Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het Voorstel van wet van het lid Dittrich tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden) (27632).

(Zie vergadering van 27 april 2004).

De voorzitter:

Ik gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van de Beeten (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft in het debat van twee weken geleden geen overtuigende argumenten gehoord voor invoering van een spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. Daarentegen zijn veel bezwaren tegen de vorm die de indiener heeft gekozen juist overtuigend voor het voetlicht gekomen. Die bezwaren worden wellicht weggenomen in het voorstel waarmee de regering nog zal komen. Mijn fractie heeft veel begrip voor de wens van slachtoffers en nabestaanden om gehoord te worden. Als aan die wens door de wetgever gehoor wordt gegeven, zijn echter betere waarborgen tégen secundaire victimisatie en vóór toepassing van het ondervragingsrecht noodzakelijk. Om deze redenen kan mijn fractie geen steun geven aan het initiatiefvoorstel. Zij geeft er de voorkeur aan, het voorstel van de regering en de argumenten die zij daaraan ten grondslag legt, af te wachten.

De heer Witteveen (PvdA):

Voorzitter. Mijn fractie ziet graag dat de rechten van slachtoffers structureel versterkt worden en dat dat in het Wetboek van strafvordering wordt verankerd. De minister van Justitie heeft meegedeeld dat er een wetsvoorstel komt waarin daaraan vorm en inhoud wordt gegeven. In het licht daarvan lijkt het ons verstandig om nu alvast door te gaan met het spreekrecht voor slachtoffers. Op die manier kan daarmee in de praktijk enige ervaring worden opgedaan. Als het tegenvalt, kan daaraan altijd nog worden tegemoetgekomen in het wetsvoorstel van de minister. Wij waren onder de indruk van de toelichting die de indiener heeft gegeven, vooral op het belangrijke punt dat alleenzittende politierechters niet regelmatig dit soort kwesties moeten beoordelen. De indiener maakte duidelijk dat dat in een zeer beperkt aantal gevallen aan de orde zal zijn. Alles afwegend, willen wij de belangen van het slachtoffer in het strafproces ook symbolisch ondersteunen door dit wetsvoorstel te steunen.

De heer Kox (SP):

Voorzitter. Mijn fractie is onder de indruk van de bezwaren die door deze Kamer zijn aangevoerd, maar uiteindelijk vinden wij het voordeel van het realiseren van een formeel recht voor slachtoffers in het strafproces groter dan de mogelijke nadelen. Daarom zullen wij onze steun aan dit wetsvoorstel geven.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, GroenLinks, de ChristenUnie en de SGP tegen dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Naar boven