Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de initiatiefnota van de heer Duivesteijn inzake de privatisering van Schiphol, te weten :

- de motie-Verdaas/Duyvendak over een onderzoek naar het financiële effect van een mogelijke privatisering van Schiphol (30494, nr. 3);

- de motie-Verdaas/Duyvendak over een verificatieonderzoek naar de potentiële ontwikkelingswaarde van de gronden rond Schiphol (30494, nr. 4).

(Zie vergadering van 18 april 2006.)

In stemming komt de motie-Verdaas/Duyvendak (30494, nr. 3).

De voorzitter:

De heer Haverkamp heeft gevraagd om een hoofdelijke stemming over deze motie.

Vóór stemmen de leden: Fierens, Gerkens, Van der Ham, Hamer, Heemskerk, Van Heemst, Herben, Hermans, Van Heteren, Irrgang, Jungbluth, Kalsbeek, Kant, Karimi, Koenders, Koşer Kaya, Kraneveldt, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Lazrak, Marijnissen, Meijer, Noorman-den Uyl, Roefs, Rouvoet, Samsom, Slob, Smeets, Smits, Van der Staaij, Straub, Stuurman, Tichelaar, Timmer, Tjon-A-Ten, Varela, Van Velzen, Verbeet, Verdaas, Vergeer, Van der Vlies, Vos, Klaas de Vries, Waalkens, De Wit, Wolfsen, Arib, Van As, Azough, Blom, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brink, Bussemaker, Crone, Van Dam, Depla, Van Dijken, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans en Eijsink.

Tegen stemmen de leden: Eski, Ferrier, Van Fessem, De Haan, Van Haersma Buma, Haverkamp, Hessels, Van Hijum, Hirsi Ali, Ten Hoopen, Jager, Joldersma, Jonker, Knops, Koomen, Koopmans, Kortenhorst, De Krom, Lenards, Van Lith, Luchtenveld, Mastwijk, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Nijs, Van Oerle-van der Horst, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rambocus, Van der Sande, Van Schijndel, Schippers, Schreijer-Pierik, Smilde, Snijder-Hazelhoff, Spies, Sterk, Szabó, Verhagen, Vietsch, Visser, Bibi de Vries, Jan de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Algra, Aptroot, Atsma, Van Baalen, Balemans, Van Beek, Blok, Van Bochove, Brinkel, Buijs, Van de Camp, Çörüz, Dezentjé Hamming, Van Dijk en Van Egerschot.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 70 tegen 69 stemmen is verworpen.

De heer Haverkamp wilde over beide moties hoofdelijk laten stemmen, althans dat vroeg hij aanvankelijk. Als dat nog steeds het geval is, stel ik de Kamer voor ervan uit te gaan dat de stemverhouding, geconstateerd hebbende dat geen leden... Nu maakt mevrouw De Pater het mij moeilijk.

De heer Verdaas (PvdA):

Voorzitter, ik stel voor om over de tweede motie aanstaande donderdag te stemmen.

De voorzitter:

De indiener van de motie verzoekt de motie aan te houden tot donderdag – wat een herrie overigens; de Belgische kranten openen morgen met: revolutie in Nederland! – maar een motie aanhouden tijdens een stemming kan niet.

De heer Verdaas (PvdA):

Ik constateer dat de heer Haverkamp voor de tweede motie niet om een hoofdelijke stemming heeft gevraagd.

De heer Haverkamp (CDA):

Ik was enigszins in verwarring. Ik heb hoofdelijke stemming over beide moties aangevraagd, maar ik wilde de collega's niet vermoeien met twee hoofdelijke stemmingen met dezelfde uitslag. Toen u, voorzitter, mij vroeg over welke motie ik dan een hoofdelijke stemming wilde, leek het mij het meest praktisch om de eerste motie te nemen. Als het echter niet mogelijk is om tijdens de stemmingen te verzoeken de stemming over een motie uit te stellen, zie ik mij genoodzaakt weer een hoofdelijke stemming aan te vragen en dan over de tweede motie. Ik had daar bij de Regeling overigens al iets over gezegd, maar ik ben nog een beetje onervaren wat dit betreft.

De voorzitter:

Het lijkt mij dat wij verdere verwarring moeten voorkomen. We gaan dus hoofdelijk stemmen.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Een punt van orde. De heer Verdaas heeft zojuist gevraagd om de stemming over de motie aan te houden. Volgens mij heeft een individueel lid het recht om dat voor de stemming over de motie te doen.

De heer Van der Ham (D66):

Let wel, wij hebben het over de tweede motie. Die is nog niet in stemming gebracht. De heer Verdaas verzoekt om de stemming daarover aan te houden.

De voorzitter:

Ik heb een kwart minuut nodig voor nader advies.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Er was nog niet gestemd over de motie. De indiener van de motie heeft verzocht de stemming aan te houden, dus de stemming wordt aangehouden tot aanstaande donderdag.