Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat voor het jaar 2002 (28000 XII), te weten:

- de motie-Eurlings/Dijsselbloem over de concessievoorwaarden met de NS (28000 XII, nr. 8);

- de motie-Eurlings/Dijsselbloem over de managementaanbesteding (28000 XII, nr. 9);

- de motie-Eurlings c.s. over het goederenvervoer uit de spits (28000 XII, nr. 10);

- de motie-Eurlings over de achterlandverbindingen (28000 XII, nr. 11);

- de motie-Eurlings/Leers over ondertunneling van de A2 bij Maastricht (28000 XII, nr. 12);

- de motie-Dijsselbloem c.s. over een proefproject voor de fietschip (28000 XII, nr. 13);

- de motie-Dijsselbloem/Eurlings over vertragingsschade (28000 XII, nr. 14);

- de motie-Dijsselbloem/Depla over het gebied Overschie bij de A13 (28000 XII, nr. 15);

- de motie-Dijsselbloem c.s. over de sociale veiligheid in het openbaar vervoer (28000 XII, nr. 16);

- de motie-Depla c.s. over een actieprogramma voor Rijkswaterstaat (28000 XII, nr. 17);

- de motie-Depla c.s. over het Zandmaasproject (28000 XII, nr. 18);

- de motie-Van der Steenhoven c.s. over een bedrijfsvervoerplan (28000 XII, nr. 19);

- de motie-Van der Steenhoven over tourniquets (28000 XII, nr. 20);

- de motie-Depla c.s. over de watertoets (28000 XII, nr. 21);

- de motie-Hofstra/Eurlings over beboeting bij snelheidsovertredingen (28000 XII, nr. 22);

- de motie-Hofstra c.s. over de dienstverlening van de NS (28000 XII, nr. 23);

- de motie-Van Bommel over verschraling van het openbaarvervoersaanbod (28000 XII, nr. 24);

- de motie-Van Bommel/Van der Steenhoven over fietschips (28000 XII, nr. 25);

- de motie-Giskes c.s. over de maximumsnelheid voor bussen (28000 XII, nr. 26);

- de motie-Ravestein c.s. over calamiteitenbestrijding rond het Noordzeekanaal (28000 XII, nr. 27);

- de motie-Stellingwerf over budgettaire neutraliteit bij invoering van de kilometerheffing (28000 XII, nr. 28);

- de motie-Van den Berg over de overzetveren (28000 XII, nr. 29).

(Zie vergadering van 8 november 2001.)

De voorzitter:

Op verzoek van de indieners stel ik voor, de motie-Eurling/Leers (28000-XII, nr. 12) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Dijsselbloem c.s. (28000-XII, nr. 16) is gewijzigd en samengevoegd met de motie-Van der Steenhoven (28000-XII, nr. 20). Zij luidt thans:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat onveiligheid in het openbaar vervoer een hardnekkig en toenemend probleem is;

overwegende dat in de afgelopen maanden een aantal ernstige incidenten zijn voorgevallen op stations en in metro en tram;

overwegende dat de regering extra geld beschikbaar heeft gesteld voor veiligheid in het openbaar vervoer, maar dat dit niet voldoende is om dit urgente probleem aan te pakken;

verzoekt de regering, een extra inspanning te leveren om de sociale veiligheid in het openbaar vervoer op korte termijn te verbeteren en de volgende maatregelen hierbij te betrekken:

  • - in 2005 alle tramlijnen voorzien van een (vaste) conducteur;

  • - extra toezichthouders in de metro en op risicovolle NS-stations;

  • - de bevoegdheden van toezichthouders zo nodig te verruimen;

  • - de versnelde invoering van de ov-chipkaart in 2002;

  • - initiatieven van gemeenten voor de plaatsing van tourniquets op metrostation, eventueel vooruitlopend op de invoering van de chipkaart voor het openbaar vervoer, te faciliteren;

  • - uitbreiding van het cameratoezicht;

  • - uitzoeken wat de (on)mogelijkheden zijn voor de effectieve invoering en handhaving van een "reisverbod";

  • - het aantal toezichthouders in het openbaar vervoer handhaven en zo nodig uitbreiden;

verzoekt de regering, binnen een halfjaar hierover aan de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Dijsselbloem, Van der Steenhoven, Van Heemst en Eurlings. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 38 (28000-XII).

De motie-Van Bommel/Van der Steenhoven (28000-XII, nr. 25) is gewijzigd en samengevoegd met de motie-Dijsselbloem c.s. (28000-XII, nr. 13). Zij luidt thans:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de fietschip voor nieuwe fietsen is gelanceerd in het kader van het Masterplan Fiets en het kader van het Integraal Veiligheidsprogramma om fietsendiefstal te beteugelen;

overwegende dat de rijksoverheid een belangrijke verantwoordelijkheid heeft, samen met gemeenten, om fietsendiefstal te verminderen en de bereidheid tot politieaangifte weer te verhogen;

overwegende dat het aantal gestolen fietsen onacceptabel hoog is, tussen de 700.000 en 800.000 fietsen per jaar, vooral in de grote steden;

van mening dat een eenduidig systeem voor fietschips onontbeerlijk is voor een goede registratie en opsporing van gestolen fietsen;

constaterende dat een proefproject in Amsterdam een belangrijke impuls kan geven aan de introductie van de antidiefstalfietschip ook bij niet-nieuwe fietsen;

verzoekt de regering, in 2002 gezamenlijk met de gemeente Amsterdam een proefproject voor de fietschip te starten en nationale richtlijnen op te stellen waaraan fietschips moeten voldoen en op welke plek ze in de fiets moeten worden aangebracht,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Van Bommel, Van der Steenhoven, Dijsselbloem, Giskes en Eurlings.

Zij krijgt nr. 39 (28000-XII).

De motie-Eurlings c.s. (28000-XII, stuk nr. 10) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zich capaciteitstekorten voordoen op belangrijke delen van het Nederlandse spoorwegennet;

voorts overwegende dat op deze plaatsen met name in de spits het personen- en goederenvervoer elkaar in de weg zitten;

spreekt als haar oordeel uit dat bij het voorkomen van vertragingen het personenvervoer prioriteit dient te hebben en het goederenvervoer op genoemde plekken, waar mogelijk met uitzondering van internationaal vastgestelde paden, uit de spits wordt geweerd;

spreekt voorts uit dat het homogeniseren in de spits vanwege de vertragende werking hiervan met name voor personenintercitytreinen niet de voorkeur verdient,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Eurlings, Dijsselbloem, Giskes, Van den Berg, Van der Steenhoven, Van Bommel en Stellingwerf.

Zij krijgt nr. 40 (28000-XII).

De motie-Dijsselbloem/Depla (28000-XII, stuk nr. 15) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het verzoek om een inventarisatie van de meest ernstige leefbaarheidsknelpunten in de motie-Dijsselbloem (27408, nr. 23);

overwegende dat volgens het RIVM, het CE en het CPB de noodzaak hoog is om de groeiende negatieve externe effecten van rijkswegen, met name met betrekking tot geluid, emissies (gezondheid) en veiligheid, aan te pakken;

overwegende dat ondanks het nog niet bestaan van een prioriteitenlijst voor leefbaarheidsknelpunten in het Meerjarenprogramma infrastructuur en transport (MIT), wel al gesteld kan worden dat de A13 door Overschie tot de grootste knelpunten in Nederland behoort en een aanpak op korte termijn noodzakelijk is;

verzoekt de regering, dit knelpunt met spoed op te lossen door middel van een integrale aanpak van VW, VROM, de gemeente en de deelgemeente, met maatregelen zowel op en om de weg als in de wijk, en de Kamer daarover uiterlijk over één jaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Dijsselbloem en Depla. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 41 (28000-XII).

De motie-Depla c.s. (28000-XII, nr. 21) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat vanaf 31 oktober Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten hebben afgesproken op alle nieuwe inrichtings- en RO-plannen de watertoets toe te passen;

overwegende dat een groot aantal woningbouw-, infrastructuur- en bedrijventerreinprojecten reeds gestart zijn of in de planvorming reeds in een vergevorderd stadium zitten (de zogenaamde pijplijnprojecten) waar deze watertoets niet op is toegepast;

overwegende dat de uitvoering van een deel van deze plannen, gezien de nieuwe inzichten, de kans op wateroverlast, overstroming en verdroging vergroot;

verzoekt de regering, de quick-scan van alle bestaande bouwplannen in watergevoelige gebieden snel af te ronden en in beeld te brengen welke projecten negatieve effecten hebben op de kans op overstroming, wateroverlast en verdroging;

verzoekt de regering, voor die projecten die het meest strijdig zijn met de uitgangspunten van het nieuwe waterbeleid zoals vastgelegd in de nota Waterbeheer 21e eeuw, de kosten en baten van aanpassing van deze plannen in beeld te brengen;

verzoekt de regering, dit overzicht naar de Kamer te sturen met voorstellen hoe om te gaan met geconstateerde knelpunten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Depla, Ravestein, Van der Steenhoven en Herrebrugh. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 42 (28000-XII).

De motie-Depla c.s. (28000-VII, nr. 17) wordt ingetrokken.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Giskes (D66):

Mevrouw de voorzitter. Op het gevaar af dat ik na al deze wijzigingen misschien naar verkeerde nummers verwijs, wil ik over drie moties iets zeggen.

Om te beginnen over de motie op stuk nr. 14 betreffende de aansprakelijkheid bij vertragingsschade als het gaat om het openbaar vervoer. Hoe sympathiek deze motie ook lijkt en hoe ergerlijk al die vertragingen zijn met name bij het spoor, wij vinden deze motie in haar consequentie onuitvoerbaar. Dit is waarschijnlijk nog nooit ergens anders vertoond. D66 denkt dat dit het einde zou betekenen van het openbaar vervoer in Nederland. Zij is daar niet vóór en dus ook niet voor deze motie.

De motie op stuk nr. 16 is een soort actieprogramma met maatregelen op allerlei terreinen in verband met de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Het kabinet is op diverse van die terreinen al bezig. De minister heeft bovendien een notitie toegezegd over sociale veiligheid in het openbaar vervoer. De fractie van D66 vindt het een uiterst belangrijk onderwerp, maar om deze twee redenen achten wij deze motie inmiddels volstrekt overbodig. Om die reden zullen wij er niet voor stemmen.

Tot slot maak ik van de gelegenheid gebruik om te zeggen dat de motie-Giskes c.s. over toedeling van het categorie 3a-budget (28000-A, nr. 21) door ons zal worden aangehouden in afwachting van de brief die de minister ons hierover nog zal sturen.

De voorzitter:

De heer Dijsselbloem staat ook op mijn lijstje voor een stemverklaring vooraf.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Dat is niet meer nodig, omdat de motie waarover wij een stemverklaring hadden willen afleggen, door de CDA-fractie wordt aangehouden.

In stemming komt de motie-Eurlings/Dijsselbloem (28000-XII, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de andere fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Eurlings/Dijsselbloem (28000-XII, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Eurlings c.s. (28000-XII, nr. 40, was nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Eurlings (28000-XII, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijsselbloem/Eurlings (28000-XII, nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dijsselbloem/Depla (28000-XII, nr. 41, was nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dijsselbloem c.s. (28000-XII, nr. 38, was nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Depla c.s. (28000-XII, nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Steenhoven c.s. (28000-XII, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Depla (28000-XII, nr. 42, was nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hofstra/Eurlings (28000-XII, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hofstra c.s. (28000-XII, nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Bommel (28000-XII, nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bommel c.s. (28000-XII, nr. 39, was nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Giskes c.s. (28000-XII, nr. 26).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ravestein c.s. (28000-XII, nr. 27).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Stellingwerf (28000-XII, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van den Berg (28000-XII, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven