Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 4 oktober 2001 over filmsubsidies.

Mevrouw Molenaar (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Dit is mijn maidenspeech en tevens mijn zwanenzang. Als documentairemaakster heb ik altijd beweerd dat de realiteit veel meer moois biedt dan fictie. Dit moment is daarvoor het bewijs. Toch gaat het hier over fictie. Om precies te zijn: over de commerciële Nederlandse speelfilm. Dankzij de belastingmaatregel van de regering is de Nederlandse speelfilmsector duidelijk op een hoger niveau gekomen. Het is terecht dat de regering niet wil dat de CV-regeling regelrecht tot een beleggersluilekkerland leidt, of wordt gebruikt om Hollywoodje te spelen, maar het is jammer dat het afgelopen jaar het kind met het badwater is weggegooid en dat de speelfilmsector zo goed als stil heeft gelegen. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.

Tijdens het AO van 4 oktober jongstleden vroegen wij om de overgangsregeling voor 2001 door te laten lopen tot het moment waarop de nieuwe regeling voor 2002 in werking zou treden. Volgens de bewindslieden was het niet nodig om dit toe te zeggen, omdat het niet de bedoeling is om nog meer vertraging op te lopen. Verder werd de nadruk gelegd op de snel te verschijnen – en inmiddels ontvangen – PPS-regeling. Deze regeling wordt de komende periode met de sector besproken. Minstens zo belangrijk echter, is de ministeriële regeling waarmee de Senter-certificering wordt geregeld. Die bepaalt of de doelstellingen "meer commerciële prikkel", "meer marktwerking" en "meer sturing door de overheid" daadwerkelijk met de FIA kunnen worden gerealiseerd. De ministeriële regeling is essentieel voor de beleidseffecten van de FIA. Zolang die gegevens er niet zijn, blijft de onzekerheid voor de filmwereld bestaan. Om dat te ondervangen, dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de kans reëel is dat een hiaat optreedt totdat in een nieuwe regeling is voorzien;

verzoekt de regering, de overgangsmaatregel film-CV's 2001 te continueren totdat de regeling voor 2002 wettelijk van kracht is, inclusief goedkeuring door de Europese Commissie en na publicatie in de Staatscourant,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Molenaar, Giskes, De Haan en Vendrik. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 8(25434).

Ik feliciteer mevrouw Molenaar met haar maidenspeech en schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Voorzitter. Ik wens mevrouw Molenaar geluk met haar korte en krachtige maidenspeech.

De Nederlandse filminfrastructuur verdient het om gestimuleerd te worden. De VVD ondersteunt deze gedachte, maar om misverstand te voorkomen moet deze stimulering volgens duidelijke criteria plaatsvinden. Mede naar aanleiding van het debat dat wij hebben gevoerd zijn er nog onduidelijkheden die ik graag opgehelderd zie. Kan worden aangegeven welk deel van het budget van Enigma in Nederland is besteed aan de Nederlandse filminfrastructuur en -bedrijvigheid? Was die besteding overeenkomstig de criteria die toen golden? Kan worden aangegeven of bij het inzetten van de extra mankracht bij de belastingdienst in Hilversum ook de oorspronkelijke kritische beoordeling over het cv-mandje waarin Enigma, the Discovery of Heaven....

De voorzitter:

Ik moet u even onderbreken. Volgens de bewindslieden ging het overleg hier niet over en dat schept een probleem. Een VAO moet gaan over zaken die tijdens dat algemeen overleg aan de orde zijn geweest. Daarop zullen de bewindslieden ingaan. U kunt wel een nieuw overleg aanvragen over de vragen die u nu wilt stellen.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Wij hebben overlegd over de vraag hoe effectief de maatregel was.

De voorzitter:

Wij moeten hier geen proceduredebat voeren. Dat moet in de vaste Kamercommissie worden gevoerd om ervoor te zorgen dat er een nieuw algemeen overleg komt.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Wat u wilt, maar ik heb nog maar een korte vraag en dan ben ik binnen de spreektijd van twee minuten gereed.

De voorzitter:

U weet dat er dus niet op kan worden ingegaan. Maar goed, stelt u de vraag maar, dat lijkt mij nu het snelst gaan.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

In onze visie is het een verlenging daarvan.

De voorzitter:

Dat is nu precies de verwarring. Een VAO is geen verlengd algemeen overleg; het is een verslag van een algemeen overleg. Als u een verlengd overleg wilt, zult u een nieuw algemeen overleg moeten aanvragen.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Kunnen de drie bewindslieden aangeven op welke wijze de criteria voor de toekomst duidelijk kunnen worden gemaakt? Wordt het belastinggeld verantwoord ingezet, de Nederlandse infrastructuur gestimuleerd en de schijn van misverstanden voorkomen?

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter. Ik aarzel of ik de zang van een maagdelijk witte zwaan heb gehoord of een maagd, zo sierlijk als een zwaan. In beide gevallen vind ik dat mevrouw Molenaar zich goed van haar taak heeft gekweten. Dit onderwerp ligt haar na aan het hart. Zij zal de filmbusiness hiermee een goede dienst bewijzen, omdat de motie die zij met onze steun heeft ingediend aan de vraag raakt of men er zeker van kan zijn dat er continuïteit in de filmproductie is, wetende dat het vrij lang duurt voordat een financiering rond is en de productie op gang gekomen is. De Kamer moet voorkomen dat financieringsconstructies spaak lopen, zeker gelet op het feit dat D66 zeer geporteerd is voor het stimuleren van productie van films in Nederland. Ik hoop dat de motie achteraf blijkt overbodig te zijn. Op dit moment is zij niet overbodig, gezien de vertraging die opgetreden is bij het creëren van een goede overgangsregeling.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Voorzitter. Allereerst feliciteer ik mevrouw Molenaar van harte met haar maidenspeech.

Of het nu fictie is of realiteit, ik heb het gevoel dat de motie is uitgevoerd voordat die in stemming is gebracht. De vraag is dan ook of die überhaupt nog in stemming gebracht moet worden. Ik heb de Kamer namelijk al bij brief laten weten dat wij niet van plan zijn om een gat te laten vallen. Als dat onverhoopt toch gebeurt, zullen wij een soortgelijke maatregel nemen. Edoch, mijns inziens is het niet nodig, want de regeling is inmiddels volledig helder. Als dit VAO is afgehandeld, gaat de regeling naar Brussel. Daarover is al veel vooroverleg geweest; wij verwachten geen enkel probleem. Wij gaan ervan uit dat op 1 januari aanstaande de regeling keurig in de Staatscourant gepubliceerd is en per die datum dus van kracht wordt.

De staatssecretaris van Financiën zal graag de vragen over het fiscale deel beantwoorden.

Mevrouw Molenaar (PvdA):

Behalve filmmaakster ben ik nog Friezin. Mij is in het verleden vaak gezegd: beter mee verlegen dan om verlegen. De minister zal deze uitdrukking ook wel kennen. Het is dus beter om een overbodige motie te hebben, waardoor de filmsector niet nog langer hoeft te wachten. Het verleden heeft aangetoond dat men nog wat steekjes heeft laten vallen. Dat is tot en met de PPS-regeling, die later is gekomen dan ons was toegezegd. Ik heb in mijn maidenspeech nog een vraag gesteld over de ministeriële regeling: die is er nog steeds niet. Er is dus alle reden om aan te nemen dat de motie buitengewoon nuttig is. Nogmaals, het is ook een mooi incentive voor de bewindslieden om op tijd te zijn. Wij hebben dan de overgangsregeling niet nodig.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Laat ik daar helder over zijn: er komt geen overgangsregeling als die niet nodig is. Beter gezegd, wij gaan die regeling niet verlengen als dat niet nodig is. Wij zorgen ervoor dat de dingen op tijd gebeuren. Ik vind de motie toch een beetje jammer, want ik heb in de brief aangegeven dat, wanneer mocht blijken dat er problemen ontstaan, wat ik overigens niet verwacht, gezien alle contacten die wij al met Brussel hebben gehad, ik er dan geen bezwaar tegen zal hebben om de overgangsregeling te verlengen. Ik heb de motie dus al uitgevoerd, voordat die was ingediend. Ik herhaal dat ik niet van plan ben om de overgangsregeling te verlengen, omdat ik ervan overtuigd ben dat al hetgeen wordt gevraagd vóór 1 januari aanstaande gerealiseerd kan zijn.

Mevrouw Giskes (D66):

Ik geloof zonder meer dat de minister van goede wil is. Het hangt echter niet alleen van de PPS-regeling af dat de filmwereld weet waar die aan toe is. Zo moet het belastingplan nog behandeld worden; dat duurt nog een hele tijd. Pas rond 1 januari weet iedereen hoe het echt zit. Men kan na dit VAO dus niet aan de slag. Tot op heden heeft nergens zwart op wit gestaan dat de overgangsregeling wordt gecontinueerd totdat het echt zwart op wit, inclusief Europese toestemming, goed is gekomen met de nieuwe regeling.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Wij gaan na 1 januari niet door met de overgangsregeling, als dat niet nodig is. Dat is ook niet nodig.

Mevrouw Giskes (D66):

Dat kunt u niet garanderen. De nieuwe regeling moet ook een Europese goedkeuring hebben. Pas dan kan de nieuwe regeling van kracht worden. Dat is inclusief PPS en belastingregeling.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Natuurlijk, het totaal van de nieuwe regelingen gaat vanmiddag naar Brussel. Ik ben ervan overtuigd dat wij de zaak vóór 1 januari aanstaande netjes kunnen regelen. Ik heb in mijn brief aan de Kamer overigens al aangegeven dat, mochten er apen en beren op de weg komen, dus onverwachte problemen, de Kamer mij helemaal niet op haar weg zal vinden, als zij vindt dat de overgangsregeling wat langer gehandhaafd moet worden. Ik herhaal dat, gezien de procedure tot nu toe, dit niet aan de orde is. Ik wil hier nog wel gezegd hebben dat ik ervoor wil waken dat bij de filmwereld de gedachte ontstaat dat het niet zo'n vaart loopt en dat de huidige regeling wel even doorgaat na 1 januari. Als het niet nodig is, gebeurt het niet en mijns inziens zal het niet nodig zijn.

Staatssecretaris Bos:

Mevrouw de voorzitter. De nieuwe regeling die aan de Kamer is voorgesteld, kent een lagere steunintensiteit dan het overgangsregime. Als het overgangsregime is goedgekeurd, wat het geval is, is de kans dus bijzonder klein dat de nieuwe regeling niet wordt goedgekeurd. Wij moeten elkaar wat dat betreft ook geen problemen aanpraten.

Inderdaad moet de ministeriële regeling nog gemaakt worden die in dezen het functioneren van Senter zal bepalen. Dit heeft echter geen invloed op de steunintensiteit die kritisch is voor het oordeel van Brussel. Daardoor zal er dus geen probleem rijzen.

Voorzitter. U heeft zelf al opgemerkt dat de eerste drie vragen van mevrouw Voûte niet alleen niet geagendeerd staan vandaag, maar ook betrekking hebben op een fiscaal dossier van een individuele belastingplichtige. Hoe graag ik het ook zou willen, ik doe daar geen andere mededelingen over dan dat dit conform de wet- en regelgeving is afgehandeld.

De vierde vraag van mevrouw Voûte heeft betrekking op een wetsvoorstel dat wij onlangs hebben ingediend bij de Tweede Kamer, waarvoor wij de normale procedure van verslag en nota naar aanleiding van het verslag volgen. Het lijkt mij weinig zinvol om dat debat hier te voeren, als ik tegelijkertijd op een andere plek over hetzelfde wetsvoorstel met de Tweede Kamer in debat ben.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

De vraag was of de criteria inderdaad zodanig waren dat er geen misverstand meer bestaat. Ik vraag niet naar de individuele benadering, maar of de criteria inderdaad zijn toepast. Als de staatssecretaris daarop niet echt een duidelijk antwoord wil geven, moet ik misschien om een overleg vragen.

De voorzitter:

Ik heb al gezegd dat dat mij ook de goede weg lijkt, want dit hoort niet bij dit overleg.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Dat zal ik dan doen.

Staatssecretaris Bos:

Voordat wij ons met onzinnige overleggen bezighouden, ik heb zojuist antwoord gegeven op die vraag. Natuurlijk zijn de criteria toegepast. Die criteria staan in wetten en regels die met de Kamer en door de Kamer zijn aangenomen en dus leidraad zijn geweest voor het functioneren van de belastingdienst in dezen. Natuurlijk zijn de criteria gewoon toegepast, in dat dossier en in alle andere dossiers. Over de nieuwe criteria is een wetsvoorstel ingediend dat nu in procedure is bij de Kamer. Die procedure moeten wij gewoon afronden. Dat gebeurt over ongeveer twee weken bij de plenaire behandeling van het belastingplan.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 10.48 uur tot 11.00 uur geschorst.

Naar boven