17 Verkeersveiligheid

Aan de orde is het VAO Verkeersveiligheid (AO d.d. 05/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Verkeersveiligheid. Ik heet de minister hartelijk welkom. Ik zou het woord willen geven aan mevrouw Postma van het CDA.

Mevrouw Postma (CDA):

Voorzitter, dank. Ik heb het VAO Verkeersveiligheid aangevraagd om het ook over het CBR te kunnen hebben. We zien dat de administratieve verlenging voor 75-plussers lucht geeft. Helaas is dat echter niet voor iedereen het geval. Er is een heel kleine groep die er wat negatiever uitkomt. Ik refereer dan met name aan de mensen die in de grensstreek wonen en graag bij hun familie in België of Duitsland op bezoek willen, of de mensen met een kleine beurs die graag in het laagseizoen, in mei en juni, met vakantie willen en een auto nodig hebben om in het buitenland te kunnen rijden. Om die reden heb ik twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de CBR-maandrapportage van december 2019 en januari 2020 staat dat dossiers van klanten die vallen onder de administratieve verlenging 75-plus tijdelijk terzijde worden gelegd;

overwegende dat 75-plussers hierdoor voor een langere periode niet in het buitenland kunnen rijden omdat met de administratieve verlenging alleen in Nederland kan worden gereden;

overwegende dat deze administratieve verlenging lucht biedt voor veel 75-plussers, maar er ook een groep 75-plussers is die wel over de grens wil rijden, in verband met bijvoorbeeld familiebezoek, mantelzorg of vakantie;

overwegende dat deze groep niet lang kan wachten om naar het buitenland te reizen;

verzoekt de regering met het CBR te regelen dat voor deze specifieke groep 75-plussers een passende oplossing wordt gevonden om zo spoedig mogelijk in het buitenland te kunnen rijden, en de Kamer voor 1 april 2020 te informeren hoe dit is vormgegeven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Postma, Sienot, Laçin, Stoffer, Van Aalst, Moorlag, Van Haga en Van Brenk.

Zij krijgt nr. 798 (29398).

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Het is een brede motie. Ik was benieuwd of het CDA wil weten wat voor gevolgen het heeft als je deze motie zou uitvoeren, en wat dat betekent voor de wachtrij met al die andere mensen die ook graag een rijbewijs willen hebben.

Mevrouw Postma (CDA):

Dat is een hele goede vraag. Daar hebben wij naar gekeken en daar heb ik ook naar geïnformeerd: wat betekent dat dan? Naar ons idee is dit een vrij kleine groep. Ik noemde al vrij specifiek de mensen die in de grensregio wonen en graag op familiebezoek willen. Dat vinden wij een belangrijke waarde. Het gaat ook om de mensen die graag met hun auto in het laagseizoen met vakantie willen, naar die plek in Frankrijk of Duitsland waar ze altijd heen gaan. Toen heb ik gekeken wat voor effect dit heeft op die hele grote groep van wachtenden. Volgens mij zijn dat in totaal 150.000 mensen. Daar is op dit moment nog geen antwoord op. Is het één dag? Zijn het twee dagen? Is het een week? Voor welke groep wil je dan gaan staan? Met die gedachte heb ik hiernaar gekeken. Ik zie toch wel mensen in die grensstreek die echt een rijbewijs nodig hebben. Daar willen wij voor gaan staan, en vandaar ook deze motie.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik wil ook een oplossing, voor iedereen. Je kunt niet iedereen voorrang geven. Dus als je een groep voorrang gaat geven, moet je wel weten wat dat betekent. Is het dan niet handig om dat eerst te weten? En wat zeg je tegen al die mensen die nu ook een rijbewijs willen aanvragen, die dat ook nodig hebben? Is het niet raar om zoiets af te dwingen, of in te dienen, zonder dat je weet wat de gevolgen daarvan zijn?

Mevrouw Postma (CDA):

Wat deze motie beoogt, is juist lucht geven aan de mensen die bij ons aankloppen en zeggen: ik wil echt heel graag mijn broer zien, zoals ik elke week doe. Ik woon in het grensgebied en mijn broer woont in Duitsland. Ik ben zelf 85 en mijn broer is 83, maar ik kan nu niet meer naar hem toe. Dat zijn de mensen die wij lucht willen geven. Dat zijn de mensen waar wij voor willen staan. Dat is ook precies wat de motie vraagt. De motie vraagt om te bekijken of die mensen, als zij naar het CBR bellen, meer coulance kunnen krijgen en weer terug kunnen in die wachtrij, zodat ze echt dat rijbewijs weer kunnen aanvragen. Dat kan nu niet, want ze worden helemaal achteraan gezet. Dat is het probleem en daar willen we graag een oplossing voor zien.

De heer Van Aalst (PVV):

De handtekening van de PVV staat natuurlijk onder de motie. Wij zijn vaak niet hele grote vrienden met de heer Pechtold, maar heeft mevrouw Postma gezien hoe enthousiast hij gisteravond bij Jinek reageerde? Ik zou haast denken dat u de motie gisteravond met hem gedeeld hebt.

Mevrouw Postma (CDA):

Dan trekken wij andere conclusies uit diezelfde uitzending van Jinek. Ik zie eigenlijk iemand die daar staat en zegt: ik tref een organisatie aan in crisis, en die is nog steeds in crisis. Wat ik zie, is dat hij hard aan het werk is om te proberen daar wat aan te doen. Maar wat ik graag zou willen, is dat hij extra oog heeft voor deze groep die wij benoemen. Dat mis ik namelijk wel, en ik denk dat de heer Van Aalst dat met mij deelt.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik heb goed naar de uitzending gekeken gisteravond, en volgens mij was dat exact wat hij zei. Hij zei: we kunnen niet iedereen voorrang geven. Maar over deze speciale categorie mensen realiseerde hij zich dat die gewoon hun familie moeten kunnen bezoeken en hun boodschapjes net over de grens moeten kunnen doen. Hij zei dat hij daar best naar wil kijken. Hij zei ook: niet iedereen moet zich nu gaan melden. Dat gaat niet lukken; we kunnen niet iedereen voorrang geven. Maar volgens mij is het CBR, voor de categorie die we hier benoemen, best bereid om daarnaar te kijken.

Mevrouw Postma (CDA):

Het zou prachtig zijn als dat inderdaad de interpretatie zou zijn van de woorden en als de heer Pechtold nu zou zeggen: nu gaan we inderdaad aan de slag en die motie gaan we direct uitvoeren.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Mevrouw Postma (CDA):

Ik heb nog één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 75-plussers die onder de administratieve verlenging vallen niet in het buitenland mogen rijden;

overwegende dat er behoefte is aan over de grens rijden voor bijvoorbeeld familiebezoek, mantelzorg, vakantie of een medische behandeling in het buitenland, maar het CBR alleen in uitzonderlijke situaties een uitzondering mag maken;

verzoekt de regering met het CBR te bespreken voor welke situaties de categorie "dringend moeten rijden in het buitenland" kan worden uitgebreid, en de Kamer uiterlijk voor het meireces te informeren voor welke extra situaties deze uitzondering zou kunnen gaan gelden en wanneer dit in zou kunnen gaan;

verzoekt de regering tevens in gesprek te gaan met omringende landen (België, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk, Italië, Spanje, Oostenrijk en Zwitserland) om via een uiterste inspanning te proberen om de administratieve verlenging ook in het buitenland geaccepteerd te krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Postma, Laçin, Sienot, Stoffer, Van Haga, Moorlag, Van Brenk, Van der Graaf en Remco Dijkstra.

Zij krijgt nr. 799 (29398).

Dank u wel. De heer Laçin.

De heer Laçin (SP):

Dank, voorzitter. Wij hebben beide moties van mevrouw Postma ook ondertekend. We hopen dat er snel een oplossing komt voor die groep. Ik heb zelf tijdens het debat, het AO Verkeersveiligheid, ook aandacht gevraagd voor de lichte elektrische voertuigen. Nu kon ik ook aan de minister merken dat ze ermee aan de slag wil en dat we daar bij het definitieve toelatingskader wel wat oplossingen voor moeten kunnen bieden. Vandaar deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat lichte elektrische voertuigen zoals de elektrische step verkrijgbaar zijn in Nederland en dat deze voertuigen in het dagelijkse leven nu al gebruikt worden;

constaterende dat een deel van deze voertuigen nog niet op de openbare weg gebruikt mag worden;

constaterende dat er Europese richtlijnen zijn voor deze voertuigen en landen als Duitsland, België en Frankrijk het gebruik van deze voertuigen op de openbare weg al mogelijk hebben gemaakt;

overwegende dat lichte elektrische voertuigen kunnen bijdragen aan verduurzaming van het vervoer en een alternatief kunnen vormen voor de auto;

overwegende dat de minister werkt aan het definitieve toelatingskader voor onder andere lichte elektrische voertuigen;

verzoekt de regering het definitieve toelatingskader voor lichte elektrische voertuigen in lijn te brengen met de Europese richtlijnen en in aanloop naar het definitieve toelatingskader in gesprek te gaan met producenten, aanbieders en gebruikers van LEV's over de eisen die aan deze voertuigen gesteld worden, waarbij de veiligheid centraal moet staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Laçin en Sienot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 800 (29398).

De heer Laçin (SP):

We hebben ook kunnen constateren dat SUV's steeds meer verkocht worden. Dat zijn grote auto's. Dat brengt risico's met zich mee voor andere weggebruikers, zoals fietsers en voetgangers. Mevrouw Kröger dient daar straks een motie over in die ik mede heb ondertekend.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Aalst van de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een boeiend AO gehad, vooral toen ik met mijn collega Sienot sprak over drugsgebruik: wel of niet. Daarover verschillen we toch wat van mening, in dat opzicht.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat drugsgebruik in het verkeer minstens net zo gevaarlijk is als alcoholgebruik;

van mening dat daarom meer aandacht moet komen voor dit probleem in de voorlichtingscampagnes voor veilig verkeer in Nederland;

verzoekt de regering om het tegengaan van drugsgebruik in het verkeer een prominente plek te geven in de voorlichtingscampagnes voor veilig verkeer in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Aalst. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 801 (29398).

De heer Van Aalst (PVV):

Dan constateerde de SWOV recentelijk al in een onderzoek dat rijbaanscheiding een hele goede optie is om frontale botsingen te voorkomen op N-wegen. Dat is al jarenlang een PVV-standpunt en daarom hebben wij dat samengevat in een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de SWOV constateert dat een fysieke rijbaanscheiding een goede optie is om frontale botsingen te voorkomen;

van mening dat het daarom wenselijk is te weten waar deze optie een positief effect op de verkeersveiligheid heeft;

verzoekt de regering in kaart te brengen welke N-wegen gebaat zijn bij de plaatsing van een middengeleider ter bevordering van de verkeersveiligheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Aalst. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 802 (29398).

De heer Van Aalst (PVV):

Voor alle duidelijkheid voor de mensen thuis: de SWOV is ons wetenschappelijk onderzoeksinstituut voor verkeersveiligheid.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. In het debat heb ik mijn zorgen geuit over het groeiende aantal SUV's en het feit dat het onderzoek en de aanbevelingen van de European Transport Safety Council echt aandacht wordt gevraagd voor deze auto's en het grote risico voor potentiële ongelukken dat ze met zich meebrengen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit Europees en Amerikaans onderzoek blijkt dat SUV's voor een groter verkeersrisico zorgen door een grotere kans op ongevallen en een grotere kans op ernstig letsel bij ongevallen;

overwegende dat de almaar toenemende populariteit van SUV's daarmee ook zorgt voor toenemende risico's;

overwegende dat er voor Nederland geen goede cijfers beschikbaar zijn en er daarom minder goed gericht beleid gemaakt kan worden;

verzoekt de regering om gericht onderzoek te doen door de registratie van ongevallen binnen de bebouwde kom te splitsen naar vrachtwagens, bestelbusjes, SUV's en "gewone" personenauto's op basis van de ongevallenregistratie van de afgelopen vijf jaar, en de Kamer hierover te informeren;

verzoekt de regering tevens om voortaan bij letselongevallen met voertuigen en zwakkere verkeersdeelnemers te registreren om wat voor soort voertuig het gaat, en hierover te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Postma en Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 803 (29398).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Daarnaast hebben we in het debat veel aandacht gevraagd voor de mogelijkheden om 30 km/u als norm te hanteren binnen de bebouwde kom. Ook dit is een duidelijke aanbeveling van de European Transport Safety Council. Ik dien daarover geen motie in, omdat ik eigenlijk hoop dat de minister wil toezeggen dat zij heel serieus gaat kijken naar die aanbeveling van de European Transport Safety Council en ook naar de discussie die gaat plaatsvinden bij het Nationaal Verkeersveiligheidscongres dat nog moet plaatsvinden en waar dit specifiek geagendeerd is. Dan gaat het eigenlijk toch echt om het kijken naar 30 km/u binnen de bebouwde kom, vooral voor die wegen waar auto's en zwakkere verkeersdeelnemers zoals fietsers en alle nieuwe voertuigen — waar net een motie over is ingediend — één weg delen, en om het kijken naar de extra risico's die dat met zich meebrengt. Ik hoop dat de minister wil toezeggen om toch een kosten-batenanalyse van deze situatie uit te voeren.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Dijkstra van de VVD.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Drie moties, voorzitter. De eerste gaat over een breed onderzoek naar drugs in het verkeer.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat drugsgebruik in het verkeer helaas een blijvend verschijnsel is, waar continu aandacht voor moet zijn, in combinatie met preventie, handhaving en sanctionering;

overwegende dat het al lang geleden is dat er een breed onderzoek is gedaan naar met name drugsgebruik in het verkeer en nieuwe drugssoorten die zich aandienen;

van mening dat drugs in het verkeer alleen adequaat aangepakt kan worden als het probleem duidelijk in kaart wordt gebracht;

verzoekt de regering een breed onderzoek te laten uitvoeren naar drugsgebruik in combinatie met verkeersdeelname en beweegredenen van individuen, en de Kamer daar zo spoedig mogelijk over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Remco Dijkstra, Van Brenk en Van der Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 804 (29398).

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Motorrijders ook safe.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat motorrijders relatief kwetsbaar zijn in het hedendaagse verkeer en de verkeersveiligheid voor alle verkeersdeelnemers aandacht behoeft;

constaterende dat er bij de inrichting van de weg en aanleg van weginfrastructuur nog steeds onnodig obstakels zijn, of zelfs worden geplaatst, waaraan motorrijders zich levensgevaarlijk kunnen verwonden, terwijl dat niet nodig is;

overwegende dat de minister miljoenen euro's ter beschikking heeft gesteld om de verkeersveiligheid op gemeentelijke en provinciale te vergroten;

verzoekt de regering de ervaringen van de motorrijdersactiegroep en de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging te gebruiken om waar mogelijk wegbeheerders te wijzen op gevaarlijke situaties voor motorrijders en deze zo spoedig mogelijk indien mogelijk te verhelpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Remco Dijkstra, Van Brenk en Sienot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 805 (29398).

