Aan de orde is de voortzetting van de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 2002 (28000 B).

(Zie vergadering van 11 december 2001.)

In stemming komt het amendement-Noorman-den Uyl/Wilders (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 15 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 5, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Noorman-den Uyl/Wilders (stuk nr. 15, I) wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 6 wordt zonder stemming aangenomen.

De begrotingsstaat, aanhef, wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 1, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Noorman-den Uyl/Wilders (stuk nr. 15, II) wordt zonder stemming aangenomen.

De gewijzigde begrotingsstaat wordt zonder stemming aangenomen.

De beweegreden wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven