Aan de orde is de gezamenlijke behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de wijziging in de procedure betreffende de aanvraag en afgifte van rijbewijzen (30438);

het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs (30477).

De voorzitter:

Er is gevraagd om een gezamenlijke behandeling van deze wetsvoorstellen. Ik constateer dat de minister hiertegen geen bezwaar heeft. Ik stel daarom voor, aan het verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

De voorzitter heeft gezegd: er is geen bezwaar tegen een gezamenlijke behandeling. Ik ben er niet helemaal zeker van of ik de volle twee keer zeven minuten die ik heb gevraagd, nodig heb. Ik denk van wel, maar misschien wil de voorzitter daarin coulant zijn.

Voor ons ligt het voorstel voor invoering van het nieuwe rijbewijsdocument. De belangrijkste redenen om tot dit nieuwe document, het creditcardmodel, over te gaan waren: het is duurzamer, het is beter te beveiligen en het is handzamer. Vooral de beveiligingsaspecten wegen zwaar, immers het nieuwe document dient tevens als identificatiedocument en moet derhalve op hetzelfde beveiligingsniveau worden gebracht als het paspoort en de identiteitskaart. Tegelijkertijd ontstaat de mogelijkheid om een nieuwe categorie toe te voegen, namelijk het bromfietsrijbewijs module AM. De CDA-fractie kan zich niet aan de indruk onttrekken dat bij de invoering van dit nieuwe rijbewijsdocument met gretigheid is gekeken naar de mogelijkheid om het bromfietsrijbewijs snel in te voeren.

Laten wij eens naar een paar andere aspecten kijken. Op vragen van de Kamer tijdens de schriftelijke behandeling met betrekking tot het aanbrengen van een chip, antwoordt de minister dat de derde Europese richtlijn die dat mogelijk maakt, pas in 2007 wordt ingevoerd. De minister wil al in oktober 2006 het nieuwe rijbewijsdocument invoeren. Wat de voor- en nadelen zijn van het wachten op de mogelijke chip, wordt niet echt helder. Wel geeft de minister aan dat in verband met veiligheidsaspecten en het tegengaan van fraude, nieuwe reisdocumenten zoals een paspoort al in augustus 2006 een chip krijgen volgens een EU-richtlijn. Wij kunnen ons daar van alles bij voorstellen. Waarom dan toch de spoedhaast bij het nieuwe rijbewijsdocument zonder een chipoptie? Eigenlijk staat het antwoord niet in de nota naar aanleiding van het verslag bij het nieuwe rijbewijsdocument, maar in het voorstel tot invoering van het bromfietsrijbewijs. Behandeling van beide wetsvoorstellen op dezelfde dag en nu ook in dezelfde termijn, biedt ons de gelegenheid beide zaken nog eens zorgvuldig af te wegen.

Op dit moment moeten bromfietsrijders een certificaat halen. Dat is vergelijkbaar met het theoriedeel van het toekomstige bromfietsrijbewijs. De toegevoegde waarde van het bromfietsrijbewijs is het praktijkgedeelte, en – ik denk dat daar de portee zit van de haast – de mogelijkheid om bij ernstige overtredingen het rijbewijs in te nemen. Dat kan niet met een certificaat en wel met een rijbewijs.

Ik prijs de minister dat de mogelijkheid van innemen vanuit handhavingsoogpunt zo zwaar weegt, maar er is vanuit de CDA-fractie wel wat aan gelegen om wijzigingen in de rijbewijzenpraktijk zo veel mogelijk synchroon te laten lopen. Wat dat betreft levert de combinatie van dit voorstel en het bromfietsrijbewijs misschien toch een efficiencyslag op. Die bestaat eruit dat bij het nieuwe rijbewijsdocument een chip wordt toegevoegd en bij het bromfietsrijbewijs in één keer zowel de theorie- als de praktijkmodule wordt ingevoerd. Dit is dus voor de duidelijkheid. Tevens is het voor de groep die het bromfietsrijbewijs wenst voor het besturen van een brommobiel een handige optie, omdat daarbij de praktijkmodule zo nuttig is. Onze fractie heeft even overwogen om als tussenmodel een vorm van intrekken van het certificaat voor te stellen, omdat de minister het handhavingselement zo zwaar laat wegen. Wij zien daarvan af, omdat wij met elkaar ook bezig zijn de regels te verminderen en niet navenant de lasten te verhogen.

De CDA-fractie vindt bij de afgifte van het nieuwe rijbewijsdocument ook het volgende van belang. Vanwege de beveiligingsaspecten gaat de afgifte van het eerste rijbewijs minimaal een werkweek duren. Wij hebben daarvoor alle begrip. Voor de duidelijkheid: dit gaat niet over de vervanging van een rijbewijs – als dat roze papiertje nog een paar jaar meekan, is het ook goed – maar over een eerste rijbewijs. Het eerste rijbewijs, waarvoor je al die moeite hebt gedaan en je theoriemodule hebt gehaald. Dat is voor de meesten een schrikervaring op het laatste moment: "O jee, ik moet de theorie nog doen, anders kan ik niet op voor mijn praktijkexamen." Dan heb je het praktijkexamen afgelegd en krijg je dat felbegeerde document. Wie van de huidige rijbewijsbezitters herinnert zich niet dat moment van: "Yes! Geslaagd!"? Dat is echt iets anders dan je rijbewijs inwisselen. Het is net zo'n soort gevoel als bij dat andere diploma, waarvoor iedereen de vlag uitsteekt en de tas aan de vlaggenstok hangt als het binnen is. Waarom vraag ik zo veel aandacht voor dit moment? In mijn schriftelijke bijdrage heb ik gevraagd of de gemeente bij de eerste aanvraag van het officiële document niet een soort tussencertificaat kan afgeven, waaruit blijkt dat aan de vereisten voor het examen is voldaan. Dat tussencertificaat geeft de gelukkige bezitter, de geslaagde, de mogelijkheid om het rijbewijs onmiddellijk te effectueren. Je kunt het ook aan je familie laten zien. Ik heb mij voorgesteld hoe dat nu zou gaan met de wet zoals die nu is geformuleerd. Je haalt je rijbewijs, je bent in een feeststemming, want je hebt die prestatieproef met goed gevolg afgelegd. Je komt bij het loket en je wordt gefeliciteerd. Een beetje attente ambtenaar doet dat. Deze zegt er wel bij: "Sorry, je moet nog wel een week wachten, want nu moeten wij eerst de papieren in orde maken." Dat lijkt mij een dompertje. Zou een tussencertificaat echt fraudegevaar opleveren, zoals in de nota naar aanleiding van het verslag wordt gesuggereerd? Bij het afhalen van het definitieve document moet je het namelijk weer inleveren. Dat doe je dan ook nog met plezier. Ik stel mij voor dat de minister hier op de royale wijze die wij van haar kennen een gebaar maakt en de gemeentes aangeeft dat het tussencertificaat voor de allereerste keer een optie is. Wij kennen haar. Zij wil de feestvreugde liever niet dimmen.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik meen mij te herinneren dat ik ergens heb gelezen dat de mogelijkheid bestaat van een spoedprocedure voor het verkrijgen van een rijbewijs binnen één dag, maar met verhoging van de leges.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Mevrouw Roefs heeft dat goed gelezen, maar dan moet je inderdaad meer leges betalen. Ik geloof dat je het rijbewijs dan beroepsmatig nodig moet hebben. Dat is hier echter niet aan de orde. Het gaat mij erom dat men even een kopie van de officiële aanvraag inlevert en dat die een week geldig is.

Mevrouw Gerkens (SP):

Zou het niet beter zijn om aan de minister te vragen of het met de huidige digitalisering niet mogelijk is het echte rijbewijs in het nieuwe creditcardformaat straks meteen af te geven? Als wij de foto laten maken op het gemeentehuis waar het document moet worden afgehaald, als men de gegevens kan inleveren en als de papieren er zijn, moet het kaartje na een paar handelingen uit de computer kunnen rollen.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Dat was ook mijn eerste gedachte, maar nu wij alle veiligheidseisen die wij stellen aan andere identificatiepapieren ook stellen aan dit formulier, moet er een centraal punt zijn waar de gegevens binnenkomen. Daarom kan dat niet meer. Daar heb ik vrede mee; ook het paspoort kan in de toekomst niet meer zomaar worden opgehaald. Als de minister kan melden dat het inmiddels vanwege voortschrijdende digitalisering wel kan, dan is dat natuurlijk nog beter. Ik heb echter begrepen dat dit vanwege beveiligingsaspecten niet kan.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik moet er wellicht in mijn termijn nog eens op terugkomen, want het verhaal lijkt mij vrij sterk. Op dit moment moet je namelijk een week op je paspoort wachten; je kunt het niet direct meenemen vanwege alle controlemomenten die er inderdaad zijn. Het lijkt mij echter vreemd, waar er momenteel zo'n vergaande ontwikkeling van de digitalisering is, dat wij de zaken die echt van belang zijn niet ter plekke kunnen toetsen.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Als ik nu spreek over een situatie die achterhaald blijkt te zijn, dan geldt het op dit punt ook voor de nota naar aanleiding van het verslag. Als dat zo is, dan hoor ik dat graag van de minister; dan is het punt weg.

Ik heb gevraagd naar de kosten van het rijbewijs. De minister wijst mij terecht op artikel 229 van de Gemeentewet; ik ken dit artikel en heb er vaker mee van doen gehad. Het gaat er ons echter niet om dat wij zeggen wat een rijbewijs moet kosten; dat is inderdaad de taak van de gemeenten. Zij mogen de kosten toerekenen die zij maken. Het verbaast ons echter dat de kosten nog zo ver uiteenlopen, ondanks dat in alle gemeenten dezelfde handelingen moeten worden verricht. Die verschillen kunnen alleen ontstaan door wat een gemeente aan kosten toerekent, zoals de leeftijdsopbouw van het ambtenarenapparaat. Ik vraag de minister in te gaan op de vraag hoe de kosten beheersbaar gehouden kunnen worden, zodat zij in de diverse gemeenten niet zo ver uiteenlopen. Hetzelfde geldt voor de kosten voor het vignet invaliditeit, dat gekoppeld is aan het rijbewijs, daar wij over de hoogte van die kosten ook regelmatig klachten ontvangen.

Met de invoering van het bromfietsrijbewijs wordt een volgende stap gezet naar continue aandacht voor de opleiding van de verschillende verkeersdeelnemers. Een dergelijke maatregel kan niet voorkomen dat de verschillende groepen verkeersdeelnemers kwetsbaar zijn en ook niet dat ongelukken gebeuren. Toch is het bromfietsrijbewijs voor jonge mensen, die op een andere wijze aan het verkeer gaan deelnemen, een extra momentum om de risico's en gevaren onder ogen te zien die aan die deelname verbonden zijn. In het kader van permanente verkeerseducatie zijn er nu voor de leeftijd tot circa 21 jaar minstens drie mogelijke momenten om scholing en training te krijgen met betrekking tot de positie in het verkeer. Die training kan al dan niet worden afgesloten met een certificaat of een bewijs. Allereerst is er het verkeersexamen aan het einde van de basisschool. Daarnaast is er voor de leeftijd vanaf 16 jaar het bromfietsrijbewijs. Vanaf de leeftijd van 18 jaar is er het B-rijbewijs. De CDA-fractie onderstreept deze ontwikkeling van harte. Ook steunen wij van harte de initiatieven die het beginnend rijbewijshouders mogelijk maken na enige tijd hun rijstijl en attitude nog eens door deskundigen onder de loep te laten nemen. Het spreekt vanzelf dat dergelijke activiteiten alleen op vrijwillige basis kunnen worden gevolgd. Als het rijbewijs immers eenmaal is behaald, kan er niet uitsluitend op basis van leeftijdsindicatie een bijleercursus worden voorgeschreven. Er is echter een groeiende en brede belangstelling voor een vrijwillige opfriscursus op zijn tijd. Dit mag blijken uit grote groepen die dergelijke activiteiten volgen. Het verplicht naar een cursus sturen, kan alleen op grond van betoonde overtredingen of strafbare feiten die mensen als verkeersdeelnemer begaan respectievelijk plegen.

Bij de positieve ontwikkelingen op dit punt moet ook één zorgpunt worden gemeld. In sommige regio's dreigt als gevolg van onvoldoende samenwerking het eerste verkeersexamen aan het eind van de basisschool op de tocht te komen staan. Gelukkig accepteren oudergeledingen het stopzetten van dit type verkeerseducatie niet, maar dat laat onverlet dat ook politie en verkeersveiligheidsorganisaties niet al te gemakkelijk hun deel van de verantwoordelijkheid moeten laten liggen. In de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel over het bromfietsrijbewijs lezen wij dat de minister ook nog werkt aan een verkeersveiligheidsmodule voor het voortgezet onderwijs met betrekking tot voorlichting omtrent de gevaarlijke gevolgen van gebruik van alcohol en drugs in het verkeer en met betrekking tot het belang van goede verlichting om als verkeersdeelnemer positief op te vallen. Ook dat vindt de CDA-fractie een prima initiatief.

Waar mijn fractie aanvankelijk nog vragen had bij het bromfietsrijbewijs voor met name degenen die een brommobiel besturen, blijkt nu dat deze laatste categorie in de opleiding een aantal andere vaardigheden in de praktijkmodule krijgt. Dat lijkt ons een goede invalshoek. Immers, het rijden op een tweewielige bromfiets is toch net iets anders dan met een vierwielig voertuig door de bocht gaan. In de praktijk blijkt er vooral bij wat oudere mensen belangstelling te zijn voor de brommobiel. Dan is het verstandig om de praktijktoets enigszins aan te passen aan het formaat en de mogelijkheden van het voertuig, om maar eens dat officiële begrip te gebruiken.

In de nota naar aanleiding van het verslag lezen wij dat de invoering van het bromfietsrijbewijs is gekoppeld aan de invoering van het nieuwe rijbewijs die is voorzien op 1 oktober. Wij geven de minister in overweging om dit pas in te voeren wanneer het praktijkmoment voor de bromfiets gereed is. Misschien kan dat nog wat eerder dan werd aangegeven. Daarmee wordt de mogelijkheid opengehouden om de chip op het nieuwe rijbewijsdocument in te voeren.

De voorzitter:

Ik kan niet zeggen dat het erg vol is in de zaal. Ik kan ook niet zeggen dat ik dat erg galant vind van de leden.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Door de uitgebreide inbreng van mijn voorgangster kan ik het allemaal wat korter doen. De komende jaren gaan wij afscheid nemen van het oude vertrouwde, maar wel te grote en gevoelige roze rijbewijspapiertje. Ik zit te denken hoe met Sinterklaas het rijbewijs van marsepein of als surprise eruit zal zien. Er werd vaak vergeten om het rijbewijs uit de broekzak te halen, wanneer de broek in de was werd gedaan. Er zijn allerlei voordelen voor de gebruiker, bijvoorbeeld dat de portemonnees kleiner kunnen worden, maar zij worden wel weer wat dikker door al die kaartjes. Er speelt meer dan dat het handig is voor de consument. Een belangrijke verbetering is dat de fraudegevoeligheid afneemt. De SP-fractie juicht deze verbeteringen, die zijn gekoppeld aan de aanpassing van het aanvragen van het rijbewijs aan de huidige technieken, toe en zij staat dan ook vrij positief tegenover dit wetsvoorstel.

Er zijn nog wel wat bezwaren bij het nieuwe rijbewijs. Mevrouw De Pater-van der Meer zei al dat er een week geduld nodig is, na het slagen voor het rijexamen of na het verliezen van een rijbewijs. De hogere kosten van het verkrijgen van een rijbewijs zijn ook niet echt welkom. Een stijging met gemiddeld 13% is flink. Alleen de sloddervossen die hun rijbewijs te vaak in de wasmachine deden, hebben een financieel voordeel, maar de meesten gaan er toch echt op achteruit. Welke mogelijkheden ziet de minister om deze kosten te drukken?

Ik zei al in een interruptie dat een ander idee is om de pasfoto's voor de rijbewijzen te laten maken op het gemeentehuis. Dat kan de processen van het versturen van het front office naar het back office wellicht wat verkorten. De gemeente Utrecht wil dit graag doen, maar dat is wettelijk niet mogelijk. Ziet de minister ook in dat het zekerheid oplevert dat degene op de foto ook de aanvrager is, als de gemeente de digitale foto's maakt? Voor sommige gemeenten kan dit ook leiden tot een kostenreductie. Kan de minister bekijken of de wetgeving op dit punt kan worden aangepast?

Vlak voor het debat kreeg ik nog een leuke suggestie van iemand. Als het rijbewijs straks het formaat van een creditcard heeft, kunnen wij ook zorgen dat het kentekenbewijs op hetzelfde formaat wordt uitgegeven, want dan is het allemaal makkelijker op te bergen. Dat vind ik wel een goede suggestie, omdat je die papieren vaak samen bewaart. Kan de minister hierop terugkomen?

De verkeersveiligheid van de bromfietsen is ons allen en vooral de minister een doorn in het oog. Soms lijkt het alsof het steeds erger wordt, maar misschien komt dat doordat ik steeds ouder word. Wij weten dat er veel slachtoffers vallen. Ik vind dat de minister dit onderwerp goed oppakt in dit wetsvoorstel. Wij steunen de verlaging van de toegestane alcoholpromillages. Alcohol in het verkeer moeten wij nog veel sterker tegengaan. Hopelijk ziet de minister op korte termijn kans om drugs en afleidend medicijnengebruik tegen te gaan in het verkeer. Kan de minister voortgang melden bij dit onderwerp?

Helaas kan er volgens de minister geen onderscheid worden gemaakt tussen de brommobiel en de tweewielige bromfiets. Dat vind ik toch jammer. Bij de komst van het rijbewijs wordt vooral gelet op de jonge bromfietser. Het bromfietsrijbewijs wordt een eerste stap in het gemotoriseerde verkeer. Daarmee worden jongeren duidelijker gewezen op de gevaren van de deelname aan het verkeer. Welke gevolgen verwacht de minister van deze wetswijziging en wanneer evalueert zij de effecten ervan? Ik heb de minister al eerder gevraagd hoe het zit met de verkeersveiligheid van de brommobiel. Ik heb er zelf een tijdje in mogen rijden en ik voelde mij toen niet echt veilig, maar wellicht weet de minister al iets meer over mogelijke ongevallen. Toen ik daar eerder vragen over stelde, was de informatie nogal beperkt. Wellicht heeft de minister daar nu meer zicht op.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie kan zich in hoofdlijnen met de voorstellen verenigen. Dat is ook uit de schriftelijke procedure tot nu toe gebleken, maar het is goed om een paar puntjes te benadrukken waarover wij graag nog wat nadere informatie over krijgen.

Het eerste punt is de samenloop met de Europese regels die gelden c.q. nog in de maak zijn. Ik weet dat dit in de Raad van ministers in verband met allerlei internationale ontwikkelingen een slepend dossier is, maar ik weet dat het de bedoeling is dat er regels zullen gaan gelden die veranderingen met zich meebrengen voor het rijbewijs. Hoe gaat dat nu? Wij moeten immers geen stappen nemen die wij na drie maanden weer moeten veranderen, want dat kost natuurlijk allemaal onnodig geld en energie.

Voorzover ik goed ben geïnformeerd, speelt als algemeen identiteitsmiddel binnenkort ook een pas op dat formaat. Ik heb zelfs begrepen dat die pas vrij snel wordt uitgerold, hoewel ik daar verschillende berichten over hoor. Is het niet mogelijk om die dingen wat duidelijker in elkaar te schuiven, vooral onder het motto dat een portefeuille beperkte ruimte heeft? Wij moeten natuurlijk niet voor alle verschillende onderwerpen aparte kaarten hebben.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

U weet toch dat je geen aparte identiteitskaart meer nodig hebt als je een rijbewijs hebt?

De heer Hofstra (VVD):

Dat klopt, maar ik doel op de situatie dat er nog een andere kaart komt die als zodanig bedoeld kan zijn. Wij kunnen met chips veel meer informatie op één kaart zetten. Je zou je dus kunnen voorstellen dat je dat soort dingen – misschien niet nu, maar toch zeker in de toekomst – kunt combineren. Daar is mijn vraag op gericht. Dat project loopt bij BZK. Hoe is de onderlinge afstemming en is het mogelijk om de informatie in een chip te verwerken? Dan staat er dus niet "rijbewijs" op, maar een andere, algemenere aanduiding en daar zit dan ook het rijbewijs in.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Dat wordt pikant als je een overtreding begaat op grond waarvan je rijbewijs wordt ingenomen, want dan ben je je identiteitskaart kwijt.

De heer Hofstra (VVD):

Ja, ik zou dus vooral ook geen combinatie met een creditcard maken, want dan zou je niet eens meer kunnen betalen. Dat zou natuurlijk heel vervelend zijn. Maar goed, graag toch een beetje aandacht voor dat punt.

Mevrouw Gerkens zei zojuist dat zij een tijdje in een brommobiel heeft gereden en dat het naar haar gevoel niet erg veilig was. Ik vraag mij echter ook af of het voor andere weggebruikers veilig is. Zeker buiten de bebouwde kom ontstaan immers toch nogal eens rare verkeerssituaties. Mijn algemene vraag is: komt er een evaluatie? Ik begrijp overigens heel goed dat het vooral voor oudere mensen een heel prettige mogelijkheid is om mobiel te blijven. Dat is in onze samenleving natuurlijk belangrijk, maar wij moeten ook letten op het verkeersveiligheidsaspect.

Het laatste punt betreft de kosten en de vraag hoelang het duurt voordat je zoiets krijgt. Onze stelling is dat wij in onze steeds modernere samenleving steeds gemakkelijker en ook goedkoper in staat moeten zijn om dit soort dingen aan burgers te leveren. Ik val niet direct over het bedragje van € 4 dat ik in de teksten tegenkwam, maar zou het niet verstandig zijn om in algemene zin te zeggen dat alle diensten die de overheid verleent aan de burger, niet duurder moeten zijn dan zij waren en ook niet langer mogen duren dan zij duurden? Voor alle onderdelen van het beleid zou de overheid dus tegen de burgers moeten kunnen zeggen: wij gaan het allemaal zo goed organiseren en er zijn zoveel bewindspersonen bezig met dit fenomeen dat het in de toekomst steeds beter gaat, dat men nooit méér betaalt en dat men nooit meer tijd kwijt is dan nu.

Voorzitter: Verbeet

Mevrouw Roefs (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie kan zich vinden in beide wetsvoorstellen. Ik bespreek beide wetsvoorstellen overigens toch maar na elkaar.

Ingevolge wetsvoorstel nr. 30438 worden de rijbewijzen straks centraal aangemaakt en worden de logistieke processen beveiligd. Een goede zaak, want de uitgifte moet veiliger, minder fraudegevoelig worden. Wij hebben toch nog een aantal vragen over het rijbewijs. Net als mevrouw De Pater wil ik weten waarom de invoeringsdatum is bepaald op 1 oktober 2006. Blijkbaar moet die datum koste wat het wil worden gehaald, terwijl pas in de ophanden zijnde derde Europese richtlijn rijbewijzen die chiptechnologie toegestaan zal zijn. Ik heb gelezen dat die richtlijn begin 2007 wordt verwacht. Het lijkt mij dubbelop te worden. Moeten mensen dan twee keer naar het gemeentehuis? Hoe moet ik mij dat voorstellen?

Mevrouw De Pater-van der Meer had het ook al over de prijs van het rijbewijs die per gemeente verschilt. In Venlo kost het rijbewijs € 23 en in Deventer € 55. De verschillen in leges zijn behoorlijk. Er is in feite geen limiet. Nu het rijbewijs centraal wordt aangemaakt, lijkt het mij toe dat die bandbreedte wat kleiner kan worden. Is de minister het daarmee eens? Zij zegt dat de verschillen in het gemeentelijke gedeelte worden veroorzaakt door substantiële verschillen in de werkorganisatie, de schaalgrootte en het niveau van dienstverlening. Onze fractie vermag niet in te zien dat hierdoor zulke grote verschillen in leges tussen gemeenten kunnen ontstaan. Is de minister bereid het bedrag aan leges te limiteren? Wij willen dat graag in het belang van de burgers. Misschien kan de minister iets zeggen over hoe dat inmiddels kennelijk via minister Remkes wordt aangekaart. Misschien kan het in één keer door.

Wij hebben het er zo-even al over gehad dat er hogere leges moeten worden betaald als mensen hun rijbewijs sneller willen hebben dan na vijf werkdagen. Hoeveel hoger worden de leges dan?

Een rijbewijs zou tien jaar moeten meegaan, terwijl een creditcard over het algemeen drie à vier jaar meegaat. Kan de minister een garantie geven voor de duurzaamheid van het nieuwe rijbewijs? Kan men z'n rijbewijs kosteloos omruilen als het beschadigd is? Ik neem aan dat zo'n kaart vaak in het zakje van het overhemd blijft zitten. Mogen wij ervan uitgaan dat een verloren rijbewijs dat bij de politie of de gemeente wordt gebracht weer bij de eigenaar terechtkomt of dat er in ieder geval contact wordt opgenomen met de eigenaar?

Is de minister bereid om bij de introductie van het nieuwe rijbewijs een soort van omruilregeling te treffen waardoor de burger in feite wordt gestimuleerd om nog voordat diens rijbewijs normaal gesproken verloopt op de nieuwe kaart over te stappen? Mensen vinden het misschien wel leuk om snel mee te doen met een nieuwigheidje.

Wij zien in de invoering van het bromfietsrijbewijs een zeer positieve bijdrage aan de verkeersveiligheid. Bij het beginrijbewijs hebben wij een soort strafpuntensysteem. Als beginnende bestuurders onder invloed rijden, een verkeersongeval veroorzaken, een snelheidsovertreding begaan, door rood licht rijden en dergelijke kunnen zij daarvoor strafpunten krijgen. Ik vraag mij af of het brommerrijbewijs meetelt bij het verzamelen van punten voor het beginnersrijbewijs.

Ik ben in het verband van de twee fasen benieuwd naar het antwoord van de minister over het invoeren van het nieuwe rijbewijs per 1 oktober. Op zich zouden wij graag een combinatie zien van de eerste en de tweede fase tegelijkertijd. Wij vinden dat praktijkexamen heel erg belangrijk. De laatste tijd lees je steeds meer dat kinderen niet meer fietsen, dat zij vooral in de steden veel met het openbaar vervoer naar school gaan, terwijl zij later wel massaal op een scooter gaan rijden. Dat is dan in feite hun eerste rijervaring. De praktijktoets lijkt ons met name daarom dan ook heel erg belangrijk.

Voorzitter. Wij maken ons veel zorgen over de ontwikkeling van het gebruik van brommobielen onder jongeren. Een brommobiel cabrio, een zoals ik er nu laat zien, kun je al voor € 13.000 kopen.

De voorzitter:

Voor alle duidelijkheid zeg ik er voor het verslag maar even bij dat de spreekster een krantenartikel laat zien met een foto van zo'n brommobiel cabrio.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Zo'n brommobiel cabrio begint heel populair te worden en heeft absoluut niet het imago van een bejaardentractor. Ik ken het voorbeeld van een jongere die iedere dag 15 kilometer van Maasbracht naar Maaseik gaat, zijn broertje en hun twee rugzakken meeneemt en dan heel stoer op school aankomt. Een zestienjarige met een bromfietscertificaat! Dit soort onderwerpen roept ook in onze fractie allerlei reacties op. Als ik het bijvoorbeeld hierover heb, roept de hele fractie: daar moet je echt iets aan doen, want dat is een probleem! Het pleit in ieder geval erg sterk voor het bromfietsrijbewijs, maar de vraag is of dat wel genoeg is. In ieder geval kunnen jongeren het komende anderhalf jaar nog zo opereren.

Tot zover de brommobiel als een hebbeding, maar nu als mogelijkheid voor ouderen om hun mobiliteit te bevorderen. Volgens de minister moet de ontheffingsmogelijkheid volgens de komende Europese derde richtlijn verdwijnen. Wij hebben wat rondgebeld, maar dat wordt toch niet zomaar overal beaamd. Ik weet dat men in België niet het idee heeft dat dit moet veranderen. Hoe hard is het nu dat die ontheffingsmogelijkheid moet verdwijnen? In de memorie van toelichting wordt gesteld dat de onervarenheid van ouderen die de weg opgaan een probleem is voor de verkeersveiligheid. Uit officiële cijfers van verzekeraars blijkt echter dat schade met brommobielen nogal meevalt in vergelijking natuurlijk met automobielen en dat, als er al ongelukken mee gebeuren, die vaak juist door jongeren worden veroorzaakt. Dat bevestigt in wezen de intentie van het wetsvoorstel, namelijk het vergroten van de veiligheid van jongere bromfietsers. Daar zijn wij het gelukkig allemaal wel over eens, maar volgens de PvdA-fractie zou de oudere medeburger met een brommobiel daar niet de dupe van mogen worden. Ik kan zo al enkele redenen geven waarom deze groep geen bromfietsrijbewijs zal kunnen halen, bijvoorbeeld examenvrees, sociale achterstand, de taal niet machtig zijn, sociaal isolement, leeftijd, enzovoorts. Wij vragen ons af hoe een zeventigjarige vrouw een theorie-examen moet gaan doen en daarna ook nog een praktijkexamen. Wij willen heel graag een goede regeling voor de sociaal zwakkeren in onze samenleving en deze groep stille sociaal zwakkeren en ouderen worden teruggedrukt in hun isolement of worden op onnodig hoge kosten gedreven. Wij vragen de minister dan ook om de mogelijkheden te bekijken om de ontheffingsmogelijkheid intact te laten. Het gebruik van een bromfiets is toch anders dan van een brommobiel. Kan de minister uitleggen waarom het niet mogelijk is om die ontheffingsmogelijkheid in stand te houden?

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik ken mensen van 70 die op hun sloffen zo'n theorie-examen kunnen halen, maar er zijn natuurlijk ook mensen waar dit moeilijker voor is. De vraag is nu op welke leeftijd je dan vrijstelling moet geven. Ik ken in mijn omgeving mensen waarvan het ronduit gevaarlijk zou zijn als zij zonder rijbewijs in een brommobiel zouden rijden. Dit zijn ook ouderen en zij halen wel met het grootste gemak een bromfietscertificaat. Zou het uit het oogpunt van de verkeersveiligheid niet beter zijn als wij toch die toets afnemen?

Mevrouw Roefs (PvdA):

In overleg met de importeursvereniging zijn er cursussen ontwikkeld voor mensen die in een brommobiel willen gaan rijden. Van die cursussen wordt gretig gebruik gemaakt. Ik kan mij voorstellen dat iedereen die een brommobiel wil aanschaffen, zo'n cursus zou moeten volgen. Dan is er in feite sprake van een opleiding.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ja, maar die cursussen beperken zich vaak tot een of twee dagen waarop een korte uitleg wordt gegeven en er een paar keer naar links of naar rechts moet worden gestuurd. Als je dit al zou doen, zouden er aan die cursussen eisen moeten worden gesteld. Dit betekent natuurlijk wel dat er dan ook een toets moet worden afgenomen.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik vraag de minister of het mogelijk is om de brommobielen uit te sluiten van de categorie bromfiets. Wij hoeven dan ook geen grens aan te brengen tussen ouderen en jongeren, want dan zorgen wij ervoor dat jongeren überhaupt niet in een brommobiel gaan rijden. Diegenen die niet in een gewone auto kunnen rijden, zouden dan in aanmerking moeten komen voor een brommobiel met de verplichting om een aantal lessen te volgen.

Mevrouw Gerkens (SP):

De vraag is dan vanaf welke leeftijd dit zou gelden. Het is toch ook mogelijk dat iemand van 30 die een aantal keren is gezakt voor zijn rijbewijs, dan maar besluit om een brommobiel te kopen?

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ja, het is inderdaad de vraag waar je dan de grens legt. Ik wil vooral aandacht vragen voor de toegankelijkheid van het rijbewijs. Wij zullen op de een of andere manier een oplossing moeten vinden voor de mensen die daar echt niet toe in staat zijn. Zo niet, dan jagen wij hen in feite weer achter de geraniums.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Er is voor mensen die in een brommobiel willen gaan rijden en die nooit eerder aan het gemotoriseerd verkeer hebben deelgenomen, een mogelijkheid om een cursus te volgen. Dit zou je hen moeten verplichten. Als je iemand verplicht om een cursus te volgen, zeg je daar toch ook bij welke vaardigheden hij moet hebben om met goed gevolg een gemotoriseerd voertuig te besturen. Dat is toch precies hetzelfde?