De heer Van Aalst heeft een vraag.

De heer Van Aalst (PVV):

Eén korte vraag aan de heer Dijkstra. Bedoelt u daar ook mee de middengeleiders of die geleiders aan de zijkant, die onderlangs mooi dicht zijn om juist te voorkomen dat motorrijders daar onderdoor schieten of dat ze, als die geleiders niet aanwezig zijn, de boom raken?

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Er zijn heel veel obstakels die gevaarlijk kunnen zijn voor motorrijders. U noemt er een paar. Ik heb een voorbeeld gezien in Limburg, waarbij lantarenpalen voor de vangrail zijn geplaatst. Ja, wat raak je eerder? De lantarenpaal in plaats van de vangrail, en dat is niet goed.

De heer Van Aalst (PVV):

Mee eens. Dat was exact ook de onderbouwing van mijn motie over die middengeleiders, maar we moeten ook in de berm dit soort situaties voorkomen, om voor motorrijders inderdaad tot een betere oplossing te komen.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik denk dat we de mening delen dat je het heel goed vanuit het standpunt van motorrijders moet bekijken. Ik ben dat zelf ook. Ik ben laatst nog een keer onderuitgegaan trouwens. Dan heeft het ook meer impact. Het kan ook verkeerd aflopen.

Voorzitter. Ten slotte de 75-plussers, ook in het buitenland, met een tijdelijke ontheffing. Dat zou echt heel mooi zijn, maar ik heb daar wel een eigen verhaal voor en dat wil ik nu graag voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de groep ouderen van 75-plus die lang moesten wachten op verlenging van hun rijbewijs en afhandeling van hun medische keuring, nu met een tijdelijke maatregel geholpen zijn;

constaterende dat deze tijdelijke maatregel niet geldt voor het rijden in het buitenland en dat daardoor mogelijk ouderen in de knel komen met hun mobiliteit;

constaterende dat in het buitenland een officieel rijbewijs nodig is om te mogen rijden en dat de autoriteiten daar niet via de ICT-koppeling bij de RDW in Nederland een check kunnen doen of iemand daadwerkelijk rijbevoegd is;

verzoekt de regering in kaart te brengen welke mogelijkheden er zijn om 75-plussers die naar het buitenland willen, versneld te kunnen helpen en daarbij aan te geven wat de effecten zijn op de andere mensen die door het CBR nu zonder rijbewijs zitten, om de mobiliteit van ouderen niet te beperken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Remco Dijkstra en Van Brenk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 806 (29398).

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik heb net in de interruptie even toegelicht waarom: er zijn natuurlijk ook heel veel mensen die gewoon beroepschauffeur zijn. Ik vind dat die ook voorrang moeten krijgen, en mensen die gewoon een rijbewijs willen. Dan moet je echt de gevolgen weten, vandaar dat ik niet onder die andere motie sta die zo breed in de Kamer werd gedeeld.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Sienot, D66.

De heer Sienot (D66):

Voorzitter, dank u wel. Ik was heel blij om in het AO te horen dat de minister flink in de buidel wil tasten voor de veiligheid van fietsers. Ik zou zeggen: kom maar door met die plannen en die gescheiden rijbanen! Wij kunnen niet wachten. Dan is er nog een punt qua verkeersveiligheid dat ik graag even wil aanstippen. De minister zou aan de slag gaan met het in kaart brengen waar ongelukken gebeuren en zo goed mogelijk vastleggen wat daarvan de toedracht is. Daarover en over die monitoring zouden we in april informatie krijgen. Ik kan niet wachten en ben heel benieuwd wat we dan mogen verwachten.

Ten slotte heb ik een motie over e-stepjes, de elektrische stepjes waar de heer Laçin het ook al over had. Parijs legt ze aan banden en wij willen heel snel advies van de minister over hoe we die in Nederland op een veilige en verantwoorde manier kunnen introduceren. Vandaar deze motie: snel duidelijkheid voor e-stepjes.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat e-stepjes in steeds meer Europese steden op de openbare weg worden toegelaten als vervoermiddel;

constaterende dat in Nederland e-stepjes niet toegelaten zijn tot de openbare weg;

constaterende dat er behoefte aan duidelijkheid is bij gemeentes en marktpartijen over onder meer de verkeersveiligheid, duurzaamheid, effecten op de publieke ruimte en impact op andere weggebruikers, om te bepalen of e-stepjes kunnen worden toegelaten tot de openbare weg, zowel voor privé- als deelgebruik;

verzoekt de regering om met gemeenten in gesprek te gaan over hun visie op lichte elektrische voertuigen in de stad en om het toekomstige kader voor de toelating van lichte elektrische voertuigen waaronder (deel)stepjes zo op te stellen dat dit heldere aanknopingspunten (zoals plek op de weg) biedt voor gemeentes om hun beleid hiervoor voortvarend te bepalen, en de Kamer daarover voor het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot, Schonis, Van der Graaf, Remco Dijkstra en Laçin.

Zij krijgt nr. 807 (29398).

De heer Sienot (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank. De heer Moorlag, PvdA.

De heer Moorlag (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Die e-stepjes zijn misschien ook wel wat voor hier in de plenaire zaal. Als we die zouden gebruiken als vervoermiddel van onze zetel naar het spreekgestoelte hier, zouden we wat extra spreektijd kunnen verwerven.

Voorzitter. Mijn collega Gijs van Dijk en ik konden niet deelnemen aan het AO, maar er is wel één punt waar we graag de aandacht van de minister op willen vestigen. Dat gaat over elektrische bakfietsen. Er zijn op zich geen beletselen om die te gebruiken, ook niet voor kinderdagverblijven. Maar in die kringen is er wel zorg en wordt er getwijfeld of ze veilig kunnen worden gebruikt. Er ligt weliswaar een rapport van Arcadis, maar dat geeft in kringen van kinderdagverblijven toch niet voldoende comfort en neemt de ongerustheid ook niet weg. Ik heb een lijst met risicofactoren gezien die in die kringen circuleert. Ik denk dat de minister hierbij toch nog één steek dieper zou moeten gaan. We moeten voorkomen dat straks blijkt dat e-bakfietsen toch niet goed genoeg zijn voor bedrijfsmatig gebruik door kinderdagverblijven. Dat moeten we niet willen, vanwege de veiligheid van de kinderen die met de bakfietsen worden vervoerd, maar ook om te voorkomen dat er door kinderdagverblijven hierin wordt geïnvesteerd terwijl later blijkt dat die investeringen niet houdbaar zijn. Mijn vraag aan de minister is of zij zich hier verder in wil verdiepen. En ik heb ook een hele concrete vraag om een toezegging dat ze hierover in overleg gaat treden met de branche van kinderopvangorganisaties.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot slot is het woord aan mevrouw Van Brenk.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. Tijdens het debat hebben zowel het CDA als 50PLUS ergernis uitgesproken over het CBR, en over het feit dat 75-plussers door het CBR niet naar het buitenland kunnen. U begrijpt dat wij daar vandaag een aparte motie over willen indienen, omdat onze mailboxen exploderen door mails hierover.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de administratieve verlenging voor rijbewijzen van 75-plussers alleen geldt binnen Nederland, behoudens enkele zeer specifieke situaties;

overwegende dat het feit dat maar liefst 85.000 senioren om deze reden niet in het buitenland mogen rijden, en dat dit zeker nog een jaar kan duren;

overwegende het feit dat deze 85.000 mensen door het falen van een overheidsorgaan worden beperkt in hun bewegingsvrijheid — zij kunnen bijvoorbeeld niet met vakantie naar het buitenland, of in het buitenland op familiebezoek of boodschappen doen;

overwegende dat dit onbestaanbaar is;

verzoekt de regering de administratieve verlenging van het rijbewijs te vervangen door een regeling waarbij deze 75-plussers een volwaardig, dus internationaal geldig, rijbewijs voor de duur van een jaar ontvangen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Brenk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 808 (29398).

De heer Van Aalst (PVV):

Ik heb een korte vraag. Wij willen hier in de Kamer in verband met de efficiëntie met elkaar zo min mogelijk moties produceren. Nu liggen er vanavond drie op tafel. Ik heb er zelf bewust voor gekozen om geen aparte motie voor 75-plussers in te dienen. Kan mevrouw Van Brenk uitleggen waarom haar motie heel anders is dan die andere twee moties die nu voorliggen?

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Zeker. Deze betekent dat er gewoon een rijbewijs komt. Er komt dus geen brief. Nee, deze mensen kunnen in het buitenland gewoon een rijbewijs overhandigen, waardoor zij gewoon in het buitenland kunnen rijden.

De heer Van Aalst (PVV):

Dat begrijp ik van mevrouw Van Brenk. Maar is dat niet misschien juist ónhandiger? Want dan loop je het risico dat je juist weer helemaal onder op die stapel komt. Je wilt je eigen rijbewijs toch weer gewoon verlengd hebben in Nederland? Zou het niet veel beter zijn om dát de prioriteit te geven?

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Natuurlijk zou dat het beste zijn. Ik begrijp dat ik gisteren wat gemist heb en dat de heer Pechtold allerlei toezeggingen heeft gedaan waar sommige mensen huppelend door terugkomen. Maar wat mij betreft komt dat rijbewijs zo snel mogelijk. En als dat nu niet kan, dan wil ik er in ieder geval eentje die één jaar verlengd is en tot volgend jaar geldig is. Daarna komt dan het definitieve rijbewijs van vijf jaar.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Brenk. We zijn gekomen aan het einde van de eerste termijn van de kant van de Kamer. Ik kijk naar de minister. Moet ik enkele minuten schorsen? De minister vraagt om tien minuten schorsing.

De vergadering wordt van 18.55 uur tot 19.05 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel, voorzitter. Ik zal eerst even de vragen beantwoorden die gesteld zijn. Daarna zal ik de moties één voor één langslopen.

De heer Moorlag vraagt om specifiek nog met de kinderopvangsector in gesprek te gaan over de veiligheid van de e-bakfietsen. Het korte antwoord daarop is ja. Ik ben bereid dat te doen. Dat zal ik dus ook gaan doen.

Mevrouw Kröger van GroenLinks heeft nog twee vragen gesteld. De eerste was of ik serieus wil gaan kijken naar de aanbevelingen van de European Safety Council. Nou kom ik net vanmiddag terug uit Stockholm, waar de wereldconferentie van de VN was over road safety. Ik heb daar ook met de Eurocommissaris gesproken en met een heleboel collega's. Tout verkeersveiligheid Nederland was erbij aanwezig. We gaan daar dus zeker serieus mee aan de slag. Ik hoop dat wij u daar meer over zullen kunnen gaan melden.

Dan vraagt zij nog naar een kosten-batenanalyse van de 30 kilometerzones als standaard. Ik heb al vaker gezegd dat ik dat niet nodig vind. Op dit moment is 70% van het wegennet binnen de bebouwde kom al 30 km/u. Veel gemeenten zijn nu ook in het kader van hun risicoanalyses echt aan het kijken of ze dat meer moeten uitbreiden. Ik heb de afgelopen dagen ook gehoord van de vertegenwoordiger van de VNG dat de gemeenten er zelf echt wel serieus werk van maken. Dus dat ga ik niet doen.

Dan kom ik bij de moties. De eerste, die op stuk nr. 798, is van mevrouw Postma. Zij verzoekt de regering om met het CBR een passende oplossing te vinden voor de specifieke groep 75-plussers die zij noemt. Dan hebben we het over de mensen die graag over de grens zouden willen rijden in verband met familiebezoek, mantelzorg of vakantie. Daar zou ik graag toch ook de effecten van in kaart willen brengen. Ik wil dit net zo graag als mevrouw Postma. Ik ga dus echt mijn best doen om dit voor elkaar te krijgen, maar ik moet wel eerst hierover met het CBR in gesprek. Zij zegt nu in de motie dat ik het moet regelen. Ik zou willen vragen aan haar om de motie aan te houden, maar voor een korte periode, namelijk tot het AO Medische keuringen dat wij al op 16 of 19 maart hebben. Dan heb ik tijd om dit met het CBR uit te werken.

De voorzitter:

Ik kijk naar mevrouw Postma. Bent u bereid om de motie aan te houden? Anders krijgt de motie het oordeel ontraden. Nee? Dan krijgt de motie het oordeel ontraden.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik heb toch echt gisteravond de heer Pechtold, directeur van het CBR, horen zeggen: wij willen graag maatwerk leveren voor deze beperkte groep mensen. Dat vind ik toch op zich best wel recht doen aan deze motie.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik geef ook aan dat ik het zelf ook dolgraag wil. Ik had zelf gisteravond andere verplichtingen, met allerlei collega-ministers uit allerlei landen, dus ik heb helaas de heer Pechtold nog niet kunnen zien. Ik wil graag met hem in de komende tijd in gesprek, ook met alle intenties om dit te regelen, maar ik kan nu niet zomaar een uitspraak hierover doen, omdat ik nog niet in zijn totaliteit heb bekeken wat de effecten zijn op de problematiek waar we in bredere zin voor staan zoals de werkhoeveelheid, de hoeveelheid verlopen rijbewijzen enzovoort. Dat was ook de reden waarom ik dacht, mevrouw Postma: u kunt die motie een paar weekjes aanhouden, terwijl er in de tussentijd wel aan gewerkt gaat worden.

Mevrouw Postma (CDA):

Ik heb ook die positieve woorden van Pechtold gehoord. Ik begrijp dat u die nog niet heeft gehoord. De stemmingen zijn na het reces. Wat we misschien kunnen doen is kijken of er een appreciatie kan komen nadat u Pechtold heeft gesproken in het reces, voor de stemmingen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Laten we dat proberen. Ik vind het een hele creatieve oplossing. Ik denk dat we dat moeten kunnen doen.

De voorzitter:

Maar dan houdt mevrouw Postma de motie aan? Dit is even een flauw formeel ding. Of de motie krijgt nu oordeel ontraden en dan kunt u, als er in het reces mooie dingen gebeuren, daar alsnog op terugkomen. Ja, zo moet het eventjes. Het spijt me, maar ... Dan blijft die boven de markt hangen.

Mevrouw Postma (CDA):

Dat wordt weer een lastige. Dan houden we de motie aan, met de toezegging dat er voor de stemmingen van dinsdag, dus die maandag, een appreciatie komt, als er met Pechtold gesproken is.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ja.

De voorzitter:

De minister gaat de Kamer voor de stemmingen informeren.

Op verzoek van mevrouw Postma stel ik voor haar motie (29398, nr. 798) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan de tweede motie.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De motie-Postma c.s. op stuk nr. 799 heeft ook betrekking op 75-plussers die graag in het buitenland willen rijden. Zij verzoekt de regering in gesprek te gaan met de omringende landen en dan wordt er een heel rijtje landen genoemd. Ik kan mevrouw Postma melden dat ik voordat ik deze motie had gezien, toch al in contact was met de Belgen, want zij waren ook op dat congres. Ik weet inmiddels al dat zij op rijksniveau wel over de rijbewijzen gaan, maar dat dit een geval van handhaving is, wat gewestelijk is geregeld. We zijn dus al in overleg om te kijken wat er kan. Ik stel me zo voor dat we eerst een positief resultaat moeten hebben met België en Duitsland, die direct aan ons grenzen; u geeft dat ook aan in uw volgorde. Als dat niet gaat lukken, kun je domweg niet in Spanje en Italië komen, dus dan zou dat niet zo veel zin meer hebben. Met België ben ik dus al begonnen. Duitsland was helaas niet aanwezig, maar dat gaan we ook doen. Ik kan deze motie oordeel Kamer geven.

Mevrouw Postma (CDA):

Nog even een kleine toevoeging. Ik begrijp dat Frankrijk met precies hetzelfde probleem worstelt als wij bij de rijbewijsuitgave, dus misschien kan dat land geënthousiasmeerd worden om tot een oplossing te komen. Dan hebben we meteen ook de vakantiegangers richting Frankrijk geholpen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dat is precies wat wij van de Belgische collega's hebben begrepen. Zij zeiden dat zij hierover ook in gesprek zijn met de Fransen. Wellicht kunnen we dat inderdaad aan elkaar koppelen. Ik weet het niet, maar ik ga er wel mijn best voor doen.

De voorzitter:

De motie-Postma c.s. op stuk nr. 799 krijgt oordeel Kamer. Dan de derde motie.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De motie-Laçin/Sienot op stuk nr. 800 verzoekt de regering om het definitieve toelatingskader voor lichte elektrische voertuigen in lijn te brengen met de Europese richtlijnen. Daar ben ik stiekem al een beetje mee begonnen. Ik heb dat gisteren ook bij de Eurocommissaris aangekaart, dus deze motie kan ook oordeel Kamer krijgen.

De voorzitter:

De motie Laçin/Sienot op stuk nr. 800 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dat geldt ook voor de motie-Van Aalst op stuk nr. 801 om het tegengaan van drugsgebruik een prominente plek te geven. Ik zal met de betrokken instanties kijken wat de mogelijkheden zijn, dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie-Van Aalst op stuk nr. 801 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De motie-Van Aalst op stuk nr. 802 vraagt om in kaart te brengen welke N-wegen gebaat zijn bij de plaatsing van een middengeleider ter bevordering van de verkeersveiligheid. Voor zover dat gaat om de rijks-N-wegen, doen wij dat al, dus dan zou ik zeggen dat het overbodig is. Waar het gaat om de andere N-wegen, is het de verantwoordelijkheid van de provincies en die hebben hun eigen risicoanalyses. Ik hoop dat ik meneer Van Aalst gerust kan stellen dat wij het al doen voor onze eigen N-wegen.

De heer Van Aalst (PVV):

Dat begrijp ik. Toch zien we vaak wat onduidelijkheid over die verschillende N-wegen, of ze provinciaal zijn of rijkswegen. Ik snap dat de minister zegt dat te doen voor de rijkswegen, maar juist nu er extra geld beschikbaar komt voor de verkeersveiligheid op die N-wegen zou het zo mooi zijn als de provincies een soort sneeuwbaleffect op gang brengen, om eindelijk eens die N-wegen aan te pakken. Vandaar de motie. Ik begrijp dat de rijkswegen al in kaart worden gebracht. Ik snap dat de minister zegt dat zij niet gaat over de provinciale wegen, maar het zou zo mooi zijn als we dat sneeuwbaleffect uit kunnen rollen op die N-wegen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik wil het graag nog een keer aankaarten. We hebben heel regelmatig overleg met de provincies. We hebben gezamenlijk 50 miljoen uitgetrokken voor de veiligheid van de bermen en bewust ook 25 miljoen beschikbaar gesteld voor de provinciale N-wegen, dus laten we dit gewoon met hen bespreken. Volgens mij nemen ze dit soort aspecten ook mee in hun eigen analyses.

De heer Van Aalst (PVV):

Dan houd ik de motie even aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Aalst stel ik voor zijn motie (29398, nr. 802) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Dan de motie van mevrouw Kröger c.s.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De motie-Kröger c.s. op stuk nr. 803 verzoekt de regering om gericht onderzoek te doen door de registratie van ongevallen binnen de bebouwde kom te splitsen naar vrachtwagens, bestelbusjes, SUV's en gewone personenauto's op basis van de ongevallenregistratie van de afgelopen vijf jaar en de Kamer daarover te informeren. Zij verzoekt de regering ook om voortaan bij letselongevallen met voertuigen en zwakkere verkeersdeelnemers te registreren om wat voor soort voertuig het gaat en daarover te rapporteren. Ik zou aan mevrouw Kröger willen vragen om deze motie aan te houden, want dit is wel een hele complexe motie. In de tussentijd heb ik naar aanleiding van wat ik u in het debat heb toegezegd al aan Rijkswaterstaat en de RDW gevraagd om de mogelijkheden te onderzoeken om dat voor een jaar in kaart te brengen en daarover voor de zomer te rapporteren. Op basis daarvan zou ik dan graag willen bekijken wat de vervolgstap zou kunnen zijn. Ik zou u dus eigenlijk willen vragen om deze motie aan te houden tot voor de zomer, want dan heb ik wat meer informatie, ook van Rijkswaterstaat en de RDW.

De voorzitter:

De indiener is mevrouw Kröger. De suggestie is om de motie aan te houden. Bent u daartoe bereid, mevrouw Kröger?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

De minister zegt eigenlijk: wat hier wordt gevraagd, ga ik al doen voor een jaar; voor de zomer hebben we de analyse van dat jaar en daarna bekijken we of we het verder doen.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ja, want om dit nu in een keer helemaal voor vijf jaar ... Het is in het verleden niet goed geregistreerd, dus dat wordt een heel ingewikkelde operatie. Ik zou dat in een iets kleinere stap, van één jaar, willen opbouwen. Daarover kunnen we dan denk ik in ieder geval voor de zomer met elkaar verder spreken.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Nou staan in de motie twee verzoeken. Op dit moment worden door de politie alleen de dodelijke ongevallen geregistreerd, maar niet de ongevallen die een ernstige letselschade tot gevolg hebben. Het tweede verzoek is dan ook om te kijken of dat vanaf nu wel gerapporteerd zou kunnen worden. Ik hoop dat de minister daar dan ook naar wil kijken.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Zeker willen we ook naar dat aspect kijken, maar dat speelt natuurlijk breder. We hebben het over de ongevallenregistratie gehad. Dit hebben we de afgelopen dagen ook met alle verkeersveiligheidspartners besproken, ook om te kijken wat we ten aanzien van de dataregistratie van Zweden konden leren. Het is bijvoorbeeld goed dat ook het Verbond van Verzekeraars mee naar Stockholm is gegaan. Daar hebben we wel gemerkt dat er wat nieuwe uitdagingen zijn rondom de AVG. Maar we zullen zeker ook bekijken wat de mogelijkheden zijn om ook dit mee te nemen. Laat ik daar dan ook voor de zomer in hetzelfde stuk op terugkomen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Oké. Als we voor de zomer de analyse van dat jaar krijgen, dan hou ik de motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (29398, nr. 803) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 804.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De motie op stuk nr. 804 van de heer Dijkstra verzoekt de regering een breed onderzoek te laten uitvoeren naar drugsgebruik in combinatie met verkeersdeelname en beweegredenen van individuen. Die motie kan ik ook oordeel Kamer geven. Ik zal daar ook de SWOV bij betrekken om te kijken hoe we dat goed kunnen gaan vormgeven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 804 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De motie op stuk nr. 805 van de heer Dijkstra verzoekt de regering om de ervaringen van de Motorrijders Actie Groep en de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging te gebruiken om wegbeheerders op gevaarlijke situaties te wijzen. Die motie kan ik ook oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 805 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De motie op stuk nr. 806 verzoekt de regering om in kaart te brengen welke mogelijkheden er zijn om 75-plussers die naar het buitenland willen, versneld te helpen en daarbij aan te geven wat de effecten zijn. Deze ligt een beetje in het verlengde van twee andere moties, namelijk de motie over wat je met het buitenland doet en de motie van mevrouw Postma over wat allemaal haalbaar is bij het CBR. Dit is precies wat ik in kaart wil gaan brengen. Dus deze motie kan ik oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 806 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De motie op stuk nr. 807 van de heer Sienot verzoekt ons om met de gemeenten in gesprek te gaan over hun visie op de lichte elektrische voertuigen. Die motie kan ik ook oordeel Kamer geven, want daar zijn we al voorzichtig mee begonnen. We zijn daar in de afgelopen dagen al informeel mee gestart, maar we zullen dat breed en in formele zin oppakken. Dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 807 krijgt ook oordeel Kamer.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 808 van de hand van mevrouw Van Brenk. Deze motie verzoekt de regering om de administratieve verlenging van het rijbewijs te vervangen door een regeling waarbij deze 75-plussers een volwaardig en normaal internationaal geldig rijbewijs ontvangen dat voor een jaar geldig is. Toen wij het hadden over de administratieve verlenging, is deze optie ook afgewogen. Het CBR gaf aan geen voorstander te zijn van de optie van het administratief verlengen van de verklaring van geschiktheid, omdat je dan de geschiktheid niet hebt aangetoond. Toch merk je juist bij die groep ook dat 2% het oordeel krijgt dat ze niet meer rijgeschikt zijn en 38% beperkt geschikt. Het is dus toch echt wel wat te vergaand om dat voor de hele groep zomaar een jaar te verlengen, want dan brengen we toch echt de verkeersveiligheid in het gedrang. Die motie moet ik dus helaas ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 808 wordt ontraden.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan ben ik er doorheen, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dank ook voor uw komst naar de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zal op 3 maart worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven