ik ook toe dat ik uiterlijk op hetzelfde moment, of als dat kan daarvoor, met een notitie zal komen om in kaart te brengen wat de verschillende constitutionele varianten zijn met betrekking tot de positie van buitenlanders en het actief en wellicht passief stemrecht op de BES-eilanden. Dat zijn mijn twee toezeggingen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De heer Sörensen?

De heer Sörensen (PVV):

Voorzitter. Even een stemverklaring, want wij hebben ons vrijwel niet met het debat beziggehouden.

De voorzitter:

Wij zijn nu bezig met het wetsvoorstel 33268, niet zozeer met de motie-Duthler. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf over het wetsvoorstel.

De heer Sörensen (PVV):

Over het wetsvoorstel mag het wel? Ik wilde zeggen waarom wij tegen het wetsvoorstel gaan stemmen, omdat wij nu de kans hebben om niet-Nederlanders helemaal niet te laten meestemmen. Dat was het voorstel, dat hadden wij het liefst gezien. Wij hebben die kans voorbij laten gaan. Daarom stemmen wij tegen dit wetsvoorstel.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, de SP, D66, GroenLinks, de ChristenUnie, de SGP, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat het is aangenomen.

Aangezien de motie-Duthler c.s. (33268, letter E) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Naar boven