Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend
bij het debat over mogelijke fraude in het hoger beroepsonderwijs,
te weten:
- de motie-Hamer c.s. over het onderzoek naar de fraude
(28000 VIII, nr. 100);
- de motie-Van Bommel
over onregelmatigheden bij de inschrijving van studenten (28000 VIII, nr. 101);
- de motie-Lambrechts c.s. over toezicht
op de financiële verantwoording (28000 VIII, nr. 102);
- de motie-Eurlings c.s. over verheldering en handhaving
van de regelgeving (28000 VIII, nr. 103).
(Zie vergadering van 30 januari 2002.)
De voorzitter:
De motie-Hamer c.s. (28000-VIII, nr. 100) is in die zin gewijzigd dat
zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de verdenking van fraude op een of meer hogescholen buitengewoon
schadelijk is voor het imago van het (hoger beroeps)onderwijs;
overwegende dat mogelijke strafbare feiten zo snel mogelijk boven tafel
moeten komen;
constaterende dat de huidige aanpak wordt gekenmerkt door een te trage
start en complicaties in de communicatie met betrokkenen;
verzoekt de regering:
- het onderzoek naar fraude in het hbo
te bespoedigen en indien noodzakelijk te intensiveren met inachtneming van
procedures van hoor en wederhoor;
- de Kamer het onderzoek rond half
februari ter beschikking te stellen;
- het onderzoek te voorzien van
een chronologisch verslag van de aanpak van de mogelijke fraude die thans
wordt onderzocht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 107 (28000-VIII).
In stemming komt de gewijzigde motie-Hamer c.s. (28000-VIII, nr. 107).
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze
gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat
zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Bommel (28000-VIII, nr. 101).
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP voor deze
motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is
verworpen.
In stemming komt de motie-Lambrechts c.s. (28000-VIII, nr. 102).
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks,
de PvdA, D66 en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige
fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Eurlings c.s. (28000-VIII, nr. 103).
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze
motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.