7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -Wijziging van de Spoorwegwet en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PbEU 2012, L 343/32) (33965);

  • -Wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met het regelen van de positie van de militaire bloedvoorziening en het wijzigen van procedurele eisen (34018).

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het dertigledendebat over de JSF, het dertigledendebat over de uitspraken van de premier over onzinverhalen in de zorg, het dertigledendebat over de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten over asielbeleid en het dertigledendebat over de salarisverhoging voor topmanagers van ABN AMRO van de lijst af te voeren.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen:

34002-67; 33979-53; 33400-XVI-87; 33400-XII-44; 21501-32-660; 32813-83; 21501-32-759; 31389-140.

Ik stel voor, ook toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Vmbo-mbo en overgangen in het onderwijs naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 22 januari, met als eerste spreker de heer Jasper van Dijk van de SP;

  • -het VAO Paardenhouderij naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 28 januari, met als eerste spreker mevrouw Ouwehand van de PvdD.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Veldhoven van D66 voor een debatverzoek.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Het was weer bal op het spoor de afgelopen tijd. Het lijkt me daarom belangrijk dat we van de staatssecretaris een goede evaluatie krijgen van de storingen die er zijn geweest. Voor een deel lag dat aan het weer, voor een deel aan de samenwerking tussen ProRail en NS en voor een deel aan de ICT. Ik zou graag een uitgebreide brief van de staatssecretaris krijgen met een evaluatie van wat er gespeeld heeft en hoe wij tot structurele oplossingen kunnen komen. Daarover wil ik dan ook graag een plenair debat inclusief interrupties voeren, zodat we met elkaar de tijd hebben om dat te bespreken.

De voorzitter:

U verzoekt om steun voor een brief met aansluitend een debat over storingen op het spoor.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb mondelinge vragen aangemeld over dit onderwerp, maar die zijn helaas niet doorgegaan. Op dit moment worden er schriftelijke vragen ingediend. Ik steun dus het verzoek om een debat. Ik hoop dat op dat moment ook de antwoorden op de Kamervragen binnen zijn.

De heer Bisschop (SGP):

Wat mij betreft beperken we het even tot een brief. Daarna bepalen we of er een debat dient te komen.

De voorzitter:

Dus wel steun voor een brief, maar op dit moment niet voor een debat.

Mevrouw De Boer (VVD):

Ook wij hebben vragen ingediend. Wij willen ook heel graag een debat. Er staat al een debat gepland voor eind maart. Dat zou ik graag naar voren willen halen in de vorm van een AO. Anders hebben we het straks in de zomer over het winterweer op het spoor. Dat lijkt me rijkelijk laat. Een AO kunnen we gewoon veel sneller inplannen.

De voorzitter:

Een AO moet u niet in deze zaal regelen. U geeft dus geen steun voor een plenair debat. Tegen een brief, aanvullend op uw vragen, hebt u geen bezwaar.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Twee jaar geleden zei ik ook al dat de NS maar moest adviseren om een slaapzak mee te nemen. En inderdaad, zoals mevrouw Van Veldhoven zegt, het was weer helemaal raak. Ik vind dat dit belangrijk genoeg is om er plenair over te debatteren, want op deze wijze worden treinreizigers de auto in gejaagd en dat moeten we zeker niet hebben. Steun voor het debat en voor de brief.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Bij wijze van uitzondering ben ik het helemaal eens met mevrouw Van Tongeren. Ik ben ook een gedupeerde reiziger, dus ik steun het debat.

De heer Van Helvert (CDA):

Juist als het vies weer is en glad op de snelwegen, moet je kunnen terugvallen op de trein en dat is niet het geval. Absoluut steun en veel behoefte aan een snel debat hierover.

Mevrouw Maij (PvdA):

Steun voor een brief. Ik denk dat het beter is om hierover snel een algemeen overleg te plannen, dus geen steun voor een debat.

De heer Bashir (SP):

De Kamerleden die voor de splitsing, de verzelfstandiging en de bezuinigingen op het spoor waren, staan nu allemaal vooraan om opheldering te vragen aan het kabinet. Wat mij betreft mag die opheldering komen. Er mag ook een debat komen, maar dan wil ik in dat debat ook een excuus van de Kamerleden die medeverantwoordelijk zijn voor de ellende op het spoor.

De voorzitter:

Dat komt aan de orde als er een debat komt. Ik stel vast dat er brede steun is voor het verzoek van mevrouw Van Veldhoven om in aanvulling op de diverse Kamervragen die al gesteld zijn, een brief te krijgen met uitleg, maar dat er nog geen steun is van een Kamermeerderheid voor het houden van een plenair debat. Enkele leden hebben gezegd dat zij misschien van gedachten veranderen als de brief er is of dat er via een AO snel over dit onderwerp kan worden gesproken. Ik stel voor dat u dit regelt via de procedurevergadering.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik moet zeggen dat het na de grote woorden van de VVD en de Partij van de Arbeid in de pers dat deze ellende echt belachelijk was, toch wel apart is dat zij een debat hierover niet steunen. Maar goed, dat is zo. Ik zou het wel graag als dertigledendebat genoteerd willen hebben, omdat ik denk dat de staatssecretaris even tijd nodig heeft om die analyse zorgvuldig te maken. Het zou mooi zijn als zij die voor het AO af heeft. Dan kunnen we altijd nog bekijken of we dat doen, maar er staat vaak veel op de agenda.

De voorzitter:

Er staat ook veel op de agenda van de regeling van werkzaamheden. Ik probeer om u een beetje kort te houden. Ik ga het dertigledendebat toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. Ik geef het woord aan de heer Jasper van Dijk en ik vraag hem vooraf al om te proberen een bondig verzoek voor te leggen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De mondelinge vragen die collega Hachchi had aangemeld over nieuwe onthullingen over het gebruik van giftige chroomverf bij Defensie, gingen helaas niet door. Het is schandalig dat deze nog steeds wordt gebruikt, ook in Mali. Zelfs op missies wordt deze giftige verf nog steeds gebruikt, dus het is nodig om maatregelen te eisen. Daarover vraag ik een debat aan.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over het gebruik van chroomverf bij Defensie.

De heer Bosman (VVD):

Deze verf wordt op heel veel gebieden gebruikt, dus ik vind het onverstandig om daarover een debat te houden. De brief van de minister toont aan dat het systeem bij Defensie werkt en dat er oplossingen voor zijn, dus geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Geen steun, dat is duidelijk.

Mevrouw Hachchi (D66):

Het gaat over vandaag en morgen; over mensen die nu met deze stof werken en vooral over of hierbij adequate maatregelen worden genomen. Ik steun het verzoek van collega Van Dijk om dit debat snel te voeren.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Segers (ChristenUnie):

Het is schokkend nieuws. Het gaat om de gezondheid van veel mensen, dus steun voor het verzoek.

De heer De Roon (PVV):

De Partij voor de Vrijheid steunt het verzoek ook.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Wat ons bindt, is zorg om mensen, zorg om medewerkers van Defensie. Ik stel de heer Van Dijk voor om een brief te vragen aan de minister en dan een debat te houden. We hebben gisteren een brief van de minister gekregen. We hebben de minister gevraagd om proactief te reageren, als dat kan. Nu doet de minister dat. Blijft staan de zorg om mensen, maar graag eerst een brief en dan een debat. Daar wil ik de heer Van Dijk best in steunen.

De voorzitter:

U wilt nog een brief, aanvullend op de brief die er al is?

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Dat lijkt mij heel verstandig, want de heer Van Dijk doet het voorkomen alsof de minister …

De voorzitter:

Nee, mijn vraag is of de brief die u vraagt, een nieuwe brief is naar aanleiding van morgen. Ik vraag dat om zo meteen goed te kunnen concluderen.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Voorzitter, ik help u uiteraard heel graag.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u daarna wel een plenair debat wilt.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Daarna zou ik een debat willen. Daarmee doen we de mensen en de inzet van de minister recht.

De voorzitter:

Dat is helder. U steunt het verzoek voor een plenair debat na ontvangst van de brief.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks steunt de aanvraag van de SP en steunt het verzoek voor een debat.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

We steunen het verzoek voor een brief en voor een debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Volgens mij doen we het meest recht aan de situatie als we afspreken om een debat te voeren en de brief te ontvangen. We steunen dus het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dijk, u hebt de steun van een meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is ook behoefte aan een brief in aanvulling op de eerdere brief. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet en ik zal het debat inplannen zodra er een mogelijkheid is, met vier minuten spreektijd per fractie.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Bontes.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Het bizarre tafereel van de gijzeling in de NOS-studio staat nog scherp op ons netvlies. We hebben niet alleen te maken met een probleem bij televisieomroepen. Het gaat om de bewaking van gevoelige objecten in brede zin. Het gaat om tv-stations, synagogen, vliegvelden et cetera. Ik wil dus graag een breed debat met de minister van V en J over de beveiliging en de veiligheid van heel gevoelige objecten en de vraag wat dit betekent voor de politie en de AIVD.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister van Veiligheid en Justitie over veiligheid.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik wil eerst een brief van de minister. Dan wil ik niet alleen graag weten wat de minister doet voor het bewaken van kwetsbare doelen, maar ook wat er gebeurt als een zender op zwart gaat en er kennelijk geen uitwijkmogelijkheid of back-up geregeld is. Ik steun weliswaar het verzoek om een debat, maar als het sneller kan, heb ik liever een algemeen overleg over nationale veiligheid, want dat staat op de rol. Er moet snel over gesproken worden.

De voorzitter:

Maar u steunt nu in ieder geval het verzoek voor een plenair debat.

De heer Krol (50PLUS):

Ik spreek mijn steun uit voor een brief. Dan wil ik vooral weten …

De voorzitter:

Als er nog meer vragen komen, stel ik voor om een brief te vragen en om buiten de regeling om alle vragen te inventariseren.

De heer Krol (50PLUS):

Dat lijkt me juist.

De voorzitter:

Dank u wel. U steunt dus het verzoek om een brief.

De heer Krol (50PLUS):

We steunen het verzoek om een brief, met nog een aantal aanvullende vragen.

De voorzitter:

Dan zal ik straks vragen om die te inventariseren.

Mevrouw Kooiman (SP):

Allereerst hulde voor de beveiliger van de NOS, het NOS-personeel en de politie voor hun daadkrachtige optreden. Ik steun het verzoek om een brief, met de aanvullende vraag wat er gebeurt als de NOS op zwart gaat. Ik steun het verzoek om een debat, maar ik steun ook het voorstel van mijn collega Berndsen om het zo snel mogelijk te bespreken. Een algemeen overleg zou dus op zijn plaats zijn, denk ik. Dat kunnen we namelijk sneller inplannen.

De voorzitter:

Maar u hebt ook, net als mevrouw Berndsen, uw steun uitgesproken voor een plenair debat?

Mevrouw Kooiman (SP):

Vooralsnog wel, maar ik ga ervan uit dat we met alle collega's een algemeen overleg kunnen plannen.

De voorzitter:

Op dit moment stel ik vast dat de SP het verzoek steunt.

De heer Segers (ChristenUnie):

Hetzelfde geldt voor de fractie van de ChristenUnie: we steunen het verzoek voor een brief en voor een debat, met eventueel een algemeen overleg over nationale veiligheid als terugvaloptie.

De heer Dijkhoff (VVD):

Ook wij willen graag een brief. Wij kunnen ons ook voorstellen dat er nog breder en onafhankelijk gekeken wordt naar hetgeen zich heeft afgespeeld, los van het briefje dat de NOS gisteren zelf heeft gestuurd.

De voorzitter:

Wij zullen de vragen inventariseren.

De heer Dijkhoff (VVD):

Ik denk dat we het snelste af zijn met een AO. Ik steun dus een niet-plenair debat.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat, wel voor een brief.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek om een plenair debat en voor een brief. Daarin moet meegenomen worden wat minister Opstelten gedaan heeft na de vorige keer, toen er stroomuitval was.

De voorzitter:

Dat gaan we later inventariseren.

De heer Oskam (CDA):

We steunen het verzoek voor een debat, evenals het voorstel van mevrouw Berndsen om de tv-zenders erbij te betrekken. Misschien moet staatssecretaris Dekker er dan ook bij zijn.

De heer Recourt (PvdA):

We steunen het verzoek om een brief. We steunen ook het voorstel om zo snel mogelijk een Kamerdebat te houden, dus in een algemeen overleg.

De voorzitter:

Niet in de vorm van een plenair debat, maar in een andere vorm.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP-fractie wil graag een brief ontvangen over de onderwerpen die genoemd zijn en de onderwerpen bij algemene overleggen betrekken. Zij wil dus geen apart debat houden.

Mevrouw Helder (PVV):

Mijn fractie wil ook graag een brief ontvangen waarin deze onderwerpen breed worden behandeld. De aanvullende vragen worden geïnventariseerd. Je kunt daar dan dus ook een breed debat over voeren. Dat hoort een plenair debat te zijn. Ik vind het dus wel jammer dat VVD en PvdA zeggen: de snelheid gaat voor, dus kiezen wij voor een AO. Als zij eerlijk waren geweest, hadden ze gewoon gezegd: de snelheid gaat voor, dus wij steunen het verzoek om een plenair debat te houden. Mijn fractie steunt het verzoek om een plenair debat te houden wel degelijk.

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt heel brede steun van de Kamer voor het verzoek om een brief. Ik zal de griffier van de commissie vragen om de zaken die daarin aan de orde moeten komen, vanmiddag via een heel snelle procedure te inventariseren. U hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat. Ik heb echter wel een heel brede behoefte in de Kamer geproefd om hier heel snel over te praten. Ik neem dus aan dat de Kamer de brief waarom is gevraagd, snel zal ontvangen.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik wil nog een voorstel doen met betrekking tot de brief. Een aantal fractievoorzitters heeft voor het incident bij de NOS al vragen in die richting gesteld. Die gingen over de beveiliging van objecten, de rol van de AIVD en de politie. Misschien kunnen die vragen daarin geïntegreerd worden? Dan heb je dat in een keer in één pakket. Het is maar een voorstel.

De voorzitter:

Ik zal dat voorstel in het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Voor beide antwoorden geldt dat ze snel moeten komen, zodat ze betrokken kunnen worden bij een debat hier in de Kamer, waar brede behoefte aan is.

Dank u wel, mijnheer Bontes. Ik heb begrepen dat u een tweede verzoek hebt.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Mijn tweede verzoek, voorzitter, betreft een vooraankondiging voor een VAO over de MH17, inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Het debat over de MH17 in de vorm van een algemeen overleg is donderdagavond. Dat AO is om 22.00 uur afgelopen. Als we nog deze week een VAO moeten houden, dan zouden we dat donderdagavond na 22.00 uur moeten inplannen. Wilt u dan ook stemmen?

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik zal zeker een motie indienen.

De voorzitter:

Bij een VAO dien je altijd een motie in. Mijn vraag is: wilt u ook stemmen naar aanleiding van dat VAO?

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Het lijkt mij een zeer urgent onderwerp, dus dat wil ik zeker.

De voorzitter:

Het verzoek is dan om deze week nog een VAO inclusief stemmingen te houden over de MH17.

De heer Van Bommel (SP):

Het is dan de vraag of die stemmingen en het verslag algemeen overleg per se donderdagavond moeten plaatshebben. Dat zou impliceren ofwel dat er een internationale bijeenkomst gehaald moet worden, die bijvoorbeeld in het weekend plaatsheeft, ofwel dat een motie van afkeuring wordt overwogen. Meer smaken ken ik niet in mijn parlementaire geschiedenis. Misschien kan de heer Bontes er een aan toevoegen. Volgens mij zijn dit echter de twee mogelijkheden. Ik verneem graag van de heer Bontes welke van de twee mogelijkheden hij voor ogen heeft.

De voorzitter:

Ik geef direct het woord aan de heer Bontes om daarop te antwoorden.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik heb gevraagd om zo snel mogelijk een VAO, inclusief stemmingen, te houden. Dat wil niet per se zeggen dat het donderdag moet plaatsvinden. Omdat het urgent is, zou ik het wel het liefst op donderdag houden. Als de collega's dat ook vinden — het gaat immers wel om 200 Nederlandse slachtoffers — is het misschien wel goed om het gelijk te doen. Het hoeft echter niet per se van mij.

De heer Van Bommel (SP):

Dan stel ik vast dat er geen dwingende reden is om dit donderdagavond na 22.00 uur nog te doen, waar de hele Kamer dan ook voor zou moeten blijven. Het is inderdaad een belangrijk en urgent onderwerp, maar dan zouden we het dus ook dinsdag in een heel vroeg stadium na opening van de vergadering kunnen doen. Het onderwerp krijgt dan ook het belang dat het vereist.

De voorzitter:

Geen steun om dat nog deze week nog te doen, maar wel om het zo snel mogelijk volgende week te doen.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik sluit mij aan bij de opmerking die de heer Van Bommel zojuist maakte. Ik geef dus geen steun aan het verzoek om donderdagavond al te stemmen, maar het lijkt mij prima om dat zo snel mogelijk op dinsdag te doen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik sluit mij daarbij aan.

De heer Servaes (PvdA):

Het waren buitengewoon wijze woorden van collega Van Bommel.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik ben het er helemaal mee eens. Ik vind het ook altijd belangrijk dat we procedurele argumenten goed blijven onderscheiden van inhoudelijke argumenten. Inhoudelijk zijn er heel veel belangrijke onderwerpen die we proberen zo snel mogelijk te behandelen, maar we kiezen alleen voor een apart tijdstip laat op de avond als er procedurele redenen zijn. Ik heb van de heer Bontes begrepen dat die er niet zijn. Ik ben het daarom helemaal eens met de heer Van Bommel.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik ben het eens met collega Van Bommel.

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt brede steun voor de vooraankondiging van het VAO maar niet om dat nog deze week te doen maar wel zo snel mogelijk volgende week. Ik kan u ook toezeggen dat ik mijn best zal doen om het voor volgende week zo snel mogelijk op de agenda te plaatsen.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Dat is goed, voorzitter. Wat ik wel betreur, is dat dit soort AO's altijd op een donderdagavond laat plaatsvindt. Dat maakt het allemaal wat ongelukkiger. Dus het zou mooi zijn als dergelijke zeer belangrijke onderwerpen voortaan wat eerder in de week gepland kunnen worden.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Van Nispen van de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Ik doe dit verzoek mede namens de heer Oskam van het CDA. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie ligt op ramkoers. De Eerste Kamer heeft twee weken geleden een motie aangenomen waarin staat dat de bezuinigingen op de rechtsbijstand van tafel moeten. De Tweede Kamer vroeg toen om een brief. Ik heb hier bijna iedere dag gestaan om te rappelleren, want termijn na termijn werd overschreden en uiteindelijk kregen we op vrijdag aan het eind van de middag een brief waarin stond dat de bezuinigingen toch doorgaan per zondag; dat is dus afgelopen zondag. Nu zijn de bezuinigingen ingegaan. Daarmee is niet alleen de Eerste Kamer geschoffeerd maar is het ook een zaak van de Tweede Kamer geworden, omdat de staatssecretaris doelbewust beleid uitvoert dat niet op steun in het parlement kan rekenen. Het is heel simpel: moties worden uitgevoerd. Daarom verzoek ik om een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het negeren van deze belangrijke motie.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de bezuiniging op de gefinancierde rechtsbijstand.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik heb heel veel sympathie voor het verzoek. Het wringt alleen een beetje in de zin dat het primair een zaak is tussen het kabinet, de bewindslieden, en de Eerste Kamer. Ik zal zo een verzoek doen naar aanleiding van uitlatingen van collega's hier over de begroting van Veiligheid en Justitie. Wellicht ligt het meer voor de hand om de verzoeken samen te voegen en het daarbij te bespreken. Een toelichting lijkt mij inderdaad zeer op haar plaats.

De voorzitter:

Maar geen steun voor dit debat?

De heer Segers (ChristenUnie):

Wellicht kunnen beide verzoeken worden samengevoegd.

De voorzitter:

Ik concludeer dat u op dit moment geen steun geeft aan dit verzoek.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wij zien in toenemende mate dat moties niet worden uitgevoerd door dit kabinet, nu dus een van de Eerste Kamer, en dat er een nieuwe regeerroute komt per Algemene Maatregel van Bestuur. GroenLinks vindt dat echt ongelooflijk en niet acceptabel. Daarom steunen wij het verzoek. Wij moeten het er grondig over hebben. Hebben wij een trias politica of alleen maar een uitvoerende macht?

De voorzitter:

Dank u wel. Wij hebben nu een regeling van werkzaamheden en daarin geef ik nu het woord aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Dank u wel. De kritiek op de Eerste Kamer is vaak dat zij het werk van de Tweede Kamer overdoet. Ik vind niet dat wij als Tweede Kamer het werk van de Eerste Kamer moeten overdoen. Het gaat om een motie van de Eerste Kamer en daar moet het debat plaatsvinden over de gevolgen van het niet uitvoeren van de motie.

De voorzitter:

Geen steun dus.

De heer Recourt (PvdA):

Alleen al om alle beelden weg te nemen die hier ten onrechte worden opgeworpen, steun ik het verzoek om een debat, maar ik steun het ook omdat er in deze Tweede Kamer duidelijkheid moet komen hoe het verdergaat met de begroting van V en J. Daarover is een brief gekomen en ik vind het niet meer dan normaal dat wij daar hier over spreken.

De heer Van der Staaij (SGP):

Geen steun voor het verzoek om een debat over het niet uitvoeren van een motie. Het betreft een motie van de Eerste Kamer en ik vind dat het primaat echt bij de Eerste Kamer ligt. De heer Segers, die later in de rij volgt, hint er in zijn voorstel wel op en vraagt hoe het zit met de budgettaire consequenties voor Veiligheid en Justitie, waarover de heer Recourt ook sprak, en met niet bezuinigen op veiligheid. Dat vind ik wel een goed voorstel, waar ik wel steun aan geef.

De voorzitter:

Maar aan dit voorstel geeft u geen steun.

De heer Van der Steur (VVD):

De VVD-fractie wijst erop dat de Eerste Kamer geen recht van amendering heeft. Dat dreigt nu indirect wel te ontstaan als wij over een ongedekte motie uit de Eerste Kamer gaan spreken in de Tweede Kamer. Dat is niet de manier waarop wij staatsrechtelijk met elkaar omgaan. De VVD-fractie geeft dan ook geen steun aan het verzoek.

Mevrouw Helder (PVV):

Het is inderdaad een motie van de Eerste Kamer waarvan de staatssecretaris zegt een deel niet uit te voeren. De discussie daarover moet wel plaatsvinden. Ik ben het echter met de collega's eens en doe dat liever in een breder debat, dat door de heer Segers later in deze regeling ter sprake wordt gebracht. Ik steun dus een debat niet, terwijl ik het er wel over wil hebben.

De voorzitter:

Mijnheer Van Nispen, u hebt niet de steun van de meerderheid om alleen over dit onderwerp te spreken zoals u hebt voorgesteld. Er komt later nog een verzoek waarbij dit wel aan de orde kan komen.

De heer Van Nispen (SP):

Dan vraag ik u toch, voorzitter, om dit als dertigledendebat op de lijst te plaatsen. De collega's hebben gelijk dat de Eerste Kamer hiermee ook verder moet, al heb ik erop gewezen dat dit ook een zaak van de Tweede Kamer is. Ik vertrouw erop dat de Eerste Kamer op dit punt haar verantwoordelijkheid zal nemen.

De voorzitter:

Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst, met een spreektijd van drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Bashir van de SP.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ondernemers die aangifte voor de omzetbelasting willen doen van de kwartaalomzet, kunnen dat de laatste tijd niet meer doen. Zij moeten echter wel op tijd betalen, ook al hebben ze geen aangifte gedaan. Betalen ze niet op tijd, dan worden ze geconfronteerd met een boete en een naheffing door de Belastingdienst. Dit probleem lijkt structureel. Hetzelfde hebben wij gezien bij de aangifte voor de inkomstenbelasting van vorig jaar. Mijn verzoek is een debat met de staatssecretaris van Financiën over dit onderwerp, zodat dit probleem snel wordt opgelost.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat met de staatssecretaris van Financiën over storingen bij de Belastingdienst op aangiftemomenten.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Dit is zeker een debat waard, maar ik wil het toch betrekken bij het AO Belastingdienst.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek om een debat.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Geen steun voor een debat, maar wel voor een brief, die wij dan kunnen betrekken bij het AO Belastingdienst dat al staat gepland.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Wel steun voor een debat.

De heer Groot (PvdA):

Steun voor een brief, maar het onderwerp betrekken bij het AO Belastingdienst.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik sluit mij aan bij de heer Groot.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het is elke keer hetzelfde liedje bij de Belastingdienst, dus ik steun het verzoek om een debat. Het gebeurt te vaak. Om dit onder te schuiven bij het AO Belastingdienst is een beetje wegkijken van de werkelijkheid.

De voorzitter:

Steun voor het debat dus.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ook ik zou het onderwerp graag willen betrekken bij het AO Belastingdienst, dus geen steun voor een debat.

De heer Koolmees (D66):

Steun voor een brief en voor het betrekken van het onderwerp bij het AO Belastingdienst.

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat over dit onderwerp. Wel is er veel behoefte om het in een AO te bespreken.

De heer Bashir (SP):

Dan wachten wij de brief af en een AO is ook een debat.

De voorzitter:

Zo is dat.

Het woord is wederom aan de heer Bashir, voor zijn tweede verzoek.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Morgen hebben wij het debat over de grenseffectentoets. Wij hebben nog een reactie tegoed van het kabinet. Mijn verzoek is, om die nog vandaag naar de Kamer te laten komen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering en het stenogram van het vorige gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet in verband met uw beide verzoeken.

Ik geef het woord aan mevrouw Keijzer van het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Ik sta hier inmiddels voor de zoveelste keer, inmiddels mede namens de fracties van de SP, D66, de PVV en GroenLinks, met het verzoek om het toegekende dertigledendebat over de uitbetalingsproblemen bij de Sociale Verzekeringsbank voor het pgb om te zetten in een zo spoedig mogelijk te houden regulier debat, het liefst deze week.

De voorzitter:

Aan de orde is een verzoek om steun voor het omzetten van het dertigledendebat over het pgb naar een meederheidsdebat.

De heer Krol (50PLUS):

Vanzelfsprekend alle steun.

De heer Van 't Wout (VVD):

Steun van de VVD. Het is goed om daar deze week over te spreken.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Steun voor het verzoek. Het is goed om het over de problemen en over het oplossen daarvan te hebben.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook vandaag steunt de ChristenUnie weer dit verzoek. Als het in de agenda problemen geeft, mag wat ons betreft het zorgfraudedebat nog wel even wachten en gaan wij het eerst even hier over hebben.

De heer Van der Staaij (SGP):

Wellicht is het een mogelijkheid om het debat te integreren met het zorgfraudedebat. In feite is het een maatregel om zorgfraude tegen te gaan, waarvan wij hier nu ook de consequenties zien. Ik steun het verzoek om er snel over te spreken, maar wat de SGP betreft zou dat ook in het zorgfraudedebat kunnen.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten wil nu alsnog het woord. Het verzoek is mede namens haar gedaan.

Mevrouw Leijten (SP):

Precies. Wij hebben het verzoek de vorige keren ook gesteund, maar het is wat de SP betreft onacceptabel om dit te integreren in het zorgfraudedebat.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Dat is precies wat ik namens D66 wilde zeggen. Dat zou namelijk een heel verkeerde indruk wekken.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Daar sluit ik mij bij aan.

De voorzitter:

Ik neem aan dat u dat ook doet, mevrouw Keijzer.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, het lijkt mij echt totaal een klap in het gezicht van al die pgb-houders die nu in totale paniek thuis zitten te wachten op het uitbetalen van hun budgetten, om het te voegen bij het zorgfraudedebat.

De voorzitter:

Dat was ook niet uw verzoek. Uw verzoek was een apart debat. Ik stel vast dat u ruime steun hebt om het dertigledendebat om te zetten in een nog deze week te houden meerderheidsdebat. Ik zou zeggen: houdt u de herziene schema's in de gaten. Het komt terug op de agenda.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Als ik u mag helpen: er staat een dertigledendebat gepland over recht op zorg. Het onderwerp is al een aantal keren aan de orde gekomen en de vragen die nog resteren, namelijk over de indicatiecriteria om toegelaten te worden tot een verpleeghuis, stel ik dan wel schriftelijk. Het is heel technisch en het lijkt mij beter om het op die manier aan de orde te stellen.

De voorzitter:

Dat is een omslachtige manier om te zeggen dat u het dertigledendebat dat al voor deze week gepland staat, intrekt. Ik heb de vorige keer toen dat gebeurde, geleerd dat ik toch even aan de zaal moet vragen of men het ermee eens is dat dit debat wordt ingetrokken.

De heer Van 't Wout (VVD):

Het lijkt mij een buitengewoon constructief voorstel, dus dat steun ik.

Mevrouw Leijten (SP):

Dat betekent dat wij er morgen over kunnen spreken. Dat lijkt mij heel goed.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Steun.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Steun van D66.

De heer Van der Staaij (SGP):

Wat mij betreft ook akkoord. Ik heb behoefte om nog iets te zeggen, omdat mevrouw Keijzer zo-even zware woorden gebruikte. Ze zei dat dit betrekken bij het zorgfraudedebat een klap in het gezicht van de mensen zou zijn. Daar begrijp ik helemaal niets van. Mijn punt om dat verband wel te leggen, was juist dat maatregelen die bedoeld zijn om fraude te bestrijden, heel verkeerd kunnen uitpakken. Dat zou daar heel goed aan de orde kunnen komen. Dat heeft niets te maken met een klap in het gezicht van wie dan ook, maar ik respecteer vanzelfsprekend de keuze om er een apart debat aan te wijden.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Prima om daar morgen over te debatteren. Heel graag.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Ook steun voor dit verzoek.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Het dertigledendebat over het recht op zorg zal van de agenda worden afgehaald. Ik ga het meerderheidsdebat over de pgb's deze week nog inplannen. Daarom komt er een herzien schema.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb ook nog een ander verzoek, namelijk om van de regering de verschillende EDP-audits, dat zijn ICT-audits, toegezonden te krijgen om helder te krijgen waardoor de problemen bij de Sociale Verzekeringsbank veroorzaakt worden. Ik wil graag het normenkader ontvangen dat van tevoren is vastgesteld en de ICT-audits die daarop gedaan zijn, om te bekijken of de Sociale Verzekeringsbank überhaupt toegerust was voor deze taak.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet met het verzoek, die audits toe te sturen voor aanvang van het debat dat ik nog ga inplannen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, maar niet pas kort voor aanvang van het debat. We hebben het toch wel een uur of vier van tevoren nodig. Ze liggen klaar.

De voorzitter:

U vraagt mij om iets in te plannen, deze week nog. Ik weet nog niet wanneer ik dat ga doen. Wat ik doorgeef aan het kabinet in het stenogram is om dat zo snel mogelijk te doen, maar ik ga daar geen tijdstip in vermelden, want daarmee maak ik het voor mijzelf moeilijker om iets in te plannen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Precies, zolang u maar doorgeeft: niet kort voor het debat. Anders kunnen we er niets meer mee. Dat zou misschien de bedoeling kunnen zijn, maar niet die van mij.

De voorzitter:

Het staat in het stenogram dat ik doorgeleid naar het kabinet. Vier minuten spreektijd per fractie.

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. De wijkzuster komt terug, en dat is natuurlijk iets waar wij allemaal heel erg blij mee zijn. Nu heeft ActiZ onderzoek gedaan naar de positie van de wijkverpleegkundige. Dat onderzoek is onlangs bekend geworden en daaruit blijkt dat de zorgverzekeraars en de zorgkantoren tariefkortingen doorvoeren, minder inkopen, waardoor mogelijk de zorg verschraalt en er ook weer wachtlijsten gaan ontstaan. Mijn fractie wil daarover graag een brief ontvangen van de staatssecretaris van VWS en wij willen daar ook heel graag een debat over voeren.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een debat, voorafgegaan door een brief, over versobering en wachtlijsten bij de wijkverpleging.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil dat wel steunen. Misschien dat de staatssecretaris in zijn brief ook kan ingaan op de korting van 400 miljoen, mede gesteund door de ChristenUnie, en op de vraag of dat ook een reden is voor het ontstaan van die wachtlijsten en van de verschraling.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Een beetje gevalletje boter op het hoofd. De CDA-fractie heeft dit van tevoren gezegd. Nu is het blijkbaar een feit. Zeer belangrijk om daarover te spreken, dus desalniettemin: steun voor het verzoek.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Ik sluit mij aan bij de vorige twee sprekers.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor de brief en het debat.

De heer Rutte (VVD):

Steun voor een brief, niet voor een debat.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Steun voor een brief, geen debat.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Steun voor een brief. Op dit moment geen steun voor het debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor een brief, en daarna bekijken we of een debat inderdaad nodig is.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Mevrouw Dik, ik stel vast dat u niet de steun van een meerderheid hebt voor het houden van een debat op dit moment, maar er is brede behoefte aan het verkrijgen van uitleg in een brief van het kabinet. Ik stel voor dat we het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek om die brief zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat is heel plezierig en ik ben blij met de steun voor de brief die ik wel gekregen heb van de Kamer. Ik vind het heel belangrijk om goed de vinger aan de pols te houden, omdat de wijkverpleegkundige cruciaal is voor het welslagen van de decentralisaties.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Schouw van D66.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Zaterdagavond werden wij via RTL Nieuws geconfronteerd met de schokkende uitkomst van een tot dan geheimgehouden rapport over de criminaliteit in de gevangenissen. Het onderwerp is net al even aangestipt tijdens het vragenuurtje, maar mijn fractie denkt toch dat er nog voldoende reden is voor een goed debat met de staatssecretaris hierover. Het rapport is misschien wel verouderd, maar de conclusies zijn niet onjuist. Wij willen bovendien graag weten waarom het rapport zo lang in de la heeft gelegen. Ook willen wij graag met de staatssecretaris praten over de maatregelen die hij heeft genomen. Wij zouden dat graag over een paar weken willen doen en niet, zoals de staatssecretaris suggereert, rond de zomer.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over zware criminelen die in de gevangenis doorgaan met hun activiteiten; ik ga nog een officiële titel verzinnen.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik heb de staatssecretaris heel duidelijk horen zeggen dat hij op basis van de bevindingen van het meest recente rapport met een uitgebreidere brief naar de Kamer komt. Dat lijkt de VVD-fractie een uitstekend moment om hierover van gedachten te wisselen met de staatssecretaris. Geen steun voor een debat, dat noodzakelijkerwijs nergens over gaat omdat de bevindingen en de conclusies nog niet aan de Kamer zijn gestuurd.

Mevrouw Rebel (PvdA):

Volgens mij is er tijdens de mondelinge vragen wel iets meer gedaan dan alleen aangestipt. Ik ben ook van mening dat wij het definitieve rapport moeten afwachten en dat daarop dan eventueel een debat of een overleg kan volgen.

Mevrouw Helder (PVV):

Wel degelijk steun voor het debat, liefst over een aantal weken. Anders wordt het na dat taskforcerapport een groot succesverhaal over alle maatregelen die al getroffen zijn. Er zijn een heleboel vragen onbeantwoord gebleven, dus steun voor het debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor de ChristenUnie-fractie. Steun voor brief en debat.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik ben het met de heer Schouw eens dat wij niet tot de zomer behoren te wachten. Steun voor het debat namens de SP-fractie.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun. Misschien willen wij wel meedenken over bepaalde maatregelen die kunnen worden getroffen. Anders zijn wij weer pas aan het eind aan de beurt.

De voorzitter:

Mijnheer Schouw, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. U hebt wel de steun van voldoende leden voor het houden van een dertigledendebat over dit onderwerp.

De heer Schouw (D66):

Wij zien vandaag eigenlijk een soort witwasoperatie van een rapport dat twee jaar lang in de la is blijven liggen.

De voorzitter:

Daar kunt u dan in dat dertigledendebat over praten.

De heer Schouw (D66):

Ik vind dat eerlijk gezegd nogal schandalig. Ik zet het debat dus graag om in een dertigledendebat. Ik weet dat u de komende weken nog wel een gaatje hebt om dit debat met elkaar te voeren.

De voorzitter:

Ik ga het debat toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie.

Ik geef het woord aan de heer Graus van de PVV.

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Zondagavond verscheen een bericht: "Franse bazen"— van Air France — "willen KLM-verzet breken". De managers van KLM en de vakbonden maken zich nog steeds grote zorgen over een op handen zijnde overval, waarover wij vorige week hebben gedebatteerd. Er schijnt toch echt meer aan de hand te zijn dan een mislukte kasroof bij KLM door Air France, waarover het debat vorige week ging. Nadat ik mijn verzoek had ingediend, is er weer een ander bericht verschenen, waarin staat dat het allemaal wel meevalt, maar toch blijft de zorg bestaan. Ik wilde eigenlijk een debat aanvragen, maar door dat tweede bericht wil ik een reactie van de staatssecretaris vragen op het bericht uit De Telegraaf van zondagavond dat de Franse bazen het KLM-verzet willen breken. Indien mogelijk zullen wij daarna toch weer een debat moeten gaan voeren. Dat hangt af van de reactie van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Maar als ik het goed begrijp, vraagt u nu alleen een brief. Of wilt u ook een debat?

De heer Graus (PVV):

Nou, er zijn ook lobbygangen hierachter, waarin je weleens een gevulde koek eet met andere Kamerleden. Ik voelde daar al dat ik momenteel onvoldoende steun zal krijgen voor een debat. Ik wil u hiermee dus een hoop administratieve lasten besparen.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een brief over de KLM.

De heer Van Helvert (CDA):

Zeker steun voor dit verzoek van mijn waarde collega Graus om een reactie van de minister.

De heer Bashir (SP):

Vorige week hebben wij hier een debat over gehad. Daarin zegde de staatssecretaris toe de Kamer te gaan informeren. Er is van alles en nog wat gebeurd afgelopen weekend, maar wij hebben nog steeds geen brief gekregen. Dus ik zou ook willen weten waarom zij haar toezegging niet nakomt.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een brief. Wat mij betreft moet die snel naar de Kamer komen.

Mevrouw Hachchi (D66):

Steun voor een brief.

De heer Leenders (PvdA):

Vorige week hebben wij hier uitgebreid over gedebatteerd. Toen heeft de staatssecretaris ons van alle kanten van informatie voorzien. Ik roep even in herinnering dat de fracties van het CDA, de PvdA en de VVD een kraakheldere motie hebben ingediend. Ik geef geen steun voor de brief.

De heer Elias (VVD):

Het debat is al geweest. Als de meerderheid of een groot deel van de Kamer graag een brief ziet waarin de staatssecretaris nog een keer een en ander toelicht, dan kan dat een heel kort briefje zijn. Anders wordt de heer Graus misschien weer zo boos.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet met het verzoek om die brief zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen.

De heer Graus (PVV):

Mag ik nog even kort reageren op wat er werd gezegd?

De voorzitter:

Wij gaan het debat niet overdoen.

De heer Graus (PVV):

Die berichtgeving van zondagavond vanuit KLM die ik in eerste termijn vermeldde, is nieuw. Dat was na het debat dat wij gehouden hebben, dus het zijn zeker nieuwe punten en nieuwe zorgen vanuit KLM en de vakbonden.

De voorzitter:

Daarom ga ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering ook doorgeleiden naar het kabinet voor een reactie op die nieuwe berichten.

Het woord is aan de heer Segers, die in de bijzondere situatie zit dat hij in de regeling van werkzaamheden al steun heeft gekregen voor een debat dat hij nu pas gaat aanvragen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Er stond gisteren een bijzonder bericht in het AD van twee collega's die zeiden: in deze periode niet meer bezuinigen op Veiligheid en Justitie. Dat waren verheugende berichten, ook opmerkelijke. De heer Recourt onderstreept dat nog even door te zeggen: niet bezuinigen op Justitie. Dus het gaat ook over de toegang tot het recht. Dat is een heel belangrijk punt. Deze mededelingen raken aan belangrijke onderwerpen, maar wij moeten wel weten waar wij aan toe zijn. Wij moeten het fijne hiervan weten. Ik wil graag een reactie van het kabinet op de vraag wat dit betekent. Wat betekent dit voor wetsvoorstellen met een financiële component die al zijn ingediend, en voor voorgenomen wetsvoorstellen, die nog ingediend moeten worden? Ik denk bijvoorbeeld aan het wetsvoorstel over een verhoging van de griffierechten en andere wetsvoorstellen die op de rol staan. Ik krijg dus graag een reactie van het kabinet op deze punten en een debat daarover.

De voorzitter:

U hebt het verzoek gehoord. Mijnheer Oskam, u was als eerste bij de microfoon. Die wedstrijd hebt u vandaag gewonnen.

De heer Oskam (CDA):

Ik zat ook heel dichtbij.

De voorzitter:

Ja, dat is waar.

De heer Oskam (CDA):

Ik steun het debat. Ik denk wel dat wij het breder moeten trekken. Ik wil niet alleen de minister van Veiligheid en Justitie erbij hebben maar ook de staatssecretaris, omdat er een enorm gat in de begroting zit bij Justitie. Het heeft ook haast. Wij willen weten waar dit geld vandaan komt. Het moet snel opgelost worden.

De voorzitter:

Het is helder. Steun voor beide verzoeken.

De heer Oskam (CDA):

Wat mij betreft gebeurt het zo snel mogelijk, in ieder geval binnen een maand.

De voorzitter:

De brief binnen een maand of het debat binnen een maand?

De heer Oskam (CDA):

Het debat. Allebei.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Dit is opmerkelijk. De inkt van de begroting is nog niet droog of de coalitie vindt dat er verder niet meer bezuinigd mag worden. Dat rechtvaardigt absoluut een debat, want ik ben heel benieuwd waar dit toe moet leiden.

De heer Van Nispen (SP):

Er is voluit steun van de SP. Wij voelen er wel wat voor om het begrotingsdebat nog eens over te doen. Dat wordt een "begrotingsbehandeling 2.0", zou ik denken. Ik wil uiterlijk volgende week de brief hebben zodat wij ook weten wat wij bijvoorbeeld gaan doen met de wet verhoging griffierechten. Er worden op dit moment allerlei amendementen voorbereid. Laten wij de bevestiging vragen dat de regering die wet kan intrekken nu de steun van onder andere de PvdA is komen te vervallen.

De voorzitter:

Dat is duidelijk.

Mevrouw Helder (PVV):

Wij steunen het verzoek om een brief. Het liefst ontvangen wij die volgende week. Wij geven ook zeker steun voor een debat. Ik hoop dat de meerderheid zich uitspreekt voor een debat. Dan kunnen wij namelijk met een meerderheid bepalen dat wij het snel gaan houden. Anders moeten wij concluderen dat dit waarschijnlijk prietpraat is voor de verkiezingen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook van harte steun voor de brief en het debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dit is een heropening van het begrotingsdebat. Hopelijk krijgen we nu een meerderheid om onder andere de rechtsbijstand in Nederland de zorg te geven die hij verdient. Er is alle steun van GroenLinks voor het debat en een brief.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Precies, steun voor brief en debat.

De heer Recourt (PvdA):

Ik heb het al eerder gezegd: er is onduidelijkheid. Ook mijn eigen woorden in de media worden tot zulke proporties opgeblazen dat het goed is om in een debat duidelijk te maken wat ik gezegd heb. Ik hoor allerlei geroezemoes. Ik wil het ook nu wel duidelijk maken, maar dat duurt te lang voor de regeling.

De heer Van der Steur (VVD):

Met toepassing van begrijpend lezen is er aan mijn uitlatingen in ieder geval niks verkeerd te begrijpen. Wat mij betreft is er dan ook geen reden om een debat daarover te voeren. Sowieso praten we in de Kamer niet over standpunten van partijen, maar praten we met de minister. Ik hoor wat rumoer om mij heen, maar u begrijpt wat ik bedoel, voorzitter.

De voorzitter:

Als u minder zegt, dan is het meestal makkelijker om te begrijpen.

De heer Van der Steur (VVD):

Dat is waar, voorzitter. Daar hebt u gelijk in. Ik geef echter wel steun voor een brief, want het is wel interessant om te weten wat nu precies de consequenties zijn van de situatie in de Eerste Kamer.

De voorzitter:

Mijnheer Segers, ik stel vast dat u ruime steun hebt van de Kamer voor het houden van een debat over dit onderwerp, voorafgegaan door een brief. Ik heb zelfs gehoord dat die brief er volgende week moet zijn. Dat lijkt mij een goed plan. Ik stel voor dat we vragen aan het kabinet om die brief voor dinsdag 12.00 uur naar de Kamer te sturen. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief die laatste opmerking, zal ik doorgeleiden naar het kabinet. Daarna zal ik proberen het debat in te plannen.

Ik geef het woord aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren ontvingen wij van de staatssecretaris van Financiën een brief waarin staat dat hij meer openheid wil geven over het rulingbeleid van Nederland en over belastingontwijking. We hebben in deze Kamer reeds een debat aangevraagd naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer. Mijn verzoek van vandaag is om dat debat zo spoedig mogelijk in te plannen, zodat we over die brief over de openheid van rulings met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Alvorens dat debat plaatsheeft, wil ik graag aan de staatssecretaris van Financiën vragen of hij bereid is de Kamer vertrouwelijk inzicht te geven in de ruling van Starbucks, zodat we zijn nieuwe beleid gelijk in de praktijk kunnen brengen.

De voorzitter:

Refereert u aan het door uzelf aangevraagde debat over belastingontwijking?

De heer Klaver (GroenLinks):

Exact.

De voorzitter:

Dat is nr. 17 op de lijst. Als de Kamer in meerderheid vindt dat dit snel ingepland moet worden, zal ik dat doen. Ik ga dus aan de Kamer vragen wat zij daarvan vindt.

De heer Merkies (SP):

Het debat is des te urgenter nu Obama gisteren met nieuwe wetten is gekomen die ook effect hebben op Nederland. Multinationals maken daardoor minder kans om hun route via Nederland te laten lopen. Ik zou graag willen dat dit ook bij een brief wordt betrokken. De heer Klaver heeft geloof ik nog geen brief gevraagd, maar ik wil hierbij graag een brief hebben, waarin de staatssecretaris expliciet ingaat op de effecten van het Amerikaanse beleid voor Nederland.

De voorzitter:

Steun voor het debat, dus.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik wil graag met afgewogen argumenten het debat aangaan voor de bescherming van het Nederlandse fiscale erfgoed. Dat weet de heer Klaver. Die brief van de staatssecretaris is echter voor mij geen reden om te zeggen dat we dat naar voren moeten halen. Er zijn op dit vlak zo veel raderen in beweging. We gaan daar eens even heel rustig en gedegen naar kijken. Dat debat komt toch wel. Ik zou het debat nu dus niet naar voren willen halen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik geef steun om dat debat vlak na het krokusreces in te plannen. Ik wil voordat we het debat voeren nog de mogelijkheid hebben om een aantal nadere vragen te stellen en te bekijken op welke manier we inzage kunnen hebben in die deals, voor zover we inzage krijgen. Die volgorde wil ik dus aanhouden.

De voorzitter:

Dat sluit aan bij het verzoek van de heer Klaver.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Er is inderdaad gisteren een brief gekomen van de staatssecretaris. Die riep ook bij mij veel vragen op. Ik zou ook graag die stukken vertrouwelijk willen inzien. Dat lijkt mij heel goed. De heer Merkies wees op een aantal andere ontwikkelingen die gaande zijn. Dat lijkt mij alle reden om dit debat snel in te plannen met daarvóór de mogelijkheid om inzage te krijgen in een aantal stukken.

De voorzitter:

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Het gaat om een debat dat destijds met meerderheidssteun is aangevraagd. Bij de VVD is geen behoefte om het te vervroegen. Het lijkt me wel tijd dat we het eens over het belang van het vestigingsklimaat in Nederland hebben, want zo langzamerhand zorgen we er zo ongeveer voor dat we achteraan staan.

De voorzitter:

Maar dat is onderdeel van het debat.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik vind het zeer van belang; daarom zei ik het. Ik steun het verzoek om het te vervroegen dus niet.

De heer Groot (PvdA):

Ik steun het verzoek om het debat snel te voeren wel, om hier zo snel mogelijk duidelijkheid over te scheppen. Daarmee is ook het vestigingsklimaat gediend.

De heer Koolmees (D66):

Ik steun het verzoek om het debat sneller te houden, wat mij betreft na het krokusreces.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, ik stel vast dat u steun hebt van de meerderheid van de Kamer voor het snel inplannen van dit debat. Het zal niet meer voor het krokusreces kunnen, maar ik zal proberen om ervoor te zorgen dat het zo snel mogelijk daarna kan. Ik zal uw verzoeken via het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Ik hoop dat u de gelegenheid krijgt om de stukken al dan niet vertrouwelijk in te zien voordat het debat wordt ingepland.

De heer Klaver (GroenLinks):

Er is inderdaad een verzoek gedaan om een aantal stukken vertrouwelijk in te zien. De staatssecretaris lijkt daarvoor ruimte te bieden. Ik zou graag voor dinsdag 12.00 uur een reactie van de staatssecretaris krijgen op dat verzoek.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik ga het debat op de lijst van zo snel mogelijk in te plannen debatten zetten. De spreektijd is vier minuten per fractie.

Ik geef het woord aan de heer De Graaf van de PVV.

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Ruim anderhalf uur geleden mocht ik mondelinge vragen stellen aan de minister van Veiligheid en Justitie, de heer Opstelten. Ze gingen over een moslimterrorist die naar Syrië is terwijl hij hier straf heeft gekregen, en over laissez passers, een soort paspoorten om weer terug te komen. Die zijn er ook voor moslimterroristen die in Syrië zijn geweest, om wat voor reden dan ook, maar die kunt u allemaal zelf invullen.

De beantwoording van die mondelinge vragen heeft eigenlijk alleen maar meer vragen opgeroepen. Daarom verzoek ik om een debat met de minister van Veiligheid en Justitie om dieper in te gaan op deze materie en om het hele beleid van de integrale aanpak jihadisme tegen het licht te houden. Er zijn namelijk zo veel ontwikkelingen, nationaal en internationaal, dat we niet kunnen wachten op weer een volgend briefje van het kabinet. We moeten hier gewoon een debat voeren om de boel nogmaals tegen het licht te houden en beleidswijzigingen door te kunnen voeren.

De voorzitter:

Het verzoek is steun voor een debat over de integrale aanpak jihadisme.

De heer Van Raak (SP):

Een belangrijk onderwerp van dat debat is het optreden van de geheime diensten. Volgende week hebben we een overleg over de geheime diensten. Ik stel voor om dat debat uit te breiden en er ook de minister van Veiligheid en Justitie voor uit te nodigen.

De voorzitter:

Dit is een ander verzoek, namelijk om het te betrekken bij een algemeen overleg. U steunt dit verzoek van de heer De Graaf dus niet.

De heer Oskam (CDA):

In het verzoek staat dat de heer De Graaf ook wil debatteren over de celstraf. De minister heeft net gezegd dat die celstraf is uitgezeten. Wat mij betreft is dat punt van tafel. Een ander punt is dat die man naar Syrië is gegaan. Dat hoort meer thuis bij het AO AIVD dat volgende week, op 11 februari, wordt gehouden. Ik steun het verzoek voor het debat dus niet.

De voorzitter:

Geen steun voor dit verzoek.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Het is een heel belangrijk onderwerp, maar er staat nog een groot debat gepland over Syriëgangers en jihadisme. Dat is indertijd door mij aangevraagd. Tal van onderwerpen vallen daaronder. Ik zou dit onderwerp er ook onder willen laten vallen, want dan pak je alles in één keer. Het is een heel belangrijk onderwerp, maar laten we binnenkort één groot debat houden.

De voorzitter:

U steunt dit verzoek dus niet.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik denk dat het heel goed past bij het algemeen overleg Nationale veiligheid. Dat is even vooruitgeschoven, dus het zal zeer binnenkort gepland worden. Daar kan het heel goed bij.

De heer Recourt (PvdA):

Ik sluit me aan bij de woorden van de woordvoerder van D66.

De heer Dijkhoff (VVD):

Wat het verzoek van de heer De Graaf betreft, ben ik het eens met de heer Bontes. Het kan bij het plenaire debat gevoegd worden. Ik weet niet of ik op het verzoek van de heer Van Raak moet reageren, maar daarmee ben ik het niet zo eens.

De voorzitter:

Daar hoeft u niet op te reageren.

De heer Dijkhoff (VVD):

Nu heb ik het toch gedaan. Ik ben het daar dus niet zo mee eens.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een brief, maar het kan inderdaad bij andere debatten worden betrokken.

De heer Van der Staaij (SGP):

Wij steunen het verzoek om een brief. Verder kan het wat ons betreft snel worden betrokken bij het debat over ofwel de AIVD ofwel de nationale veiligheid.

De voorzitter:

Mijnheer De Graaf, ik stel vast dat er steun is voor een brief. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik stel ook vast dat er veel behoefte is om over dit onderwerp te praten. Ik heb begrepen dat er een aantal gelegenheden gepland is om dat te doen. Om die reden wordt er nu geen steun verleend voor het houden van een nieuw debat over dit onderwerp.

De heer De Graaf (PVV):

Wellicht is het dan handig om de debatten die plenair gepland staan naar voren te halen in het schema. Anders zou ik bijna willen zeggen: slaap verder. Dat is niet de bedoeling. We moeten waakzaam blijven.

De voorzitter:

Ik heb uw verzoek gehoord.

Het woord is aan degene die vandaag het bal geopend heeft bij de regeling van werkzaamheden: mevrouw Van Veldhoven. Zij heeft nog een verzoek.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Het komt gelukkig niet vaak voor de afgelopen jaren, maar we moeten toch constateren dat er nu wel een geval is waarbij de eenheid van het kabinetsbeleid geschaad is. Twee staatssecretarissen reageren via de media op elkaar naar aanleiding van een inhoudelijk plan rondom de dieselauto's. We zagen het vanochtend al in De Telegraaf en EenVandaag heeft al aangekondigd daar vanavond een item van te maken. Het is dus belangrijk dat we daarover snel helderheid hebben. Daarom wil D66 nog deze week een kort debat daarover zodat beide bewindspersonen daarover helderheid kunnen verschaffen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven verzoekt om steun voor een debat over de eenheid van kabinetsbeleid over de regels voor dieselrijders, dat nog deze week wordt gehouden.

De heer Bashir (SP):

Als twee staatssecretarissen rollebollend over straat gaan, mogen zij in vak-K komen uitleggen wat zij aan het doen zijn in de media en waarom zij aan het rollebollen zijn en er geen eenheid van kabinetsbeleid is. Daarom steun voor een debat.

De heer Van Helvert (CDA):

Over dit onderwerp is vandaag al een debat aangevraagd in de Trêveszaal. De ene staatssecretaris wil dieselauto's duurder maken — ik kan mij voorstellen dat minister Kamp van Economische Zaken dat heel erg steunt, want ook hij vindt dat er op duurzame energie gereden moet worden — maar de andere staatssecretaris, de heer Wiebes, wil dat niet.

De voorzitter:

Mijnheer Van Helvert, het verzoek is of u er deze week over wilt praten.

De heer Van Helvert (CDA):

Het is dus heel goed om daar, naast in de Trêveszaal, ook hier over te discussiëren. Zeker steun voor dit debat, want ik denk dat binnen de coalitie die behoefte er is.

De heer Bisschop (SGP):

Ik zou dit niet "rollebollend over straat" willen noemen, maar eerder "gezellig kissebissen", maar het punt is wel dat hier blijkbaar geen eenheid van kabinetsbeleid is. Daarom wil ik een brief waarin het kabinet uiteenzet hoe het hiertegen aankijkt. Daar moet niet in staan "onze visie is enerzijds dit en anderzijds dat", maar "onze visie is dit; zo gaan we ermee om". Ik vraag dus om een brief.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat.

De heer Madlener (PVV):

Wie verhoogt de belastingen het meest: de VVD of de PvdA? Het lijkt wel een wedstrijdje. Graag een debat over deze puinhoop van het kabinet, want de mensen is weer angst aangejaagd voor nieuwe belastingverhogingen.

Mevrouw Visser (VVD):

De VVD heeft de afgelopen periode meerdere malen schriftelijke vragen gesteld over luchtkwaliteit en alle maatregelen daaromtrent, dit naar aanleiding van allerlei voornemens in de media over trajectcontroles en uitbreiding van milieuzones. Naar aanleiding van de beantwoording daarvan en een brief van de staatssecretaris van Milieu eind vorig jaar hebben wij gisteren schriftelijke vragen gesteld, onder andere over dit onderwerp. Wat ons betreft worden die vragen eerst beantwoord. We hebben geen behoefte aan een debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn fractie vindt net als die van D66 eenheid van kabinetsbeleid enorm belangrijk. Daarom wel steun voor een kort debat waarin duidelijkheid komt en dat op korte termijn plaatsvindt. We moeten niet wachten tot over drie of zes weken, wanneer een keer de vragen beantwoord zijn van een fractie.

De voorzitter:

Het is helder.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is haast een soort haperend motorblok, zou ik zeggen. Aan de ene kant schrijft de staatssecretaris van I en M een brief en aan de andere kant neemt nota bene de staatssecretaris van Financiën op de radio daar afstand van. Zo gek hebben we het niet zo vaak gehad. Het lijkt mij alle reden voor een debat op een zo kort mogelijke termijn.

De heer Hoogland (PvdA):

Geen steun voor het debat. Het lijkt mij wel goed als het kabinet naar aanleiding van de brief die op 16 december gestuurd is, nu even de zaak opheldert naar aanleiding van de berichtgeving in de media vandaag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het debat en een brief.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik wil nog even reageren op de collega's die, begrijpelijk, langs de lijnen van de inhoud op beide voorstellen reageren. Daar gaat dit niet om. Het gaat erom dat er twee staatssecretarissen via de media op elkaar reageren.

De voorzitter:

Dat was helder. Uw verzoek had betrekking op de eenheid van kabinetsbeleid.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Vanwege de eenheid van het kabinetsbeleid is het zo belangrijk. Daar moet nog deze week een debat over komen.

De voorzitter:

Daar is ook op gereageerd. De meerderheid van de Kamer is het met dit verzoek niet eens. U hebt wel voldoende steun voor het houden van een dertigledendebat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Als u dat deze week kunt inplannen, ben ik daar natuurlijk geheel voor.

De voorzitter:

Dat kan ik niet, dat kan ik niet.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Het is traditie in het parlement — daarom maakt mijn fractiegenoot ook onderscheid tussen de inhoud en de procedure — dat als bewindslieden negatief reageren op elkaars voorstellen, de eenheid van kabinetsbeleid in het geding is en de betreffende bewindslieden per ommegaande naar de Kamer moeten komen. Ik vind het nog coulant als we zeggen deze week. Ik zou het liever vandaag nog hebben. Eén minuut spreektijd en helderheid. Ook u als Voorzitter moet het zich aantrekken wanneer leden van het kabinet elkaar afvallen op de radio terwijl wij hier vergaderen.

De heer Roemer (SP):

De heer Pechtold was me net voor. Hij maakte een terechte opmerking. Ik denk dat hier een rol voor de Voorzitter ligt om dit debat nog vandaag in te plannen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik hoorde de staatssecretaris op de radio zeggen dat hij in debat wilde met de andere staatssecretaris. Dat kan wat mij betreft hier, en wel zo snel mogelijk. Ik deel dus de opvatting van de collega.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Het betekent eigenlijk dat we een beroep moeten doen op onze collega's van de coalitie om dit punt, dat bijna aan de staatsrechtelijke identiteit raakt, te herzien. Als ze dat niet doen, dan kunt u als Voorzitter hierin misschien een rol spelen, zoals de heer Roemer zei.

De voorzitter:

Ik kan het verzoek voorleggen aan de twee partijen die hierin verandering kunnen brengen. Het verzoek van veel leden van de Kamer is om het debat alsnog deze week te voeren. Mijnheer Van Dam: eenheid van kabinetsbeleid.

De heer Van Dam (PvdA):

Er wordt gesuggereerd dat de staatssecretaris van Financiën gereageerd zou hebben op een inhoudelijk voorstel van de staatssecretaris van I en M. Dat heb ik nergens gezien. Er was een brief …

(Rumoer)

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter, mag ik dan de helderheid geven?

De voorzitter:

Nee, nee, nee! Nee, nee, nee! Nee, mevrouw Van Veldhoven! De heer Van Dam is nu aan het woord. Daar gaat het nu over. U mag straks weer.

De heer Van Dam (PvdA):

Wat een opwinding allemaal! De staatssecretaris van I en M heeft namelijk op 16 december een brief aan de Kamer geschreven. Daar gaat dit allemaal over, anderhalve maand later. In die brief doet zij geen inhoudelijk voorstel maar stelt zij dat zij in gesprek is. De staatssecretaris van Financiën heeft vanmorgen gezegd hoe hij daar inhoudelijk tegen aankijkt. Dat mag allemaal in een radio-interview. Het enige wat opmerkelijk was, is dat hij zei dat hij iets in de media had gelezen terwijl het gewoon in een brief aan de Kamer stond. Hoe dat precies zit, kan het kabinet volgens mij echt wel even schriftelijk ophelderen.

De voorzitter:

U vindt het argument "eenheid van kabinetsbeleid" hier dus niet aan de orde.

Mevrouw Visser (VVD):

Ik sluit me daarbij aan. Ik kan me voorstellen dat het kabinet naar aanleiding van deze discussie wel met een brief komt waarin het helderheid geeft.

De voorzitter:

Een brief voor morgen 12.00 uur waarin het wordt uitgelegd.

Mevrouw Van Veldhoven, u wilde ook nog iets zeggen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het gaat over het punt of er wel of niet door de staatssecretaris op zou zijn gereageerd in de media. Er stond vanochtend een groot artikel in De Telegraaf. Daarin staat dat Wiebes tegen de NOS bepaalde uitlatingen heeft gedaan over de inhoud van de plannen. Daarmee heeft hij dus wel degelijk via de media zelf gereageerd op de inhoud. Dat hij daar wat meer tijd voor heeft genomen, is dan blijkbaar zijn keuze. Het blijft dat die eenheid van kabinetsbeleid er niet is, dat daar onrust door ontstaat en dat we die helderheid dus snel moeten hebben. Wat betreft de brief is er in ieder geval duidelijkheid. Ik zou zeggen: die brief morgen voor 12.00 uur hier. En dan gewoon vandaag het debat.

De voorzitter:

Ik wil u wel weer het woord geven, mijnheer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Ik kijk naar u. We maken het hier nu al een paar maanden mee dat een meerderheid van VVD en PvdA alles wat haar niet bevalt, of het nu gaat over de pgb's of wat ook, blokkeert. Daarom hebben we een dertigledendebat en daarom hebben we bij de Voorzitter de mogelijkheid gelegd om, als iets echt actueel is, dat zo snel mogelijk in te plannen. Het gaat niet alleen over de inhoud van dit onderwerp, de dieselauto's. Het gaat over de eenheid van kabinetsbeleid. Ik roep u dus op om het voor vandaag in te plannen. De spreektijd is dan een minuut, want ze kunnen gewoon eventjes heel snel aangeven waar het verschil wel of niet zit. Mijn alternatief is: binnen een uur een brief en een nieuwe regeling om 17.30 uur.

De voorzitter:

Ik stel vast dat in de regeling van werkzaamheden de eenheid van kabinetsbeleid aan de orde werd gesteld. Ik vind het moeilijk om dat zo te beoordelen. Ik hoor dat verschillende mensen dat zo beoordelen. Ik hoor ook dat anderen hier daar anders tegen aankijken. Zij vertegenwoordigen de meerderheid van de Kamer. Daar kan ik niets aan doen. Het verzoek was: deze week. Mijn voorstel is: deze week, namelijk morgen voor 12.00 uur, die brief. Dat is ruim binnen de termijn in het verzoek van uw fractie. In die brief moet, binnen de kaders van het verzoek dat hier voorligt, duidelijkheid worden gegeven over de vraag of er inderdaad sprake is van een gebrek aan eenheid van kabinetsbeleid, waarover het debat eigenlijk moet gaan. Als u er dan naar aanleiding van de brief nog steeds twijfel over hebt, is er nog voldoende tijd om morgen bij de nieuwe regeling het verzoek te herhalen dat u nu hebt gedaan. Zo stel ik voor dat we het nu gaan oplossen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De heer Pechtold bracht nog een amendement in over het moment waarop die brief komt. Ik moet zeggen dat een kabinet dat zichzelf 24 uur moet geven om vast te kunnen stellen of er eenheid van kabinetsbeleid is, wel ver heen is. Ik zou zeggen: dat is een uurtje, en dan kunnen we beslissen of het inderdaad nodig is om vandaag nog een debat te voeren. Dus dan gaat het nu niet over beslissen over een debat, maar over het antwoord op de vraag: is er eenheid van kabinetsbeleid of niet? Dat kan helemaal niet 24 uur blijven hangen.

De voorzitter:

Ik heb aangesloten bij het verzoek. Blijkbaar was het, toen het verzoek gedaan werd, voldoende dat de onduidelijkheid deze week werd opgeheven. Ik doe in de richting van de Kamer een voorstel dat ruim binnen die marge past, namelijk: binnen 24 uur lossen we het op. Dat lijkt mij binnen het verzoek zoals het gedaan is een acceptabel voorstel. Dan is er nog ruim de mogelijkheid om morgen bij de regeling van werkzaamheden het verzoek dat hier gedaan is, opnieuw te doen. Ik zal het dan opnieuw aan de Kamer voorleggen en een nieuw voorstel doen. Ik wil het daar eigenlijk heel graag bij laten. We kunnen hier nog heel lang met elkaar blijven praten, …

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter, …

De voorzitter:

Ga uw gang, mijnheer Slob. Volgens mij was de heer Roemer trouwens eerder.

De heer Roemer (SP):

Dank u wel, mijnheer Slob. Dank u wel, voorzitter. We moeten op dit soort zaken wel heel secuur blijven.

De voorzitter:

Ja.

De heer Roemer (SP):

Natuurlijk snap ik dat coalitiepartijen hun eigen staatssecretaris graag de hand boven het hoofd willen houden en er daarom niet over willen debatteren, maar daar hebben we ook een Voorzitter voor. Op het moment dat er inderdaad zo'n onenigheid is in kabinetsbeleid, moet je dat niet laten rommelen. Dat doen we ook niet bij moties van wantrouwen. Dan zeggen we ook niet: doe maar morgen of overmorgen. Op dit soort zaken moeten we zuiver zijn. Ik steun dus van harte het verzoek van Pechtold: binnen een uur een brief en daarna een regeling.

De heer Slob (ChristenUnie):

Als er helemaal niets aan de hand is, wat de coalitiepartijen nu toch suggereren, dan is zo'n briefje volgens mij binnen vijf minuten verstuurd. Het kan zelfs één regeltje zijn. Laten we het dus gewoon vanmiddag ophelderen, dan is iedereen weer gerustgesteld. Want ik begrijp de geroerdheid wel; er zijn wat zorgen over de eenheid van kabinetsbeleid.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP steunt het verzoek om daarover zo snel mogelijk een brief te ontvangen. Dan kunnen we daarna bekijken of er een debat nodig is. Wij maken uit de berichtgeving op dat het nog een slagje ingewikkelder is: er is geen eenheid van regeringsbeleid omdat er op dit precieze punt nog geen beleid is. De ene minister wilde beleid maken en de andere vond dat niet meteen logisch. Wij horen graag wat daarvan de uitkomst is.

De voorzitter:

Ik heb u gehoord. Ik zal het kabinet verzoeken om de brief zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen. Binnen een uur, heb ik u horen zeggen, mijnheer Pechtold. Ik herhaal ... Nee, ik herhaal het trouwens niet. U hebt gehoord wat ik daarover heb gezegd, maar blijkbaar bent u van gedachten veranderd en moet er nu binnen een uur een brief komen.

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Dat geeft het kabinet de mogelijkheid om aan te geven waar het staat, en het geeft u de mogelijkheid, mijnheer Pechtold, om een extra regeling van werkzaamheden aan te vragen als u daartoe de behoefte voelt.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter, sorry, maar met die conclusie ben ik het niet eens. Een meerderheid van de Kamer is het ermee eens dat het kabinet wordt verzocht om zo snel mogelijk een brief te sturen, uiterlijk voor morgen 12.00 uur. Als u de conclusie trekt dat nu het verzoek doorgeleid wordt om binnen het uur een brief te verstrekken, dan is dat een andere conclusie dan de meerderheid van de Kamer heeft uitgesproken. Ik zou inderdaad graag, zoals de heer Roemer zei, de gebruiken hier houden zoals ze zijn. Een meerderheid heeft een verzoek gedaan. Kunnen ze het binnen een uur, prima, dan ligt de brief er over een uur, maar uiterlijk morgen om 12.00 uur. Dat is wat er voorlag en dat is, wat mij betreft, ook wat er doorgeleid wordt.

De voorzitter:

En dat is precies wat ik doe als voorzitter: ik geleid het stenogram door. Daar staat alles in wat hier gewisseld is, maar als een lid van deze Kamer aangeeft dat hij op enig moment een nieuwe regeling van werkzaamheden wenst, hebt u dat hier allen gehoord.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter.

De voorzitter:

We zijn hierover nu al heel lang aan het praten, mevrouw Van Veldhoven. U hebt al veel gezegd en uw fractievoorzitter heeft ook al veel gezegd. Mijn voorstel is dat we het daar voor nu bij laten. Er komt wellicht een ander moment waarop we er verder over gaan spreken.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik wil in ieder geval het punt van onduidelijkheid uit de weg helpen. U gaf aan dat mijn fractie deze week opheldering wilde. Wij wilden deze week een debat, en die brief moet er zo snel mogelijk zijn. Ik ben blij dat ik de heer Zijlstra in ieder geval geen bezwaar heb horen uitspreken tegen het ontvangen van de brief binnen één uur. Ik hoop dat het kabinet ook dat gedeelte van het stenogram goed leest.

De voorzitter:

Ik zal ervoor zorgen dat dit deel van het stenogram ook doorgeleid wordt naar het kabinet.

Hiermee is einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. Na de schorsing gaan wij stemmen. Ik verzoek de leden die dat nog niet hebben gedaan, de presentielijst te tekenen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven