Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over het verslag van de Europese Top, te weten:

- de motie-Ouwehand over een transitie naar klimaatvriendelijker eetpatronen (21501-20, nr. 446).

(Zie vergadering van 3 november 2009.)

De voorzitter:

De motie-Ouwehand (21501-20, nr. 446) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat alleen al de kosten voor klimaatmitigatie en -adaptatie voor ontwikkelingslanden in 2020 100 mld. per jaar zullen bedragen;

constaterende dat de onderhandelingen over de Europese inzet voor Kopenhagen stuk dreigen te lopen op de financiering van deze klimaatkosten;

van mening dat tot nu toe onbenutte beleidsopties die een substantiële reductie van de klimaatkosten kunnen bewerkstelligen, zoals verandering van westerse eetpatronen naar een meer plantaardig dieet, de impasse in de onderhandelingen zouden kunnen doorbreken;

verzoekt de regering, tijdens de voorbereidingen van de EU-inzet voor een nieuw klimaatakkoord te pleiten voor een omschakeling naar duurzamer en klimaatvriendelijker eetpatronen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 453 (21501-20).

Ik stel vast dat wij nu hierover kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Ouwehand (21501-20, nr. 453).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven