Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 32, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 32, item 4 |
Aan de orde is het VAO Dierenwelzijn (AO d.d. 14/11).
De voorzitter:
Ik ga in één vloeiende beweging door met het VAO Dierenwelzijn. Daarbij hebben we twee sprekers van de zijde van de Kamer.
Ik geef graag het woord aan de eerste spreker. Dat is de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren. Het woord is aan hem.
De heer Wassenberg (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb vier moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat honden die een rashondenshow winnen op grote schaal worden ingezet als fokdier, omdat fokkers bereid zijn om veel te betalen voor een dekking door zo'n winnaar;
constaterende dat rashondenshows zo bijdragen aan een toename van inteelt;
overwegende dat daardoor de genetische diversiteit van het betreffende ras afneemt en de kans op erfelijke ziekten en afwijkingen toeneemt;
verzoekt de regering om een einde te maken aan rashondenshows,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat huisdieren in een impuls gekocht kunnen worden, voordat de koper de bijkomende kosten en de verplichtingen met betrekking tot de zorg voor het dier heeft kunnen overzien;
overwegende dat dieren het voornaamste slachtoffer zijn van een impulsaankoop;
constaterende dat er een bedenktijd bestaat voor online aankopen, maar niet voor huisdieren;
constaterende dat 36 gemeenten hebben verzocht om een verplichte bedenktijd voor de aankoop van huisdieren;
verzoekt de regering om te onderzoeken of en hoe een verplichte bedenktijd voor de aanschaf van huisdieren bij kan dragen aan het terugdringen van het aantal impulsaankopen van dieren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een houder volgens de Wet dieren verplicht is om over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken voor het houden van een dier;
constaterende dat het in de praktijk vaak aan die kennis ontbreekt;
constaterende dat veel gevallen van dierenverwaarlozing veroorzaakt worden door dit gebrek aan kennis;
overwegende dat door het volgen van een cursus zowel dierenleed voorkomen kan worden als abnormaal en ongewenst gedrag van dieren, en dat dit zo ook bijdraagt tot minder bijtincidenten;
verzoekt de regering om alle toekomstige eigenaren van honden verplicht een cursus te laten doen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Wassenberg (PvdD):
En dan de laatste motie, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er duizenden dieren per week verhandeld worden via online platforms als Marktplaats en Facebook;
constaterende dat, ondanks afspraken die zijn gemaakt met online platforms, de illegale handel in dieren daar nog welig tiert;
verzoekt de regering een verbod in te stellen op de handel in dieren via platforms als Marktplaats en Facebook,
en gaat over tot de orde van de dag.
Er is een vraag van de heer De Groot. Dan moet u wel even blijven staan, meneer Wassenberg, want dat praat makkelijker.
De heer Wassenberg (PvdD):
Excuus, ik had het niet gezien en niet gehoord.
De voorzitter:
De heer De Groot.
De heer De Groot (D66):
Ik hoor: een verplichte cursus voor iedereen die een huisdier of een hond neemt. Als je kinderen neemt, moet je dan ook een cursus nemen? Of kan dat wel? Hoe ziet de Partij voor de Dieren het dat je voor huisdieren wel een cursus moet nemen, maar als je een kind neemt niet?
De heer Wassenberg (PvdD):
Dat zijn twee hele andere discussies. Ik zie dat er mensen zijn die honden nemen en die dieren chocola voeren, terwijl dat giftig is voor een hond. Ik zie dat er mensen zijn die honden nemen die veel beweging nodig hebben, maar die daar op geen enkele manier aan toekomen. Ik zie dat er heel veel ongewenst gedrag ontstaat bij honden. Ik zie dat er heel veel bijtincidenten veroorzaakt worden door dat ongewenste gedrag; niet doordat er iets fout is met die hond, maar doordat er iets fout is met de manier waarop die hond is opgevoed. Dat is de reden dat ik zeg: dan moet je een verplichte cursus. Het gaat hier niet over kinderen.
De voorzitter:
Helder. Afrondend, kort, puntig, meneer De Groot.
De heer De Groot (D66):
Ik wilde even kijken waar de grens lag.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover.
De heer Wassenberg (PvdD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar de heer De Groot van de fractie van D66.
De heer De Groot (D66):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb een motie en nog een verduidelijkende vraag voor de minister. De motie gaat over de opvang van complexe honden of hoogrisicohonden, die soms ook wel agressief zijn.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in Nederland veel complexe honden binnenkomen bij de reguliere asielen;
constaterende dat de dierenasielen hierbij worden overvraagd, daar hun inrichting en bedrijfsvoering ingericht zijn op de tijdelijke opvang van gemiddeld genomen normale dieren om deze duurzaam te bemiddelen naar een volgende eigenaar;
constaterende dat reguliere dierenasielen geen specialistische herstel- en trainingscentra zijn voor complexe honden;
overwegende dat realisatie van een Nederlands multidisciplinair landelijk expertisecentrum — naast de honden zelf — meerdere partijen zal kunnen dienen, waaronder het Rijk, gemeentes, (dieren)politie, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en de dierenasielen;
overwegende dat een multidisciplinair landelijk expertisecentrum zal bijdragen aan het vermeerderen van kennis en professionaliteit in de totale hondensector, waardoor bijtincidenten kunnen worden voorkomen;
verzoekt de regering om in overleg met de Dierenbescherming en andere partijen te onderzoeken of en op welke wijze een multidisciplinair landelijk expertisecentrum kan bijdragen aan de opvang en training van complexe honden en de uitkomsten daarvan voor de zomer van 2019 aan de Kamer te berichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Graus (PVV):
Dankzij de PVV kwam er ooit een LED, naast de dierenpolitie en 144. Dat stond destijds voor Landelijk Expertisecentrum Dierenwelzijn. Dat hebben ze toen wegbezuinigd. Inmiddels is het terug, maar LED staat nu voor Landelijk Expertisecentrum Dierenmishandeling. Zou het dan niet gunstig zijn dat we teruggaan naar een Landelijk Expertisecentrum Dierenwelzijn en daar alles onderbrengen? Zo hebben wij dat ooit bedoeld. Eigenlijk is het wiel dus al uitgevonden.
De heer De Groot (D66):
Ik heb het idee dat wat de heer Graus aanduidt, iets breder is. Dit gaat erom de minister te vragen naar de opvang van complexe honden. In dierenasielen werken vaak toch vrijwilligers. Zij willen dieren helpen, maar hun hulp is niet altijd goed toegesneden op honden die moeilijker zijn. De hele opvang is daar ook niet op toegesneden. Dit is dus heel specifiek gericht op, uiteindelijk, het voorkomen van bijtincidenten en het opvangen van deze honden. Uw vraag is iets breder.
De heer Graus (PVV):
Nee, want wij hebben daarnaast gevraagd om een nationale opvang voor dit soort honden. Dat hebben we meerdere malen gedaan, maar die moties zijn nooit door D66 gesteund. Het is er al. Die verzoeken liggen er allemaal al lang, maar daar is nooit gevolg aan gegeven. Ik ben dus heel blij met uw steun, maar ik hoop wel — ik wacht de beantwoording van de minister af — dat we terug kunnen gaan naar mijn eigen plannen, die veel beter waren, want dan wordt het allemaal een onderdeel ervan. Dat bespaart ook een hoop belastinggeld.
De heer De Groot (D66):
In ieder geval dank voor uw steun. Ik leid deze vraag door naar de minister. Als zij het breder wil en kan aanpakken, dan lijkt me dat heel goed.
De voorzitter:
Prima.
De heer Wassenberg (PvdD):
De heer De Groot heeft het over de aanpak van die complexe honden en wat daarmee moet gebeuren. Is de heer De Groot het met mij eens dat heel veel honden complex geworden zijn doordat ze op een hele verkeerde manier zijn opgevoed door het baasje? Zou je niet moeten proberen om die problemen te voorkomen, bijvoorbeeld door die baasjes een cursus te geven?
De heer De Groot (D66):
Dat kan zeker, zeker als je een incident hebt gehad. Dat zit ook in de huidige systematiek. Die mogelijkheid bestaat. Het is altijd een beetje een lastige discussie. Zijn die honden nou van zichzelf agressief? Ze zijn natuurlijk wel vaak gefokt op bepaalde kenmerken, zoals doorbijten als ze eenmaal beet hebben en een lichaamsbouw die gemaakt is om te vechten. Daar zit ook een fokbeleid op: het gaat weliswaar te langzaam, maar we hopen dat we die eigenschappen eruit kunnen fokken. Er zijn zeker ook baasjes die slecht omgaan met hun dieren, maar iedereen verplicht op cursus sturen gaat D66 te ver.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Wassenberg (PvdD):
We hebben het er in het debat ook al over gehad. Er zijn inderdaad honden die helemaal doorgefokt zijn op agressie en spierkracht, maar er zijn ook hele normale, vriendelijke honden die door hun baasje volkomen verpest kunnen worden. Dat baasje heeft een hele grote invloed, waardoor zelfs een hele vriendelijke labrador een gevaarlijk dier kan worden. Op het moment dat je eigenaren verplicht een cursus laat doen, voorkom je in elk geval al dat een dier zo'n probleemhond, zo'n complexe hond, wordt. Wat vindt de heer De Groot daarvan?
De heer De Groot (D66):
Deze motie is echt gericht op de dieren die door lichaamsbouw en jarenlang fokbeleid vooral gericht zijn op vechten en agressie, en niet breder, op het opvoeden van dieren die om andere redenen wat moeilijk zijn geworden. Daar kunnen gewone dierenasiels naar ik heb begrepen goed mee uit de voeten.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Graus van de… O, u had nog een vraag.
De heer De Groot (D66):
Ja, dat klopt. We hebben het er tijdens het debat over gehad hoe wij dieren eigenlijk doorfokken naar vormen die we niet gewenst achten. Daar horen ook shows bij, daar hoort ook internethandel bij. We zijn bepaalde dingen normaal gaan vinden die het niet zijn. Vanuit D66 is toen gevraagd of we niet de vraagkant kunnen aanpakken en of de minister bereid is om een campagne te gaan voeren en daarbij ook een norm te stellen. We hebben allerlei dieren waarbij je je echt kunt afvragen of het normaal is. Is het bijvoorbeeld normaal om een kale poes te hebben? Het is van belang dat de minister aangeeft dat dat niet normaal is en daar ook een campagne over zou willen beginnen, zodat op die manier een norm kan worden gesteld. De minister heeft een toezegging gedaan. Ik zou het prettig vinden als de minister het in deze zin zou kunnen verduidelijken. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Graus van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Het woord is aan hem.
De heer Graus (PVV):
Meneer de voorzitter. Volgens mij hoort die kale poes in een ander debat thuis, maar daar zal ik maar niet verder op ingaan.
De voorzitter:
We zijn erg benieuwd naar het antwoord van de minister.
De heer Graus (PVV):
Ja, de tijden veranderen, hè?
Ik heb geen moties. Ik vind dat de minister ook tijdens haar beantwoording in het AO heel erg welwillend is geweest. Dan ga ik ook geen moties indienen. Toch heb ik een aantal reacties. Meneer Wassenberg, inderdaad een goed bioloog, iemand die wel terzake deskundig is, zei net dat de meest vriendelijke rassen agressief gemaakt kunnen worden. Ik weet nog goed, uit de tijd dat ik dierenartsenbezoeker was, dat dierenartsen heel vaak door een golden retriever of door een labrador retriever werden gebeten en helemaal niet door een rottweiler of door een stafford. Sterker nog, ik heb zelfs een keer voor TV Limburg een reportage gemaakt over de stafford als intelligente, hypersensitieve hond die veel korter deed over de opleiding tot blindegeleidehond of hulphond dan een retriever, een labrador retriever. Net zoals de labradoodles, die doen het ook veel beter. Dus het heeft allemaal niks te zeggen. Je kunt een hond maken zoals je zelf wilt. Dat ligt aan de baasjes, dus je moet de baasjes inderdaad aanpakken en niet de honden.
Ook wilde ik zeggen dat een multidisciplinair landelijk expertisecentrum er al was en er al kan zijn. We hebben al de Martin Gaus Academy, dus ik hoop dat de minister daar dadelijk op kan reageren.
Ik verwacht nog iets van de minister over de 144-campagne. Maar een derde van de bevolking schijnt te weten dat 144 bestaat en heel veel mensen zeggen nog 114 in plaats van 144 red een dier. Op hoe het staat met die campagne zou ze later in het jaar terugkomen. Mogelijk kan ze dat dadelijk al doen. Het is ook beloofd door de vorige regering.
Tot slot heb ik één verzoek. Nogal veel klokkenluiders hangen bij mij aan de bel en langzamerhand kom ik ook in de problemen als Kamerlid. Ik had graag dat er een onderzoek wordt gedaan naar het functioneren van de slachthuizen in Noord-Nederland. Het schijnt dat daar momenteel 30.000 kilo afgekeurd vlees zoek is. Dat is nogal wat. Dat betekent dus ook dat er een hoop dierenmishandeling heeft plaatsgevonden, want een dier wordt niet voor niets afgekeurd. Ik had daar graag een onderzoek naar en ook inderdaad naar het sterker kunnen functioneren van het Dierenwelzijnsteam binnen de NVWA. Om een compliment te maken, dat is het eliteteam van de NVWA. Dat zijn helden voor mij, die mensen mogen allemaal een beeld hier in de Statenpassage krijgen. Ik hoop dat de minister die mensen volop blijft steunen. Dank u wel.
De voorzitter:
Dat gaan voor ze regelen. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Moorlag van de fractie van de Partij van de Arbeid en het woord is aan hem.
De heer Moorlag (PvdA):
Voorzitter. Het is steeds meer gangbare praktijk geworden dat dieren veel te ver worden doorgefokt. De heer De Groot noemde het al, katten die geen vacht hebben, die geen snorharen hebben, honden met te korte snuiten, zogeheten designerdieren. Daar wil de PvdA paal en perk aan stellen. Daarom de volgende twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er zogeheten designerdieren worden gefokt met eigenschappen en afwijkingen die het welzijn en de gezondheid van dieren schaden en de integriteit van het dier aantasten;
verzoekt de regering een gedegen, samenhangende aanpak te ontwikkelen om deze fok terug te dringen en deze voor de zomer 2019 aan de Kamer te presenteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
De heer De Groot heeft een vraag op dit punt.
De heer De Groot (D66):
We hebben altijd de goede gewoonte om een motie te ondersteunen, maar dit is een toezegging van de minister geweest. Ik heb er daarom expres geen motie over ingediend. Ik wil de heer Moorlag vragen om nog een keer naar die toezegging te kijken. Ik heb er een preciserende vraag over gesteld. Ik geef hem in overweging om die motie toch niet in te dienen, dan wel aan te houden.
De heer Moorlag (PvdA):
De minister heeft goede woorden gesproken in de commissie over dit vraagstuk. Diverse fracties hebben aangedrongen op het nemen van maatregelen. Ik vind het wel van belang dat dit in de Kamer wordt geaccentueerd en dat wij hier een heldere uitspraak over doen. Ik heb nog een motie die meer over de Europese dimensie gaat. Ik zou het jammer vinden als zo'n signaal vanuit de Kamer geen steun zou krijgen, terwijl er wel heel brede steun is voor het aanpakken van dit vraagstuk.
De heer De Groot (D66):
Die is er en die is tot uitdrukking gebracht in de toezegging van de minister. We moeten hier ook een beetje kijken naar de motie-inflatie, dus ik heb er expres geen motie over ingediend. Ik geef u toch in overweging die motie niet in te dienen, ook afhankelijk van het antwoord van de minister.
De voorzitter:
De motie is inmiddels ingediend. Dat stel ik technisch vast.
De heer De Groot (D66):
Nou ja, dan verzoek ik de heer Moorlag om die in te trekken of aan te houden.
De heer Moorlag (PvdA):
Ik heb met deze motie niet beoogd om een bijdrage te leveren aan de motie-inflatie, zeker niet na de stemmingen van gisteren, want die namen bijna anderhalf uur in beslag. Als ik die indruk heb gewekt, dan betreur ik dat. Ik vind dat er door de verschillende fracties goede teksten zijn gewisseld. Ik hoop niet dat dit aanleiding is om dit signaal niet te steunen.
Dan ben ik bij mijn tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat grensoverschrijdend het fokken, houden en het tentoonstellen plaatsvindt van designerdieren met kenmerken en ernstige afwijkingen die schadelijk zijn voor de gezondheid, het welzijn en integriteit van de dieren;
overwegende dat een aantal landen in Europa regels stelt en activiteiten ontplooit om de fok, het houden en tentoonstellen van deze dieren terug te dringen of te verbieden;
verzoekt de minister te onderzoeken of maatregelen van deze landen zich lenen voor toepassing in Nederland;
verzoekt voorts te verkennen of in Europees verband samengewerkt kan worden om de fok, het houden en tentoonstellen van designerdieren terug te dringen en de Kamer voor de zomer van 2019 hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Tot zover de termijn van de Kamer. De minister heeft een korte schorsing nodig.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Schouten:
Er zijn een aantal moties, voorzitter. De eerste is de motie-Wassenberg op stuk nr. 1008, waarin wordt gevraagd om een einde te maken aan rashondenshows. Ik heb aangegeven in het debat dat ik langs drie sporen aan het werken ben: extra voorlichting aan de consumenten over de problemen bij rashonden, betere handhaafbaarheid van de regels tegen het fokken met schadelijke kenmerken en erfelijke gebreken, en in gesprek gaan met de sector, dierenartsen en de Universiteit Wageningen en Utrecht over het vervolg van Fairfok. Om dan nu een einde te maken aan alle rashondenshows ... Dan doe je ook geen recht aan de mensen die wel netjes omgaan met hun dieren. Daarom vind ik deze motie te ver gaan en ontraad ik de aanneming ervan.
De voorzitter:
Ik zou graag kort en puntig door dit VAO willen gaan, meneer Wassenberg. U heeft vier moties ingediend. Als we over elke motie weer een subdebatje gaan beginnen, wordt het laat. Het woord is aan u.
De heer Wassenberg (PvdD):
Niet over elke motie, voorzitter, maar wel even over deze. Het probleem met de rashondenshows is: de winnaar van vandaag is het fokdier van morgen en levert de erfelijke afwijking van overmorgen. Wat je ook doet om de gezondheid van dieren te verbeteren, zolang je die dieren blijft hebben met honderden nakomelingen, blijf je het probleem van inteelt krijgen. Ik wil van de minister weten wat daar dan aan kan gebeuren.
Minister Schouten:
Dat is iets anders dan de rashondenshows. Dat gaat meer over het fokken met rashonden an sich. Dat is niet waar deze motie om vraagt. Die gaat echt over een eind maken aan de rashondenshows.
De heer Wassenberg (PvdD):
Ja, voorzitter, want ik zei: de winnaar van een show van vandaag is het fokdier van morgen en levert de erfelijke afwijking van overmorgen.
Minister Schouten:
Ik heb al aangegeven dat, als je een show verbiedt, het volgens mij niet zo is dat dit soort problemen zich daarmee niet op die manier meer voordoen. Ik heb aangegeven langs welke lijnen ik dat beleid voer en daarom ontraad ik deze motie.
Misschien kan ik de heer Wassenberg met de tweede motie dan wel wat blijer maken. Dat is de motie op stuk nr. 1009. Om het even in perspectief te plaatsen: nu al mogen dieren niet in een etalage en mag je niet onder de 16 jaar een aankoop doen en moet er voorlichting plaatsvinden. Maar ik ben wel van plan om te onderzoeken of zo'n verplichte extra bedenktijd kan werken. Dat doe ik dan in het kader van de evaluatie van de Wet dieren volgend jaar. Als ik dat zo mag doen, laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer.
De voorzitter:
De heer Wassenberg knikt, stel ik even vast voor het verslag.
Minister Schouten:
Nou, gelukkig.
Dan de motie-Wassenberg op stuk nr. 1010 over de verplichte cursus voor alle hondeneigenaren. Er vond net al even een interruptiedebatje plaats. We hebben dit debat ook gevoerd tijdens het AO. Ik heb aangegeven dat ik juist leerdoelen voor het houden van honden opstel en dat gemeenten dan in voorkomende gevallen een eigenaar kunnen verplichten om deze cursus te volgen. Maar een verplichte cursus voor iedereen gaat mij te ver en daarom ontraad ik de motie.
De motie-Wassenberg op stuk nr. 1011 gaat over het instellen van een verbod op de handel in dieren via Marktplaats en Facebook. Ik heb aangegeven met Marktplaats in gesprek te zijn. Aan het einde van het jaar worden afspraken van kracht die de handel in dieren op marktplaats transparanter moeten maken. Daarbij kan ook gekeken worden naar andere online handelsplaatsen. Ik heb niet de illusie dat, als wij het verbieden, het daarmee ook niet meer plaatsvindt op die online platforms. Dan maak ik liever goede afspraken met ze, zodat we daar een gezamenlijke verantwoordelijkheid in voelen. Dat is wat ik aan het doen ben en daarom ontraad ik deze motie.
De motie-De Groot/Von Martels op stuk nr. 1012 gaat over het landelijk expertisecentrum. Ik heb al in het debat aangegeven dat dierenasiels private instellingen zijn. Het zijn geen publieke instellingen. Deze motie suggereert dat een multidisciplinair landelijk expertisecentrum ingesteld kan worden. Nogmaals, dat zou dan iets moeten zijn van de Dierenbescherming zelf. Wij zijn geen eigenaar van asiels. Ik zoek dus een beetje hoe wij deze motie moeten lezen. Moeten wij dan zo'n asiel opzetten? Dat lijkt me niet. Ik vind een onderzoek een groot woord, maar ben wel bereid om met de Dierenbescherming en partijen die daaraan verwant zijn en op dit gebied expertise hebben daarover door te praten. "Onderzoek" vind ik wat groot, maar als ik de motie mag uitleggen in de trant van "ik ga eens in gesprek" laat ik het oordeel aan de Kamer. Ik verwijs naar het telefoontje dat ik ook al noemde in antwoord op mevrouw Bromet; zo'n telefoontje zal ik in dit geval ook plegen.
De voorzitter:
Voor het verslag stel ik maar even vast dat de heer De Groot geknikt heeft.
Minister Schouten:
Oké.
De voorzitter:
Vastgelegd voor de eeuwigheid.
Minister Schouten:
Nou!
De heer De Groot had ook nog een vraag aan mij, over de katten zonder vacht.
De voorzitter:
Nee, nee, nee, dat werd anders geformuleerd, dacht ik.
Minister Schouten:
Ja, ja. Weet je, ik ga altijd een beetje van de kleine pruimen naar de kale poezen; dat is ongeveer mijn beleidsterrein. Hij vroeg of ik inderdaad die campagne ga opzetten. Dat ga ik inderdaad doen. Volgend jaar gaan we een extra campagne initiëren op het terrein van de fokkerij. Daar betrek ik ook andere partijen bij, onder andere de Dierenbescherming en het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren. Dat zijn we nu aan het uitwerken, dus dat gaat goedkomen. Ik heb al zo'n idee voor een poster.
De voorzitter:
Ja, en de heer De Groot gaat de spotjes inspreken.
Minister Schouten:
De PVV had geen moties, maar wel een aantal vragen aan mij over het Landelijk Expertisecentrum Dierenmishandeling. Moeten we weer terug naar het LED? Wij zijn samen naar het LED geweest en we hebben gezien wat voor mooi werk ze doen. Ik heb niet de intentie om dat breder op te gaan zetten dan dat het is, of om weer terug te gaan naar hoe het ooit was. Maar ik heb wel gezien wat voor mooi werk ze daar doen. De heer Graus vroeg ook of ik de Martin Gaus Academie erbij wil betrekken. Dat doe ik. Dat zal ik doen.
De campagne 144 ligt bij mijn collega van JenV. Dat heb ik ook aangegeven. Ik zal hierover het gesprek aangaan. Dat hadden we ook al in het algemeen overleg gewisseld.
Het onderzoek naar het functioneren van slachthuizen is echt best wel een ander onderwerp. Dat is vanochtend naar voren gekomen. Ik stel voor dat ik de Kamer op een ander moment, als zij dat wenst, wat meer informatie ...
De voorzitter:
De heer Graus, kort.
De heer Graus (PVV):
Ik pleit al jarenlang voor de volle sterkte van de dierenwelzijnsteams van de NVWA, het eliteteam van de minister. Die mensen moeten echt meer gesteund worden. Die moeten echt weer op kracht worden gebracht en op kracht blijven, want ze boksen daar vaak tegen ...
De voorzitter:
Heel goed.
De heer Graus (PVV):
... iets waar ze niet tegenop kunnen boksen. Ik hoop echt dat de minister ze steun gaat geven. Dank u wel.
Minister Schouten:
Zeker. Ik heb de heer Graus goed gehoord.
Dan de heer Moorlag over het doorfokken van designerdieren. Ik ben het wel een beetje eens met sommige sprekers: ik heb hierop al een toezegging gedaan in het debat. Ik vind het wat ingewikkeld als er dan nog een motie overheen komt, alsof mijn toezegging niet voldoende waarde zou hebben. Met de inhoud van de motie ben ik het eens, maar ja, ik zou het jammer vinden als al mijn toezeggingen — ik heb er wel wat meer gedaan, ik geloof iets van zes of zeven — dan weer allemaal in een motie vervat moeten worden. Maar de inhoud deel ik.
De voorzitter:
En dus?
Minister Schouten:
Ik zou de motie ontraden, puur om procedurele redenen. Want ik ga het wel doen.
De voorzitter:
De heer Moorlag?
De heer Moorlag (PvdA):
Nu daar verder geen licht tussen zit, kan ik de motie intrekken. De minister heeft gezegd dat ze de inhoud deelt en dat volstaat voor mij.
De voorzitter:
Minister Schouten:
Dank u wel, voorzitter. Dan de tweede motie van de heer Moorlag, die meer gaat over de Europese samenwerking. Ik ben bereid om te kijken of maatregelen die in andere landen zijn genomen, zich ook lenen voor toepassing in Nederland, en of we op dat vlak in Europees verband kunnen samenwerken. Dus deze motie wil ik oordeel Kamer laten.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dinsdag stemmen wij over de moties. Ik dank de minister voor haar aanwezigheid en schors de vergadering.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-32-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.