Vragen van de leden Leijten (SP) en Omtzigt (Omtzigt) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht dat de compensatie van toeslagenschandaal soms verkeerd terecht komt (ingezonden 27 december 2021).

Antwoord van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen 20 januari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1279.

Vraag 1

Hoe lang bent u al op de hoogte van interne berichten dat de compensatie van de toeslagen verkeerd terecht komt?1

Antwoord 1

Het gevolg van de wens om gedupeerden snel en ruimhartig te compenseren, is dat er ook personen compensatie zullen ontvangen voor wie dit niet bedoeld is. Bij verschillende beoordelingsmomenten (eerste toets, integrale beoordeling etc.) wordt steeds de afweging tussen ruimhartigheid, snelheid en rechtmatigheid gemaakt. Daarbij wordt ook het gesprek over mogelijk onterechte uitkeringen gevoerd. Uw Kamer is op verschillende momenten over deze risico’s geïnformeerd, zoals bij de brieven van 8 februari en 30 april 2021.2 Het percentage van achteraf onterechte uitbetalingen na de eerste toets wordt geschat op 2–5%, zoals uw Kamer in de brief van 30 april 2021 is medegedeeld. Het artikel waar u aan refereert stelt dat het ministerie op het moment van publiceren van het artikel al wist dat ouders betrokken bij de casus Alabama compensatie hebben ontvangen. Dat klopt. Mijn voorganger is hier op 16 december jl. over geïnformeerd. Zij was voornemens dit tijdens het debat met uw Kamer te delen. Echter, dit debat is uitgesteld tot 2 februari 2022. Zodoende heeft zij u op 21 december jl. met een brief nader geïnformeerd.3 Het is daarbij wel belangrijk te herhalen dat het niet op voorhand vast staat dat de personen die deze compensatie ontvangen hebben daar geen recht op hebben en de compensatie verkeerd terecht komt.

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel mensen compensatie hebben ontvangen die ook betrokken waren bij de «Bulgarenfraude»?

Antwoord 2

Zoals mijn ambtsvoorganger in de brief van 21 december aan uw Kamer heeft medegedeeld, is aan 14 personen die in het verleden betrokken zijn geweest bij de fraudeonderzoeken «Alabama» en «Florida» het forfaitaire bedrag van € 30.000 toegekend. Het fraudeonderzoek «Alabama» stond ook wel bekend als de «Bulgarenfraude». Deze 14 personen krijgen ook nog een integrale beoordeling, waarbij er meer nauwkeurig bekeken wordt of de terugvorderingen terecht waren. Zij lopen mee in het reguliere beoordelingsproces. Het fraudeonderzoek «Florida» is een vergelijkbaar onderzoek dat, net als Alabama, heeft geleid tot een strafrechtelijke veroordeling van bepaalde betrokkenen.

Vraag 3

Is er onderzoek bijvoorbeeld gedaan naar de aantallen onjuist gecompenseerde burgers in de stad Ivanski of elders die voorheen fraude gepleegd hebben en daarvoor veroordeeld zijn?

Antwoord 3

Er is geen onderzoek gedaan dat gericht is op ouders uit specifieke steden of gebieden. Voor de eerste toets bij de Catshuisregeling is wel gecontroleerd of er bij de gemelde ouder sprake is van een strafrechtelijke veroordeling of vergrijpboete. De ouder krijgt dan geen eerste toets maar een integrale beoordeling. Bij de vervolganalyse van de fraudeonderzoeken «Alabama» en «Florida», waarover ik u heb geïnformeerd met mijn brief van 21 december jl., is alleen gekeken waar de 83 personen die zich gemeld hebben voor herstel staan in het beoordelingsproces.

Vraag 4

Is daar een onderzoeksrapport van beschikbaar? Zo ja, kunt u dit rapport aan de kamer toezenden.

Antwoord 4

De beschikbare informatie met betrekking tot deze analyse heeft mijn ambtsvoorganger in haar brief van 21 december jl. met uw Kamer gedeeld.

Vraag 5

Kunt u aangeven wat er is gebeurd met de interne berichten met klachten/zorgen over de compensatieregeling? Kunt u deze vraag uitputtend beantwoorden?

Antwoord 5

De interne berichten met zorgen over de compensatieregeling neem ik zeer serieus. Mijn ambtsvoorganger is hierover veelvuldig in gesprek geweest met medewerkers. Dat zal ik ook blijven doen. De signalen zijn divers. Zo zijn er bijvoorbeeld signalen van overcompensatie of oneigenlijk gebruik van de herstelregelingen. Enerzijds is dit het gevolg van de opzet van de herstelregelingen en de gevraagde ruimhartigheid en snelheid. Medewerkers vinden dit soms moeilijk uitlegbaar, hierover gaan we met elkaar het gesprek aan. Anderzijds kan er gekeken worden of er in specifieke gevallen anders gehandeld kan worden, zo worden schulden bijvoorbeeld niet kwijtgescholden ten aanzien waarvan een vergrijpboete of strafrechtelijke veroordeling heeft plaatsgevonden. Ik blijf uiteraard nauw kijken naar interne en externe signalen dat compensatie mogelijk verkeerd terechtkomt. In een volgende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag zal ik u hierover nader informeren.

Vraag 6

Bent u ervan op de hoogte dat u onder artikel 68 van de Grondwet een actieve inlichtingenplicht heeft en zeker wanneer het grote problemen in de uitvoering betreft bij nog aanhangige wetgeving?

Antwoord 6

Naast de passieve inlichtingenplicht die ligt besloten in artikel 68 van de Grondwet wordt ook een actieve inlichtingenplicht onderscheiden. Ik ben mij bewust van beide inlichtingenplichten en streef ernaar daar te allen tijde aan te voldoen. Daarnaast worden op grond van de beleidslijn actieve openbaarmaking nota’s sinds 1 juli 2021 beslisnota’s in de categorieën beleidsvorming en wetgeving actief openbaar gemaakt. Zie ook het antwoord op vraag 1.

Vraag 7

Waarom heeft u zelf niet het initiatief genomen om de Kamer te informeren dat er uitbetalingen zijn gedaan waarover interne zorgen leven? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 7

Bij het inrichten van het gehele herstelproces, zowel van de eerste toets als de integrale beoordeling, is een afweging gemaakt tussen zorgvuldigheid en snelheid. Gevolg van de terechte wens om gedupeerden ruimhartig en snel te compenseren is dat onvermijdelijk personen uiteindelijk compensatie ontvangen voor wie deze niet bedoeld was. Op verschillende momenten is de Kamer geïnformeerd over het risico van achteraf bezien onterechte uitkeringen door die afweging. Zo is in de brief van 30 april jl. het percentage van achteraf onterechte uitbetalingen na de eerste toets geschat op 2–5%. Dat is op dit moment nog steeds ons beeld.

Vraag 8

Komen de meldingen vanuit de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) of andere delen van de Belastingdienst? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 8

Zorgen over (over)compensatie komen vanuit verschillende onderdelen van de Belastingdienst en Toeslagen, maar ook van bijvoorbeeld gemeenten of van samenwerkingsverbanden. Bij die meldingen is er sprake van verschillende soorten signalen. Er zijn bijvoorbeeld zorgen over overcompensatie, signalen dat er sprake is van ernstig misbruik op een ander terrein, zoals inkomstenbelasting of de bijstand, of zorgen dat iemand onterecht compensatie heeft ontvangen. In veel situaties betreft het signalen die niet wegnemen dat een ouder gedupeerde kan zijn. Ik blijf uiteraard nauw kijken naar interne en externe signalen.

Vraag 9

Komen de meldingen van mensen die bij Intensief Toezicht werken? Zo ja, hoe zij zijn precies betrokken bij de UHT en de uitvoering van de compensatie?

Antwoord 9

Er zijn meldingen gedaan door medewerkers werkzaam binnen intensief toezicht van meerdere uitvoeringsdirecties. Zij zijn niet betrokken bij de uitvoering van de compensatieregeling. Op dit moment wordt nagegaan of medewerkers een bijdrage kunnen leveren in het correct reconstrueren van de feiten en omstandigheden en vormgeven van afwegingskaders voor het wel of niet kwijtschelden van belastingschulden en bestuurlijke boetes.

Vraag 10

Hoe komt het dat de melders feiten van fraude zeggen kennen maar dat dit geen belemmerende factor is in de uitbetaling van compensatie? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 10

Zie ook antwoord bij vraag 8. Als er sprake is van fraude op andere terreinen, bijvoorbeeld in de inkomstenbelasting, dan heeft dit geen gevolgen voor de uitbetaling van de forfaitaire vergoeding. Echter de schulden van de uit die fraude voortvloeiende aanslagen inkomstenbelasting worden niet kwijtgescholden. De regelgeving met betrekking tot de hersteloperatie laat compensatie aan dezelfde burger toe indien hij kwalificeert in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire. Het kan namelijk zo zijn dat iemand op andere terreinen fraude heeft gepleegd maar ook gedupeerde is van de kinderopvangtoeslag. Indien bijvoorbeeld over het jaar 2013 fraude door de Belastingdienst is vastgesteld in de inkomstenbelasting maar de betreffende burger is door Toeslagen «vooringenomen (CAF-11 vergelijkbare zaken)» bejegend, kwalificeert deze burger voor compensatie. Als gevolg van de «Catshuisregeling» bedraagt de compensatie dan minimaal € 30.000. Dit voorbeeld is ook toepasbaar bij geconstateerde fraude in andere domeinen (zoals bijvoorbeeld het sociale domein Gemeenten).

Vraag 11 en 12

Kunt u de interne meldingen – geanonimiseerd – naar de Kamer sturen?

Kunt u tevens alle signalen over het oneigenlijk en ongericht gebruik van de Catshuisregeling en aanverwante regelingen die u, de Secretaris-Generaal, de plaatsvervangend Secretaris-Generaal en Directeur-generaal ontvangen hebben, aan de Kamer doen toekomen (vanaf december 2020)?

Antwoord 11 en 12

In de Eindrapportage Raadspersonen die op 12 oktober jl. naar uw Kamer gezonden is wordt benoemd dat verschillende melders hun zorgen hebben geuit over de Uitvoeringorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).4 Veel van deze zorgen hebben betrekking op de zogenoemde Catshuisregeling. De meldingen die zijn gedaan bij de raadspersonen zijn conform het Besluit Personeelsraadspersonen Belastingdienst 2020 in vertrouwen gedaan.5 Over die meldingen beschik ik niet. Signalen in de organisatie over mogelijk oneigenlijk en ongericht gebruik van de herstelregelingen bij mijn ambtsvoorganger of het hogere management zijn van persoonlijke aard en zijn vaak herleidbaar tot individuele medewerkers. Ik vind het belangrijk dat medewerkers zich voldoende veilig voelen om deze en andere signalen te blijven delen. Het integraal delen met uw Kamer van deze signalen vind ik daarom onwenselijk. Om uw Kamer desondanks wel een zo goed mogelijk beeld te geven, zal ik, zoals ook toegezegd in de 9e Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag6 en de brief van 21 december jl., de onderwerpen uit de interne signalen inventariseren en uw Kamer hier in de brief die ik u volgende week stuur ten behoeve van het debat op 2 februari nader over berichten. Tevens zal ik hier in de Voortgangsrapportages kinderopvangtoeslag aandacht aan besteden. Hierbij wordt dan recht gedaan aan de vertrouwelijkheid van deze signalen.

Vraag 13 en 14

Deelt u de mening dat het extreem zorgelijk is dat mensen die werken bij de Belastingdienst/UHT geen gehoor krijgen als zij in de uitvoering tegen problemen aanlopen? Zo ja, hoe gaat u dit verhelpen?

Kunt u aangeven wat intern bij de Belastingdienst/Douane/Toeslagen en UHT veranderd is in de afgelopen tijd om te zorgen dat signalen van de uitvoeringspraktijk wel goed gehoord en opgelost worden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 13 en 14

Signalen en zorgen vanuit medewerkers zijn zeer waardevol en worden daarom uiterst serieus genomen. Binnen de Belastingdienst, Toeslagen en Douane wordt dezelfde gedragslijn gehanteerd als binnen het gehele rijk: medewerkers kunnen met hun signalen terecht bij hun leidinggevenden, naast- of hoger gelegen leidinggevenden of een vertrouwenspersoon die hierover met de medewerker in gesprek gaan. Afhankelijk van de aard van het signaal wordt eventueel ook een melding gemaakt bij het interne Meldpunt Integriteit en worden deze signalen met de DG en SG gedeeld. Als medewerkers dit wenselijk vinden gaan de DG en SG ook met hen in gesprek over deze signalen.

Omdat UHT een organisatie in opbouw is, waar periodiek nieuwe medewerkers aan de slag gaan, is het van belang de bekendheid met het protocol te vergroten en blijvend onder de aandacht te brengen. Hiervoor wordt niet alleen geïnvesteerd in interne communicatie hierover, maar zijn en worden medewerkers ook actief uitgenodigd signalen te delen.

Vraag 15

Erkent u dat het foutief uitbetalen van compensatie het draagvlak onder de compensatieregeling ondermijnt?

Antwoord 15

Ik begrijp dat het moeilijk uitlegbaar is dat sommige betalingen mogelijk bij personen terecht komen die hier geen recht op hebben. Tegelijkertijd willen we gedupeerden snel en ruimhartig helpen. Op dit punt is een bewuste afweging gemaakt. Zoals eerder met uw Kamer is gedeeld, betekent dit onvermijdelijk dat sommige mensen compensatie ontvangen zonder dat zij daar recht op hebben. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 1.

Vraag 16

Erkent u tevens dat verkeerde uitbetalingen mensen die terecht zijn gecompenseerd opnieuw verdacht maken? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 16

Zoals u eerder is gemeld, is onze inschatting dat het percentage gedupeerden dat terecht een herstelbetaling ontvangt tussen de 95% en 98% ligt. Dit beeld hebben wij nog steeds. We gaan uit van vertrouwen in de mensen die zich melden bij UHT. Dat er ook enkele mensen tussen zitten die hier misbruik van proberen te maken is betreurenswaardig, maar dit zegt niets over de mensen die gedupeerd zijn en daartoe een terechte compensatie ontvangen.

Vraag 17, 18 en 19

Kunt u uitleggen waarom de meldingen de schuld leggen bij het aangenomen amendement Leijten c.s. (Kamerstuk 35 468, nr. 20)?

Kunt u heel precies aangeven waarom het mogelijk maken van compensatie voor mensen die via de kwalificatie Opzet Grove Schuld (OGS) zijn aangepakt leidt tot verkeerde uitbetalingen?

Klopt het dat het mogelijk maken om mensen die onterecht via OGS zijn aangepakt niet het probleem is, maar de forfaitaire regeling die bekend is onder de Catshuisregeling?

Antwoord 17, 18 en 19

In de op 4 december 2020 aan uw Kamer gezonden vierde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag is uitgelegd dat bij een steekproef naar O/GS kwalificaties 96% van de vorderingen met de huidige maatstaven en op basis van de beschikbare informatie onterecht zijn.7 Dit is op basis van de nieuwe criteria die we hiervoor hanteren, namelijk: 1) er moet voldoende documentatie aanwezig zijn, 2) er is sprake van evident misbruik, en 3) in communicatie met de burger is uitvoerig ingegaan op de vraag waarom er sprake is van misbruik. Deze criteria zijn in lijn met de wijze van beoordelen van de bewijslast conform het amendement Leijten c.s. In 53% van de gevallen was er sprake van onvoldoende documentatie in de systemen. Het kan dus zijn dat iemand compensatie ontvangt terwijl er toch sprake was van misbruik, maar dit kan niet meer naar huidige maatstaven worden bewezen of dit is toentertijd niet goed naar de burger gecommuniceerd.

Vanwege het hoge percentage onterechte O/GS kwalificaties is besloten om bij de eerste toets compensatie toe te kennen als er sprake is van een O/GS kwalificatie en een terugvordering van ten minste 1.500 euro in enig toeslagjaar. Als dit het geval is dan wordt niet gekeken of de O/GS kwalificatie terecht was. Het kan daardoor voorkomen dat mensen met een terechte O/GS kwalificatie, ook volgens de huidige criteria, toch forfaitaire compensatie krijgen.

In dit proces wordt er uitgegaan van vertrouwen in de burger en ruimhartig gecompenseerd. Uitgangspunt daarbij is dat ouders snel duidelijkheid krijgen. Deze afweging is zo gemaakt omdat voor ouders die een onterechte O/GS kwalificatie hebben gekregen, de gevolgen zeer verstrekkend konden zijn.

Vraag 20

Kunt u aangeven of nog altijd de inschatting is dat OGS in 96% van de gevallen verkeerd is «opgelegd»?8

Antwoord 20

Zie ook antwoord bij vragen 17, 18 en 19. De inschatting van 96%9 «onterechte OGS kwalificatie» is gebaseerd op een steekproef medio 2020, waarbij uit een populatie van 8.500 burgers mét OGS kwalificatie aselect 110 burgers zijn getrokken. Van deze 110 burgers had de OGS kwalificatie betrekking op 84 burgers met kinderopvangtoeslag. De OGS kwalificatie van deze burgers is, met de kaders zoals genoemd in de beantwoording van vragen 17 en 18, getoetst. Deze kaders zijn ongewijzigd. Voor 5 burgers (= 4% van de totaal betrokken vorderingen mét OGS kwalificatie, maar dit is 6% van de in de steekproef betrokken burgers mét kinderopvangtoeslag) is de OGS kwalificatie terecht vastgesteld. Toen vervolgens tijdens de uitvoering van de Catshuisregeling bleek dat de 1.100 tot dan toe beoordeelde O/GS-kwalificaties allemaal als «onterecht» waren beoordeeld, is besloten de beoordeling niet meer uit te voeren en bij de eerste toets uit te gaan van een onterechte O/GS.

Vraag 21

Waarom is de eerste aanbeveling van het «zwartboek stopgezette kinderopvangtoeslag» nooit opgevolgd? Kunt u uw antwoord toelichten?10

Antwoord 21

De eerste aanbeveling luidde «alle stopzettingen en terugbetalingen waar opzet/grove schuld is gebruikt moeten opnieuw beoordeeld worden.» Daar is opvolging aan gegeven door alle ouders die een O/GS kwalificatie op een KOT terugvordering hebben gehad op te roepen zich te melden voor herstel. Zij worden dan herbeoordeeld. In de praktijk wordt in de eerste toets ervanuit gegaan dat een O/GS kwalificatie onterecht is geweest, omdat uit een steekproef medio mei 2020 bleek dat 94% van de O/GS kwalificatie achteraf bezien onterecht waren. Zie ook het antwoord op vraag 19.

Vraag 22

Heeft u inmiddels al zicht op hoe er omgegaan is met OGS bij het «blauwe» gedeelte van de Belastingdienst? Kunt u de Kamer hier snel nader over informeren?

Antwoord 22

De ADR zal onderzoek doen om te reconstrueren wat er bij belastingschulden precies is gebeurd en hoe dit heeft kunnen gebeuren. Naar verwachting zal de ADR in april beginnen met het onderzoek.

Vraag 23, 24 en 28

Kunt u ons een reflectie sturen over de instelling van de Cathuisregeling en de omgang met andere regelingen die geen wettelijk basis kennen?

Erkent u dat de Catshuisregeling en een tiental andere regelingen per beleidsbesluit zijn goedgekeurd, zodat er miljarden zonder dat er een wettelijke basis beschikbaar zijn?

Kunt u opsommen welke regelingen zijn getroffen zonder wettelijke basis?

Antwoord 23, 24 en 28

Een deel van de maatregelen in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag is vooruitlopend op wetgeving in werking getreden via beleidsbesluiten. Het gaat hierbij om maatregelen waarvoor het onwenselijk was om deze pas na afronding van een formeel wetgevingstraject in werking te laten treden. Dat zou namelijk tot gevolg hebben dat gedupeerde ouders langer op herstel moeten wachten. Ik onderken de nadelen die gepaard gaan met het gebruik van beleidsbesluiten. De nadelen heb ik zoveel mogelijk proberen te mitigeren door de beleidsbesluiten aan uw Kamer voor te leggen, voordat deze in werking traden, en met uw Kamer in gesprek te gaan over de inhoud van deze beleidsbesluiten. Voor nieuwe regelingen in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag zal het instrument beleidsbesluit zoveel mogelijk worden vermeden, vanwege bovengenoemde nadelen.

De middelen die nodig zijn voor de hersteloperatie kinderopvangtoeslag zijn middels verschillende incidentele suppletoire begrotingen en de reguliere begrotingscyclus aan uw Kamer voorgelegd en door het parlement geautoriseerd. In onderstaand overzicht zijn de betreffende beleidsbesluiten opgenomen en de vindplaats daarvan:

Tabel Beleidsbesluiten herstelregelingen

Regeling

Vindplaats

€ 30.000-regeling

Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling.

(Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag)

Besluit van 18 maart 2021, nr. 2021-30659

(Staatscourant nr. 14691, 19 maart 2021)

wetten.nl – Regeling – Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling – BWBR0044956 (overheid.nl)

30.000 euro regeling, inclusief kwijtschelding publieke schulden en compensatie voor reeds afgeloste publieke schulden en boetes (o.g.v. de Awir)

Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag

Besluit van 31 mei 2021, nr. 2021-103578.

Staatscourant 2021, 28304, 01 juni 2021

https://wetten.overheid.nl/BWBR0045192/2021-06-02

€ 750-regeling

(miv 1-1-2021 vervallen!) Besluit eenmalige tegemoetkomingsregeling herstel & artikel 49g Awir

Besluit van 12 november 2020, nr. 2020-219953.

(Staatscourant nr. 60165,

16 november 2020)

Art. 49g Awir

wetten.nl – Regeling – Besluit eenmalige tegemoetkomingsregeling herstel – BWBR0044338 (overheid.nl)

€ 500-noodvoorziening

Besluit noodvoorziening toeslagen

Besluit van 11 december 2020, nr. 2020-243355.

(Staatscourant nr. 62981,

15 december 2020)

wetten.nl – Regeling – Besluit noodvoorziening toeslagen – BWBR0044497 (overheid.nl)

Compensatieregeling

Besluit compensatieregeling CAF-11 en vergelijkbare (CAF)-zaken & Art. 49b Awir

Besluit van 28 augustus 2020, nr. 2020-157030.

(Staatscourant nr. 45904,

7 september 2020)

Art. 49b Awir

wetten.nl – Regeling – Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken – BWBR0044059 (overheid.nl)

Hardheid van het stelsel

– herziening < 5 jaar

– hardheidsregeling > 5 jaar

Herzieningsmogelijkheid o.g.v. onderdeel 2.1 en 3.1 Verzamelbesluit Toeslagen (< 5 jaar) & hardheidsregeling art. 49a Awir, jo. Art. 9b UR Awir (> 5 jaar)

Art. 49a Awir jo. art. 9b UR Awir.

Verzamelbesluit Toeslagen van 11 januari 2021, nr. 2020-179259.

(Staatscourant nr. 2142, 14 januari 2021)

wetten.nl – Regeling – Verzamelbesluit Toeslagen – BWBR0044714 (overheid.nl)

O/GS-tegemoetkoming

O/GS-tegemoetkomingsregeling art. 49c Awir & Besluit aanvullende tegemoetkoming werkelijke schade bij O/GS

Art. 49c Awir

Besluit van 30 november 2020, nr. 2020-231500.

(Staatscourant nr. 63420, 3 december 2020.)

wetten.nl – Regeling – Besluit aanvullende tegemoetkoming werkelijke schade bij O/GS – BWBR0044447 (overheid.nl)

Compensatie ouder en diens toeslagpartner WSNP en buitengerechtelijke schuldregeling

Besluit van 28 mei 2021, nr. 2021-103575

Staatscourant 2021, 28303, 01 juni 2021

https://wetten.overheid.nl/BWBR0045191/2021-06-02

Besluit betalen private schulden (overname private schulden en compensatie afgeloste private schulden)

Besluit van 21 oktober 2021, nr. 2021-211658

Staatscourant 2021, 44723

https://wetten.overheid.nl/BWBR0045745/2021-10-29

Vraag 25

Kunt u toelichten waarom het wetsvoorstel «Wet Hersteloperatie Toeslagen» niet gereed is?

Antwoord 25

Uw Kamer is er bij brief d.d. 21 september 2021 over geïnformeerd dat het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State (de Afdeling) over de Wet hersteloperatie toeslagen aanleiding heeft gegeven om deze wet niet op Prinsjesdag 2021 in te dienen. De Afdeling merkt onder andere op dat het niet duidelijk is hoe dat wetsvoorstel zich verhoudt tot de herijking, terwijl duidelijkheid over de hersteloperatie nodig is.11 Op dit moment wordt nog gewerkt aan de herijking en de beleidsmatige uitwerking van de kindregeling, de regeling voor gedupeerden in de zorgtoeslag, huurtoeslag en het kindgebonden budget en de ex-partnerregeling. Het commissiedebat over deze beleidsvoornemens is verplaatst naar 2 februari. Zodra de beleidsontwikkeling is afgerond dient nog een aantal stappen te worden gezet om het nieuwe wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen in te kunnen laten dienen. Zo moet het wetsontwerp worden afgerond, uitvoeringstoetsen worden gedaan, adviesorganen worden geraadpleegd (zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en de Raad voor de Rechtspraak) en het wetsvoorstel voor advies worden voorgelegd aan de Afdeling. Na het opstellen van een nader rapport kan het herziene en aangevulde wetsvoorstel hersteloperatie toeslagen bij uw Kamer worden ingediend. Ik streef ernaar het wetsvoorstel voor de zomer in te kunnen dienen bij uw Kamer.

