3 Vragenuur: Vragen Van Tongeren

Vragen van het lid Van Tongeren aan de staatssecretaris van Economische Zaken, bij afwezigheid van de minister van Economische Zaken, over het bericht "Borssele meest onbetrouwbare kerncentrale".

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Deze regering wil dat de burgers voor van alles en nog wat zelf verantwoordelijk zijn en dat zij zelfredzaam zijn. Burgers kunnen echter geen kernrampen voorkomen. Daarvoor moeten zij toch echt op de overheid kunnen vertrouwen. Sinds de grote kernramp in Fukushima weet iedereen dat ook in een technologisch hoogontwikkeld land als Japan zo'n ramp kan voorkomen. Het eigen geloof van de Nederlandse ingenieurs, minister Kamp en ook de eigenaren van de kerncentrale dat dat hier in Nederland eigenlijk toch niet kan gebeuren, vindt GroenLinks een merkwaardige zelfoverschatting.

De kerncentrale zou oorspronkelijk in 2003 dichtgaan. Dat was het eind van de levensduur op basis van een aangenomen motie van mijn oud-collega van GroenLinks Marijke Vos. De vergunning voor Borssele is uiteindelijk toch verlengd tot 2035. Daaraan heeft de regering toen heel strikte voorwaarden verbonden, bijvoorbeeld dat de Nederlandse centrale tot het kwart beste centrales zou behoren. Nu wordt daar steeds op gemeten. Tussen 2010 en 2012 heeft Borssele dat al niet gehaald. De centrale kwam eruit als een matige middenmoter. Nu heeft het Internationaal Atoomenergieagentschap vastgesteld dat Borssele tot de allerslechtste centrales behoort.

Mijn eerste vraag aan de staatssecretaris is dus: wanneer gaat Borssele dicht? Het voldoet nu immers al een aantal jaren achter elkaar niet aan de keiharde afspraken die indertijd met de Kamer zijn gemaakt. En zo nee, waarom niet? Hoe onveilig moet Borssele zijn voordat ook voor de regering de maat vol is? Als de regering, wat ik zo maar vermoed, er toch in volhardt dat deze centrale openblijft tegen alle afspraken van het convenant in, wanneer voldoet men dan wel aan de afspraak dat de centrale tot het kwart veiligste centrales ter wereld moet behoren?

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Het is ook voor mij een spoedcursus beleid, maar ik zal een poging wagen om mevrouw Van Tongeren zo goed en zo kwaad als het kan van een antwoord te voorzien. In 2006 is het Convenant Kerncentrale Borssele afgesloten. Daarin is inderdaad afgesproken dat kerncentrale Borssele tot en met 2033 onder voorwaarden in bedrijf mag blijven. Het voldoen aan alle veiligheidseisen staat in dat convenant op een. Er is afgesproken dat de kerncentrale tot de 25% veiligste kerncentrales van hetzelfde type in de westerse wereld moet behoren.

Hoe is dat nu geborgd? Je kunt daar immers niet alleen de overheid voor ter verantwoording roepen en op bevragen, maar je moet dat onafhankelijk borgen. Dat is ook gedaan. Er is een Commissie Benchmarking Kerncentrale Borssele. Die beoordeelt dat. In oktober 2013 — dat is eigenlijk al best lang geleden — heeft mevrouw Van Tongeren al de antwoorden gekregen op de vragen die zij nu stelt. Toen heeft de minister de Kamer geïnformeerd over de bevindingen van de Commissie Benchmarking Kerncentrale Borssele. Die commissie concludeert unaniem dat kerncentrale Borssele zowel wat ontwerp betreft als bedrijfsvoering overtuigend behoort tot de groep van 25% veiligste watergekoelde en watergemodereerde reactoren in de westerse wereld.

Daarnaast heeft de Raad van State op 19 februari jongstleden van zich laten horen. Alle beroepen tegen de vergunning waarmee de kerncentrale tot en met 2033 in bedrijf mag blijven, zijn ongegrond verklaard. Ook in die vergunningprocedure is de kerncentrale uitgebreid getoetst aan de veiligheids- en milieueisen conform de Kernenergiewet.

Waardoor is dan nu discussie ontstaan? Dat komt door een artikel waarin wordt gerefereerd aan de zogenaamde unplanned capability loss factor. Die factor gaat niet over veiligheid. Die gaat over ongeplande stops en vermogenreductie, en is dus geen maat voor de veiligheid van een kerncentrale. Die zegt misschien wel iets over effectiviteit, maar niet over veiligheid. De conclusies die mevrouw Van Tongeren trekt, kunnen daar dus niet op worden gebaseerd.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De IAEA denkt daar toch echt anders over. Die vindt ongeplande stops wel degelijk een maatstaf voor veiligheid. Mijn vraag aan de staatssecretaris zou dan ook zijn: hoe kan de Kamer de geheime gegevens controleren van die commissie waar de staatssecretaris aan refereert? Die zegt immers zonder dat wij dat kunnen controleren dat alles in orde is, terwijl de IAEA zegt dat Borssele behoort tot de slechtste centrales ter wereld. De maatstaven die daarachter zitten, zijn wel openbaar.

Misschien denken mijn collega-Kamerleden: daar heb je Liesbeth weer met haar gezeur over die gevaarlijke kerncentrales. Ik zie de PvdA knikken. Ik zie de VVD ook knikken. Nou, zo'n Liesbeth was er in Japan ook. Die heeft allerlei dingen die nu in de rapporten staan over de ramp in Japan, daar van tevoren aan de orde gesteld. Het was overigens een man. Dus misschien lacht de VVD nu. De PvdA lacht en staat zelfs op, maar ik vind veiligheid van burgers en veiligheid van kerncentrales geen grapje. In Nederland is slechts 40% van het reactorvat gecontroleerd, niet het hele vat. Ik kan het misschien niet aan deze staatssecretaris vragen, maar de veiligheid is niet controleerbaar voor de Kamer. Sinds mijn vorige set vragen — dat klopt; ik vraag dit met enige regelmaat — is de Nederlandse centrale verder gezakt. Mijn vorige set vragen ging over 2010 tot 2012. Gebleken is dat de centrale in 2013 niet beter is geworden, maar nog slechter, volgens de IAEA. Dus nogmaals, hoe slecht moet de centrale in Nederland zijn voordat deze dichtgaat? En wanneer heeft de hele bevolking in Zeeland in elk geval jodiumpillen in huis, zodat, als het misgaat, het acute gezondheidsgevaar opgevangen kan worden? Wanneer is er een evacuatieplan? In de zomer zit Zeeland vol met toeristen. We moeten deze mensen uit Zeeland krijgen als het misgaat. Ook deze voornamelijk Duitse toeristen moeten kunnen beschikken over een jodiumpil. Dat is sinds de opening van Borssele in Nederland nog steeds niet gelukt, zeg ik tot deze staatssecretaris.

Staatssecretaris Dijksma:

Wie gezien heeft wat er in Japan gebeurt, let op de zorgen. Zeker. Dat ben ik met mevrouw Van Tongeren eens. Maar dan moeten we wel heel precies blijven. Dat vraag ik u nu ook, mevrouw Van Tongeren. Wilt u dan wel precies blijven, ook in het debat? De commissie met deskundigen, die overigens niet van het bedrijf zijn noch van de overheid — ze zijn onafhankelijk — maken hun eigen methodologie om te beoordelen of een centrale veilig is. Die methodologie is wel degelijk openbaar. Ik heb begrepen dat daar vrij recent internationaal weer discussie over is geweest. U weet dat wetenschappers dat herhaaldelijk met elkaar doen. Er is toen, in het internationale discours, gebleken dat er geen twijfel is over de wijze waarop deze commissie haar werk doet en hoe zij beoordeelt. Dat lijkt mij heel erg relevant.

Het probleem van de zogenaamde capability loss, het feit dat een centrale minder vaak in bedrijf is, kan te maken hebben met een heleboel factoren die niets met veiligheid te maken hebben.

Ten slotte, vindt de IAEA de indicator die u noemt een baken of een teken van onveiligheid? Daar doet de IAEA juist geen uitspraak over. Die doet geen uitspraak over het veiligheidsniveau van individuele kerncentrales. Wat men doet, is puur prestatiegegevens van kerncentrales openbaren. Maar, nogmaals, dat is geen maat voor veiligheid.

De heer Jan Vos (PvdA):

Het is duidelijk dat de veiligheid van de kerncentrale in Zeeland ook de fractie van de Partij van de Arbeid altijd zeer aan het hart is gegaan en dat ook zal blijven doen. Zodra er gegronde reden voor is, zullen wij hier dan ook als eerste staan om daar vragen over te stellen. De fractie van GroenLinks lijkt hier het verschil tussen betrouwbaarheid en veiligheid door elkaar te halen. De centrale is veilig, wordt gesteld, maar niet betrouwbaar, want ze heeft het een kwart van de tijd niet gedaan. Heb ik dat correct begrepen?

Staatssecretaris Dijksma:

U moet uw eigen terminologie gebruiken. Ik ben daar heel voorzichtig in. Wat ik vaststel, is dat de centrale op dit moment slecht scoort op het punt van het buiten bedrijf zijn. Dat betekent dat ze in vergelijking met andere centrales niet altijd op vol vermogen werkt. Dat kun je beoordelen. Dat wordt ook gedaan. Op dat punt scoort men niet goed, maar het is geen maatstaf voor de veiligheid van een centrale. Die twee dingen lijken inderdaad nu door elkaar heen te gaan lopen in het debat, zoals mevrouw Van Tongeren dat aanzwengelt.

De voorzitter:

Wilt u uw tweede vraag nu stellen, mijnheer Vos?

De heer Jan Vos (PvdA):

Dat is correct.

De voorzitter:

Dan heeft uw fractie geen vragen meer in het vragenuur.

De heer Jan Vos (PvdA):

Zo oncollegiaal wil ik niet zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik zal maar één vraag stellen. De veiligheid van kerncentrales is voor iedereen in deze Kamer een belangrijk goed. Mevrouw Van Tongeren gaat al bijna jodiumpillen uitdelen aan toeristen. Ik hoor van de staatssecretaris dat zij dat een overreactie vindt. Toch zijn de cijfers natuurlijk wel in die zin verontrustend, dat de centrale van Borssele echt beduidend anders scoort dan de 25% veiligste centrales. Zonder meteen een conclusie te willen trekken, vraag ik de staatssecretaris om een duiding van die verschillen. Misschien is het preventief onderhoud, waardoor die buitendienststelling juist extra aan veiligheid bijdraagt. Misschien zijn er ook wel andere redenen. Kan hierop een toelichting naar de Kamer komen?

Staatssecretaris Dijksma:

Het lijkt mij beter om die schriftelijk te geven. De deskundigen die de veiligheid van de centrale hebben beoordeeld, stellen vast dat de centrale behoort tot de 25% veiligste centrales. Daarnaast is er sprake van ineffectiviteit. Zo zou ik het willen noemen. De precieze oorzaken daarvan heb ik nu niet allemaal op een rij, maar misschien kan de minister daarvan een nadere appreciatie geven. Overigens wil ik de Kamer erop wijzen dat dit bij mijn weten eerder gedaan is en wel in de beantwoording van de vragen van het lid Vos van 11 november 2013. Ook daarin wordt al enigszins antwoord gegeven. De gegevens waarnaar mevrouw Van Tongeren verwijst zijn in die zin namelijk niet nieuw. Zij waren een halfjaar geleden bekend.

De voorzitter:

Ondanks deze antwoorden hebt u toch toegezegd dat er alsnog een brief met een nadere duiding komt.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat zal geen pagina's tellende brief zijn, want ik moet er ook een beetje voor blijven waken dat we reeds bij de Kamer bekende informatie nog eens uitgebreid gaan geven.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Nog even over de jodiumpillen. De minister van Volksgezondheid heeft gezegd dat zij daarnaar gaat kijken. Kan zij dan mede in overweging nemen dat wij in de zomer een aanzienlijk grotere bevolking in Zeeland hebben dan in de winter? Op dit moment hebben alleen de mensen vlak om de centrale heen jodiumpillen. Mensen buiten die cirkel niet. Er is geen enkele voorziening voor eventuele toeristen. Is het mogelijk om die ook mee te tellen?

Staatssecretaris Dijksma:

Als de minister van Volksgezondheid daarover met de Kamer debatteert, moet mevrouw Van Tongeren dit aan haar vragen zodra zij nieuwe gegevens of feiten wil. Ik ga daar niet over. Volgens mij is dat het eerste antwoord. Ik kan nu ook niet overzien wat mevrouw Van Tongeren precies is toegezegd. Mevrouw Van Tongeren weet dat vast wel. Het lijkt mij echt beter dat zij zich vervoegt bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Gaat u uw tweede vraag gebruiken?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja.

De voorzitter:

Dan geef ik mevrouw Van Tongeren de gelegenheid tot het stellen van haar tweede vraag.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik dacht dat de regering met een mond sprak. Ik begrijp dat deze staatssecretaris de minister vervangt, maar de minister van Economische Zaken gaat over de kernveiligheid, niet de minister van Volksgezondheid. Als dit binnen het kabinet afgestemd kan worden, ben ik daar blij mee.

De laatste vraag stelde ik net al. Wanneer gaat regering, welke minister dan ook, het hele kernvat Borssele controleren en niet slechts 40%? Over de grens liggen twee centrales wel om de haverklap om veiligheidsredenen stil. Zij zijn van hetzelfde merk als de onze. Daar wordt wel 100% gecontroleerd; in Nederland 40%.

Staatssecretaris Dijksma:

Twee dingen. Mevrouw Van Tongeren gaf zelf aan dat zij met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in gesprek was over de jodiumpillen, dus dan moet zij het mij niet kwalijk nemen dat ik haar naar de minister verwijs. Ik ben niet degene die dat bedacht, dat zei zij. Daarom krijgt zij dit antwoord.

Over het controleren van het kernvat heeft mevrouw Van Tongeren al twee keer uitgebreid antwoord van de minister van Economische Zaken gehad. Zij weet waarom het mogelijk is om het kernvat te controleren op de wijze waarop dat in Nederland gebeurt. Zij kent de verschillen met de bouw van de Belgische reactor. Laat haar dus niet om antwoorden vragen die zij volgens mij zelfs al op schrift heeft en in ieder geval al gekregen heeft. Ik weet het zeker, want dat heb ik nagevraagd.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en voor uw komst naar de Kamer ter vervanging van de minister. Dat waarderen wij zeer.

Naar boven