2 Hamerstukken

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer en enkele andere wetten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging; herschikking; PbEU L334) (33197);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2013 (33400 B);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2013 (33400 C).

Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een regeling betreffende herziening ten nadele van de gewezen verdachte (Wet herziening ten nadele) (32044). Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie van harte welkom in de Eerste Kamer.

Ik heb begrepen dat de heer Swagerman, woordvoerder van de VVD, het woord wenst.

De heer Swagerman (VVD):

Voorzitter. Vorige week hadden wij een prettig en open debat over het wetsvoorstel Herziening ten nadele.

De voorzitter:

Mag ik u even onderbreken? Ik begrijp dat u heropening van de beraadslaging wenst?

De heer Swagerman (VVD):

Dat klopt. Dat was mijn tweede zin geweest. Die heb ik bij dezen uitgesproken.

De voorzitter:

Oké.

De heer Swagerman (VVD):

Ik vraag om een korte heropening van het debat. De reden hiervoor is dat mijn fractie, na enige discussie, behoefte heeft aan verduidelijking door de minister van een tweetal punten alvorens te kunnen instemmen met het wetsvoorstel. Waar het om gaat, is het volgende.

De voorzitter:

Ik onderbreek u nogmaals. De Kamer moet verlof geven voor een derde termijn. Normaal gesproken begint men dan ook met "mijnheer de voorzitter, ik wil graag een derde termijn". Ik vraag de Kamer nu of zij kan instemmen met een derde termijn.

De heer Engels (D66):

Voorzitter. Voor wij kunnen beoordelen of wij die toestemming kunnen geven, zijn wij nieuwsgierig naar de argumentatie van de fractie van de VVD.

De voorzitter:

Maar als u wilt weten waarom, dan gaat de heer Swagerman zijn verhaal al houden en zitten we al in een derde termijn.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Het lijkt onze fractie toch van belang om het te weten, ook om te bepalen of zij mee wil doen aan een derde termijn. Nu glijden we zo een derde termijn in, terwijl wij daar misschien aan willen deelnemen. Het gaat immers om heropening van het debat.

De heer Marcel de Graaff (PVV):

Namens de leden van de fractie van de PVV zeg ik dat onze fractie instemt met een derde termijn.

Mevrouw Quik-Schuijt (SP):

De SP-fractie sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Strik van de GroenLinksfractie.

Mevrouw Van Bijsterveld (CDA):

De CDA-fractie is akkoord met een heropening.

Mevrouw Beuving (PvdA):

De Partij van de Arbeid-fractie ziet op voorhand geen reden voor een derde termijn. Zij zou daarvoor op zijn minst overtuigende redenen willen horen van de heer Swagerman.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Ik kan mij een derde termijn voorstellen. Misschien is het handig als even kort wordt aangeduid waar die over gaat. Dat helpt alle fracties bij de besluitvorming. Ik heb echter geen bezwaar tegen een derde termijn.

De voorzitter:

Het is altijd lastig als om een derde termijn wordt gevraagd op de dag dat de stemming is voorzien. Ik kan mij voorstellen dat u allen vraagt waar de derde termijn over moet gaan, maar als die vraag wordt beantwoord, zitten we al in die derde termijn. Dat is het dilemma waar we mee zitten met het Reglement van Orde. Misschien kan de heer Swagerman in twee zinnen uitleggen op welke onderdelen hij de derde termijn wil aanzetten.

De heer Swagerman (VVD):

Ik zal mijn best doen, voorzitter. Aangezien ik gewend ben om heel lange zinnen te maken, zal dat wel lukken!

Mijn fractie zou graag nadere duiding willen van de minister op een tweetal punten: 1. de opzet bij het begaan van het misdrijf en 2. het ontwerpbesluit.

Ten aanzien van het eerste punt hecht mijn fractie aan een garantie van de minister dat de opzet ook gericht is op het dodelijk gevolg. Ten aanzien van het tweede punt hecht mijn fractie eraan dat de minister komt met een handreiking voor de inrichting van het ontwerpbesluit, die erop neerkomt dat niet van iedere onherroepelijk vrijgesproken verdachte het materiaal bewaard blijft.

De voorzitter:

Dank u wel. Is dit voldoende duiding?

Mevrouw Quik-Schuijt (SP):

Dit is voldoende duiding, maar het geeft mijn fractie aanleiding om te zeggen dat zij volgende week het gesprek hierover wil voortzetten.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Dat geldt ook voor onze fractie.

Mevrouw Barth (PvdA):

Met deze argumentatie kunnen wij instemmen met een derde termijn vandaag. Wij willen ook graag vandaag stemmen over het wetsvoorstel.

Mevrouw Van Bijsterveld (CDA):

De CDA-fractie is dezelfde mening toegedaan als de PvdA-fractie: nu heropening en vandaag stemmen.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit ook geldt voor VVD en PVV. Dan is er een meerderheid voor het heropenen van het debat.

Naar boven