Vraag 26

Kunt u ook toelichten wat u gedaan heeft met het vernietigende rapport van de Raad van State over het wetvoorstel «Wet Herstel Toeslagen» (Bijlage bij Kamerstuk 35 510, nr. 90)?

Antwoord 26

Het advies van de Afdeling bij de (oude) Wet hersteloperatie toeslagen is inclusief conceptwetsvoorstel, anders dan gebruikelijk, op 25 oktober 2021 ter informatie aangeboden aan uw Kamer.12 Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 25, is de vertraging bij de indiening van de genoemde wet juist opgetreden, omdat gehoor is gegeven aan het kritische advies van de Afdeling. Op dit moment wordt het wetsvoorstel hersteloperatie toeslagen naar aanleiding van genoemd advies van de Afdeling aangepast en aangevuld. Omdat het aangepaste wetsvoorstel ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel ingrijpend wordt gewijzigd, wordt opnieuw een advies gevraagd aan de Afdeling.13

Vraag 27

Klopt het dat nu de stemming over de «wet delegatiebepalingen hersteloperatie toeslagen» en «wet delegatiebepalingen tegemoetkoming schrijnende gevallen» uitgesteld zijn door de coalitie, er over geen van de herstelregelingen gestemd is?

Antwoord 27

Genoemde wetsvoorstellen beogen het mogelijk maken om herstelregelingen op te nemen in algemene maatregelen van bestuur (amvb’s). Zo lang deze wetsvoorstellen niet aanvaard zijn door het parlement kunnen deze niet in werking treden en kunnen de herstelregelingen niet worden opgenomen in amvb’s. Als al wel over deze wetsvoorstellen zou zijn gestemd, dan zou nog niet over de inhoud van de regelingen zijn gestemd. Zoals in het antwoord op vraag 25 aangegeven wordt op dit moment nog gewerkt aan de beleidsmatige uitwerking van de kindregeling, de regeling voor gedupeerden in de zorgtoeslag, huurtoeslag en het kindgebonden budget en de ex-partnerregeling en het omzetten van de in mijn brief van 29 oktober 2021 geschetste contouren van genoemde regelingen in regelgeving.14

Vraag 29

Kunt u deze vragen ruim beantwoorden voor het einde van het kerstreces?

Antwoord 29

In verband met het reces en de kabinetswissel konden deze vragen niet binnen de door deze leden gestelde termijn beantwoord worden.

Bijlage raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl


X Noot
1

NOS, 21 december 2021, «Betrokkenen Bulgarenfraude kregen compensatie toeslagenaffaire». (https://nos.nl/artikel/2410355-betrokkenen-bulgarenfraude-kregen-compensatie-toeslagenaffaire)

X Noot
2

Kamerstuk 31 066, nr. 796 en 819

X Noot
3

Kamerstuk 31 066, nr. 954

X Noot
4

Kamerstuk 31 066, nr. 919

X Noot
6

Bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 932

X Noot
7

Kamerstuk 31 066, nr. 754

X Noot
8

Antwoord op vraag 82, «beantwoording Kamervragen over de Derde Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag». (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/10/13/e-lijst-van-vragen-en-antwoorden-op-vg)

X Noot
9

96% van het aantal vorderingen in de steekproef, 94% van de ouders.

X Noot
10

SP, 28 augustus 2019, «SP PRESENTEERT ZWARTBOEK ONTERECHT STOPGEZETTE KINDEROPVANGTOESLAG». (https://www.sp.nl/nieuws/2019/08/sp-presenteert-zwartboek-onterecht-stopgezette-kinderopvangtoeslag)

X Noot
11

Kamerstuk 35 927, nr. 6

X Noot
12

Kamerstuk 35 510, nr. 90

X Noot
13

Aanwijzing 7.15 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

X Noot
14

Kamerstuk 31 066, nr. 912

Naar boven