Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het voorstel van rijkswet Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (23029, R1461).

(Zie vergadering van 22 februari 1995.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Dittrich (D66):

Mijnheer de voorzitter! De fractie van D66 zal voor dit wetsvoorstel stemmen, omdat daarmee dubbele nationaliteit mogelijk wordt gemaakt en wettelijk wordt geregeld. Even belangrijk voor mijn fractie is echter dat het ook Nederlanders die in het buitenland wonen, gemakkelijker wordt gemaakt om hun Nederlanderschap te behouden.

De heer Korthals (VVD):

Mijnheer de voorzitter! Dit wetsvoorstel heeft een beperkte opzet. Het betreft het doorhalen van de afstandseis, de wijziging van de regels betreffende het verlies van het Nederlanderschap en van de verkrijgingsregels bij erkenning en de invoering van het vereiste van toelating in de regels van optie en naturalisatie. Het feit dat de aanvaarding van dit wetsvoorstel het mogelijk maakt dat er een dubbele nationaliteit komt, weegt voor de fractie van de VVD zó zwaar dat zij tegen het wetsvoorstel zal stemmen ondanks het feit dat zij voor de andere zaken is.

De heer Janmaat (CD):

Mijnheer de voorzitter! Ook de fractie van de CD heeft grote bezwaren tegen het verlenen van dubbele nationaliteit en zij zal daarom tegen dit wetsvoorstel stemmen.

Artikel I, onderdeel A, wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Verhagen (stuk nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, D66, de RPF, de SGP, het GPV, de PvdA, GroenLinks, de SP en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Onderdeel B, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Verhagen (stuk nr. 20), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C t/m E worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Verhagen (stuk nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de CD, de RPF, de SGP, het GPV en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel F wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Verhagen/Dittrich/Apostolou (stuk nr. 30, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de Unie 55+, D66, de PvdA, GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 30 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel G, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Verhagen/Dittrich/Apostolou (stuk nr. 30, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel H, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Verhagen/Dittrich/Apostolou (stuk nr. 30, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel I, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Verhagen/Dittrich/Apostolou (stuk nr. 30, III), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen J t/m S worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m VI en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het voorstel van rijkswet.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, het CDA, het AOV en de Unie 55+ voor het voorstel van rijkswet hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven