5 Begroting Algemene Zaken en begroting van de Koning

Voorzitter: Van Beek

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

- het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken en van het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2012 (33000-III);.

- het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2012 (33000-I).

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Ik zal mij beperken tot het volgende.

Gisteren bereikte ons het nieuws dat Lambert Giebels is overleden. Hij was behalve PvdA-Kamerlid ten tijde van Joop den Uyl vooral bekend als eminent historicus met biografieën van Soekarno en Beel op zijn naam. Dat ik hem hier noem, heeft vooral te maken met zijn strijd voor de toegankelijkheid van het archief van het Koninklijk Huis, een onderwerp dat dankzij hem hier door mijn voorgangers vaak is besproken.

En dan nu de dagelijkse realiteit. Ten aanzien van de financiën zijn we op een muur gelopen die de premier is gebleken, een muur van geslotenheid. Om die muur te beslechten dien ik een aantal moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op de begroting van de Koning budget voor privévluchten van leden van het Koninklijk Huis wordt gereserveerd;

van mening dat genoemde privévluchten geen publiek doel dienen;

van mening dat privévluchten van leden van het Koninklijk Huis niet uit publieke middelen dienen te worden gefinancierd;

verzoekt de regering, de financiering van privévluchten van leden van het Koninklijk Huis vanaf de begroting 2013 af te bouwen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Recourt en Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 6 (33000-III).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op basis van artikel 40 van de Grondwet onderscheid wordt gemaakt tussen het vermogen van de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis dat wel en dat niet dienstbaar aan de uitoefening van de functie is;

overwegende dat over vermogensbestanddelen die dienstbaar zijn aan de functie geen vermogensbelasting hoeft te worden betaald;

constaterende dat niet duidelijk is op grond van welke concrete criteria wordt bepaald of een vermogensbestanddeel al dan niet dienstbaar aan de functie is en derhalve vrijgesteld van vermogensbelasting wordt;

van mening dat het van fiscale vrijstellingen, zo zij al gewenst zijn, ten minste duidelijk moet zijn op welke grondslag zij berusten;

verzoekt de regering, zo snel mogelijk inzicht te geven in de concrete criteria die worden gehanteerd bij het vrijstellen van belasting van vermogen van leden van het Koninklijk Huis,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Recourt en Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7 (33000-III).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Raad van State een onafhankelijk adviseur van de regering over wetgeving en bestuur en de hoogste algemene bestuursrechter van het land is;

overwegende dat de vicevoorzitter de dagelijkse leiding over het college en de organisatie van de Raad heeft;

van mening dat de vicevoorzitter te allen tijde onafhankelijk moet zijn en zelfs de schijn van partijdigheid dient te worden voorkomen;

van mening dat deze onafhankelijkheid niet gewaarborgd kan worden noch de schijn van partijdigheid kan worden voorkomen als de vicevoorzitter voortkomt uit een zittend kabinet;

verzoekt de regering, geen leden van een zittend kabinet in aanmerking te laten komen voor benoeming tot vicevoorzitter van de Raad van State,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Recourt en Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 8 (33000-III).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Koninklijk Huis nu bestaat uit het staatshoofd, het afgetreden staatshoofd en zij die tot in de tweede graad verwant zijn aan de Koning;

overwegende dat de in artikel 42 van de Grondwet geregelde onschendbaarheid van de Koning met zich brengt dat de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis een uitkering van het Rijk ontvangen;

overwegende dat het lidmaatschap van het Koninklijk Huis met zich meebrengt dat de ministers verantwoordelijk zijn voor het optreden van leden van het Koninklijk Huis, voor zover hun doen en laten het openbaar belang raakt;

van mening dat naarmate de afstand tot de troon groter is en het handelen in het openbaar belang daarmee kleiner wordt, er minder reden is om de handelingsvrijheid van leden van het Koninklijk Huis te beperken en met ministerieel toezicht te belasten;

van mening dat het lidmaatschap van het Koninklijk Huis beperkt dient te blijven tot degenen die een uitkering van het Rijk krijgen;

verzoekt de regering, het aantal leden van het Koninklijk Huis terug te brengen tot degenen die een uitkering krachtens de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Recourt en Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 9 (33000-III).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Raad van State ook een onafhankelijk adviseur van de Staten- Generaal is;

van mening dat de procedure voor benoeming van een vicevoorzitter van de Raad van State thans niet transparant is;

van mening dat de Staten-Generaal in de toekomst een plaats moet krijgen in de procedure voor deze benoeming;

verzoekt de regering, in de procedure voor de benoeming van de vicevoorzitter van de Raad van State de Staten-Generaal een rol te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Recourt, Pechtold, Van Gent en Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 10 (33000-III).

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Voorzitter. Ik dank de minister-president voor de beantwoording van de vragen.

Namens de VVD-fractie heb ik duidelijkheid gevraagd over het toepassen van een generieke financiële taakstelling. Ik heb gezegd dat ik deze niet kan vinden bij de desbetreffende begroting. Daarna heb ik de minister-president gevraagd hoe dat zat. Mijn fractie vindt dat daarin één lijn getrokken moet worden met de Hoge Colleges van Staat. Ik begrijp na de uitleg van de minister-president dat de korting wel degelijk is toegepast, en wel vooraf, en dat deze in dezelfde orde van grootte ligt als de taakstellingen voor de Hoge Colleges van Staat. Ik ben daarmee tevreden, want dat betekent gelijke monniken, gelijke kappen. Wij komen vast nog een keer te spreken over de rest van de beantwoording. De beantwoording van de vraag over de formateur en de openbaarheid van beëdiging zien wij tegen die tijd met belangstelling tegemoet. De Postbus 51-campagnes zullen wij in de begroting aan de orde stellen.

De heer Pechtold (D66):

Hebben wij te maken met een VVD'er die niet kan rekenen, of die wegvlucht voor eerder gedane uitspraken over bezuinigingen op het koningshuis?

Mevrouw Van der Burg (VVD):

De minister-president heeft glashelder uitgelegd hoe het zit. Voor de begroting van de Koning heeft dezelfde generieke taakstelling plaatsgevonden als bij de Hoge Colleges van Staat. De beantwoording van de schriftelijke vragen was niet zo heel erg duidelijk, maar ik ben blij met deze duidelijke toelichting.

De heer Pechtold (D66):

De VVD kondigde eerst aan dat er op de begroting van de Koning, net als op andere, flink moet worden bezuinigd: € 800.000. Maar zij neemt er nu genoegen mee dat een ambtelijke werkgroep in 2009 wat af heeft gedaan van de begroting van de Koning in het kader van een gewone heroverweging, en dat waren dan bezuinigingen. Het is duidelijk: de VVD blaft, maar bijt niet.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

De heer Pechtold pakt citaten uit de media. Ik heb nooit over € 800.000 gesproken. Ik heb altijd gezegd dat de generieke financiële taakstelling ook voor de begroting van de Koning zou moeten gelden, dat ik deze niet kon vinden en dat ik daar uitleg over wil van de premier.

De heer Van Raak (SP):

De premier zei zelf: het Koninklijk Huis hoeft niet extra te bezuinigen, want vorig jaar had het al bezuinigd. Dat is blijkbaar de nieuwe beleidslijn van het kabinet. Geldt die voor alle Nederlanders? Kunnen alle Nederlanders die vorig jaar te maken hebben gehad met een bezuiniging, er wat de VVD betreft ook op rekenen dat ze dit jaar niet hoeven in te leveren?

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Ik vind het netjes dat het koningshuis al in 2011 heeft bezuinigd, in tegenstelling tot de Hoge Colleges van Staat. Met die begrotingen is de begroting van de Koning als kostenpost enigszins vergelijkbaar. Dat geldt niet voor beleidsdepartementen. Daar gelden beleidskeuzes voor, waar het kabinet een regeer- en gedoogakkoord voor heeft gesloten, en die in de Kamer per begroting aan de orde zullen komen. Dat is een andere situatie. De heer Van Raak vergelijkt appels met peren.

De heer Van Raak (SP):

Natuurlijk zijn de leden van het Koninklijk Huis heel bijzonder, maar voor belastingen en bezuinigingen zijn we allemaal gelijk. Ik constateer dat dit voor de VVD helaas niet geldt.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Dat bestrijd ik. We regelen die dingen gelijk die we gelijk horen te regelen op dat terrein. Wij hebben in het verleden ook gepleit voor het bruteren van de onkostenvergoeding. Daar was geen Kamermeerderheid voor. Dat is de enige belasting waarbij het anders is geregeld voor het koningshuis.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Een goede premier kan problemen voorkomen. De benoeming van de vicepresident van de Raad van State is een rommeltje. Daar is de premier medeverantwoordelijk voor, want hij moet die benoeming in goede banen leiden. De naam van de minister van Binnenlandse Zaken ligt op straat, terwijl hij zelf de benoeming moet doen. Ik vind dat niet netjes. Ik vind dat niet chic. Ik nodig de minister-president uit om dit weekend nog eens goed na te denken over de rol die hij daarbij heeft gespeeld en over de manier waarop hij ervoor kan zorgen dat dit volgende week helder wordt.

Hetzelfde geldt voor het Koninklijk Huis. De premier wil niets veranderen, maar dan moet hij er wel voor zorgen dat het goed gaat en dat afspraken worden nagekomen. Als in 2009 in de Tweede Kamer is afgesproken dat het vastgoedproject van de kroonprins in Mozambique moet eindigen en dat het huis moet worden verkocht en als dat twee jaar later nog niet is gebeurd, dan is de premier die afspraak niet nagekomen. Dan heeft hij het niet in de hand.

De heer Zorreguieta is lid geweest van een regime dat deed aan babyontvoering en marteling. Onder dat regime zijn tienduizenden mensen verdwenen. Wij moeten dan ook echt een onderscheid maken tussen privébezoeken en publieke optredens. De premier zegt: "Nee, dat laten we waaien; dat zien we wel als het zover is". Nee, regeren is vooruitzien en dat geldt vooral ook in deze kwestie. Zondag moet hij dus ook even nadenken over de vraag of het niet beter geregeld kan worden.

De heer Pechtold (D66):

Hierop wil ik toch interrumperen. In 2002 is na ampel beraad met de minister van staat door een vorige minister-president een lijn ingezet die wordt gevolgd bij een huwelijk. Een huwelijk heeft een privékarakter, maar bij een kroonprins is dat natuurlijk ook van nationaal belang.

Ik hoor vandaag heel duidelijk zorgvuldige formuleringen van het kabinet, namelijk dat we in dat evenwicht zullen bekijken wat nodig is. Het is nu niet aan de orde. Waar is de heer Van Raak op dit moment mee bezig? Is het alleen provoceren door een motietje in te dienen? Die gaat het toch niet halen. We hebben immers de PVV al gehoord. Wat is de heer Van Raak aan het doen?

De heer Van Raak (SP):

Een motietje indienen? Nee, met dat soort politiek ben ik niet bezig. Ik zie dat je hier een heldere keuze moet maken. Volgens mij zou de heer Pechtold dat ook moeten doen. Natuurlijk kan de heer Zorreguieta de kleinkinderen en zijn dochter bezoeken.

De heer Pechtold (D66):

Ja, dat doet hij toch al?

De heer Van Raak (SP):

Ja, daarom moet je dus een helder criterium maken; wel privébezoeken, maar geen publieke optredens. Ik zie dat dit nu door elkaar loopt. Ik heb de taak, en ook de heer Pechtold heeft die taak, om de premier te waarschuwen en hem te zeggen dat hij een heldere keuze en een heldere afspraak moet maken met de Tweede Kamer, met de leden van het Koninklijk Huis en met de heer Zorreguieta. Dan kunnen we problemen voorkomen, maar we kunnen niet volstaan met de opmerking dat we wel zien hoe het in de toekomst gaat lopen.

De heer Pechtold (D66):

Die afspraken zijn in 2002 gemaakt. In 2002 heeft de heer Van Raak de minister-president horen zeggen hoe er gehandeld moet worden bij de inhuldiging. Hij heeft gezegd dat we onze schaduw niet vooruit moesten werpen, maar dat het onderzoek niet voor niets is geweest en dat er niet voor niets een keuze is gemaakt bij het huwelijk. Ook zei hij dat een inhuldiging natuurlijk nog veel minder privé is dan een huwelijk. Als we in die zorgvuldigheid doorgaan, dan komt het goed. Als de heer Van Raak het polariseert, dan niet. Of hij moet nu zeggen dat de heer Zorreguieta hier windmolenparken opent of voetbalwedstrijden aftrapt. Dat is toch allemaal niet het geval? Laten we naar het effect kijken van een eventueel ophanden zijnde inhuldiging. Laten we de zorgvuldigheid van 2002 behouden en alle gevoelens die daarbij horen, waarbij de heer Van Raak en ik misschien aan dezelfde kant staan, in bedwang houden. Laten we er verder vooral voor zorgen dat de premier de ruimte krijgt om daarin te bewegen.

De heer Van Raak (SP):

Volgens mij moet je helder zijn. Je kunt hierover niet helder genoeg zijn. Je moet hierover goede afspraken maken. Wat ons betreft is het niet juist als de heer Zorreguieta aanwezig is bij de kroning. Als wij daar nu helderheid over geven aan de leden van het Koninklijk Huis, aan de minister-president en aan de heer Zorreguieta, dan is het helder en is er geen debat meer mogelijk.

Over de belastingen zei ik net al dat de leden van het Koninklijk Huis heel bijzonder zijn, maar voor de belastingen zijn we allemaal hetzelfde. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, de bijzondere belastingvoordelen van de leden van het Koninklijk Huis ongedaan te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raak, Thieme en Recourt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 11 (33000-III).

De heer Van Raak (SP):

Tot slot, als er wordt gelekt uit de ministerraad, dan moet de minister-president een onderzoek instellen en dan moeten de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen. Dat geldt natuurlijk ook voor de Rijksministerraad. Het feit dat daar een minister van Curaçao, een minister van Aruba en een van Sint-Maarten in zitten, maakt de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de Rijksministerraad niet anders. Er is gelekt uit de Rijksministerraad. De voorzitter dient dan een onderzoek in te stellen en de verantwoordelijken ter verantwoording te roepen. Dat hoort ook binnen het Koninkrijk. Ook daarbinnen moeten we serieus met elkaar omgaan. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een onderzoek in te stellen naar het lek uit de rijksministerraad van 4 oktober,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (33000-III).

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. Ik bedank de minister-president voor zijn beantwoording, met name voor de uitgebreide visie die hij gaf op de manier waarop het kabinet aankijkt tegen de samenleving, namelijk dat we niet alleen bezuinigen, maar dat we ook een betere samenleving willen in 2015 als we met deze kabinetsperiode klaar zijn. Ik ben ook blij met wat de minister-president heeft gezegd over het werkprogramma van de WRR. We moeten inderdaad in de gaten houden of die de balans bewaart zoals wij dat willen. Dat komt de samenleving namelijk ten goede. Zijn voorstel voor een tweetrapsraket voor het regelarm handelen neem ik graag over. Ik neem het mee naar mijn fractie.

Bij Overheid.nl wil ik echt tempo houden. Ik zal er de minister van Binnenlandse Zaken op vastpinnen dat de faciliteiten er vrij snel komen.

Ik heb met genoegen naar de minister-president geluisterd toen die sprak over de positie van het Koninklijk Huis en de staatsrechtelijke inbedding. Het is goed om rechtuit te spreken over iets dat goed gaat. Dat heb ik in eerste termijn ook gedaan. Het gaat goed en wij waarderen dat. Dat is proactief aangeven waarom iets niet hoeft te veranderen. Dat heeft de minister-president gedaan. Ik sluit mij daarbij graag aan. Uit de enquête naar aanleiding van het monarchiedebat blijkt dat 54% van de Nederlanders het daarmee eens is. Dat geeft mij een goed gevoel.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik dank de minister-president voor zijn beantwoording in eerste termijn.

Over de instituten is nu al een prikkelende discussie gevoerd. Ik ben heel blij met de toezegging dat het kabinet met de vertegenwoordigers van de adviesorganen om de tafel gaat zitten en dat de Kamer daarover een rapportage krijgt. Ik houd de minister-president ook aan zijn uitspraak dat er geen afbreuk mag plaatsvinden doordat instituten of scheidsrechters van de democratie onder vuur liggen. Een voorbeeld daarvan is dat VVD-collega Blok zei dat Europese rechters politici in toga zijn. Dat vind ik een aantasting die om een reactie vraagt.

Ik ben blij dat er openheid bestaat over het terugnemen van de procedure voor de vicevoorzitter van de Raad van State. Er komt rust, er komt een advertentie en er kan gekeken worden naar het breder plaatsen van die advertentie, breder dan alleen op de digitale media.

Minder blij ben ik met wat de minister-president zei over openheid. Ik heb veel voorbeelden genoemd van zaken waarvan ik meer had verwacht. Er komen echter nog de nodige algemene overleggen en in die overleggen zullen wij op zoek gaan naar de muizengaatjes.

Ten slotte nog iets over soevereiniteitsoverdracht. De premier zei dat ik daarover al iets in een motie heb neergelegd. Dat is niet waar, want het is alleen maar in een procedurevergadering aan de orde geweest. Vandaar dat ik de volgende motie indien.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet eerlijk wil communiceren over de aanpak van de Europese schuldencrisis;

constaterende dat geen enkel misverstand mag bestaan over de feiten rond nieuwe economische afspraken door de Eurolanden, zodat duidelijk is waarmee Nederland instemt;

voorts constaterende dat verschillende interpretaties zijn gegeven omtrent de vraag of Nederland soevereiniteit overdraagt onder de nieuwe economische afspraken;

spreekt als haar mening uit dat het wenselijk is dat de Raad van State, als belangrijkste adviseur inzake constitutionele kwesties, voorlichting verschaft over dit vraagstuk;

verzoekt de vaste commissie voor Europese Zaken om een voorlichtingsverzoek met voorlichtingsvragen op te stellen en deze aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Pechtold en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (33000-III).

De heer Elissen (PVV):

Voorzitter. Het is fijn om te kunnen constateren dat er binnen de Kamer behoorlijk wat draagvlak is voor een discussie over de modernisering van de rol van de Koning binnen het staatsbestel. Ik denk wel dat wij dat moeten doen op basis van de inhoud en niet vanwege de afzender. Iemand zei dat gisteren en ik vind dat een heel goede suggestie. Laten wij met andere woorden openstaan voor andermans mening en na het advies van de Raad van State bezien of wij na al die jaren discussie eindelijk stappen in de juiste richting kunnen zetten.

De bezuinigingen. Het is goed om vast te kunnen stellen dat de Kamer nu ook constateert dat het Koninklijk Huis de broekriem moet aanhalen wanneer alle Nederlanders dat moeten doen. Wij hebben hierover jarenlang moties ingediend die niet werden gesteund behalve dan door mevrouw Verdonk. De premier heeft inmiddels uitgelegd dat de deur, die gisteren nog op een kier stond, vandaag weer helemaal dichtzit. Mijn fractie is dan ook gehouden aan de afspraken die voortvloeien uit de ombuigingen die in de onderhandelingen over het regeerakkoord zijn vastgelegd. Daaraan kunnen wij niets veranderen en dat betreuren wij. Wij juichen het zeker toe dat er, analoog aan de bezuinigingen op de Hoge Colleges van Staat, is bezuinigd op het Koninklijk Huis. Verder is het een goede zaak dat het aantal vlieguren is teruggebracht. Het zijn allemaal stappen in de goede richting. Wij zullen het kritisch blijven volgen en, waar mogelijk, zullen wij maatregelen steunen om nog meer te bezuinigen. Het is en blijft immers zo dat ze vorstelijk worden betaald en een voorbeeldfunctie hebben. Als iedereen de broekriem moet aanhalen, dan moet het Koninklijk Huis dat ook.

Voorzitter, ik zou nu graag doorgaan met de formatie, maar ik zie inmiddels twee gewaardeerde collega's bij de interruptiemicrofoon staan.

De heer Van Raak (SP):

Een vraag en een opmerking. De heer Elissen wijst er wel vaker op dat de PVV bezuinigingsvoorstellen heeft gedaan. Hij voegt daar telkens aan toe dat die niet zijn gesteund. Ik wijs hem er wel op dat de PVV in die voorstellen alleen maar percentages noemde. De SP deed concrete voorstellen en die gingen vaak veel verder dan de percentages van de PVV. Dat lijkt mij een belangrijk verschil en ik wijs de heer Elissen daar graag op.

Dan nu mijn vraag. Gisteren zei de heer Elissen dat hij het zou proberen als er een gaatje is. Wij hebben uitgebreid gediscussieerd over bezuinigingen op het Koninklijk Huis en het betalen van belastingen. Heeft hij in die discussie dat gaatje gevonden?

De heer Elissen (PVV):

Mijnheer Van Raak, ik begrijp uw vraag. Ik weet ook wel wat u wilt horen, maar ik ga u dat natuurlijk niet zeggen. Het is een feit dat de deur gisteren op een kier werd gezet naar aanleiding van perspublicaties over uitspraken van mevrouw Van der Burg. Ik was daarover heel blij en als de deur echt op een kier had gestaan, had ik mijn maat 48 er heel graag tussen gezet. Maar helaas: het zit potdicht.

De heer Van Raak (SP):

Moeten wij dan namens de PVV en de SP concluderen dat het ketelmuziek was van de VVD? Zo ja, moeten wij dan niet samen bezien of wij zelf goede voorstellen kunnen maken? Misschien is de VVD het niet eens met die voorstellen, maar misschien zijn andere fracties het weer wel met ons eens en dan zouden wij zomaar een meerderheid kunnen halen.

De voorzitter:

Graag antwoorden via de voorzitter.

De heer Elissen (PVV):

Dank u wel, mijnheer de voorzitter.

Ik weet dat de heer Van Raak uitstekend in staat is om zelf voorstellen te formuleren. Wij zullen te zijner tijd goed naar die voorstellen kijken. Vervolgens komen wij tot een oordeel.

De heer Van Raak (SP):

Wij doen nu de begroting. Wij zullen het dus nu moeten doen. Misschien moeten wij een derde termijn doen in dit debat; ik ben daar graag toe bereid. Als de PVV-fractie zegt "bij de VVD zit de deur potdicht, en wij krijgen onze maat 46 niet tussen de deur" dan kan ik zeggen dat onze deur openstaat en de rest van de oppositie ook meedoet. Dan halen wij zomaar een meerderheid. Zullen wij wat op papier gaan zetten?

De heer Elissen (PVV):

Ik schat zo in dat de heer Van Raak de kansen heel goed kan inschatten. Ik daag hem vooral uit om met voorstellen te komen. Daar kijken wij dan natuurlijk naar. Ik heb gisteren, in eerste termijn, echter nadrukkelijk gesteld dat wij ons gehouden voelen aan de afspraken die wij hebben gemaakt. Ik kan daaraan niets veranderen.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Ook ik ben verheugd te horen dat de PVV-fractie, waar zij de voet tussen de deur kan krijgen, zal helpen in het verlagen van de kosten. Ik heb daarover concrete moties ingediend. Ik heb bijvoorbeeld een motie ingediend over de kosten van privévluchten naar het vakantiehuis in Italië. Heb ik goed begrepen dat de PVV-fractie deze motie steunt?

De heer Elissen (PVV):

Dat hebt u volgens mij niet goed begrepen. De procedure in mijn fractie is zodanig dat alle moties heel serieus worden bekeken. Binnen de fractie wordt daarover gesproken. Ik breng daarover advies uit. Ik wil niet voor de troepen uitlopen dus u krijgt daar straks een antwoord op.

De heer Recourt (PvdA):

Dat is winst. Die winst zit erin dat er ruimte is om te steunen.

De heer Elissen (PVV):

Laat ik het zo zeggen tegen de heer Recourt. Ik waardeer uw inspanningen …

De voorzitter:

Nee, via de voorzitter.

De heer Elissen (PVV):

Uiteraard via de voorzitter. Ik waardeer, voorzitter, de inspanningen van de heer Recourt om naar bezuinigingen te zoeken. Vanuit de PVV-optiek zie ik echter niet veel in huur laten betalen voor een paleis. Ik vergelijk dat namelijk met een ambtswoning. Dat noem ik: spijkers op laag water zoeken. Met dat soort voorstellen vindt de heer Recourt ons niet op zijn pad. Ik hoop dat hij daar begrip voor heeft.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Ik heb gepleit voor normalisatie van het belasting betalen. Ik hoop op dat punt sowieso op steun. Net als andere Nederlanders belasting betalen, moeten leden van het Koninklijk Huis dat ook.

De heer Elissen (PVV):

Nog een korte reactie. Ik heb gisteren in eerste termijn gezegd dat het het Koninklijk Huis zou sieren, en dat het daarin alle vrijheid heeft, om goede voorbeelden te stellen. Het zou goed zijn als de leden van het Koninklijk Huis zich zouden realiseren dat het heel chic is en een vorstelijk gebaar om minder gebruik te maken van vliegtuigen en andere vervoermiddelen voor privédoeleinden. De financiële situatie is zoals die is. Ik breek die niet open; mijn partij houdt zich aan de afspraken.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Sommige dingen leveren alleen maar geld op. Dit klinkt dan ook als muziek in de oren. Wij hebben dinsdag een discussietje gevoerd in relatie tot het aanpakken van de privileges van het Koninklijk Huis. Welke privileges heeft de PVV nu veranderd? Dit is een beetje van: iedereen deed een plas en alles bleef zoals het was.

De heer Elissen (PVV):

Ik heb gisteren in eerste termijn een overzicht gevraagd van die privileges. Ik heb dat overzicht nog niet gezien, maar ik begrijp dat er een aantal privileges niet ter sprake is gekomen. Als er concrete voorstellen zijn, dan zal mijn fractie daarnaar heel serieus kijken. Ik blijf namelijk met u van mening dat een aantal zaken stammen uit het tijdperk van de koets en de gouden dukaten. Als die budgettair neutraal zijn te normaliseren, ook als dat alleen symbolische waarde heeft, dan worden zaken voor de gemiddelde Nederlander in ieder geval transparanter en conform de manier waarop wij dat tegenwoordig geregeld willen zien. Daarin wil ik u wel steunen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik ben niet aan het duiken, maar de heer Elissen doet dat helaas wel een beetje. De PVV-fractie is niet te beroerd om een initiatiefwet voor aanpassing van de Grondwet te presenteren, maar als het aankomt op concrete voorstellen, dan wordt er een notitie gevraagd van gegevens die wij eigenlijk al hebben. De situatie is dat de premier alle voorstellen rond het Koninklijk Huis binnen een kwartier naar de prullenbak heeft verwezen. Ik vraag de heer Elissen of hij zich op deze manier het bos laat insturen. Of zegt hij heel concreet: er liggen voorstellen bij de Kamer en die zullen wij gewoon steunen.

De heer Elissen (PVV):

Ik zou graag een keer met mevrouw Van Gent het bos in gaan, want dan doen wij misschien heel goede ideeën op.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik denk van niet!

De heer Elissen (PVV):

Ik was er al bang voor! Even voor de goede orde, waar het om gaat is dat wij in ons initiatiefwetsvoorstel heel bewust een onderscheid hebben gemaakt tussen hoofd- en bijzaken. Als je allerhande bijzaken er ook bij zou pakken, is namelijk het risico dat dat de aanleiding van het hoofdthema weghaalt. Voor ons is het het belangrijkst dat wij met elkaar rond de tafel gaan zitten om te bekijken of wij echt stappen kunnen zetten op weg naar modernisering en positionering van de Koning in het staatsbestel, op zodanige wijze dat die onafhankelijk en neutraal is, boven alle partijen staat en niet met één been in de regering zit. Ik denk dat wij wat dat betreft op één lijn zitten.

De voorzitter:

Mevrouw Van Gent, voor de laatste maal.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik vroeg er niet om het initiatiefwetsvoorstel nog eens toe te lichten. Ik vroeg voor welke privileges de PVV er mede voor gaat zorgen dat die concreet worden aangepakt. Een voorbeeld zijn de successierechten. Dat lijkt mij geen kleinigheid. Is de PVV van mening dat die moeten worden aangepakt?

De heer Elissen (PVV):

De reden dat ik kwam op het initiatiefwetsvoorstel is dat mevrouw Van Gent dat memoreerde. Ik heb duidelijk uitgelegd dat wat ons betreft de prioriteit ligt bij de hoofdmoot. Dat ga ik niet herhalen, maar dat is dat wij er met elkaar voor zorgen dat wij de positie van de Koning moderniseren. Op die manier blijft het koningshuis behouden. Wat al die bijzaken betreft, kan ik in ieder geval vertellen dat wij daartoe niet het initiatief gaan nemen. Als mevrouw Van Gent dat wel doet, zeg ik haar toe dat wij daar serieus naar gaan kijken. Meer kan ik haar niet toezeggen.

Dan kom ik op de formatie. Onze moderne, volwassen democratie is ondertussen zo ver dat een initiatief naar de Tweede Kamer moet gaan. Een dergelijke democratie hoeft niet langer bij het handje te worden genomen door een koning. Er wordt vaak tegengeworpen dat een en ander al door de motie-Kolfschoten uit 1971 zou zijn geregeld. Dat wil ik toch wel even nuanceren, want volgens ons is dat onjuist. De Koning wordt middels deze motie namelijk helemaal niet uit het formatieproces verwijderd. Alleen de eerste formateur kan middels deze motie door de Kamer worden voorgedragen aan de Koning. Van Mierlo, de toenmalige fractievoorzitter van D66, noemde dit niet voor niets "een flauwekuloplossing", dus dit even ter nuancering wat de formatie betreft.

Dan wil ik nog even naar de Raad van State, waarover ik een vraag heb aan de minister-president. Ik citeer het jaarverslag van de Raad van State over de bijdrage van de Koning enzovoorts: "Zijn mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het politieke proces worden regelmatig overschat". Deze uitspraken worden overigens niet onderbouwd, maar mijn vraag hierover aan de minister-president is de volgende. Als de Raad van State in zijn eigen jaarverslag constateert dat de mogelijkheden om invloed uit te oefenen worden overschat, dan zegt de Raad daarmee eigenlijk expliciet dat er sprake is van invloed, zij het dat die kennelijk niet zo omvangrijk is. Daarop zou ik graag een toelichting krijgen van de minister-president.

Dan het volgende punt met betrekking tot de Raad van State. Ik zou graag willen weten wat nu precies de rol is van de Koning in het adviseringsproces. Kan de premier toelichten, of misschien zelfs garanderen, dat de Koning geen enkele invloed heeft op de adviezen?

De heer Recourt (PvdA):

Over de rol van de Koning bij de Raad van State hebben wij de premier uitvoerig horen betogen dat dat allemaal symbolisch is en mooi in de traditie past. Is het dan ook wat de PVV betreft niet zo dat, als het toch al niet zo veel voorstelt, wij het dan gewoon netjes kunnen oplossen door dat voorzitterschap niet voort te zetten?

De heer Elissen (PVV):

Dank! Als u ons wetsvoorstel hebt gelezen, hebt u gezien dat dit daarin een van de voorstellen is. Wij zeggen: haal die hele schijn van invloed weg en haal de Koning uit de Raad van State en – zoals de PvdA vorig jaar nog op die lijn zat – ook uit de regering.

De heer Recourt (PvdA):

Ik ben blij met de overeenkomst op het eerste punt.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil de premier natuurlijk danken voor zijn beantwoording. Ik vind het wel jammer dat hij niet is ingegaan op mijn vraag wie van de drie nu eigenlijk de echte premier is. Misschien kan hij dat in tweede termijn nog doen.

Het is ook duidelijk dat elke verruiming en modernisering van het Koninklijk Huis door de premier elegant naar de prullenbak is verwezen, zoals ik daarnet al bij interruptie zei. Wij hebben die "Kok 2-brief" van hem gekregen onder het motto "hoe schrijf ik een brief die een aantal kantjes beslaat maar waar eigenlijk niets in staat". Die operatie is goed gelukt, maar daar zijn wij uiteindelijk helemaal niets mee opgeschoten. Als je niet bereid bent om te praten over modernisering van de monarchie en ondertussen je goddelijke gang gaat bij de formatie, zoals de premier vorig jaar zelf heeft gedaan, is dat een beetje van twee walletjes eten; die mening blijf ik toegedaan. Ik zou er dan eerder voor kiezen om gewoon helderheid te creëren.

Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag hoe het zit met de waterzuivering op Bonaire. Ik handhaaf dus voorlopig mijn amendement. Ik wil er namelijk echt helderheid over hebben dat dit goed wordt geregeld. Ik kan ook altijd nog een andere bestemming vinden voor de aanwending van de middelen uit mijn amendement. De Partij voor de Dieren doet inmiddels ook een duit in het zakje. Voorshands laat ik het amendement echter gewoon staan.

Ik had nog een vraag over de successierechten en dergelijke. Het zal allemaal wel in de Grondwet staan, maar ik moet zeggen dat ik het echt niet meer van deze tijd vind. Ik vind het raar dat wij met zijn allen moeten tolereren dat het Koninklijk Huis in de Quote 500 zijn positie moet handhaven en dat de Koning en de troonopvolger daarom geen successierechten over het persoonlijk vermogen hoeven te betalen. Het lijkt mij goed dat wij een en ander ook eens uitzoeken met het oog op bezuinigingen.

Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat van alle departementen, Hoge Colleges van Staat en het parlement een financieel offer wordt gevraagd met het oog op de pessimistische economische vooruitzichten;

overwegende dat ook van de leden van het Koninklijk Huis een financieel offer verwacht mag worden;

verzoekt de regering, te onderzoeken hoe vanaf 2013 de kosten voor het Koninklijk Huis en de koninklijke familie gereduceerd kunnen worden en daarvoor voorstellen aan de Kamer te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (33000-III).

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Tot slot dien ik nog een motie in over de sollicitatieprocedures rond Hoge Colleges van Staat. Ik denk dat de kansen van de heer Donner zijn toegenomen, want hoe meer publiek debat en straks afgewezen moties er zijn, hoe meer kans hij maakt.

Mijn motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat alle Nederlanders op gelijke voet in openbare dienst benoembaar zijn;

overwegende dat dit eens te meer dient te gelden voor benoemingen bij Hoge Colleges van Staat;

overwegende dat voor de afzonderlijke Hoge Colleges van Staat in uiteenlopende benoemingsprocedures voorzien is;

verzoekt de regering, het huidige benoemingsbeleid voor Hoge Colleges van Staat te evalueren en voorstellen te doen hoe bij de benoeming van functionarissen van Hoge Colleges van Staat voorzien kan worden in openbare, toegankelijke en controleerbare sollicitatieprocedures, en de Kamer daarover te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15 (33000-III).

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik dank de minister-president voor zijn beantwoording. Ik dank hem ook voor de heldere onderstreping van de waarde en de actuele betekenis van de constitutionele monarchie. Het is elk jaar weer bijna een ritueel dat wij, wanneer de bladeren vallen, bij de begrotingsbehandeling worden getrakteerd op heel veel republikeinse zorgen over de toekomst van de monarchie. Ik heb daar altijd wat gemengde gevoelens bij. Het doet mij denken aan pyromanen die steeds weer waarschuwen voor dreigend brandgevaar; iets in die sfeer. De SGP-fractie wil zuinig zijn op het Koninklijk Huis, immers een institutie die veel gezag geniet. Natuurlijk zijn er altijd veranderingen mogelijk. Die vinden ook plaats, maar die moeten welbewust en weloverwogen plaatsvinden en niet op grond van de dagkoersen in een Kamerdebat.

Dit raakt aan een punt dat ik hier ook wil noemen: als het om het gezag van instituties gaat, moeten wij ook over het gezag van de Grondwet nadenken. Wat betekent het voor het gezag van de Grondwet als onze houding er een is van: ach, het staat wel in de Grondwet, maar dat is allemaal een beetje achterhaald en ouderwets? Als wij met elkaar iets in de Grondwet zetten, de Grondwet waarin ook de wijsheid van generaties is neergelegd, moeten wij daar niet makkelijk van zeggen: doe dat morgen maar weer even anders. Wij moeten daar dan op gepaste momenten over kunnen discussiëren, en op andere momenten moeten wij het ook kunnen laten rusten. Wij moeten het niet elke keer oprakelen. Dat mis ik in deze discussie. Daarin worden het voorzitterschap van de Raad van State van de koningin en het feit dat zij deel uitmaakt van de regering zomaar even bij de discussie betrokken.

Veranderingen van de Grondwet zijn wel mogelijk, maar ze zijn niet gemakkelijk. Dat is maar goed ook. Dit is goed geregeld en doet ook recht aan de waarde van instituties.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik dank de minister-president voor de beantwoording van de vragen in eerste termijn. Vastgesteld moet worden dat het uitgangspunt uit de troonrede dat de bezuinigingsoperatie van 18 mld. aan niemand ongemerkt voorbijgaat, niet of nauwelijks terugkomt in het beleid ten aanzien van het Koninklijk Huis. Mijn fractie zal dan ook alle moties steunen waarin gepleit wordt voor de afschaffing van de privileges en de fiscale voordelen die het Koninklijk Huis geniet.

Het is wrang dat het Koninklijk Huis gespaard wordt terwijl de rest van de Nederlanders de gevolgen van de bezuinigingen wel voelt. Ook is het wrang dat de bijdragen van het Rijk aan het Koninklijk Huis in tal van opzichten gecamoufleerd blijven. Ik dien daarom een aantal moties in.

Motie

De Kamer,

constaterende dat de kosten voor Kroondomein Het Loo en Kroondomein Hoog Soeren gedragen worden door de Nederlandse samenleving;

constaterende dat in de begroting van de Koning niet is terug te vinden wat de kosten voor de geleverde diensten en het Koninklijk Jachtdepartement zijn;

constaterende dat in de begroting van de Koning niet is terug te vinden of de subsidies uit de subsidieregeling natuurbeheer (SN) en de SAN-subsidies worden verstrekt;

constaterende dat de regering in 2007 voor het laatst een volledig overzicht van deze kosten heeft gegeven;

verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk een volledige specificatie te geven van de begroting van de kroondomeinen in 2012, inclusief de kosten voor het Koninklijk Jachtdepartement,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme, Van Raak en Recourt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 16 (33000-III).

Mevrouw Thieme (PvdD):

De belastingbetaler financiert de jachtpartijen van het Koninklijk Huis via het Koninklijk Jachtdepartement. In dat verband dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de memorie van toelichting op de Wet op het Kroondomein het volgende is gesteld: "Derhalve is het in 1959 aan de Staat geschonkene weliswaar formeel eigendom van de Staat, economisch is het echter te beschouwen als een aan de persoon van de Kroondrager gebonden en tot diens particuliere sfeer behorend vermogen, dat ter waarborging van de bestemming ervan onder de hoede van de Staat is geplaatst.";

constaterende dat de koningin destijds beoogde, blijkens de overwegingen van de schenkingsakte, te waarborgen dat "Haar na te vermelden bezit één geheel blijve en het genot daarvan voorbehouden blijve aan diegene van Haar afstammelingen die Drager is van de Kroon (...)";

constaterende dat het kabinet in 2007 heeft aangegeven dat dit betekent dat het eigenlijke kroondomein wordt geëxploiteerd door de kroondrager, waarbij alle baten en lasten voor zijn rekening komen;

constaterende dat het Koninklijk Faunabeheer (voorheen Koninklijk Jachtdepartement), dat verantwoordelijk is voor de exploitatie van het eigenlijke kroondomein met belastinggeld wordt gefinancierd;

verzoekt de regering het Koninklijk Faunabeheer, c.q. Jachtdepartement niet langer te financieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 17 (33000-III).

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het Kroondomein is door de koningin geschonken aan het volk. Het Kroondomein is nu van de staat, maar staat nog steeds niet geheel open voor het publiek. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het zogenoemde eigenlijke Kroondomein Het Loo meer dan drie maanden per jaar niet toegankelijk is voor de Nederlandse burgers, met daarbij als reden rust voor de edelherten en het effectief en optimaal uitoefenen van afschot;

overwegende dat rust voor edelherten en het uitoefenen van afschot onverenigbare doelen zijn en dat de aangevoerde redenen voor sluiting van het kroondomein derhalve niet houdbaar zijn;

verzoekt de regering om met ingang van 2012 het eigenlijke Kroondomein Het Loo gedurende het gehele jaar open te stellen voor het publiek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 18 (33000-III).

Mevrouw Thieme (PvdD):

We hebben gedebatteerd over de Raad van State en de benoeming van de vicevoorzitter daarvan. Ik heb gezegd dat dit kabinet hoog in het vaandel heeft staan dat vooral vrouwen in topfuncties moeten komen. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet voornemens is per advertentie kandidaten op te roepen voor de vacature voor het vicevoorzitterschap van de Raad van State;

constaterende dat in de samenstelling van de Raad van State het aantal mannen tweemaal zo groot is als het aantal vrouwen;

verzoekt de regering, in de advertentie op te nemen dat vrouwen met nadruk worden opgeroepen, te solliciteren en dat bij gelijke geschiktheid de voorkeur zal worden gegeven aan een vrouw,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Recourt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 19 (33000-III).

Mevrouw Thieme (PvdD):

Mevrouw Van Gent maakte er al gewag van: wij hebben ook een amendement ingediend omdat wij een verandering willen in de begroting. Wij willen dat de € 300.000 die bestemd is voor de vernieuwing van de website van de koningin in plaats daarvan wordt aangewend voor het onderzoeksprogramma voor alternatieven voor dierproeven. Dat lijkt mij een veel nuttiger besteding.

De vergadering wordt van 14.52 uur tot 15.06 uur geschorst.

Voorzitter: Verbeet

Minister Rutte:

Voorzitter. De heer Recourt refereerde aan het overlijden van Lambert Giebels. Iedereen die geïnteresseerd is in de parlementaire geschiedenis – nog even los van de achtergrond van een Kamerlid – heeft altijd van deze historicus genoten. Ik vond het dus mooi dat de Partij van de Arbeid in de tweede termijn een aanknopingspunt zag om zijn naam hier te noemen, zo kort na zijn overlijden.

De PVV stelde een vraag over de rol van de Koningin in het adviseringsproces van de Raad van State. Die is nul komma nul. Duidelijker kan ik het niet zeggen.

Mevrouw Van Gent stelde een vraag over de waterzuivering op Bonaire in relatie tot het ingediende amendement. Overigens – ik zeg het nogmaals – zijn de bedragen voor de website al gecommitteerd. In die zin is het dus wat lastig als het amendement het zou halen. Daarbij komt dat de website en het jaaroverzicht tegemoetkomen aan wensen van de Kamer ten aanzien van het inzicht geven in de activiteiten van het Koninklijk Huis.

Meer specifiek over de waterzuivering kan ik het volgende zeggen. Staatssecretaris Atsma en minister Donner hebben afgelopen dinsdag met de Eerste Kamer gesproken over het wetsvoorstel van VROM voor Caraïbisch Nederland. In dat debat is onder meer gesproken over het financieringsvraagstuk omtrent de waterzuiveringsinstallatie. De Kamer heeft besloten om dit wetsvoorstel aan te houden. De staatssecretaris heeft gezegd dat er wordt gezocht naar een oplossing voor de financiering van de installatie. Er zijn in dat verband verschillende financieringsopties, maar het eiland is in eerste instantie zelf aan zet. De inspanningen zijn erop gericht om te voorkomen dat de installatie stil komt te staan. Er zijn dus geen toezeggingen gedaan dat er in dit verband geld komt van de Nederlandse overheid, maar denkbaar is wel dat het Nederlandse bedrijfsleven, waaronder bijvoorbeeld hotels en de huishoudens op Bonaire, bijdragen aan een deel van de financiering van de installatie. Ook Nederlandse drinkwaterorganisaties onderzoeken of er een businesscase is. Het kabinet komt binnen vier weken met een implementatieplan over de uitvoerbaarheid van het totale wetsvoorstel. De waterzuiveringsinstallatie op Bonaire maakt hiervan deel uit.

De heer Elissen (PVV):

Ik kom nog even terug op de vraag over de rol van de Koning in het adviseringsproces en het antwoord van de minister-president dat die "nul komma nul" is. Ik wil de minister-president in dit verband het volgende voorhouden. Professor baron Van Haersolte schreef in de Inleiding tot het Nederlandse staatsrecht in 1972 – gemakshalve vermeld ik erbij dat dit op pagina 72 staat – het volgende: "De vraag naar het koninklijk aandeel mag niet worden gesteld. Alle gegevens welke tot beantwoording van de vraag naar het koninklijk aandeel in het proces kunnen dienen, worden systematisch aan de openbaarheid onthouden." Vindt de minister-president dat deze professor onzin schrijft of is hij het misschien met mij eens dat dit niet democratisch is, omdat transparantie anno 2010 de sleutel is van de democratie?

Minister Rutte:

Ik begrijp dat citaat wel, maar dat heeft te maken met het geheim van Huis ten Bosch. De Koningin voert daar gesprekken met fractievoorzitters, op maandagmiddag met de minister-president en ook met anderen. De vraag of dit leidt tot een politieke beïnvloeding, kan alleen beantwoord worden door het antwoord op de vraag hoe stevig die politici in hun schoenen staan. Het moge zo zijn dat de koningin ook opvattingen heeft. Uiteindelijk worden de besluiten echter hier genomen. De besluiten van de Raad van State worden genomen in de Raad van State. Dit hef je niet op door de Koning geen voorzitter van de Raad van State te laten zijn, want dan zullen er nog steeds contacten zijn tussen degene die dan voorzitter van de Raad van State is en de koningin. Dan praat je echt over een heel ander chapiter. Ik denk dat dit alles te maken heeft met de vraag in hoeverre de koningin gebruikmaakt van haar bevoegdheden. Het gaat daarbij om de drie klassieke, Engelse bevoegdheden: geïnformeerd worden, aanmoedigen en adviseren. Dat is prima, maar uiteindelijk bepalen wij hier hoe wij het doen en bepaalt de plenaire raad de advisering. Bovendien bepaalt dat deel van de raad dat over rechtspraak gaat, de rechtspraak en niet de Koning.

De heer Elissen (PVV):

Het antwoord van de minister-president had volgens mij dus niet "nul komma nul" moeten zijn. Het antwoord had moeten luiden: ik weet het niet, omdat het geheim is.

Minister Rutte:

Ik dacht dat de heer Elissen het plaatste in de context van het eventueel stopzetten van het voorzitterschap van de Raad van State door de Koning. Daar heeft dit echter helemaal niets mee te maken; dat zal tot nul komma nul verandering leiden. Het voorzitterschap van de Raad van State constitueert op zichzelf immers nul komma nul beïnvloeding van de besluitvorming in de Raad van State.

De heer Elissen (PVV):

Ter afronding: ik heb het niet in die context geplaatst. Dank voor die toelichting, maar het blijft heel mysterieus of de invloed nul komma nul is zolang we niet weten hoe die rol in elkaar zit. Voor hetzelfde geld is er wel degelijk een heel behoorlijke betrokkenheid – mensen die er gewerkt hebben, beweren dat – en kan er sprake zijn van de schijn van invloed, om het voorzichtig te formuleren. Als je die invloed echt wilt neutraliseren, is het misschien verstandig om het oude gebruik toch maar op te heffen en, aansluitend bij uw suggestie, de Koning op termijn uit de Raad van State te halen als ceremonieel voorzitter.

Minister Rutte:

Dat is in ieder geval niet mijn suggestie. Ik zou het juist zo willen laten dat de Koning voorzitter is van de Raad van State, ook vanwege de 400 jaar oude relatie. Het feit dat de Koning voorzitter is van de Raad van State leidt naar mijn overtuiging tot nul komma nul invloed. Dat de Koning zich op ieder gewenst moment kan verstaan met mensen uit de samenleving, van een verpleegkundige in het ziekenhuis waar hij of zij op bezoek is tot de heer Pechtold die als fractievoorzitter bij een formatie op bezoek gaat bij het paleis. Het hangt van de heer Pechtold, van mij, van de heer Elissen en van wie dan ook af of hij of zij zich daardoor laat beïnvloeden. De Koning mag een opvatting hebben en vanuit de eigen invalshoek aanmoedigen en adviseren, maar uiteindelijk ligt de macht hier. De macht voor advisering en rechtspraak ligt bij de Raad van State.

De heer Elissen (PVV):

Het antwoord van de premier was "nul komma nul", maar volgens mij zou hij eigenlijk moeten antwoorden: ik weet het niet omdat het geheim en niet transparant is. Is de premier dat met mij eens?

Minister Rutte:

Je kunt dezelfde vraag stellen over de invloed van de portier op besluiten van de Raad van State. Stel dat hij een heel goed idee heeft terwijl de vicepresident binnenkomt, en de vicepresident besluit om dat uit te voeren! In dat geval is de zaak even schimmig. Dat verander je niet zolang je een monarchie hebt. Zelfs met een president heb je dit probleem.

Voorzitter. Ik kom bij de moties. In de motie-Recourt/Van Raak op stuk nr. 6 wordt gesteld dat de financiering van de privévluchten moet worden afgebouwd. Ik ontraad deze motie. De franchise is dit jaar gehalveerd voor de Prins van Oranje en prinses Máxima. Voor anderen is de franchise afgeschaft. Ik zie geen aanleiding voor verdere afbouw. Ik verwijs ook naar onze discussie in eerste termijn.

De motie-Recourt/Van Raak op stuk nr. 7 verzoekt de regering om zo snel mogelijk inzicht te geven in de concrete criteria die worden gehanteerd bij het vrijstellen van belasting van vermogen voor leden van het Koninklijk Huis. Dit heb ik ook in eerste termijn behandeld. De inspecteur van belastingen beslist dit. Er is hier sprake van geheimhouding, vertrouwelijkheid en privacy. Ik zou in strijd met de wet handelen als ik de Kamer deze informatie zou geven en zelfs als ik die zou vragen.

De heer Recourt (PvdA):

Nogmaals, de PvdA vraagt niet naar het privévermogen, want ook u en ik willen ons privévermogen graag privé houden. Ik vraag naar de criteria. Als ik u goed begrijp, is het zelfs mogelijk dat de koningin geen enkele cent vermogensrendementsbelasting betaalt omdat de belastinginspecteur zegt dat alles functiegerelateerd is, want kennelijk is dat ook zo met het vliegen voor privédoeleinden. Hoe kunnen we dit controleren?

Minister Rutte:

De inspecteur van belastingen is gehouden de wet uit te voeren. Met inachtneming van de wet legt hij of zij die belastingen op. Dat is aan de inspecteur van belastingen en daar moeten wij ons als politici niet mee bemoeien, want dan treden wij in een individuele belastingaangifte.

De motie-Recourt/Van Raak op stuk nr. 8 verzoekt de regering om geen leden van een zittend kabinet in aanmerking te laten komen voor benoeming tot vicevoorzitter van de Raad van State. Ik ontraad deze motie. In eerste termijn is al besproken dat er wat mij betreft geen reden is om leden van het kabinet uit te zonderen van benoemingen in belangrijke maatschappelijke posities.

De motie-Recourt/Van Raak op stuk nr. 9 verzoekt de regering om het aantal leden van het Koninklijk Huis terug te brengen. Het goede nieuws is dat dit al gebeurt. Dit aantal wordt fors teruggebracht door uitvoering te geven aan de laatste wijzigingen in de Wet lidmaatschap koninklijk huis van de heer Kok. Wij gaan terug van 17 naar 10 leden bij een troonswisseling. Ik denk dat het waardevol is dat er in deze wet ruimte is gelaten voor een paar leden van het Koninklijk Huis die niet direct behoren tot de kring van uitkeringsgerechtigden, oneerbiedig gezegd de reservebank. Stel dat die nodig is, dan is het goed dat we die hebben. Door het aantal leden tot op het bot uit te kleden, maak je het Koninklijk Huis te klein en te kwetsbaar voor dergelijke omstandigheden.

De motie-Recourt c.s. op stuk nr. 10 verzoekt de regering om de Staten-Generaal een rol te geven in de procedure voor de verkiezing van de vicevoorzitter van de Raad van State. De hele benoemingsprocedure is in 2010 uitvoerig aan de orde geweest in de Kamer, bij de herziening van de Wet op de Raad van State. Daarin is niet voorzien in een rol voor de Kamers. Het lijkt me goed om de wet niet opnieuw aan te passen terwijl er in 2010 nog uitgebreid over is gesproken.

De motie-Van Raak c.s. op stuk nr. 11 verzoekt de regering om de bijzondere belastingvoordelen voor de leden van het Koninklijk Huis ongedaan te maken. Ik ontraad deze motie. Wat de heer Van der Staaij zei, was me in dezen uit het hart gegrepen: laten we niet al te onverschillig omgaan met de Grondwet.

Dan kom ik bij de motie van de heer Van Raak op stuk nr. 12, waarin ik word verzocht om een onderzoek in te stellen naar het lek uit de Rijksministerraad van 4 oktober. Ik heb daarover afgelopen dinsdag een brief gestuurd naar de Tweede Kamer. Ik heb ook een reactie gegeven in eerste termijn. Ik ontraad deze motie met een verwijzing naar deze brief en deze reactie.

In de motie van de heer Pechtold en mevrouw Van Gent op stuk nr. 13 wordt de vaste commissie voor Europese Zaken verzocht om een voorlichtingsverzoek met voorlichtingsvragen in te dienen bij de Raad van State en deze aan de Kamer voor te leggen. Daar spreek ik mij niet over uit, want deze motie is gericht aan de Kamer zelf.

In de motie van mevrouw Van Gent op stuk nr. 14 wordt de regering verzocht om te onderzoeken hoe vanaf 2013 de kosten voor het Koninklijk Huis en de koninklijke familie gereduceerd kunnen worden en om daarvoor voorstellen aan de Kamer te zenden. Ik heb al verteld dat het Koninklijk Huis volledig vergelijkbaar wordt bediend in termen van kortingen, als de Hoge Colleges van Staat. Om die reden ontraad ik deze motie.

In de motie van mevrouw Van Gent op stuk nr. 15 wordt de regering verzocht om het huidige benoemingsbeleid voor Hoge Colleges van Staat te evalueren. Wij hebben onlangs, in 2010, de Wet op de Raad van State behandeld. Daarbij ging het natuurlijk over de Hoge Colleges van Staat. Laten we eerst met elkaar ervaring opdoen met die wet; dan kunnen we het daarna nader bezien.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 16 van mevrouw Thieme, de heer Van Raak en de heer Recourt, waarin de regering wordt verzocht om zo spoedig mogelijk een volledige specificatie te geven van de begroting van het kroondomein in 2012. Dat kan ik niet, gegeven artikel 41 van de Grondwet en verwijzend naar de privacyregels. Die motie is niet uitvoerbaar en dus ontraad ik haar.

In de motie op stuk nr. 17 wordt de regering verzocht om het Koninklijk Faunabeheer, nu geheten Koninklijk Jachtdepartement, niet langer te financieren. Het Koninklijk Faunabeheer en ook het voormalig Koninklijk Jachtdepartement financieren wij niet. De Koning, met inachtneming van de belangen van de Grondwet, richt zijn huis in zoals hij dat zelf wenst via de Dienst Koninklijk Huis. Nogmaals, dat is geen besluit van het kabinet maar een zaak van de Koning.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik heb nog een vraag over mijn eerste motie. De minister-president zegt dat hij die specificatie niet kan geven op grond van artikel 41, maar in 2007 heeft de regering die specificatie wel gegeven. Nu vraag ik exact hetzelfde voor het komende jaar. Het lijkt mij dus dat het wel kan, tenzij de regering in 2007 een grote fout heeft gemaakt omdat ze dat wettelijk gezien helemaal niet had mogen doen. Wat mijn tweede motie over het stoppen met het financieren van het Koninklijk Jachtdepartement, nu Koninklijk Faunabeheer geheten, betreft: alleen al een half miljoen gaat naar de jachtmeester van de koningin, die ook hoofd van het jachtdepartement is. De minister-president kan dus niet zeggen dat er geen belastinggeld naar het jachtdepartement gaat.

Minister Rutte:

Dat moge zo zijn, maar dat is omdat er geld naar de Dienst Koninklijk Huis gaat. De Koning richt, met inachtneming van de bepaling in artikel 41 van de Grondwet, zelf haar huis in. Het moge zo zijn dat dit betekent dat er ook geld naar het faunabeheer gaat. Daarmee is dat echter nog geen besluit van de Kamer of van de regering. Wij gaan daar dus niet over. Dat er in 2007 een glas melk is omgegooid, betekent nog niet dat ik ieder jaar een glas melk ga omgooien. Het moge dus een keer gebeurd zijn, maar het is ongebruikelijk, het schendt de privacy en is in strijd met artikel 41. Het is dus prima dat het een keer gebeurd is, maar dat betekent niet dat zoiets ieder jaar moet gebeuren.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De minister-president constateert dus dat de regering in 2006 de wet heeft geschonden.

Minister Rutte:

De regering heeft niet de wet geschonden, maar het is wel zeer ongebruikelijk en raakt aan artikel 41 van de Grondwet en aan de privacy. Het is te zwaar om dit "het schenden van de wet" te noemen. Het moge zo zijn dat de privacy in het kader van het belang van openheid destijds één keer geschonden is – dat is overigens niet in strijd met de wet – maar ik ga dat niet ieder jaar herhalen.

De heer Van Raak (SP):

Dat is een redenering van niks. De vorige keer was het goed, maar nu is het niet goed. Wat is er in de tussentijd veranderd?

Minister Rutte:

Niets.

De heer Van Raak (SP):

Of deze minister-president heeft iets fout gedaan of er is de vorige keer iets misgegaan. Gaat er nu iets mis of is de vorige keer iets misgegaan?

Minister Rutte:

Nogmaals, er is in 2007 niet tegen de wet gehandeld. Ik kan mij heel goed voorstellen dat het in het kader van transparantie af en toe wenselijk is om dit soort inzage te geven. Ik vind het echter onwenselijk om dat ieder jaar opnieuw te doen, omdat wij daar strikt genomen niet over gaan. De inrichting van het eigen huis is een zaak van de Koning volgens artikel 41 van de Grondwet. Dat dit een keer gebeurt, is prima. Dat helpt ook het debat, maar daarmee hoef je dat niet steeds te herhalen.

De heer Van Raak (SP):

Eerst doet de minister-president een beroep op de Grondwet om de informatie niet te hoeven geven en vervolgens doet hij een beroep op de wet om het niet te hoeven doen. Ook blijkt dat de regering die informatie in het verleden al heeft gegeven. Nu zegt de minister-president dat hij het lekker toch niet gaat doen. Ik vind dat dit gewoon een verzoek om informatie betreft. Tegen de andere woordvoerders zeg ik dan ook: volgens mij heeft mevrouw Thieme een verzoek gedaan om aanvullende informatie, die we eerder wel hebben gekregen. Ik vind het heel opmerkelijk dat de minister-president dit niet aan de Kamer overlaat.

Minister Rutte:

Ik heb in eerste termijn de informatie gegeven voor zover die openbaar is. Ik heb de bedragen genoemd. Mevrouw Thieme wil een herhaling uit 2007. Dat was toen niet tegen de wet, maar wel ongebruikelijk. Toen was het wenselijk in het kader van de transparantie. Het was heel goed om dat een keer te doen, want dan heb je er zicht op hoe het precies werkt met het departement. Het lijkt mij onwenselijk om dit te blijven herhalen, omdat het schuurt met artikel 41 van de Grondwet en het privacyprincipe. Hierover is een motie ingediend door mevrouw Thieme. Ik ontraad de motie, maar dat neemt niet weg dat wij gaan kijken hoe het vanavond in de Kamer verloopt.

De volgende motie van mevrouw Thieme gaat over de openstelling van het Kroondomein gedurende het gehele jaar. Ik verwijs kortheidshalve naar de discussie in 2007 en 2008 over de openstelling van het Kroondomein. Er was geen sprake van dat de sluiting te maken had met de rust voor de edelherten en het effectief en optimaal kunnen uitoefenen van het afschot. Dat was volgtijdelijk indertijd. Het lijkt mij goed, gezien de hilariteit toen u die opmerking maakte, om dat hier nog even uit te leggen. Verder verwijs ik naar de discussie die toen is gevoerd. Ik ontraad de motie.

Tot slot de motie van mevrouw Thieme en de heer Recourt om op te nemen dat vrouwen met nadruk worden opgeroepen om te solliciteren. Het gaat over het vicevoorzitterschap van de Raad van State. Sinds 2010 staan deze formuleringen niet meer in de advertenties. Daar ben ik dolblij om. Goede vrouwen, goede mannen, goede autochtonen, goede allochtonen, goede jongeren, goede ouderen, krijgen een baan omdat zij de beste zijn. Het zijn allemaal verouderde teksten en het is maar goed dat wij die sinds 2010 niet meer in advertenties zetten.

Ik denk dat ik hiermee aan het eind van de tweede termijn ben gekomen, nadat ik geprobeerd heb alle vragen te beantwoorden en de moties van commentaar te voorzien. Ik heb echt de indruk dat wij vandaag het koningshuis en de verdere begroting van AZ recht hebben gedaan door zo in de breedte niet alleen over de financiële positie, maar gelukkig ook over de staatsrechtelijke kanten van de monarchie met elkaar te debatteren. Ik heb dat zeer gewaardeerd.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Ik weet niet zeker of alle amendementen besproken zijn. Zijn de laatst ingediende amendementen van mevrouw Thieme ook van een advies voorzien?

De voorzitter:

Ik heb dit deel van de vergadering niet helemaal bijgewoond.

Minister Rutte:

Ik ontraad het amendement.

De voorzitter:

Het zijn er twee.

Minister Rutte:

Dan ontraad ik ze beide. Ik heb ze niet bij de hand, voorzitter.

De voorzitter:

Het ene amendement ziet op een vernieuwing van de website van het Koninklijk Huis en het jaaroverzicht en het ten goede laten komen aan alternatieven voor dierproeven. Het tweede amendement gaat ook over de website en de alternatieven. In het ene wordt geld weggehaald en in het andere wordt geld toegevoegd. Ik heb hem door.

Minister Rutte:

Ik ontraad ze ook omdat de website al is aanbesteed volgens de Europese regels en wetgeving et cetera. Wij menen op het departement van Algemene Zaken in alle oprechtheid dat wij hiermee ook invulling geven aan de wensen van de Kamer over maximale transparantie.

De heer Van Raak (SP):

Maar waarom kan de overheid altijd zo slecht onderhandelen? Het is zo verschrikkelijk duur. Ik verkeer ook in dubio. Ik heb een jaarverslag gevraagd. Wij hebben ook een prachtig jaarverslag gekregen, maar een halve ton? Er zijn organisaties die minder krijgen. En honderdduizenden euro's voor de website. Kan de minister-president toezeggen dat hij de mensen die het moeten aanbesteden, wil vragen of het wat strakker kan? Kan de overheid eindelijk eens een keer leren onderhandelen?

Minister Rutte:

Er is wel een verschil tussen zo'n jaaroverzicht of het jaarverslag van de SP, waarbij je alleen ervoor moet zorgen dat de heer Marijnissen er in de laatste hoedanigheid op staat. Dit kost echt geld.

De heer Van Raak (SP):

De premier is niet helemaal up-to-date. We zijn intussen een paar leiders verder.

Minister Rutte:

Maar hij is nog wel voorzitter van uw partij.

De heer Van Raak (SP):

Misschien moeten de desbetreffende ambtenaren eens bij ons in de leer. Bij de SP doen wij de dingen voor een stuk minder en ziet het er meestal een stuk beter uit.

Minister Rutte:

Ik laat dit oordeel geheel aan de Kamer!

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister-president voor zijn beantwoording. De stemmingen zijn vanavond.

De vergadering wordt van 15.25 uur tot 16.00 uur geschorst.

Naar boven