24 Stemmingen Verhoging wettelijk strafmaximum doodslag

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van het wettelijk strafmaximum van doodslag (verhoging wettelijk strafmaximum doodslag) (35871).

(Zie vergadering van 20 april 2022.)

In stemming komt het amendement-Markuszower (stuk nr. 8, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van JA21 en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 8 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Ellemeet c.s. (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Lid Gündoğan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 9 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Voordat we overgaan naar de stemming over het wetsvoorstel krijgen we eerst een stemverklaring.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hadden de indruk dat u niet iedereen heeft meegeteld aan de rechterkant van de zaal.

De voorzitter:

Dat hebben we wel gedaan.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja?

De voorzitter:

Ja, en de uitslag is ook vastgesteld.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik vind het ook allemaal een beetje verwarrend inmiddels. In de verwarring heb ik mijn hand opgestoken bij het amendement-Ellemeet. Dat had ik niet moeten doen. Dus ik word geacht tegen te hebben gestemd.

De voorzitter:

Ja, dat kan gebeuren. O, mevrouw Van der Plas, u bent niet genoemd.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Maar nu weten we het!

De voorzitter:

Maar nu weten we het wel. Wij zagen de verwarring bij u.

Mevrouw Bikker, voor uw stemverklaring.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Deze stemverklaring is mede namens de SP-fractie. De fracties van de SP en de ChristenUnie delen de opvatting — die, denk ik, bijna wel Kamerbreed is — dat het gat tussen strafmaximum voor moord, namelijk 30 jaar, en dat voor doodslag, namelijk 15 jaar, in onze huidige wet te groot is en dat er argumenten zijn om de strafmaat voor doodslag te verhogen. Daarbij ligt de verhoging van het strafmaximum naar 20 jaar meer voor de hand dan de beoogde 25 jaar in dit wetsvoorstel, ook gezien de duur van opgelegde straffen en de relatie tot andere strafmaxima. Het amendement-Ellemeet is echter zojuist door een meerderheid van de Kamer verworpen. Dat plaatst ons voor het ongemakkelijke dilemma om óf het te grote gat tussen de strafmaxima voor moord en doodslag in stand te houden, óf een strafmaximum van 25 jaar, dat ten minste beter onderbouwd had moeten worden, te steunen. Omdat uiteindelijk de rechter de straf bepaalt en daarbij ook het verschil tussen moord en doodslag tot uitdrukking zal blijven komen, zullen beide fracties met het genoemde ongemak voor het wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bikker.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven