Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (23957).

(Zie vergadering van 20 december 1994.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Van Wijngaarden (GroenLinks):

Voorzitter! De woordvoerster van GroenLinks op het gebied van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Bolding, is vanwege het krijgen van haar eerste kind niet in staat, dit wetsvoorstel te behandelen. Zij valt buiten de groep, die met de inkomensterugval die met deze wet geregeld wordt, wordt geconfronteerd.

De argumenten, door de staatssecretaris tijdens de verdediging van dit voorstel opgevoerd, hebben mijn fractie niet overtuigd. Het is en blijft een slim voorstel, dat haast ongemerkt de kloof vergroot, niet alleen tussen rijk en arm, maar nu ook met hen die meer kinderen hebben dan het reclamegezin. Hoewel wij het eens zijn met de stelling dat de verantwoordelijkheid voor kinderen bij ouders en verzorgers ligt, wil ik onderscheid maken tussen materiële en immateriële verantwoordelijkheid. Voor het eerste liggen de mogelijkheden namelijk soms buiten de invloed van ouders/verzorgers.

Vrouwen laten hun positie op de arbeidsmarkt beslist niet door maatregelen in de kinderbijslagsfeer bepalen. Daarvoor zijn een grote reeks voorstellen, met name in de Kamer, in de sfeer van arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van essentiëler belang. Paul Rosenmöller heeft aan de overzijde per motie om een onderzoek naar de mogelijkheid van een inkomensafhankelijk kinderbijslagsysteem gevraagd. Zowel door PvdA-woordvoerder Van de Zandschulp als D66-woordvoerder mevrouw Gelderblom zijn voorstellen gedaan, eens naar brutering en franchise te kijken. Het is jammer dat deze partijen ondanks de geuite stevige kritiek, plus de aangedragen zoekrichting, niet tot de conclusie komen dat het voorliggende wetsvoorstel afgewezen dient te worden.

De voorzitter:

Mag ik u vragen tot uw stemverklaring te komen? De andere partijen hebben namelijk geen gelegenheid om hierop te beantwoorden.

Mevrouw Van Wijngaarden (GroenLinks):

Wij vinden het voorstel ondoordacht haastwerk, en wij zullen onze steun daaraan dan ook onthouden.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de VVD en D66 voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven