Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enige bepalingen van de Waterschapswet (26235), en over:

- de motie-Poppe over opheffing van de waterschappen (26235, nr. 8).

(Zie vergadering van 18 maart 1999.)

De onderdelen A t/m EE van artikel I worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van den Berg (stuk nr. 7, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 7 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Onderdeel FF wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen GG en HH worden zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II en III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Op verzoek van de heer Poppe stel ik voor, zijn motie (26235, nr. 8) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven