Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met het uitsluiten van het recht op een socialeverzekeringsuitkering bij vrijheidsontneming en het openstellen van socialezekerheidsregelingen in die gevallen waarin de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel buiten een justitiële inrichting plaatsvindt (Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden) (26063).

(Zie vergadering van 22 april 1999.)

De voorzitter:

In de vergadering van 8 april 1999 is het amendement-Wilders c.s. (stuk nr. 8) door de regering overgenomen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van Dijke (RPF):

Mevrouw de voorzitter! Ik wil mede namens het GPV een stemverklaring afleggen in verband met het onderhavige wetsvoorstel. In ons land kunnen uitkeringsgerechtigde gedetineerden tijdens hun gevangenschap soms een vermogen opbouwen. Dat is het geval daar waar de kosten voor onderdak en levensonderhoud door de staat worden betaald, terwijl de uitkering doorloopt. Onze fracties vinden dat een onrechtvaardige en daarmee ongewenste situatie. Wij zouden hieraan zo spoedig mogelijk een einde willen maken door te kiezen voor een eigenbijdrageregeling. Introductie van een eigenbijdrageregeling betekent dat alle gedetineerden naar draagkracht aan de kosten van onderdak en levensonderhoud tijdens hun detentie bijdragen. De regering heeft gekozen voor een andere route waarbij dat niet het geval is. Het wetsvoorstel beoogt uitkeringen gedurende de detentie stop te zetten. Onze fracties hebben grote moeite met de aantasting van rechten, in dit geval op grond van sociale verzekeringen die hiervan het gevolg is. Bovendien worden in het wetsvoorstel enkele keuzen gemaakt die niet logisch zijn en nog minder consequent. Ik heb in mijn bijdrage aan het debat duidelijk aangegeven in welk opzicht dat het geval is. Voor ons weegt ook zwaar dat de regering er niet aan heeft willen meewerken om gedetineerden die in het buitenland vastzitten vanwege politieke of godsdienstige redenen te ontzien. Al met al redenen genoeg om tegen dit wetsvoorstel te stemmen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Dijke (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, het GPV, de RPF en de SGP voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 15 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-De Wit (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 9 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen III t/m VII worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-De Wit (stuk nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel VIII wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen IX t/m XIII worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Dijke (stuk nr. 12, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het GPV en de RPF voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 12 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel XIV wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen XV t/m XVIII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, het CDA en de SGP voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven