Aan de orde is de behandeling van:

de Partiële herziening van de Planologische Kernbeslissing Betuweroute (25055).

De beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Dit is een tweeminutendebatje dat eigenlijk in de plaats komt van het notaoverleg, waarin doorgaans dit soort onderwerpen aan de orde is.

Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):

Mijnheer de voorzitter! De fractie van D66 heeft altijd het belang van de Betuweroute gezien. Het nut en de noodzaak van het "aantakken" van de Rotterdamse haven aan het Europese spoorwegnet en de beperking van het vervoer per vrachtauto juist voor die bestemmingen die slecht met de binnenvaart zijn te bereiken, zijn steeds door de fractie van D66 onderschreven, met name uit milieuoverwegingen. Echter, de wijze van uitvoering op basis van de PKB vonden wij onvoldoende goed en vandaar dat D66 bij de kabinetsformatie stevig een substantiële verbetering van de PKB heeft bepleit. Via de commissie-Hermans, het kabinetsstandpunt en de ingediende moties bij de behandeling daarvan is er een aanmerkelijk beter resultaat uitgekomen. Dit resultaat is nu verwerkt in de partiële herziening. Het heeft overigens ook al zijn werking gehad in de uitspraak van de Raad van State.

Langzaam maar zeker schuift het kabinet richting geboorde tunnels, ongetwijfeld ook omdat de aanbesteding van de geboorde Botlektunnel gunstiger is uitgekomen dan gedacht. Dat verheugt ons zeer. Een boortunnel bij het Sophiatracé lijkt zelfs op voorhand financieel gunstiger uit te komen. Ook de tunnel onder het Pannerdensch Kanaal gooit hoge ogen ten aanzien van het boren. Wie weet wordt er ook nog onder de Giessen geboord. De aanbesteding moet de doorslag geven. Dat geldt trouwens voor de toepassing van alle geavanceerde technieken die door de discussies over de Betuweroute en de nadere studies voor het ontwerptracébesluit een hoge vlucht hebben genomen. Met vreugde constateren wij dan ook dat het kabinet die toezegging zeer serieus in acht neemt. Indien er op het traject daadwerkelijk financiële meevallers ontstaan – zie bijvoorbeeld de Sophiatunnel – dan pleit de fractie van D66 ervoor die meevallers in te zetten in de verlenging van de tunnel in het Rijnstragebied. Daar is toch al sprake van een mogelijke verlenging van ongeveer 500 meter à 1 kilometer. Vooral ter hoogte van de Kandiapolder is een langere verdiepte ligging van belang. Dat vinden wij niet alleen prettig, maar ook de rugstreeppadden die ik maar noem als exponent van het natuurbehoud ter plekke. Overigens zal ook de opschuiving in noordelijke richting naar mijn indruk een groter aaneengesloten gebied voor deze bijzondere diersoort doen ontstaan.

Verder constateren wij met vreugde dat de landschappelijke inpassing positief gericht wordt op die gebieden die ecologisch van het grootste belang zijn. Dat had onze voorkeur boven een algemene zone langs de gehele route.

Het antwoord op vraag 12, de ondertunneling van de Giessen, kan van belang zijn voor het maken van het algemene afwegingskader voor tracé-inpassingen. De definitie van het gebied is immers een nieuwe doorsnijding van een ecologische verbindingszone inclusief recreatieve functie. Weliswaar wordt er haastig aan toegevoegd dat dat geen precedent kan zijn, maar toch.

Voorzitter! De fractie van D66 steunt deze partiële herziening van de PKB Betuweroute. Wij vragen nog wel de aandacht van het kabinet voor de procedureel moeilijke situatie die is ontstaan doordat er tussen de vaststelling van de PKB en de vaststelling van het tracébesluit meer dan een jaar lag, waardoor met name voor de burger het zicht in procedureland verduisterd werd.

De heer Blaauw (VVD):

Mijnheer de voorzitter! De Betuweroute is in feite het eerste van een aantal grote strategische projecten die noodzakelijk zijn voor de Nederlandse samenleving om ook in de volgende eeuw haar vooraanstaande technologische en economische positie in Europa te kunnen behouden. Maar ook strategische besluiten dienen inpasbaar te zijn, zowel voor de mens als de natuur en het milieu. Ik moet zeggen dat deze vijf wijzigingen daar zeker een antwoord op vormen. Het is een mengeling van de uitkomsten van overlegstructuren, voortschrijdend inzicht en technologische sprongen voorwaarts, waarbij goed naar de Kamer is geluisterd. Wat dit betreft, kan ik mij volledig aansluiten bij de woorden van mevrouw Versnel.

Ik loop de vijf wijzigingen niet na, maar één daarvan is wel belangrijk, namelijk Giessen. Mevrouw Versnel heeft dit ook genoemd. Wij hebben begrepen dat met de PKB Betuweroute double stack problemen kan geven bij Giessen en dat een en ander wat groter moet worden. Maar de PKB-aanpassing in het lengtevlak, om het zo te noemen, is eigenlijk onvoldoende, waardoor te grote hellingen ontstaan in de tunnelformatie. Misschien kan de minister hierop ingaan.

Hoewel de VVD-fractie akkoord gaat met deze partiële herziening van de PKB, kan de minister wellicht nader ingaan op de recente uitspraken van de Raad van State in de eerste ronde. Daaruit heb ik begrepen dat hierin op een aantal punten positief is gereageerd op de insprekers, bijvoorbeeld van Geldermalsen. Kunnen wij naar aanleiding daarvan een volgende partiële herziening van de PKB verwachten? Daarbij is het natuurlijk van belang dat wij op tijd geïnformeerd blijven worden over de noordelijke en de zuidelijke aftakking, welke laatste in een latere fase speelt. Het spoortracé over zuid heeft namelijk andere aanpalende aspecten.

Ik wil voorts graag ingelicht worden over het bestuurlijk overleg inzake de Botlektunnel, waarbij sprake blijkt te zijn van wat problemen. Wij wachten ook wat dit betreft de volgende partiële herziening van de PKB af. Nogmaals, met deze partiële herziening gaan wij in ieder geval akkoord.

De heer Leers (CDA):

Voorzitter! De agendering van deze partiële herziening van de PKB heeft in den lande enige hoop en verwachtingen gewekt. Vanmorgen hoorde ik op de radio dat een aantal gemeenten opnieuw pleitten voor verbetering van het tracé. Bovendien bereikten ons verschillende brieven van verschillende belanghebbenden over verdere verbeteringen. Dit geeft aan dat er nog steeds geen volledig draagvlak is. Overigens zal het bij dergelijke projecten moeilijk zijn om dat te bereiken. Bovendien geeft dit aan dat de hoop bij diverse belanghebbenden is aangewakkerd, een hoop die overigens versterkt is door besluiten over het Groene Hart, waarbij wel tunnels mogelijk zijn. Kennelijk denkt men dat dit ook bij de Betuweroute moet gebeuren.

De hoop dat er nog veel zou kunnen veranderen, is de afgelopen maand door de uitspraak van de Raad van State wel verminderd. Namens de CDA-fractie kan ik zeggen dat ik blij ben dat de Raad van State heeft uitgesproken dat er een zorgvuldige procedure is gevolgd, niet alleen door deze minister, maar ook door de vorige minister. Dat is ook haar verdienste geweest.

Vandaag moeten wij in de Kamer deze vijf wijzigingen van de PKB formeel vaststellen.

De heer Crone (PvdA):

De Raad van State heeft ongeveer alle punten goedgekeurd van het besluit van het CDA/PvdA-kabinet. De punten die de Raad van State niet heeft goedgekeurd, zijn inmiddels al door het paarse kabinet verbeterd. Ik begrijp dan ook niet goed waarom u problemen hebt met de uitspraak van de Raad van State, zoals ik uit de toonzetting van uw woorden opmaak.

De heer Leers (CDA):

U pakt het toch verkeerd op, want ik ben vrij complimenteus voor dit kabinet en het vorige. Ik weet ook niet wat u beoogt.

De heer Crone (PvdA):

Dat wilde ik heel graag horen.

De heer Leers (CDA):

Ik had dat al gezegd, maar het kan zijn dat u het nog een keer wilt horen: ik vind dat er een zorgvuldige procedure is gevolgd door dit kabinet en het vorige. Ik ben blij dat de Raad van State ook die mening is toegedaan. Het gaat om een uiterst ingewikkeld project, waarbij veel mensen zich betrokken voelen. Veel mensen menen ook dat hierbij op hun tenen is getrapt. Ik herhaal dat in de praktijk gebleken is dat een goede procedure is gevolgd. Nogmaals, daar ben ik blij mee. Dit neemt niet weg, zoals ik net al zei, dat er altijd wensen, maar ook frustraties overblijven en dat die frustraties gevoed zijn door het feit dat bij latere besluiten over de infrastructuur wél meer mogelijk bleek dan bij de besluiten over de Betuwelijn.

Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):

Dat vind ik raar. Bijvoorbeeld de tunnel onder het Pannerdensch Kanaal hebben wij er met veel pijn en moeite door gesleept. Het bedrag voor die tunnel is ongeveer gelijk aan het bedrag dat voor de tunnel onder het Groene Hart is gevoteerd. Ik vind het daarom een eenzijdige presentatie van de feiten.

De heer Leers (CDA):

De tunnel wordt opeens wel verrassend veel duurder, begrijp ik. De tunnel onder het Pannerdensch Kanaal gaat 1 mld. kosten. Maar goed, daar kom ik dadelijk nog over te spreken.

Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):

Nee, dat klopt niet.

De heer Leers (CDA):

U zegt dat het bedrag ongeveer gelijk is aan het bedrag voor de tunnel onder het Groene Hart.

Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):

U weet heel goed dat de geboorde tunnel onder het Groene Hart in feite ongeveer 600 mln. kost, maar dat er een behoorlijke "up" is neergezet om de risico's te kunnen afdekken. Het ligt in dezelfde orde van grootte bij het Pannerdensch Kanaal. Daar werd toen echter gedacht aan een afzinktunnel. Nu wordt het perspectief geopend voor een geboorde tunnel, mits het van dezelfde orde van grootte is. Dat zijn progressieve inzichten en het is zinnig om die tot je te nemen. Het is dus van dezelfde orde van grootte.

De heer Leers (CDA):

Ik zal mij maar niet uitlaten over de progressieve inzichten die ik nu heb.

De voorzitter:

Even afgezien van de interrupties, u weet dat u twee minuten spreektijd hebt.

De heer Leers (CDA):

Ja, voorzitter. Ik was mijn bijdrage al aan het afronden, maar er kwamen interrupties tussen.

De voorzitter:

Dat heb ik geconstateerd.

De heer Leers (CDA):

Voorzitter! In het afsluitende deel van mijn bijdrage zal ik meteen antwoorden op de opmerkingen van mevrouw Versnel. Het gaat over een vijftal wijzigingen. Daarvan zijn er deels technisch en deels procedureel. Met al die wijzigingen ga ik akkoord.

Wel maak ik nog twee korte opmerkingen. Waarom is bij de Sophiapolder niet meteen geanticipeerd door het opnemen van een wat ruimere bandbreedte? Het leek mij dat het met name daar had gekund.

Mevrouw Versnel vergeleek de tunnel onder het Pannerdensch Kanaal net even met de tunnel onder het Groene Hart. De tunnel onder het Pannerdensch Kanaal kent een geschiedenis. Mevrouw Versnel weet dat de financiering van de tunnel onder het Pannerdensch Kanaal nog steeds niet helder is. Zij heeft indertijd voorgesteld de financiering te halen uit de pot voor de inpassing elders. Mijn vraag aan de minister is hoe het staat met de extra kosten en welke gevolgen een en ander heeft voor de verdere inpassing in het tracé. Is de financiering rond?

Ten slotte vraag ik nog één opheldering. De beroepsprocedure bij de Raad van State is afgerond, naar ik heb begrepen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat moet nu een verweerschrift op alle ingebrachte bezwaren gaan schrijven. Nu gaat het gerucht – ik zeg erbij dat het een gerucht is dat ik van verschillende kanten hoor – dat er termijnen zouden zijn overschreden, waardoor de beroepsprocedure opnieuw moet worden doorlopen. Kan de minister dit gerucht hier ontzenuwen? Ik stel daar prijs op.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter! Ik kan het buitengewoon kort houden, want op de meer gedetailleerde inhoudelijke punten sluit ik mij aan bij de vragen van de heer Blaauw en mevrouw Versnel. Ik sluit mij ook aan bij het laatste punt dat de heer Leers noemde.

Ik benadruk nog eens dat wij graag instemmen met de voorliggende partiële herziening. Wij kijken met grote tevredenheid terug op datgene wat daarmee na de Kamerbeslissing is gebeurd, namelijk eerst de voorbereiding, samen met de regio, om de tunnel er te krijgen en vervolgens een steeds betere samenwerking om de optimale inpassing te vinden binnen de bandbreedtes, die nu zelfs worden opgerekt. Laten wij maar hopen dat uiteindelijk de geboorde tunnel er ook nog in zit. Dan is er inderdaad sprake van een progressief project, in de zin zoals ik het woord "progressief" graag in de mond neem.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Voorzitter! Ik dank de Kamer voor de snelle behandeling en voor de woorden die nu gesproken zijn.

Ik zal eerst iets zeggen over de procedure bij de Raad van State. Ik ben het eens met de heer Leers dat blijkt dat er in procedurele zin goed gewerkt is en dat de Kamer – dat wil zeggen, wij samen – de zaak goed behandeld heeft. Dat blijkt gewoon uit de procedure bij de Raad van State. Wij zijn er overigens nog niet. Het ging nu over de PKB. In de uitspraken van de Raad van State is een groot aantal opmerkingen gemaakt die weer aan de orde komen op het moment dat het tracébesluit moet worden beoordeeld door de Raad van State, voorzover er bezwaarschriften liggen.

Mevrouw Versnel heeft er gelijk in dat het heel vervelend en verwarrend voor de burgers is dat er twee beroepsgangen zijn, vanwege het feit dat er meer dan een jaar tussen de planologische kernbeslissing en het tracébesluit zit. Nu heb ik begrepen dat u vanmiddag met mijn collega De Boer over de grote projecten gaat spreken en dit zou een onderwerpje kunnen zijn. Het is in elk geval een onderwerp dat ikzelf bij de evaluatie van de procedure voor de Betuweroute meeneem. Ik denk dat wij er goed over moeten nadenken of wij het wel zo willen laten. Misschien moeten wij wel toe naar een procedure voor in principe een jaar, want druk op de ketel is heel goed, met de mogelijkheid om, als er om bepaalde redenen iets is, met zorgvuldigheid omkleed te besluiten om er iets meer tijd tussen de laten zitten. Dit is immers vreselijk bureaucratisch en het kost de Raad van State ook handenvol tijd, terwijl wij per saldo geen grote toegevoegde waarde hebben vanwege de uitspraken die komen. Daar moeten wij nog eens met elkaar over praten.

De heer Blaauw vroeg of er nog verdere wijzigingen zijn te verwachten naar aanleiding van de uitspraken. Dat is niet het geval, want ook de bezwaren van Geldermalsen zijn verworpen door de Raad van State en dat betekent dat die niet leiden tot een herziening van de PKB.

De heer Leers (CDA):

Ik dacht dat de Raad van State ook een opmerking had gemaakt over de zogenaamde oortjes bij Elst. Betekent dat nog iets in de wijziging?

Minister Jorritsma-Lebbink:

Nee. Daar is gewoon een stuk van de PKB vernietigd. Wij hadden de afspraak al gemaakt dat wij het niet zouden doen. Dat was ook een onderdeel van de discussie in deze Kamer. Als er grote oren nodig zouden zijn, zouden wij dat pas doen op het moment dat de discussie over de noordtak zou zijn afgerond. Daar hoort het ook bij thuis. In feite was dit een uitspraak conform de discussie in deze Kamer.

Ook voor Giessen geldt dat wij via de aanbesteding zullen zien op welke wijze de bouw uiteindelijk zal plaatsvinden. Ook ik ben tevreden over wat er gebeurd is bij het Sophiatracé. Dat geeft overigens geen garanties en wij moeten telkens oppassen dat wij niet de verwachting wekken dat dit automatisch ook elders iets betekent. Dit tracé is wel iets korter. Wij moeten afwachten wat daar gebeurt. Overigens laat de bandbreedte die nu in de PKB is opgenomen ook toe dat die geschikt gemaakt kan worden voor double stack. Ook daar moeten wij een afweging maken of je dat doet of niet, omdat het een relatief kort tracé is. In elk geval is het verstandig, vanwege het feit dat je onder water gaat, om dat bij voorbaat te doen, mits ons dat financieel mogelijk gemaakt zal worden.

Bij de Botlektunnel hebben wij geen probleem. Dat wordt binnenkort gegund aan de aannemer. De voortgang van het bestemmingsplan is een klein beetje minder snel dan dat wij hadden gehoopt, maar tot nu toe is er geen probleem. Wij moeten nog even afwachten hoe het precies gaat lopen.

Wij hebben afgesproken dat wij voor de tunnel onder het Pannerdensch kanaal voldoende bandbreedte houden om zowel een verlenging als een verschuiving van het tracé binnen de mogelijkheden te houden. Op dit moment wordt een aantal studies uitgevoerd. Wij weten nog niet precies hoe het komt; het lijkt erop dat wij wel iets kunnen verschuiven met nauwelijks meer kosten. Maar ik wil eerst over de uitkomsten van de studie praten met zowel de bestuurders in de regio als de bewoners in het gebied, want dit heeft consequenties voor de Boerenhoek. Ik denk dat het verstandig is om dat eerst te bespreken. Wij moeten er wel voor oppassen dat wij te optimistisch zijn over de mogelijkheden om het zelfs tot 1 kilometer te verlengen. Ik vrees eerlijk gezegd dat dat wat aan de kostbare kant zal zijn. Ook hier geldt: aanbesteding is aanbesteding en als er gunstige cijfers uit zouden komen dan is het prachtig. Wel heb ik af en toe problemen met uitspraken van bestuurders die de mensen suggereren dat voor dezelfde prijs nog heel veel meer kan. Dat wekt verwachtingen bij burgers en ik meen dat je als bestuurder de verantwoordelijkheid hebt om daar voorzichtig mee om te gaan. Maar wij zijn er, zeker wat de Betuweroute betreft, al wat langer aan gewend.

Voorzitter! Wij hebben in de procedure van de Raad van State geen termijnen overschreden; het loopt conform datgene wat wij hebben afgesproken.

De heer Leers (CDA):

Ik heb een vraag gesteld over het Sophiatracé. Ik had namelijk begrepen dat de mogelijkheid van boren wordt onderzocht. Waarom is daar niet vanaf het begin de bandbreedte ruimer gesteld?

Minister Jorritsma-Lebbink:

Die is ruimer gesteld. Binnen de nu vastgestelde bandbreedtes kan daar gewoon geboord worden. U moet overigens niet aan mij vragen waarom dat vanaf het begin niet is gedaan; ik ben daar niet bij betrokken geweest en ik weet eerlijk gezegd niet waarom dat toen niet gebeurd is. Daar waar tunnels worden aangelegd, worden zij zodanig gelegd dat er in principe geboord dan wel gegraven kan worden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, de formele goedkeuring toe te voegen aan de stemmingslijst van aanstaande dinsdag.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven