Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over visserij, te weten:

- de motie-Polderman over projecten om het natuurlijk aanbod van glas- en pootaal zo optimaal mogelijk te benutten (29675, nr. 67);

- de motie-Ouwehand over een verbod op de staandwantvisserij in de kuststrook (29675, nr. 68);

- de motie-Ouwehand over een verbod op het kweken van paling (29675, nr. 69);

- de motie-Ouwehand over het ethisch ontoelaatbaar zijn van dierproeven voor menselijke consumptie (29675, nr. 70);

- de motie-Ouwehand over een totaal vangstverbod voor paling (29675, nr. 71);

- de motie-Koppejan c.s. over het opnemen van in- en uittrekprogramma's in het definitieve aalbeheerplan (29675, nr. 72);

- de motie-Van der Vlies over de gevolgen van waterbodemvervuiling voor de (schier)aal (29675, nr. 73);

- de motie-Jacobi/Polderman over één structuurvisie voor de kuststrook (29675, nr. 74);

- de motie-Jacobi over maatregelen om het aantal gestrande bruinvissen te reduceren (29675, nr. 75).

(Zie vergadering van 24 maart 2009.)

De voorzitter:

De motie-Polderman (29675, nr. 67) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • - de stand van de aalpopulatie in Nederland en Europa zorgwekkend is;

  • - een deel van de glasaal die Nederland op eigen kracht bereikt niet kan intrekken vanwege barrièrewerking van sluizen, gemalen en stuwen;

  • - een aanzienlijk deel van die glasaal verloren gaat door predatie;

  • - een ander deel van de glasaal terechtkomt in gebieden met vervuilde waterbodems zoals het rivierengebied en door opslag van dioxines/pcb's ongeschikt wordt voor de voortplanting;

  • - aansluitend op de in het aalherstelplan voorgestelde maatregelen met betrekking tot de schieraaluittrek er dus ook maatregelen nodig zijn voor verbetering van intrek en optimaal gebruik van het opgroeiareaal voor de aal in Nederland;

verzoekt de regering:

  • - in overleg met de andere waterbeheerders en de sector projecten te laten ontwikkelen om het natuurlijk aanbod van glas- en pootaal in Nederland zo optimaal mogelijk te benutten waarbij met name gekeken moet worden naar de diverse barrières in de weinige grote intrekwateren – bijvoorbeeld het Noordzeekanaal – en naar de belemmeringen voor gezonde opgroeimogelijkheden door de vervuilde waterbodems zoals in het rivierengebied;

  • - hiervoor in de komende begroting ook voldoende middelen te reserveren en de Kamer te informeren over de voortgang van deze projecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Polderman en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 76 (29675).

De motie-Jacobi/Polderman (29675, nr. 74) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de kustzone de verschillende activiteiten, zoals recreatieve visserij, beroepsvisserij, pleziervaart, reddingsbrigade, kustversterking, zandsuppletie, natuurbescherming en recreatie, elkaar door toenemende drukte meer en meer in de weg kunnen gaan zitten;

constaterende dat conflicten tussen sportvissers en beroepsvissers met staand want in toenemende mate plaatsvinden;

constaterende dat een belangrijk deel van de visserij namelijk de commerciële staandwantvisserij en de recreatieve visserij vrijwel niet gereguleerd zijn;

overwegende dat er bij belanghebbenden wel de wil is om tot overeenstemming te komen over gebruik van de kustzone, maar de mogelijkheden om met elkaar in gesprek te komen momenteel zeer beperkt zijn;

van mening dat de kustzone een belangrijk onderdeel is van het Noordzee-ecosysteem, de kustzone voor veel soorten een belangrijk paai- en opgroeigebied is en de toekomst voor vis en visserij gelegen is in een evenwichtig en duurzaam ecosysteem;

van mening dat de regulering van de staandwantvisserij alsook de invloed hiervan op het ecosysteem en het multifunctioneel gebruik van de kustzone te complexe materie is om door individuele gemeenten voor ieder het eigen deel van de kust gereguleerd en gecontroleerd te laten worden;

verzoekt de regering, zorg te dragen voor een taskforce kustzone met een onafhankelijk voorzitter die met alle betrokkenen voor 1 oktober een plan van aanpak opstelt over gebruik van de kustzone,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 77 (28675).

De motie-Jacobi (29675, nr. 75) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staandwantvisserij in de laatste jaren enorm is toegenomen alsook dat de bruinvis in toenemende mate bijgevangen wordt in de staandwantvisserij;

overwegende dat de bruinvis op nationaal, Europees en internationaal niveau op de lijst bedreigde diersoorten staat en als gevolg de Nederlandse overheid verplicht is, alle maatregelen te nemen om deze soort te beschermen;

constaterende dat deze bijvangst schadelijk is voor de bedreigde bruinvispopulatie in de Noordzee;

van mening dat het met de recentelijk weer toegenomen strandingen van bruinvissen nu echt tijd is om serieuze maatregelen te nemen;

verzoekt de regering om binnen twee maanden maatregelen te nemen, waardoor het aantal gestrande bruinvissen met 90% gereduceerd wordt in het komende jaar;

verzoekt de regering om binnen dit 90%-reductieplan alle nodige middelen aan te wenden om de bijvangst van bruinvissen te verminderen, waaronder het verminderen van het aantal en de lengte van de staandwantnetten, netten die voor zeezoogdieren beter waarneembaar zijn als ook het sluiten van bepaalde kritieke zones,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 78 (28675).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

Op verzoek van mevrouw Ouwehand wordt hoofdelijk gestemd over de motie op stuk nr. 71.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf. Ik ga u in het prevelement zeggen, omdat daar wel eens misverstanden over ontstaan, dat het meestal misgaat bij een stemverklaring als je de naam van een andere partij dan wel persoon noemt.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik weet niet of ik dat op dit tijdstip nog wel begrijp.

Voorzitter. Het uitsterven van diersoorten is vaak een "ver-van-ons-bedshow". Wij vinden het erg dat de rode gazelle van de wereldbol verdween, wij vinden het erg als wij horen dat de Syberische tijger het niet gaat redden. Maar ja, wat kun je eraan doen? Hoe kun je vanuit Nederland het uitsterven van die dieren voorkomen? Nu debatteren wij hier in de Kamer al een poosje over de paling. Die wordt ook met uitsterven bedreigd. Het verschil met bijvoorbeeld de tijger is dat wij als Nederland een heel directe invloed hebben op de overlevingskansen van deze diersoort. Duidelijk is dat het allang vijf voor twaalf is geweest en duidelijk is ook dat de visserij verreweg de belangrijkste oorzaak is van de benarde situatie waarin de paling zich bevindt. Een paar partijen hebben moties ingediend die zich richten op factoren die, naast visserij, een negatief effect hebben op de palingstand. Hoewel de Partij voor de Dieren erkent dat wij ook andere maatregelen moeten treffen, kunnen wij niet anders dan concluderen dat deze moties vooral zijn ingediend om de aandacht af te leiden van die ene maatregel die volgens alle palingdeskundigen nu echt nodig is: het stilleggen van de visserij. Wij zullen deze moties van de SP en de SGP dan ook niet steunen.

Voorzitter. De keuze voor het laten voortbestaan of het laten uitsterven van een diersoort is wat ons betreft een gewetenskwestie, een zware verantwoordelijkheid. Zo'n keuze kan niet worden overgelaten aan de visserijwoordvoerders van de verschillende fracties. Wij vinden dat ieder Kamerlid zijn of haar persoonlijke verantwoordelijkheid moet kunnen nemen als het lot van een bedreigde diersoort letterlijk in onze handen ligt. Daarom willen wij hoofdelijk stemmen over mijn motie die oproept tot een vangstverbod.

In stemming komt de gewijzigde motie-Polderman/Jacobi (29675, nr. 76).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (29675, nr. 68).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (29675, nr. 69).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (29675, nr. 70).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdD, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (29675, nr. 71).

Vóór stemmen de leden: Thieme, Vendrik, Dibi, Van Gent, Halsema, Van der Ham, Heemelaar, Koşer Kaya, Ouwehand, Pechtold en Sap.

Tegen stemmen de leden: Smits, Snijder-Hazelhoff, Spekman, Spies, Van der Staaij, Sterk, Tang, Teeven, Tichelaar, Timmer, Van Toorenburg, Uitslag, Ulenbelt, Van der Veen, Van Velzen, Verbeet, Verdonk, Vermeij, Vietsch, Van der Vlies, Voordewind, Vos, Jan de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Weekers, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Willemse-van der Ploeg, De Wit, Wolbert, Zijlstra, Aasted-Madsen-van Stiphout, Anker, Aptroot, Arib, Atsma, Bashir, Van Beek, Besselink, Bilder, Biskop, Blanksma-van den Heuvel, Blok, Blom, Van Bochove, Boekestijn, Boelhouwer, Van Bommel, Bouchibti, Bouwmeester, Ten Broeke, Van der Burg, Van de Camp, Çörüz, Cramer, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming-Bluemink, Jan Jacob van Dijk, Jasper van Dijk, Van Dijken, Dijsselbloem, Eijsink, Elias, Ferrier, Van Geel, Gerkens, Van Gerven, Gesthuizen, Gill'ard, Griffith, Van Haersma Buma, Hamer, Haverkamp, Heijnen, Van Heugten, Van Hijum, Ten Hoopen, Irrgang, Jacobi, Jager, Jansen, Joldersma, Kalma, Kant, Karabulut, Knops, Koopmans, Koppejan, Kraneveldt-van der Veen, De Krom, Kuiken, Langkamp, Leerdam, Van Leeuwen, Leijten, Lempens, Luijben, Van Miltenburg, Neppérus, De Nerée tot Babberich, Omtzigt, Ormel, Ortega-Martijn, De Pater-van der Meer, Pieper, Polderman, Poppe, Van Raak, Remkes, Roefs, Roemer, De Roos-Consemulder, De Rouwe, Rutte, Samsom, Schermers, Schinkelshoek, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets en Smilde.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 122 tegen 11 stemmen is verworpen.

In stemming komt de motie-Koppejan c.s. (29675, nr. 72).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, D66, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies (29675, nr. 73).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de VVD, de SGP en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Jacobi/Polderman (29675, nr. 77, herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD en de VVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Mijn fractie wil geacht worden tegen de motie op stuk nr. 72 te hebben gestemd.

De voorzitter:

Dat is genoteerd.

In stemming komt de gewijzigde motie-Jacobi (29675, nr. 78).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD en de VVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven