Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van de leerwegen in de hogere leerjaren van het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend beroepsonderwijs, alsmede van leerwegondersteunend en praktijkonderwijs (regeling leerwegen mavo en vbo; invoering leerwegondersteunend en praktijkonderwijs) (25410), en over:

- de motie-Liemburg c.s. over afspraken over longitudinale leertrajecten tussen scholen voor voortgezet onderwijs en ROC's (25410, nr. 46);

- de motie-Liemburg c.s. over nevenvestigingen (25410, nr. 47).

(Zie vergadering van 29 januari 1998.)

De voorzitter:

De heer Van der Vlies vraagt heropening van de beraadslaging, zodat hij de mogelijkheid heeft een motie in te dienen die heden niet meer in stemming zal worden gebracht.

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! Het debat werd afgesloten met enige onzekerheid over de consequenties van het wetsvoorstel voor het leerlingenvervoer. Navraag daarnaar heeft opgeleverd dat het voor mogelijk moet worden gehouden dat er consequenties zijn. Om die reden dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat als gevolg van het wetsvoorstel "regeling leerwegen mavo en vbo; invoering leerwegondersteunend en praktijkonderwijs" de schoolsoorten VSO-LOM en VSO-MLK ophouden te bestaan;

constaterende, dat vanaf het moment van omvorming tot leerwegondersteunend dan wel praktijkonderwijs de wettelijke titel voor vergoeding van de kosten van leerlingenvervoer voor deze categorieën leerlingen vervalt;

overwegende, dat ook in de nieuwe situatie bepaalde leerlingen aangewezen blijven op specifieke zorgvoorzieningen, te weten praktijkonderwijs of bepaalde vormen van leerwegondersteunend onderwijs, waardoor zij zijn aangewezen op locaties waarvoor zij in het algemeen verder moeten reizen dan wanneer zij die specifieke zorg niet nodig zouden hebben, en dat ook in de nieuwe situatie sprake kan zijn van de noodzaak van aangepast vervoer wegens handicaps;

van oordeel, dat door het enkele feit van een structuurwijziging leerlingen en hun ouders niet in een financieel minder gunstige positie mogen worden gebracht, waarbij mede in aanmerking wordt genomen het recht op tegemoetkoming in de studiekosten;

verzoekt de regering bovengenoemde problematiek in kaart te brengen en zo nodig voorstellen te doen tot oplossing daarvan, zodat voor die categorieën leerlingen die behoren tot de huidige doelgroepen VSO-LOM en VSO-MLK in een nieuwe situatie een zoveel mogelijk vergelijkbare aanspraak op vergoeding van de kosten van leerlingenvervoer geldt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Vlies. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 49 (25410).

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Zoals ik al eerder heb gezegd, maakt deze motie deel uit van de stemmingslijst van volgende week. Ik vraag de staatssecretaris wel in de loop van de week schriftelijk haar opvatting over de motie kenbaar maken.

De aanhef van artikel I en onderdeel A worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies (stuk nr. 33, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 33 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van der Vlies/Schutte (stuk nr. 40, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de SGP, de RPF, de VVD, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 40 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel D en de aanhef van onderdeel E worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 48, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit nader gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.Voorzitter

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit nader gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 48 voorkomende nader gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 10b, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 48, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Cornielje/Van Vliet (stuk nr. 20, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 20 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 10c, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Cornielje/Van Vliet (stuk nr. 20, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 10d t/m 10f worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies c.s. (stuk nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 10g wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 10h, eerste en tweede lid, worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Liemburg c.s. (stuk nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, de VVD, de groep-Nijpels, het AOV en de Unie 55+ voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel 10h, derde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Liemburg c.s. (stuk nr. 18), wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op, dat in verband met het overnemen van de amendementen op de stukken nrs. 39 en 27, in artikel 10h, vierde lid, tweede volzin, de zinsnede "commissie leerlingenzorg" wordt vervangen door: permanente commissie leerlingenzorg.

Artikel 10h, vierde en vijfde lid, worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van de Camp (stuk nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 10h, zesde lid, wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 10h, zevende lid, wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 10h wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 11 wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel E wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen F t/m M worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Vliet (stuk nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Onderdeel N, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Vliet (stuk nr. 37), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen O t/m JJJ worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van de Camp (stuk nr. 32, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 32 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen III t/m XVII worden zonder stemming aangenomen.

Artikel XVIII, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 48, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel XIX wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel XX, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Cornielje/Van Vliet (stuk nr. 20, II en III), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel XXI wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies (stuk nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel XXII wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 42).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel XXIII, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 42), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen XXIV t/m XXVIII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Ik had gevraagd voor de stemmingen een stemverklaring te mogen afleggen, maar dat is misgegaan. De CDA-fractie heeft gestemd tegen het amendement van de collega's Van der Vlies en Schutte op stuk nr. 40. Op zich vinden we het amendement sympathiek, maar we willen niet vooruitlopen op de kwestie van de combinatievakken.

Wij blijven onze zorgen houden over de positie van het voortgezet speciaal onderwijs. Het gaat hier vooral om leer- en opvoedingsmoeilijkheden, de zogenoemde LOM-scholen. Derhalve vraag ik aantekening van mijn stem tegen artikel XI. Voor het overige zullen wij het wetsvoorstel steunen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! Namens de fracties van SGP, GPV en RPF het volgende. Wij zullen voor het wetsvoorstel stemmen, maar voor ons was, is en blijft de positie van het VSO-LOM moeilijk. Daarom had ik bij u, voorzitter, gemeld dat bij artikel XI de aantekening geplaatst zou worden dat genoemde fracties, namens welke ik spreek, tegen dat artikel zouden hebben gestemd. Dat gebeurde niet, vandaar dat ik naar voren liep en de stemming miste over het amendement dat ik op stuk nr. 17 zelf heb ingediend. De voor- en tegenstemmers zijn genoteerd. Nu is het lot van het amendement bepaald zonder dat daarbij hardop de positie van de SGP-fractie duidelijk werd.

Voorzitter! Mag ik de aantekening dat ik altoos wil geacht worden in uw midden voor mijn eigen amendementen te hebben gestemd?

De voorzitter:

"Altoos" zal in de Handelingen worden opgenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Liemburg c.s. (25410, nr. 46).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Liemburg c.s. (25410, nr. 47).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven