Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enkele andere wetten in verband met de strafbaarstelling van het witwassen van opbrengsten van misdrijven (27159).

(Zie vergadering van 21 maart 2001.)

De aanhef van onderdeel A van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement Niederer (stuk nr. 6, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en de VVD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat met de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 14 voorkomende amende menten als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel a van het eerste lid van artikel 420bis wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel b wordt zonder stemming aangenomen.

Het eerste lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het tweede lid wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 420bis wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 420ter, 420quater en 420quinquies worden zonder stemming aangenomen.

Onderdeel A wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m V en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven