Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Peters.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Mede namens de fractie van de SP wil ik u verzoeken om het verslag van het AO NAVO dat wij net hebben gehad, op de agenda van de vergadering te zetten. Vanavond willen wij nog over de moties kunnen stemmen.

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen, maar u realiseert zich dat het vandaag laat kan worden. Alle collega's moeten dan lang wachten. Niemand zal daar blij mee zijn.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik besef dat het laat kan worden, maar het is een heel korte motie.

De voorzitter:

De heer Van Bommel staat achter u, letterlijk en figuurlijk. Wij zullen ons best doen om dit in te plannen.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Zojuist werd mij bekend dat er een protocol bestaat tussen de ministeries en de commissie-Davids die onderzoek doet naar de Irakoorlog. Als dit klopt, heeft het er alle schijn van dat vier ministers de bevoegdheid krijgen tot censuur op delen uit de stukken die als staatsgeheim zouden kunnen worden gekwalificeerd. Ik weet niet zeker of het zo is, maar als dit het geval is, is dit rechtstreeks in strijd met afspraken die in de Kamer zijn gemaakt over de werkwijze en de vrijheid van de commissie-Davids.

Ik verzoek om een spoeddebat hierover met de minister-president. Ik realiseer me dat dit vandaag een tikje moeilijk wordt en vraag u daarom om dit voor dinsdag op de agenda te plaatsen.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Uiteraard steun ik dat verzoek. Het lijkt me allemaal behoorlijk in strijd met hetgeen we tot nu toe wisten, en ongewenst. Misschien, omdat dit debat niet eerder dan dinsdag kan, zou het dienstig kunnen zijn als er een brief van de regering met een toelichting komt vóór het debat.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Ik heb inmiddels ook de heer Davids gehoord op de radio en elders in de media. Mijn analyse is iets anders. Volgens mij valt het wel mee, maar ik ben het met mevrouw Halsema eens dat de schijn zo snel mogelijk moet worden weggenomen. Ik steun dus het verzoek om een spoeddebat.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Dat het op dit moment lijkt dat het rapport niet rechtstreeks naar ons zal komen maar dat er een aantal ministers tussen zullen zitten, staat haaks op wat in de Kamer is gezegd hierover. Voor mijn fractie is er dus alle reden om dit verzoek tot een spoeddebat te steunen.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Wij hebben dezelfde indruk als mevrouw Halsema. Maar om helemaal zeker te zijn, zouden wij graag informatie van de regering ontvangen in een brief.

Mevrouw Spies (CDA):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Van Dam.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ook wij maken ons zorgen over de berichten. Ook wij willen graag meer duidelijkheid en een spoeddebat.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet. Ik zal dit spoeddebat plannen, met spreektijden van drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Jansen.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Vanmorgen werd bekend dat elektriciteits- en gasbedrijven van de EU toch niet hun productie en levering volledig hoeven te splitsen. In Nederland is dit al gebeurd. We kunnen ons allemaal herinneren dat vorig jaar de motie-Hessels c.s. is aangenomen, waarin werd uitgesproken dat Nederlandse publieke energiebedrijven niet mogen worden verkocht aan buitenlandse ongesplitste energiebedrijven. De SP-fractie wil graag naar aanleiding van dit bericht een spoeddebat aanvragen, graag zo vroeg mogelijk in de volgende week.

De voorzitter:

Ik deel hierbij mee dat volgens mijn informatie half april een verzamel-AO staat gepland. Het lijstje reeds gedane verzoeken is u ongetwijfeld bekend. Dit zal het niet makkelijk maken om het debat dat u verzoekt, volgende week te plannen. Maar ik zal andere leden ook het woord geven.

De heer Atsma (CDA):

Ik heb dat bericht ook gelezen en kan mij daarom iets voorstellen bij de spoed die collega Jansen wil betrachten. Dit heeft ook alles te maken met de mededeling die de minister van Economische Zaken hier twee weken geleden deed over de overnameplannen van NUON. Volgende week moet daarover volgens mij een beslissing worden genomen. Ik vraag de heer Jansen of hij met mij van mening is dat de minister in een brief duidelijk moet maken wat de mogelijke consequenties zijn als het bericht dat vandaag in de media is verschenen, bewaarheid wordt. Ik wil de brief graag hebben vóór het debat. Het debat moet spoedig plaatsvinden, maar hoeft van mij niet plenair te worden gehouden. Dat kan in een commissiezaal.

De heer Samsom (PvdA):

Ik sluit mij daarbij aan, vooral omdat het bericht dat de heer Jansen citeert, niet helemaal correct is. Er is geen besluit genomen. Door een paar onderhandelaars van het Europees Parlement en door een paar andere onderhandelaars is voorlopig iets afgesproken, dat nog geaccordeerd moet worden. Laat de minister maar precies toelichten hoe dit zit, hoe snel het gaat en wat de consequenties ervan zijn. Wij kunnen er wat mij betreft op dezelfde dag nog over spreken, het liefst in een commissiezaal. Dat zal sneller mogelijk zijn dan hier in de plenaire zaal.

De heer Zijlstra (VVD):

De VVD-fractie wil er ook graag overleg over voeren. Dit hoeft inderdaad niet plenair te gebeuren, maar wel zo spoedig mogelijk, ook naar aanleiding van de brief. Wij zouden graag zien dat de minister ingaat op de splitsingsplannen van NUON die op dit moment voorliggen. Voor het eind van deze maand moet de minister hierover een besluit nemen. Ik wil weten wat de invloed van deze ontwikkeling daarop is.

De voorzitter:

Mijnheer Jansen, u hebt geen steun voor een spoeddebat, maar wel voor een spoedig overleg.

De heer Jansen (SP):

Ik kan meegaan in de suggestie van de heer Atsma. Ik stel voor dat wij spoedig een overleg houden, gezien de brede steun ervoor. Aansluitend kunnen wij er in een VAO nog wat uitspraken over doen.

De voorzitter:

Aldus besloten. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Naar boven