2 Herdenking

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van oud-Kamerlid de heer P.R. Stoffelen.

De voorzitter:

Op 4 augustus 2011 is op 71-jarige leeftijd oud-senator Piet Stoffelen overleden. Hij was van september 1996 tot juni 1999 lid van deze Kamer. Als voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat was hij nauw betrokken bij de behandeling van wetsvoorstellen op het bestuurlijk terrein.

Daarvoor was de heer Stoffelen 23 jaar lid van de Tweede Kamer en 21 jaar van de Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa en de West-Europese Unie. Als Nederlands parlementslid heeft hij eveneens veel werk verzet in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad en als lid van de Nederlandse delegatie naar conferenties van de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.

Pieter Reinhard Stoffelen werd op 14 september 1939 geboren in Oldenzaal als zoon van een accountant. Na zijn gymnasiumopleiding studeerde hij rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In 1964 begon hij zijn loopbaan als ambtenaar bij de gemeente Enschede, waar hij onder meer diende als secretaris van de burgemeester.

In 1967 werd de heer Stoffelen stafmedewerker bij de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid. Hij specialiseerde zich in vraagstukken op het vlak van justitie en binnenlands bestuur. Nadat de heer Stoffelen in 1971 werd gekozen tot lid van de Tweede Kamer, richtte hij zich eveneens op deze terreinen en ontwikkelde zich tot een gezaghebbend woordvoerder bij de behandeling van de reorganisatie van het politiebestel en gemeentelijke en provinciale herindelingen.

In 1979 had de heer Stoffelen als rapporteur van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa een belangrijk aandeel in de totstandkoming van een verdrag over het niet laten verjaren van misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven.

Piet Stoffelen liet zich niet onbetuigd in debatten over het functioneren van de parlementaire democratie. Een initiatiefwetsvoorstel dat in 1985 door hem werd ingediend samen met het toenmalig CDA-Tweede Kamerlid Van der Burg en dat beoogde een minderheid van de Eerste en Tweede Kamer het recht te verlenen op het instellen van een parlementair onderzoek, behaalde twee jaar later in deze Kamer geen meerderheid.

Gedurende de drie jaren dat Piet Stoffelen lid was van dit huis, was hij behalve voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat, wederom zeer betrokken bij Europese vraagstukken en de verankering van mensenrechten in internationale verdragen, zoals deze aan de orde waren tijdens de CVSE-conferenties in Helsinki. Dit kwam ook tot uiting tijdens een debat in december 1998 over de toetreding van Hongarije, Polen en Tsjechië tot de NAVO, waarbij hij met nadruk wees op het belang van een Europees veiligheidsbeleid aanvullend aan de functie van de NAVO.

Piet Stoffelen beet zich vaak vast in lastige dossiers met een abstract bestuurlijk gehalte, onderwerpen waarmee hij zich als Kamerlid niet gemakkelijk kon profileren bij zijn politieke achterban. Dit deed echter niets af aan zijn statuur als zeer integer, gedegen, principieel en vasthoudend jurist, die door zijn aandeel in het IRT-debat midden jaren negentig voor een breder publiek zichtbaar werd.

In 1983 werd Piet Stoffelen benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en in 1994 tot commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. Moge ons respect voor zijn persoon en voor zijn inzet voor onze democratische rechtsorde tot steun zijn voor zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen.

Ik verzoek u, enkele ogenblikken stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven