Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 94, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 94, item 4 |
Vragen van het lid Van Laar aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de dramatische examenresultaten in Caribisch Nederland.
De heer Van Laar (PvdA):
Voorzitter. 35% van de leerlingen die vwo-examen deden op Bonaire is geslaagd, 35%! In Europees Nederland is het de gewoonte dat meer dan 90% van de leerlingen slaagt. Bonaire is sinds 2010 onderdeel van het land Nederland. Een school met 35% geslaagden is, voor zover wij kunnen nagaan, uniek in de Nederlandse geschiedenis. Hoe verklaart de staatssecretaris dit?
De leerlingen zelf trokken een halfjaar geleden al aan de bel. Sommige eindexamenleerlingen hadden al maanden geen biologieles meer gehad. Vakkrachten op wiskunde en Nederlands ontbreken of ontbraken. De leerlingen voelden zich slecht voorbereid op hun eindexamen. Een leerling stelde: we hebben hulp en begeleiding nodig om de materie onder de knie te krijgen voor het examen. Op welke manier heeft de staatssecretaris deze leerlingen gesteund?
De school gaf aan dat er geen structurele problemen waren en dat de resultaten van de schoolexamens goed waren. Toch zijn de meeste leerlingen gezakt. Hoe verklaart de staatssecretaris het grote verschil tussen de schoolexamens en de eindexamens? Gaat de inspectie hier onderzoek naar doen? Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat de leerlingen niet de dupe worden van deze situatie? Is het bijvoorbeeld mogelijk dat zij een tweede herkansing krijgen, omdat de school heeft gefaald? En, minstens zo belangrijk, hoe zorgt de staatssecretaris ervoor dat deze situatie zich volgend jaar en in de jaren daarna niet herhaalt?
Staatssecretaris Dekker:
Voorzitter. In reactie op de heer Van Laar wil ik zeggen dat de voorlopige uitslagen teleurstellend zijn, niet alleen voor de school, maar vooral voor de leerlingen. Zij hebben zes jaar lang hard gewerkt, zitten in spanning rond hun eindexamen en dan blijken na de eerste ronde de resultaten gewoon dramatisch te zijn. Ik zeg daar gelijk bij dat wij de cijfers die u en ik op dit moment hebben uit de kranten niet hebben kunnen valideren, omdat die nog vanuit Bonaire hier naartoe moeten komen. De cijfers zijn ook nog niet definitief, omdat op dit moment de leerlingen, net als in het vwo hier, nog een herkansing kunnen maken. Wellicht zijn de uitslagen daarna beter.
De uitslagen op Bonaire voor het voortgezet onderwijs blijven al jaren achter bij die van het Europese deel van Nederland. Dat heeft te maken met het feit dat de scholen die we kregen in 2010 eigenlijk in het hele Caribische deel van Nederland onder de maat waren; zwak en zeer zwak. Sindsdien wordt er hard aan gewerkt om ze op te krikken. Om even een beeld te geven: de examenuitslagen van de havo lijken nu ook onder het niveau van het Europese deel van Nederland te liggen, zo rond de 50% tot 60%. Dat waren ze vorig jaar ook. Hetzelfde geldt voor het vmbo.
Je ziet bij het vwo overigens wel een enorme fluctuatie. Twee jaar terug slaagde 100% van de leerlingen. Vorig jaar was dat 72%. Dit jaar zal het — als het voorlopige aantal echt klopt en als dat ook na de eerste herkansing zo blijft — enorm achterblijven. Wat daar wel mee te maken heeft, is dat de N heel klein is. Het gaat om één examenklas met tussen de vijftien en twintig leerlingen, waardoor je soms ook wat uitschieters hebt die je bij grotere leerlingaantallen niet hebt.
De vraag was: wat is er gebeurd? Deze school staat al een tijd op het vizier bij ons en ook bij de inspectie. Dat zal ook zo blijven. Wat gaan wij doen om herhaling te voorkomen? Wat mij betreft, gaan wij door met het verbetertraject dat is ingezet en daarbij hoort ook dat de directie van deze school grondig moet worden aangepakt. Wij hebben tegen het bestuur van de SGB gezegd dat het hoog tijd wordt dat er een nieuwe directeur komt, die vorm gaat geven aan de toekomst.
De heer Van Laar (PvdA):
Voor deze leerlingen biedt dat nog geen oplossing, dus ik hoor graag van de staatssecretaris wat er voor hen gedaan kan worden. De resultaten lijken dus inderdaad achteruit te gaan. De cijfers zijn tegenover ons bevestigd door de school zelf. Dat lijkt me voldoende bevestiging. Net als op Bonaire zien wij breder, op alle drie de eilanden in Caribisch Nederland grote problemen. Er zijn conflicten tussen bestuur, directie en leerkrachten en de taalproblemen worden steeds erger. Op Bonaire hebben deze leerlingen nog basisonderwijs in het Nederlands gehad. Dan mag je verwachten dat het niveau van hun Nederlands in ieder geval redelijk is. Sinds 2003 krijgen ze echter basisonderwijs in het Papiaments. De taalproblemen worden dus alleen maar erger. De vraag is toch wat de staatssecretaris gaat doen om het onderwijs in Caribisch Nederland binnen zeer korte termijn op het niveau van Nederland te krijgen.
Staatssecretaris Dekker:
Voorzitter. Laat ik daar helder over zijn. Dat is niet een kwestie van even een sprintje trekken. Dat vraagt om een heel lange adem en verbetering op heel veel vlakken, om beter management en beter financieel bestuur, want dat geldt ook voor de school. De suggestie die wordt gewekt dat er sprake zou zijn van bezuinigingen, wil ik echt bestrijden. Deze school heeft niet alleen meer geld gekregen dan ze kreeg in 2010, maar heeft jaarlijks ook een extra bijdrage vanuit Nederland gekregen, juist om het onderwijs te verbeteren, hoewel daarbij nog onvoldoende voortgang wordt geboekt.
Wat mij betreft, moeten we twee dingen doen. Ten eerste moeten we structureel iets doen om het onderwijs daar te verbeteren. Daarover heb ik al wat gezegd. Ten tweede wil ik specifiek voor deze lichting studenten bekijken hoe ze ervoor staan na de eerste herkansing. Zijn dan de resultaten nog steeds zo tegenvallend? Als dat het geval is, wat is er dan nog mogelijk om eventueel één vak, als ze op één vak zijn gezakt, in het derde tijdvak mee te nemen? Ik kan dat op dit moment niet zeggen, omdat ik de uitslagen nog niet ken. Die kennen we pas na de eerste herkansing. Ook moet ik bekijken of de school bereid is om tijdens de zomer het een en ander te doen aan bijles aan deze leerlingen. Anders heeft ook een tweede herkansing weinig zin.
De heer Van Laar (PvdA):
Dat laatste is goed nieuws. Mag ik de staatssecretaris vragen om na de herexamens, als de definitieve resultaten er zijn, een brief te sturen aan de Kamer met de oplossing voor deze leerlingen, maar ook met een vooruitblik, namelijk hoe we ervoor gaan zorgen dat dit volgend jaar niet weer gebeurt? Een examenklas heeft al een halfjaar geen biologieles gehad. Dat kan gewoon niet in Nederland. Hoe gaan we dat voorkomen? Als de staatssecretaris dat kan toezeggen, zijn we in ieder geval een stapje verder.
Staatssecretaris Dekker:
Het lijkt mij inderdaad goed dat ik de Kamer een brief stuur zodra wij de uitslagen hebben van de eerste herkansing.
De heer Bisschop (SGP):
Ik heb alle waardering voor de oprecht goede bedoelingen van de staatssecretaris, maar ik heb toch de indruk dat dit wat te kort door de bocht is. Is het de taak van de staatssecretaris om op dit dossier op deze wijze in te grijpen? Is dat niet de verantwoordelijkheid van de school en van de inspectie die toezicht moet houden? Met andere woorden: de staatssecretaris is systeemverantwoordelijk, maar niet uitvoeringsverantwoordelijk, behalve in toezichthoudende zin. Laat de staatssecretaris zich op dit moment niet door zijn goede hart te veel meeslepen uit bewogenheid met de leerlingen die het slachtoffer zijn van een falend onderwijsinstituut?
Staatssecretaris Dekker:
De heer Bisschop heeft helemaal gelijk dat de verantwoordelijkheid in eerste instantie bij het bestuur ligt, maar het is mijn stelselverantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat er wat gebeurt als zo'n bestuur niet zijn verantwoordelijkheid neemt of niet in staat is om de noodzakelijke verbeteringen door te voeren. Op alle drie de eilanden die onder Nederland zijn gekomen, hadden de scholen überhaupt al een zeer zorgelijke kwaliteit toen we ze kregen. Toen hebben we met ons allen in de Kamer afgesproken dat dit vraagt om extra aandacht.
Verder heb ik bij deze school, net als voor een school in Nederland, in mijn ogen wel degelijk een taak om in te grijpen als daar echt van alles aan de hand is. Dat is hier het geval. Dat geeft de inspectie ook aan. Dat blijkt ook uit het feit dat er grote financiële problemen zijn bij deze school. De wet biedt de mogelijkheid om in te grijpen ook. Ik kan een opdracht geven om het een en ander te verbeteren. Als het bestuur die niet opvolgt, hebben wij altijd nog de aanwijzingsbevoegdheid.
Mevrouw Hachchi (D66):
De achterstanden op Bonaire, Saba en Statia bestaan op alle schoolniveaus. Ik heb zelf ook een keer voor de klas mogen staan en heb kunnen meemaken dat het niveau hier en daar behoorlijk achterloopt. Aangezien de staatssecretaris ook in zijn antwoorden aan collega Van Laar aangeeft dat het een kwestie van lange adem is, stel ik de staatssecretaris deze directe vraag. Als een school in het Europese deel van Nederland deze resultaten zou behalen, wat ging hij dan vanaf vandaag al doen?
Staatssecretaris Dekker:
Als dit in het Europese deel van Nederland zou gebeuren, gingen onmiddellijk alle alarmbellen rinkelen en grepen we in. Dat doen we hier trouwens ook. Dat doen we voor alle scholen op de drie eilanden. Wat dat betreft is het niet anders. Het enige verschil is dat deze scholen al ronduit slecht waren toen ze in 2010 bij Nederland kwamen. Waar je in Nederland een slechte school nog wel eens kunt sluiten waarna de de kinderen naar een andere school gaan, is dat op Bonaire net even wat anders. Dit is de enige school voor voortgezet onderwijs op Bonaire, dus sluiten is veel minder een optie dan bijvoorbeeld bij een school in Rotterdam. In dat geval kun je zeggen dat die kinderen maar ergens anders heen moeten. Dat betekent dat we er jaar in, jaar uit bovenop moeten zitten om de verbeteringen te realiseren. Aan de ene kant is de aanpak dus vergelijkbaar, namelijk er bovenop zitten en ingrijpen als het nodig is, en aan de andere kant specifiek, omdat zij van ver komen en wij hier met eilanden te maken hebben waar het soms de enige school is die een bepaalde vorm van onderwijs biedt.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-94-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.