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik zie een groot verschil tussen praktijk en theorie. Ik maak mij vooral zorgen over het theorie-examen. Tot nu toe is er een ontheffingsmogelijkheid. Mensen die voor 1 juni 1980 zijn geboren, hoeven geen theorie-examen te doen om een bromfietscertificaat te verkrijgen. Zij kunnen dit gewoon op het postkantoor gaan halen en dit eventueel later omzetten in een bromfietsrijbewijs. Wij kunnen natuurlijk alle mensen die voor 1 juni 1980 zijn geboren, oproepen om voor de zekerheid alvast voor 1 oktober aanstaande een bromfietscertificaat op te halen, maar ik weet niet of dit nu zo'n goede oplossing is. Ik zou dus eigenlijk graag van de minister horen of het mogelijk is om mensen die voor 1 juni 1980 zijn geboren, hun bromfietscertificaat en uiteindelijk hun bromfietsrijbewijs met lessen te laten halen zonder dat zij een examen hoeven af te leggen.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Mensen die voor 1 juni 1980 zijn geboren, zijn op dit moment pas zesentwintig. Zij vallen dan ook niet onder het voorbeeld dat u in het begin van uw betoog gaf.

U hebt blijkbaar moeite met het theorie-examen. Daar kan ik mij nog wel iets bij voorstellen, ware het niet dat de minister in de nota naar aanleiding van het verslag aangeeft dat de praktijkmodule voor de brommobiel is aangepast. U en ik weten allebei dat sommige vaardigheden uit een praktijkmodule alleen kunnen worden gehaald als je beschikt over basiskennis van de verkeersregels. Dat betekent dat mensen zich die basiskennis van het theorie-examen ook eigen moeten maken voor de praktijkmodule. Ik kan mij er iets bij voorstellen dat u mensen niet aan een uitgebreid schriftelijk examen wil blootstellen, maar misschien is dat ook helemaal niet de bedoeling.

De mobiliteit van mensen die hun eigen fysieke mobiliteit verliezen, wordt gewaarborgd door bijvoorbeeld scootmobielen. Heeft uw voorbeeld daar niet meer betrekking op dan op mensen die voor 1 juni 1980 zijn geboren?

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik denk inderdaad aan de manier waarop wij het voor scootmobielen hebben geregeld. Als iemand daarvoor in aanmerking komt, krijgt hij of zij bijna altijd lessen aangeboden.

Om een praktijktoets af te kunnen leggen, moet je inderdaad kennis hebben van de theorie. Dat is echter wel heel iets anders dan een stressvol schriftelijk theorie-examen.

Voorzitter. Ik hoor heel graag het antwoord van de minister, want misschien heeft zij wel een lumineus idee. Wij praten overigens over een groep van ongeveer duizend personen per jaar, een groep die bovendien steeds kleiner wordt. Mensen die een rijbewijs bezitten, krijgen immers automatisch een bromfietsrijbewijs. Al met al sluit ik niet uit dat het probleem tamelijk eenvoudig opgelost kan worden.

Op dit moment hoeft men geen certificaat te hebben voor het besturen van een invalidenauto. In de nota naar aanleiding van het verslag staat volgens mij dat daarin verandering zal komen en dat men voor het besturen van een invalidenauto straks ook een rijbewijs nodig heeft. Heb ik dat goed gelezen?

Minister Peijs:

Voorzitter. Ik bedank de leden voor hun inbreng.

Mevrouw De Pater merkte terecht op dat wij het nieuwe rijbewijs invoeren, omdat het duurzaam, veilig en handzaam is. Wij voeren het echter ook in, omdat dit wordt voorgeschreven in de tweede Europese richtlijn voor rijbewijzen. Heel Europa stapt over op een nieuw systeem. Sommige lidstaten hebben wel een iets langere overgangstermijn dan de door de Commissie voorgestelde tien jaar. Die verlengde overgangstermijn is een compromis, omdat zij aanvankelijk helemaal niet van rijbewijs wilden wisselen.

Waarom is er geen certificaat beschikbaar voor de periode tussen het examen en het echte rijbewijs? Het is erg moeilijk om zo'n tussendocument te verschaffen, omdat het ingewikkeld is om zo'n document voldoende fraudebestendig te maken. Het is immers heel lastig om te controleren of mensen bijvoorbeeld de datum op het document hebben veranderd. Gelet op de tijd dat iemand bezig is met het behalen van zijn rijbewijs, kunnen die vijf dagen er ook nog wel bij. Vijf dagen betekent niet de hele wereld. Als het een jaar zou duren, dan zou het anders liggen. Ik ben er verder van overtuigd dat voor een tussendocument ook geld betaald zou moeten worden, want dat zou toch geplastificeerd moeten worden. In dat geval kan iemand net zo goed een spoedprocedure aanvragen. Dat is altijd mogelijk, hoewel dat wel extra kosten met zich meebrengt. Een tussendocument is echt niet te handhaven. Als iemand op de dag dat hij examen heeft gedaan en nog geen echt rijbewijs heeft een ernstig ongeluk krijgt, wat niet zelden voorkomt, dan is het maar de vraag of de verzekering uitbetaalt. Hiermee halen wij ons een mer à boire op de nek. Vijf dagen is echt wel te overbruggen.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Ik vind de woorden van deze minister verbazingwekkend en te veel beredeneerd vanuit de gedachte aan wat niet kan. Ik kijk juist graag naar manieren waarop aan de mensen die net hun rijbewijs hebben gehaald, en in een feeststemming zijn, tegemoet wordt gekomen. Het lijkt mij het meest simpele om het papiertje van de examinator voor de aanvraag van het rijbewijs bij het gemeentehuis te laten kopiëren, van een datum te laten voorzien, en tot het moment waarop het rijbewijs kan worden afgehaald te laten gelden als tussendocument. Iemand heeft immers de proef afgelegd en geen verzekering zal daarover daarom moeilijk doen. De minister zegt dat met de datum geknoeid kan worden, maar op het gemeentehuis valt het op als een week na de aanvraag het officiële rijbewijs niet wordt opgehaald. Dat doet toch niemand? Laten wij proberen te redeneren vanuit de gedachte aan wat wel kan.

Minister Peijs:

In Nederland hebben ongeveer tien miljoen Nederlanders een rijbewijs. Zij krijgen dat in een nieuwe vorm, juist omdat die fraudebestendiger is. Nu stelt u voor om daarnaast een heel fraudegevoelig document te introduceren om de vijf tussenliggende dagen te overbruggen. Er staat geen foto op dat document; iedereen kan wel zeggen dat hij Piet Jansen is die gisteren zijn rijbewijs heeft gehaald als hij zonder rijbewijs in een auto rijdt. Dat is niet te controleren voor de politie. Ik probeer niet formalistisch te zijn, maar als taxichauffeurs niet mogen rijden zonder chauffeurspas, dan moeten wij ook niet hieraan beginnen. Iemand haalt zijn rijexamen en krijgt zijn officiële rijbewijs na vijf dagen, of na één dag als hij daarvoor extra wil betalen. Als iemand zo graag zijn rijbewijs in handen wil hebben, dan moet hij daarvoor maar een paar tientjes extra betalen. Ik betwijfel ten zeerste of er een verzekeringsmaatschappij is die uitbetaalt als iemand zonder het officiële rijbewijs bij een ongeluk betrokken is.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Dat hangt af van hetgeen wij met elkaar afspreken. Het gaat bovendien niet om acht miljoen mensen, maar om het aantal mensen dat voor het eerst een rijbewijs haalt. Degenen die allang een rijbewijs hebben, hebben er niets mee te maken. Het gaat om de mensen met dat "yesgevoel".

Minister Peijs:

Met alle respect: waar hebben wij het in hemelsnaam over? Wij hebben het over vijf dagen. Bromfietsrijders mogen niet zonder bromfietsrijbewijs rijden. Laten wij de zaak helder houden: mensen mogen niet zonder rijbewijs rijden. Ik wed dat de frisse jongens van Jan de Wit die vijf dagen wel overleven. Dat heeft verder niets met formalisme te maken. Als iemand een paar tientjes bij de legeskosten legt, dan heeft hij de volgende dag zijn rijbewijs al. Als iemand echt niet kan wachten, dan moet hij dat maar doen. Een tussendocument is echt te fraudegevoelig en niet te handhaven door de politie. Er staat geen foto of beeldmerk op. Het zou slechts een kopietje zijn van een papiertje waar een krabbel op staat van een rijexaminator. Ik kan u verzekeren dat iedere frisse jongen dat binnen vijf minuten kan namaken. Ik ben hier een groot tegenstander van. Wij zijn juist begonnen aan deze operatie vanuit het oogpunt van fraudebestendigheid. Spoedafgifte is altijd mogelijk. Wij hebben veel over voor onze jeugd en voor mensen die net een rijbewijs hebben, maar dit vind ik echt overdreven, omdat er niet drie maanden tussen zit maar slechts vijf dagen.

Mevrouw De Pater heeft gevraagd of een combinatie van de gehandicaptenparkeerkaart en het rijbewijs mogelijk is. Dat is niet het geval, omdat het kan gebeuren dat iemand nadat hij het rijbewijs heeft gehaald iets overkomt waardoor hij een invalidenkaart nodig heeft. Dan zou hij weer een nieuw rijbewijs moeten halen, waardoor hij onnodig op kosten zou worden gejaagd. Een parkeerkaart kan los van het rijbewijs worden geleverd. Bovendien is voor een invalidenkaart een medische keuring nodig.

Voorts is gevraagd hoe wij de kosten beheersbaar houden, opdat zij niet bij verschillende gemeenten uit elkaar gaan lopen. Er zijn verschillen in werkorganisatie, schaalgrootte enzovoorts. Wij hebben berekend dat het voor het rijbewijs gaat om ongeveer € 4 aan kosten. Die kosten waren hoger maar wij hebben ze willen beperken. Daarmee heeft men wel de mogelijkheid het rijbewijs als identiteitsbewijs te gebruiken. De kosten van € 4 vallen weg omdat men dan geen identiteitsbewijs meer nodig heeft, waarvoor het rijbewijs kan dienen. Rijbewijs en identiteitsbewijs kunnen dus samenvallen, omdat het rijbewijs zo veel veiligheidskenmerken heeft dat het ook als identiteitsbewijs kan dienen. Voor het paspoort zijn de kosten wel gemaximeerd. De gemeenten hebben met ons niet over besproken het bedrag voor het rijbewijs te maximeren. Ik stel de Kamer voor dat wij een termijn stellen – bijvoorbeeld van een jaar – waarna wij evalueren hoe het zit met de kosten bij gemeenten en of zij ver uiteenlopen. Als die verschillen te gek worden, kunnen wij daar iets aan doen. De kosten kunnen worden geregeld bij lagere wetgeving, zoals een ministeriele regeling of een AMvB. Mocht het niet goed gaan, dan kunnen wij altijd nog besluiten tot een aanpassing.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik ben heel blij dat de minister hierover wil meedenken, maar misschien kan het nog sneller wanneer minister Remkes dit zou meenemen in zijn overleg met de VNG. Hij schijnt overleg te voeren over de lokale lasten. Bij het eerstvolgende algemeen overleg over de lokale lasten zou hij hierop terugkomen. Anders lijkt deze suggestie mij heel goed.

Minister Peijs:

Wij proberen ervoor te zorgen dat mensen niet verplicht zijn naar hun eigen gemeente te gaan voor een rijbewijs, opdat zij dat bij elke gemeente van hun keuze kunnen halen. Daarmee ontstaat er op een natuurlijke manier een concurrentiepositie bij gemeenten. Dat hangt ervan af wanneer de basisadministratie van gemeenten zal zijn gecentraliseerd. Wij hebben uitgerekend wat een rijbewijs zou moeten kosten. Wij hebben Deloitte daarnaar een audit laten doen, waarin heel transparant is gemaakt wat de kostenposten zijn. Gemeenten moeten ook tegenover hun eigen gemeenteraad een goed verhaal hebben om de kosten de pan uit te laten rijzen. Als u het goed vindt, gaan wij een jaar bezien hoe het loopt. Rijzen de kosten dan nog uit de pan, dan gaan wij hieraan iets doen. Dat zou wij bijvoorbeeld bij de verkeersveiligheidsbrief van 2007 kunnen evalueren.

De heer Hofstra heeft ook gevraagd naar het duurder worden van het rijbewijs.

De heer Hofstra (VVD):

Ik zou daarop graag een reactie krijgen. Ik vond het voorstel van daarnet wel acceptabel op dit onderdeel, maar misschien kan het kabinet erover spreken of het niet aardig zou zijn om tegen de burgers te zeggen: onze dienstverlening wordt steeds beter, maar die gaat niet langer duren en gaat ook nooit meer kosten dan wat u vroeger betaalde.

Minister Peijs:

Dat het langer gaat duren heeft te maken met het feit dat het ook een identiteitsbewijs is. Net als het paspoort moet het daarom centraal worden aangemaakt. De pasfoto moet worden ingebrand. Er zijn allerlei maatregelen getroffen opdat geen fraude kan worden gepleegd. Om die reden duurt het langer. De grote massa zal berusten in de termijn van vijf dagen. Daarnaast zal er een aantal noodgevallen zijn. Deze mensen – de hoge nood van mevrouw De Pater – zullen kiezen voor een dag. Daarvoor betalen zij dan iets meer. Bij de meeste gemeenten zal het vijf dagen duren. Dat is net zo lang als voor het paspoort.

Op dit moment wordt uitgezocht of het paspoort kan worden thuisgestuurd. Als dat het geval blijkt, gaan wij proberen dat ook met het rijbewijs te doen. Er wordt dus nog aan gewerkt om de dienstverlening aan de burgers te verbeteren. Als het rijbewijs dreigt te verlopen, stuurt de RDW een vriendelijke brief naar huis om de houder te attenderen op het tijdstip van verlopen zodat niemand onnodig met een nieuw rijexamen wordt geconfronteerd. Ik vrees dat dit velen van ons immers slecht zou bekomen.

Mevrouw Gerkens heeft gevraagd wanneer wij kunnen evalueren. Dat zou volgend jaar met de verkeersveiligheidsbrief kunnen, maar eventueel ook wanneer wij overgaan tot het brommerpraktijkexamen. Dat zijn de twee mogelijke momenten waarop wij het zouden kunnen doen. Zij heeft ook gevraagd waarom het praktijkexamen niet meteen nu wordt ingevoerd respectievelijk waarom wij er niet op wachten. Wij willen het bromfietsrijbewijs graag invoeren omwille van de verkeersveiligheid. Daarom hebben wij een beetje haast. Een bromfietsrijbewijs zal bijdragen aan de verkeersveiligheid en verkeersslachtoffers schelen. Iedere jongere die wij een verkeersongeluk kunnen besparen, is de moeite waard. Daarom moeten wij de nodige haast betrachten. Zodra wij klaar zijn met de voorbereidingen voor het praktijkonderwijs, kan het worden ingevoerd. Rijscholen moeten zich erop instellen. Examinatoren en instructeurs moeten worden opgeleid. Dat doe je niet van de ene dag op de andere.

Mevrouw Gerkens vraagt waarom geen pasfoto's kunnen worden gemaakt op het gemeentehuis. De gemeenten moeten geen dingen gaan doen, die bedrijven goed kunnen doen. De plaatselijke fotograaf moet ook eten. Gemeenten moeten niet de concurrentie aangaan met de plaatselijke fotovakhandel. Ik ben hiervan dus geen voorstander.

Mevrouw Gerkens (SP):

Dit bevreemdt mij. De gemeente Utrecht wil graag digitale foto's maken. De plaatselijke vakhandel levert stukjes papier die moeten worden gescand. Als je op het gemeentehuis meteen een digitale foto maakt, kun je het hele scanproces overslaan. Het productieproces kan dan misschien worden bekort van vijf tot vier dagen. De kosten kunnen wellicht worden gedrukt. Naar mijn mening zou sprake zijn van een win-winsituatie.

Minister Peijs:

Het zal niet leiden tot een kortere aanvraagprocedure, omdat de foto niettemin moet worden ingebrand. Het blijft vijf dagen duren. Als iedere gemeente zou moeten investeren in camera's, zou sprake zijn van een kostenverhogende factor, niet van een kostenverlaging.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik bepleit dat gemeenten de mogelijkheid krijgen om het te doen. Het hoeft niet verplicht te worden gesteld, alleen mogelijk gemaakt. De gemeente Utrecht wil het graag doen maar kan het niet doen omdat de wet het verbiedt. Ik vraag de minister om te bezien of zij het mogelijk kan maken.

Minister Peijs:

Persoonlijk ben ik er om twee redenen geen voorstander van. De foto's moeten aan allerlei eisen voldoen. Je moet op een bepaalde manier kijken en je oor moet zichtbaar zijn. Bovendien zegt het Rijk tegen iedere gemeente dat de groenvoorziening de groenvoorzieners in de gemeente geen concurrentie mag aandoen en dat installatiebedrijven, bijvoorbeeld de gasbedrijven, niet particulier mogen gaan installeren. Dan geeft het geen pas om de gemeenten wel foto's te laten maken. Ik meen dat wij de zaken dan omdraaien. De vakman moet de foto's maken en ook de gemeente dient zich bij haar leest te houden.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik vind het echt vreemd dat de minister het zo erg vindt voor de fotograaf en daarom blijft vasthouden aan een papieren fotootje in het huidige digitaliserende tijdperk, waarin de analoge fototoestellen al bijna niet meer bestaan en bijna alleen nog maar digitale spiegelreflexcamera's gebruikt worden. Die foto kan ook digitaal gemaakt worden, op het gemeentehuis zelfs. Dat is voor iedereen handiger, voor de aanvrager en voor de gemeente, die een deel van het proces kan overslaan.

Minister Peijs:

Mevrouw Gerkens maakt zich altijd heel druk om de werkgelegenheid, maar blijkbaar niet om die van fotografen. De foto's moeten ook aan een aantal eisen voldoen, en daaraan voldoen digitale foto's niet. Bovendien moeten de gemeenten dan weer iemand in dienst hebben die verstand heeft van het maken van foto's. Het rijbewijs wordt er alleen maar duurder van, want alle kosten worden omgeslagen over alle nieuwe rijbewijzen. Ik vind dat daarom geen goed idee.

Er bestaan op dit moment nog geen plannen voor een kentekenbewijs op creditcardformaat. Een dergelijk kentekenbewijs is wel denkbaar en misschien zelfs geen onaantrekkelijke gedachte, maar er wordt nu gewerkt aan het rijbewijs op een plastic kaartje. Laten wij de dingen een voor een doen. Ik wijs het idee dus helemaal niet af. Of wil mevrouw Gerkens het kentekenbewijs op dezelfde kaart hebben?

Mevrouw Gerkens (SP):

Mijn vraag was alleen maar of de minister ernaar zou willen kijken, maar zij is een beetje in een neemodus vandaag. Waarom zegt zij niet dat zij het een interessant voorstel vindt en ernaar zal kijken?

Minister Peijs:

Maar dat zeg ik toch.

Mevrouw Gerkens (SP):

Dat is niet waar. U zegt slechts dat het nu allemaal even niet kan. Een kentekenbewijs op creditcardformaat was een voorstel dat iemand mij gemaild heeft, omdat het handiger zou zijn bij het bewaren van alle papieren. Ik vond het een leuk idee, en heb de minister slechts gevraagd of zij ernaar wil kijken.

Minister Peijs:

Ik ben helemaal niet in een neebui vandaag. Ik heb gezegd dat ik zo'n creditcardformaat best een aantrekkelijke gedachte vind en dat het denkbaar zou zijn, maar dat eerst het ene moet worden afgerond voor er weer met iets nieuws wordt begonnen. Onze capaciteit is slechts beperkt. Het is best een goed idee, en als dit is afgerond, kunnen wij daaraan gaan werken.

De heer Hofstra (VVD):

Het is nog maar de vraag of het een goed idee is. De minister moet er rekening mee houden dat, ook al komt het kentekenbewijs op zo'n klein kaartje terecht, de VVD eraan blijft hechten dat het bedrag van de luxe belasting erop blijft staan. Dat is overigens zo'n hoog bedrag dat dit niet op zo'n kaartje past.

Minister Peijs:

Er is nog een Europese richtlijn over kentekenbewijzen. Er zou dus van een chip gebruik gemaakt kunnen worden, maar dat geldt niet voor rijbewijzen. Op een chip kan natuurlijk heel veel informatie, zoveel dat die ook niet op een kentekenbewijs past. Daarvoor hoeven wij het dus niet te laten. Voor het rijbewijs mag echter nog geen gebruik worden gemaakt van een chip.

Mevrouw Roefs vroeg naar de hoogte van de extra leges bij een spoedprocedure. Dat is gemeentelijk beleid. Het hangt verder af van de lokale omstandigheden en het niveau van de dienstverlening. Ik neem deze kwestie mee als wij bij de monitoring aan de hand van de opstelling van Deloitte kijken naar de kosten van een spoedprocedure. We komen er volgend jaar bij de evaluatie op terug.

Er is gevraagd of het rijbewijs duurzaam is, of je voor een omwisseling moet betalen, en of het niet mogelijk is de mensen een leuke instappremie te geven. Het nieuwe rijbewijs voldoet aan alle eisen van een identiteitskaart en is dus duurzaam. Het rijbewijs moet in ieder geval tien jaar mee. Het is niet gemaakt van het materiaal waar bankpassen van worden gemaakt, namelijk pvc. Dat wil zeggen dat de bankpas niet zo lang meegaat. Het rijbewijs wordt van polycarbonaat gemaakt. Bij een normaal gebruik heeft dat een levensduur van ten minste tien jaar. Het is ook uitvoerig getest op duurzaamheid. Daarvoor worden dezelfde normen gehanteerd als voor een identiteitskaart. Er is dus gekeken naar zaken als vervorming, breuk en de inwerking van vochtigheid. Je kunt de pas inderdaad in de wasmachine kunt stoppen, hoewel ik dat uiteraard niet aanraad. Er is ook gekeken naar de weerstand tegen chemische stoffen. Dat wil zeggen dat je wel een goed wasmiddel moet gebruiken. Voorts is gekeken naar de invloed van veroudering, de afdruk van een drukknoopportemonnee en slijtage. Als men het rijbewijs gaat vernieuwen, moet men wel betalen. Ik moet er niet aan denken dat er zeven miljoen mensen nu naar de gemeente rennen voor een plastic rijbewijs, want dan zou er uitbreiding van personeel nodig zijn, en daarna weer een inkrimping. Laat iedereen gewoon zijn rijbewijs vernieuwen als dat nodig is. Dat houdt de kosten van het rijbewijs laag en dan hebben wij de zaak in de tijd verspreid.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik dacht dat een van de redenen om dit in te voeren was dat het oude rijbewijs fraudegevoelig was. Hoe sneller er wordt gezorgd voor vervanging van oud voor nieuw, hoe beter dat is voor de bescherming van identiteitspapieren.

Minister Peijs:

Zolang men nog een oud rijbewijs heeft, moet men ook een identiteitsbewijs hebben. Als men toe is aan een identiteitsbewijs, kan men dat tegelijkertijd doen. Nogmaals, ik hoop werkelijk dat niet zeven miljoen mensen allemaal tegelijk op het idee komen om een plastic rijbewijs te halen, want dan zou de prijs van het rijbewijs verhoogd moeten worden. Enige spreiding in de tijd zou zeer welkom zijn.

Mevrouw Roefs heeft gevraagd wat te doen tegen jongeren die de brommobiel cabrio gebruiken om stoer te doen. Daar hebben wij het volgende op gevonden. In een cabrio brommobiel zitten geen goedgekeurde gordels, en in dat geval moet men een helm op. Dan is de lol er snel af, denk ik. Bovendien gelden de normale regels tegen opvoeren, dus de cabrio brommobiel mag nog steeds niet harder dan een bromfiets. Dat betekent op de rijweg 45 km/u. Ik denk dat zij dan toch wel voor gek rijden, en dat willen zij absoluut niet.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Nee, maar dan heeft u het alleen over de cabrio waarbij een helm verplicht is. Bij een gewone brommobiel is dat niet nodig. Ik zie vaak dat die mensen in een brommobiel zonder een helm op rijden.

Minister Peijs:

Als er geen gordels in zitten, moeten zij een helm op.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik meen mij te herinneren dat er goedgekeurde gordels in een brommobiel zitten.

Minister Peijs:

Dat weet ik eerlijk gezegd niet zeker. Ik denk toch dat wij daarmee voorzichtig moeten zijn. Zitten er gordels in? Er wordt nu gestudeerd.

De voorzitter:

Mevrouw Roefs leest nu de krant nog een keer.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Hier staan de verschillen beschreven tussen de invalidenauto's en de brommobielen: "Gordelplicht indien aanwezig". Bij de brommobiel staat: "Zonder gordels". Maar volgens mij is het momenteel niet zo geregeld dat men dan een helm op moet.

Minister Peijs:

Als er geen gordel zit in een cabrio-brommobiel moet men een helm op, want dan is het een bromfiets. Kijk, jongeren gaan daarin zitten omdat het vet cool is. Zij zitten mooi voor gek met een helm op in een brommobiel die bestemd is voor ouden van dagen, dus dat doen zij vast niet.

Tellen strafpunten mee voor het bromfietsrijbewijs? Daarover gaan wij spreken als het puntenrijbewijs er is. Dan is een bromfietsrijbewijs een gewoon rijbewijs en wordt er bij één of twee ernstige delicten één keer geel, en bij meerdere delicten twee keer geel, is rood, gegeven.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Bij het beginnersrijbewijs bestaat al een systeem van strafpunten. In het puntenrijbewijs wordt dat overgenomen en dan geldt het ook voor bromfietsen.

Minister Peijs:

Dat is juist.

Hoe verhoudt de invoeringsdatum van het nieuwe rijbewijsdocument zich ten opzichte van de derde rijbewijsrichtlijn? Bij de nieuwe rijbewijsrichtlijn is enige vertraging opgetreden. In die richtlijn is sprake van de mogelijkheid van een chip. Een aantal landen ziet in hun eigen administratie niet de mogelijkheid voor een chip. Als wij de chip zouden gebruiken – dat zou kunnen na de derde rijbewijsrichtlijn – zou dat alleen zijn om het rijbewijs minder fraudegevoelig te maken. Heel veel meer extra informatie zou er niet op staan. Het is dus de vraag of wij dit ook meteen doen. Wij zouden het kunnen doen, want onze administratie is er wel geschikt voor, maar voor het rijbewijs zelf zou een chip niet echt nodig zijn. Als een chip nodig zou zijn voor het identiteitsbewijs, zou dat wel kunnen. Een rijbewijs blijft straks tien jaar geldig, ook al zou de chip verplicht worden in Europa, wat niet het geval zal zijn. Men hoeft dan niet een nieuw rijbewijs te halen.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

De minister zei in een tussenzin dat de chip niet verplicht wordt. Kan zij dat toelichten?

Minister Peijs:

Een aantal administraties in Europa is nog niet in staat de chip in te bouwen. Zij hebben nu al een nieuw rijbewijs, waarvoor investeringen moeten worden gedaan. Het zit er niet in dat de chip ook meteen na één jaar verplicht wordt. Het zal altijd een kanbepaling worden.

Voor een gehandicaptenvoertuig, zoals een scootmobiel, is geen rijbewijs nodig, want het is geen bromfiets.

Iedereen die in een brommobiel of op een bromfiets rijdt, moet nu een theorie-examen afleggen om het bromfietscertificaat te krijgen en straks komt daar ook een praktijkexamen bij. Als je boven de zeventig bent en al een handicap hebt, omdat je een iets slechter reactievermogen hebt, neem je wel deel aan hetzelfde verkeer als alle anderen. De een zal op landweggetjes rijden, maar de ander rijdt midden in de stad, omdat hij daar toevallig woont. Ik kan niet akkoord gaan met het voorstel om bepaalde mensen ontheffing te verlenen. Als sommige ouderen de examens niet kunnen halen, moeten wij misschien zeggen dat zij ook niet de weg op moeten gaan. Mij lijkt het dat zij daarvoor dan gewoon niet geschikt zijn. Wij hebben in Nederland voor 1 mld. aan doelgroepenvoorzieningen voor het vervoer van mensen die ouder en niet goed ter been zijn, zoals het ziekenvervoer. Dat is net zo veel als voor het hele openbaar vervoer. Ik zou zeggen dat zij daarvan gebruik moeten maken en niet het risico moeten nemen dat zij zichzelf of anderen in gevaar brengen.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Dat betekent dat de minister er spijt van heeft dat er op dit moment wel een ontheffingsmogelijkheid is. Op dit moment hoeven mensen die voor 1 juni 1980 zijn geboren niet het theorie-examen te doen.

Minister Peijs:

Nee, maar die mensen hebben nu 26 jaar ervaring, dus daar kan ik niet veel aan toevoegen. Mensen met een gewoon rijbewijs hoeven ook geen theorie- en geen praktijkexamen te doen. Een gewoon rijbewijs geldt ook voor de brommer. Iemand van boven de zeventig die nog nooit aan het verkeer heeft deelgenomen, dus geen gewoon rijbewijs heeft, en zich dan ineens opgewekt zingend in het verkeer stort – kijk even naar het verkeer in Den Haag – kan beter een taxi bellen. Dat lijkt mij veel nuttiger.

Mevrouw Gerkens vroeg naar de ongevallen met brommobielen. Ik neem aan dat dat in ieder geval in het verslag komt. In 2003 waren er vijf doden bij ongelukken met brommobielen, in 2004 waren dit er tien. In 2003 waren er 23 gewonden, in 2004 26. Het aantal doden is verdubbeld, dus ik denk dat er geen enkele reden is om te zeggen dat men maar kan gaan rijden. Er is alle reden om even te kijken of men het huidige haastige en jakkerende verkeer nog aankan.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Heeft de minister een onderverdeling naar leeftijd? Een van de dingen die ik heb aangekaart is juist het probleem van jongeren in een brommobiel. Ik heb van organisaties begrepen dat er heel weinig ongelukken gebeuren met ouderen, maar dat het juist de jongeren zijn die zorgen dat het aantal ongevallen met brommobielen toeneemt.

Minister Peijs:

Laat ik zeggen dat ik niet verwacht dat deze tien doden jongeren waren. Als dat echter wel zo is, laat ik u dit nog vóór de stemmingen weten.

Bij ongevallen met brommobielen zijn in 2003 5 doden en 23 gewonden gevallen en in 2004 10 doden en 26 gewonden. In één jaar tijd is er dus sprake van een verdubbeling van het aantal doden; dat lijkt mij reden tot zorg.

Brommobielen worden getest op verkeersveiligheid, maar het gaat wel om lichte voertuigen; daarop is de maximumsnelheid van de mobielen afgestemd. Ik verwacht dat wij het aantal ongevallen kunnen terugbrengen met de invoering van een theorie- en praktijkexamen, waarbij een bijzondere nadruk wordt gelegd op rijvaardigheid en de bediening van het voertuig.

Ik weet van een man van ongeveer 75 jaar die altijd vol gas over een Zeeuws eiland jakkerde. Toen de politie hem een keer aanhield en hem vroeg of hij iets minder gas kon geven en of hij wel eens in zijn achteruitkijkspiegel keek, antwoordde hij: nee, want daar ben ik al geweest. Kortom, deze man ging met volle kracht vooruit en achteruit kijken was er niet bij. Wellicht is er dus enige reden tot zorg en kan een klein examen geen kwaad.

Mevrouw De Pater vroeg waarom het bromfietsrijbewijs zo snel moet worden ingevoerd. Mijns inziens moet dat zo snel mogelijk gebeuren omdat het levens kan redden en het goed is voor de verkeersveiligheid. Wij voeren het praktijkexamen zo spoedig mogelijk in, maar er moet nog een organisatie voor worden opgezet. Daarna kan het in een lagere wetgeving meegenomen worden.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag over beide wetsvoorstellen te stemmen.

De vergadering wordt van 16.55 uur tot 19.30 uur geschorst.

Voorzitter: Weisglas

Naar boven