Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2014, 149 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2014, 149 | Verdrag |
19 (1992) Nr. 9
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;
(met Protocollen, Bijlagen en Slotakte)
Oporto, 2 mei 1992
De Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met Protocollen, Bijlagen en Slotakte, is geplaatst in Trb. 1992, 132. Voor correcties in de Nederlandse tekst, zie Trb. 1993, 156 en Trb. 2007, 215.
In Trb. 1992, 132 dienen de volgende correcties te worden aangebracht.
Op blz. 35, in de titel van Afdeling 2, dient „gemengd Comite” te worden vervangen door „Gemengd Comité”.
Op blz. 38, in artikel 100, eerste alinea, tweede regel, dient „EVAStaten” te worden vervangen door „EVA-Staten”.
De Nederlandse tekst van het Protocol van 17 maart 1993 tot aanpassing van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1993, 69.
De Nederlandse tekst van de Overeenkomst van 14 oktober 2003 die de deelname regelt van tien landen aan de Europese Economische Ruimte is geplaatst in Trb. 2003, 174. Voor correcties in de Nederlandse tekst, zie Trb. 2004, 113.
De Nederlandse tekst van de Overeenkomst van 25 juli 2007 die de deelname regelt van Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische Ruimte is geplaatst in Trb. 2007, 215.
Verschillende Protocollen en Bijlagen zijn gewijzigd door de in rubriek J van Trb. 2004, 235, Trb. 2006, 92, Trb. 2007, 215 en Trb. 2012, 46 en de in rubriek J hieronder opgenomen Besluiten van het Gemengd Comité van de EER.
Op 11 april 2014 is een Overeenkomst tot stand gekomen teneinde de deelname te regelen van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte. De Nederlandse tekst1) van de Overeenkomst, met Bijlagen, Slotakte, gemeenschappelijke, gezamenlijke en andere verklaringen, luidt als volgt:
De Europese Unie,
het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
hierna „de lidstaten van de Europese Unie” genoemd,
IJsland,
het Vorstendom Liechtenstein,
het Koninkrijk Noorwegen,
hierna „de EVA-staten” genoemd,
gezamenlijk hierna de „huidige overeenkomstsluitende partijen” genoemd,
en
de Republiek Kroatië,
Overwegende dat op 9 december 2011 te Brussel het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (hierna „het Toetredingsverdrag” genoemd) is ondertekend;
Overwegende dat, op grond van artikel 128 van de te Porto op 2 mei 1992 ondertekende Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, elke Europese staat die tot de Gemeenschap toetreedt, moet vragen partij te worden bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd);
Overwegende dat de Republiek Kroatië heeft verzocht een overeenkomstsluitende partij bij de EER-overeenkomst te worden,
Overwegende dat de voorwaarden voor de deelname dienen te worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de huidige overeenkomstsluitende partijen en de staat die de aanvraag doet,
Hebben besloten de volgende overeenkomst te sluiten:
1. De Republiek Kroatië wordt partij bij de EER-overeenkomst en wordt hierna „de nieuwe overeenkomstsluitende partij” genoemd.
2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst zijn de bepalingen van de EER-overeenkomst, zoals gewijzigd bij de vóór 30 juni 2011 vastgestelde besluiten van het Gemengd Comité van de EER, voor de nieuwe overeenkomstsluitende partij bindend onder dezelfde voorwaarden als voor de huidige overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig de in deze Overeenkomst vastgelegde voorwaarden.
3. De bijlagen bij deze Overeenkomst vormen een integrerend deel van deze Overeenkomst.
1. Aanpassingen van het dispositief van de EER-Overeenkomst
a) Preambule:
i) In de lijst van de overeenkomstsluitende partijen wordt na de Franse Republiek het volgende ingevoegd:
„DE REPUBLIEK KROATIË,”
ii) De woorden „de Republiek” voor „Hongarije” worden geschrapt;
iii) De woorden „DE REPUBLIEK” worden ingevoegd voor MALTA;
b) Artikel 2:
i) Lid f) wordt geschrapt;
ii) Na e) wordt het volgende toegevoegd:
„f) het begrip „Toetredingsakte van 9 december 2011” heeft betrekking op „de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, ondertekend te Brussel op 9 december 2011.”;
c) Artikel 117:
De tekst van artikel 117 wordt vervangen door:
„Protocol 38, Protocol 38 bis, het addendum bij Protocol 38 bis, Protocol 38 ter en het addendum bij Protocol 38 ter bevatten bepalingen betreffende het financieel mechanisme.”;
d) Artikel 129:
i) In lid 1 wordt de tweede alinea vervangen door:
„Naar aanleiding van de uitbreidingen van de Europese Economische Ruimte zijn eveneens de versies van deze overeenkomst in de Bulgaarse, de Estse, de Hongaarse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse en de Tsjechische taal gelijkelijk authentiek.”;
ii) de derde alinea van lid 1 wordt vervangen door:
„De teksten van de in de bijlagen genoemde besluiten zijn gelijkelijk authentiek in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zoals zij in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn verschenen, en worden met het oog op hun echtverklaring in de IJslandse en Noorse taal opgemaakt en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.”.
2. Aanpassingen van de protocollen bij de EER-Overeenkomst
a) Protocol 4 betreffende de oorsprongsregels wordt als volgt gewijzigd:
i) Bijlage IVa (Tekst van de factuurverklaring) wordt als volgt gewijzigd:
aa) Voor de Italiaanse versie van de tekst van de factuurverklaring wordt het volgende ingevoegd:
„Kroatische versie
Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br … (1)) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi … (2) preferencijalnog podrijetla.”;
ii) Bijlage IVb (Tekst van de factuurverklaring EUR-MED) wordt als volgt gewijzigd:
aa) Voor de Italiaanse versie van de tekst van de factuurverklaring EUR-MED wordt het volgende ingevoegd:
„Kroatische versie
Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br … (1)) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi … (2) preferencijalnog podrijetla.
– cumulation applied with … (naam van land/landen)
– no cumulation applied(3)”.
b) Aan Protocol 38 ter wordt het volgende toegevoegd:
1. Protocol 38 ter is van overeenkomstige toepassing op de Republiek Kroatië.
2. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 is de eerste zin van lid 3 van artikel 3 van Protocol 38 ter niet van toepassing.
3. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 is artikel 6 van Protocol 38 ter niet van toepassing. Wanneer niet-vastgelegde middelen van Kroatië beschikbaar zijn, vindt geen nieuwe toewijzing aan andere begunstigde staten plaats.
De extra bedragen voor de financiële bijdrage zijn 5 miljoen euro voor de Republiek Kroatië voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 april 2014. Deze bijdragen worden ter beschikking gesteld vanaf de datum waarop de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte, dan wel een overeenkomst tot voorlopige toepassing van die overeenkomst, in werking treedt.”
c) De tekst van Protocol 44 wordt vervangen door:
1. Toepassing van artikel 112 van de Overeenkomst op de algemene economische vrijwaringsclausule en de vrijwaringsmechanismen vervat in bepaalde overgangsregelingen betreffende het vrije verkeer van werknemers en het wegvervoer
Artikel 112 van de overeenkomst is eveneens van toepassing op de situaties omschreven of bedoeld in:
a) artikel 37 van de Toetredingsakte van 16 april 2003, artikel 36 van de Toetredingsakte van 25 april 2005 en artikel 37 van de Toetredingsakte van 9 december 2011, en
b) de vrijwaringsmechanismen vervat in de overgangsregelingen, onder de rubriek „Overgangsperiode” in bijlage V (Vrij verkeer van werknemers) en bijlage VIII (Recht van vestiging), in punt 30 (Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad) van bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen), in punt 26c (Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad) en punt 53a (Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad) van bijlage XIII (Vervoer) met dezelfde tijdslimieten, werkingssfeer en gevolgen als die vastgelegd in genoemde bepalingen.
2. Vrijwaringsclausule betreffende de interne markt
De algemene besluitvormingsprocedure waarin de overeenkomst voorziet, is tevens van toepassing op de besluiten die de Commissie van de Europese Gemeenschappen neemt ter uitvoering van artikel 38 van de Toetredingsakte van 16 april 2003, artikel 37 van de Toetredingsakte van 25 april 2005 en artikel 38 van de Toetredingsakte van 9 december 2011.”.
1. Alle wijzigingen van in de EER-overeenkomst opgenomen besluiten van de instellingen van de Europese Unie die zijn aangebracht in het kader van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna de „Toetredingsakte van 9 december 2011” genoemd) worden in de EER-overeenkomst opgenomen en worden daarvan een onderdeel.
2. Met het oog daarop wordt in de punten van de bijlagen en protocollen bij de EER-overeenkomst die verwijzingen bevatten naar besluiten die door de instellingen van de Europese Unie zijn genomen, het volgende streepje opgenomen:
„– 1 2012 J003: Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, goedgekeurd op 9 december 2011 (PB L 112 van 24.4.2012, blz. 21).”.
3. Indien het in lid 2 bedoelde streepje het eerste is in het punt waar het wordt ingevoegd, wordt het voorafgegaan door „, gewijzigd bij:”.
4. Bijlage A bij deze overeenkomst bevat een lijst van de punten in de bijlagen en protocollen bij de EER-overeenkomst waar de in lid 2 en 3 aangegeven tekst dient te worden ingevoegd.
5. Wanneer met betrekking tot vóór de inwerkingtreding van deze overeenkomst in de EER-overeenkomst opgenomen besluiten aanpassingen nodig zijn naar aanleiding van de deelname van de nieuwe overeenkomstsluitende partij, en bedoelde aanpassingen niet in deze overeenkomst zijn opgenomen, worden deze aanpassingen overeenkomstig de in de EER-overeenkomst vastgelegde procedures aangebracht.
1. De regelingen die zijn opgenomen in de Toetredingsakte van 9 december 2011 en bedoeld in bijlage B bij deze overeenkomst, worden in de EER-overeenkomst opgenomen.
2. Alle in de Toetredingsakte van 9 december 2011 vermelde of op basis van deze toetredingsakte goedgekeurde voor de EER-overeenkomst relevante regelingen die niet in bijlage B bij deze overeenkomst worden vermeld, worden overeenkomstig de in de EER-overeenkomst vastgelegde procedures getroffen.
Alle partijen bij deze overeenkomst kunnen vraagstukken betreffende de interpretatie of toepassing ervan aan het Gemengd Comité van de EER voorleggen. Het Gemengd Comité van de EER onderzoekt de vraagstukken teneinde een in het kader van het goede functioneren van de EER-overeenkomst aanvaardbare oplossing te vinden.
1. Deze overeenkomst wordt door de huidige en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd. De akten van ratificatie of goedkeuring worden neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.
2. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag volgende op de dag waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring door een huidige overeenkomstsluitende partij of een nieuwe overeenkomstsluitende partij is nedergelegd, mits de onderstaande aanverwante protocollen op diezelfde dag in werking treden:
a) het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, naar aanleiding van de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte;
b) het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie; en
c) het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie.
Deze overeenkomst, opgesteld in één exemplaar in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de IJslandse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Noorse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, wordt nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift ervan doet toekomen aan de regeringen van elk van de partijen bij deze overeenkomst.
GEDAAN te Brussel, de elfde april tweeduizend veertien.
Het in artikel 3, lid 2, bedoelde streepje wordt ingevoegd op de volgende plaatsen in de bijlagen en protocollen bij de EER-overeenkomst:
In hoofdstuk XXVII (Gedistilleerde dranken) van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie):
– Punt 3 (Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad),
In bijlage VII (Erkenning van beroepskwalificaties):
Punt 1 (Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad).
In bijlage XVII (Intellectuele eigendom):
Punt 6a (Verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad).
In bijlage IX (Financiële diensten):
Punt 14 (Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad).
In bijlage XX (Milieu):
Punt 21al (Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad)
In de bijlagen bij de EER-overeenkomst worden de volgende wijzigingen aangebracht:
In bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie – deel II):
In hoofdstuk XV, punt 12a (Richtlijn 91/414/EEG van de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In hoofdstuk XVII, punt 7 (Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In hoofdstuk XVII, punt 8 (Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In hoofdstuk XXV, punt 3 (Richtlijn 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In bijlage V (Vrij verkeer van werknemers):
Onder de rubriek „OVERGANGSPERIODE” worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In bijlage VIII (Recht van vestiging):
Onder de rubriek „OVERGANGSPERIODE” worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In bijlage IX (Financiële diensten):
In punt 31b (Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij):
In punt 5cm (Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In bijlage XII (Vrij verkeer van kapitaal):
Onder de rubriek „OVERGANGSPERIODE” worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In bijlage XIII (Vervoer):
In punt 15a (Richtlijn 96/53/EG van de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In punt 18a (Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In punt 19 (Richtlijn 96/26/EG van de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In punt 26c (Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
Bijlage XV (Staatssteun):
Onder de rubriek „SECTORIËLE AANPASSINGEN” worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
Onder de rubriek „OVERGANGSPERIODE” worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In bijlage XVII (Intellectuele eigendom):
Onder de rubriek „SECTORIËLE AANPASSINGEN” worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen):
In punt 30 (Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
In bijlage XX (Milieu):
In punt 1f (Richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In punt 7a (Richtlijn 98/83/EG van de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In punt 13 (Richtlijn 91/271/EG van de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In punt 19a (Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In punt 21ad (Richtlijn 1999/32/EG van de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In punt 32d (Richtlijn 1999/31/EG van de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In punt 32f (Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt;
In punt 32fa (Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de woorden „dan wel het Toetredingsprotocol van 25 april 2005” geschrapt.
De bijlagen en protocollen bij de EER-overeenkomst worden als volgt gewijzigd:
Bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden):
1. In hoofdstuk I, deel 1.1, punt 4 (Richtlijn 97/78/EG van de Raad) wordt vóór de tekst inzake de aanpassingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 5, sectie IV) zijn van toepassing.”.
2. In hoofdstuk I, deel 6.1, punt 16 (Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt na de alinea inzake de overgangsregelingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 5, sectie II) zijn van toepassing.”.
3. In hoofdstuk I, deel 6.1, punt 17 (Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 5, sectie II) zijn van toepassing.”.
4. In hoofdstuk I, deel 9.1, punt 8 (Richtlijn 1999/74/EG van de Raad) wordt na de tekst inzake de overgangsregelingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 5, sectie I) zijn van toepassing.”.
5. In hoofdstuk III, deel 1, punt 10 (Richtlijn 2002/53/EG van de Raad) wordt tussen de alinea's inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 5, sectie III) zijn van toepassing.”.
6. In hoofdstuk III, deel 1, punt 12 (Richtlijn 2002/55/EG van de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 5, sectie III) zijn van toepassing.”.
Bijlage II (technische voorschriften, normen, keuring en certificatie):
1. In hoofdstuk XII, punt 54zr (Richtlijn 2001/113/EEG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 4, sectie I, punt 1) zijn van toepassing.”.
2. In hoofdstuk XIII, punt 15q (Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen de volgende alinea ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 1) zijn van toepassing.”.
3. In hoofdstuk XV, punt 12zc (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad) wordt vóór de tekst inzake de aanpassingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 10, sectie VI) zijn van toepassing.”.
Bijlage V (Vrij verkeer van werknemers):
In de rubriek „OVERGANGSPERIODE” wordt tussen de alinea's inzake de overgangsregelingen en de alinea inzake de vrijwaringsmechanismen, het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 2) zijn van toepassing.”.
Bijlage VIII (Recht van vestiging):
In de rubriek „OVERGANGSPERIODE” wordt tussen de alinea's inzake de overgangsregelingen en de alinea inzake de vrijwaringsmechanismen, het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 2) zijn van toepassing.”.
Bijlage XII (Vrij verkeer van kapitaal):
Na de tekst van de rubriek „OVERGANGSPERIODE” wordt de volgende nieuwe alinea ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 3) zijn van toepassing.”.
Bijlage XIII (Vervoer):
In punt 53a (Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 7, punt 1) zijn van toepassing.
Met betrekking tot de vrijwaringsmechanismen opgenomen in de in de vorige alinea bedoelde overgangsregelingen is PROTOCOL 44 BETREFFENDE VRIJWARINGSMECHANSIMEN NAAR AANLEIDING VAN UITBREIDINGEN VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE van toepassing.”.
Bijlage XV (Staatssteun):
Aan de rubriek „SECTORIËLE AANPASSINGEN” wordt het volgende toegevoegd:
„De regelingen betreffende de bestaande steunprogramma's omschreven in hoofdstuk 2 (Mededingingsbeleid) van bijlage IV bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 zijn tussen de overeenkomstsluitende partijen van toepassing.”.
Bijlage XVII (Intellectuele eigendom):
Aan de rubriek „SECTORIËLE AANPASSINGEN” wordt het volgende toegevoegd:
„De specifieke regelingen omschreven in hoofdstuk 1 (Recht inzake intellectuele eigendom) van bijlage IV bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 zijn tussen de overeenkomstsluitende partijen van toepassing.”.
In bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen):
In punt 30 (Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt tussen de alinea's inzake de overgangsregelingen en de alinea inzake de vrijwaringsmechanismen, het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 2) zijn van toepassing.”.
Bijlage XX (Milieu):
1. In punt 7a (Richtlijn 98/83/EEG van de Raad) wordt na de alinea inzake de overgangsregelingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 10, sectie IV, punt 2) zijn van toepassing.”.
2. In punt 13 (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 10, sectie IV, punt 1) zijn van toepassing.”.
3. In punt 19a (Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt tussen de alinea inzake de overgangsregelingen en de tekst inzake de aanpassingen het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 10, sectie V, punt 2) zijn van toepassing.”.
4. In punt 21ab (Richtlijn 1999/13/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 10, sectie V, punt 1) zijn van toepassing.”.
5. In punt 21al (Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 10, sectie I, punt 1) zijn van toepassing.”.
6. In punt 32d (Richtlijn 1999/31/EEG van de Raad) wordt na de alinea's inzake de overgangsregelingen de volgende alinea ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 9 december 2011 voor Kroatië (bijlage V, hoofdstuk 10, sectie III) zijn van toepassing.”.
De gevolmachtigden van:
De Europese Unie, hierna „de Europese Unie” genoemd,
en van
het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
partijen bij het Verdrag betreffende de EUROPESE UNIE, hierna „de lidstaten van de EU” genoemd,
de gevolmachtigden van:
IJsland,
het Vorstendom Liechtenstein,
het Koninkrijk Noorwegen,
hierna „de EVA-staten” genoemd,
gezamenlijk partijen bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gedaan te Porto op 2 mei 1992, hierna „de EER-overeenkomst” genoemd, hierna gezamenlijk „de huidige overeenkomstsluitende partijen” genoemd, en
de gevolmachtigden van:
de Republiek Kroatië,
hierna de „nieuwe overeenkomstsluitende partij” genoemd,
bijeengekomen te Brussel, op de elfde april in het jaar tweeduizend en veertien voor de ondertekening van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte, hebben de volgende teksten goedgekeurd:
I. Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte (hierna „de Overeenkomst” genoemd);
II. De onderstaande teksten die aan de Overeenkomst zijn gehecht:
Bijlage A: Lijst bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst,
Bijlage B: Lijst bedoeld in artikel 4 van de Overeenkomst.
De gevolmachtigden van de huidige overeenkomstsluitende partijen en de gevolmachtigden van de nieuwe overeenkomstsluitende partij hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze slotakte zijn gehecht:
1. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de vervroegde inwerkingtreding of voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte;
2. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de datum waarop de overgangsregelingen verstrijken;
3. Gemeenschappelijke verklaringen betreffende de toepassing van de oorsprongsregels na de inwerkingtreding van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte;
4. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de sectorale aanpassing voor Liechtenstein op het gebied van het vrije verkeer van personen;
5. Gezamenlijke verklaring betreffende de prioritaire sectoren genoemd in Protocol 38 ter;
6. Gezamenlijke verklaring betreffende de financiële bijdragen.
De gevolmachtigden van de huidige overeenkomstsluitende partijen en de gevolmachtigden van de nieuwe overeenkomstsluitende partij hebben nota genomen van de volgende verklaring, die aan deze slotakte is gehecht:
Algemene gemeenschappelijke verklaring van de EVA-staten
Bovendien zijn zij overeengekomen dat, uiterlijk bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst, de EER-overeenkomst, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en de volledige tekst van alle besluiten van het Gemengd Comité van de EER moeten worden opgemaakt in de Kroatische taal en door de vertegenwoordigers van de huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partij moeten worden bekrachtigd.
Zij nemen nota van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, naar aanleiding van de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte, dat eveneens aan deze slotakte is gehecht.
Zij nemen ook nota van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, dat aan deze slotakte is gehecht.
Zij nemen verder nota van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, dat eveneens aan deze slotakte is gehecht.
Zij benadrukken dat over de bovengenoemde protocollen overeenstemming is bereikt in de veronderstelling dat dit de deelname aan de Europese Economische Ruimte onverlet laat.
GEDAAN te Brussel, de elfde april tweeduizend veertien.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende de vervroegde inwerkingtreding of voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte
De partijen benadrukken het belang van de vervroegde inwerkingtreding of voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte om het goed functioneren van de Europese Economische Ruimte te garanderen en Kroatië de vruchten te laten plukken van deelname aan de Europese Economische Ruimte.
De partijen bevestigen dat overgangsregelingen van het Toetredingsverdrag zijn overgenomen in de EER-overeenkomst en verstrijken op dezelfde datum als die waarop zij zouden zijn verstreken indien de uitbreiding van de Europese Unie en die van de EER gelijktijdig hadden plaatsgevonden op 1 juli 2013.
1. Een bewijs van oorsprong dat is afgegeven door een EVA-staat of de nieuwe overeenkomstsluitende partij krachtens een preferentiële overeenkomst tussen de EVA-staten en die nieuwe overeenkomstsluitende partij of krachtens de unilaterale nationale wetgeving van een EVA-staat of een nieuwe overeenkomstsluitende partij geldt als bewijs van preferentiële EER-oorsprong, mits:
a) het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding van de nieuwe overeenkomstsluitende partij tot de Europese Unie zijn afgegeven;
b) het bewijs van oorsprong binnen vier maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.
Wanneer goederen uit een EVA-staat of de nieuwe overeenkomstsluitende partij vóór de datum waarop de nieuwe overeenkomstsluitende partij tot de Europese Unie is toegetreden, ten invoer zijn aangegeven in de nieuwe overeenkomstsluitende partij respectievelijk een EVA-staat in het kader van een preferentiële regeling die op dat tijdstip tussen een EVA-staat en de nieuwe overeenkomstsluitende partij van kracht is, wordt een bewijs van oorsprong dat krachtens die regeling achteraf is afgegeven eveneens in de EVA-staten en de nieuwe overeenkomstsluitende partij aanvaard, mits dit bewijs binnen vier maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.
2. Vergunningen waarmee de status van „toegelaten exporteur” is toegekend in het kader van overeenkomsten tussen de EVA-staten, enerzijds, en de Republiek Kroatiê, anderzijds, mogen door de EVA-staten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, worden gehandhaafd, mits de toegelaten exporteurs de EER-oorsprongsregels toepassen.
Deze vergunningen worden door de EVA-staten en de Republiek Kroatië uiterlijk één jaar na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst vervangen door nieuwe vergunningen, die worden afgegeven overeenkomstig de voorwaarden van Protocol 4 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die krachtens de in de leden 1 en 2 bedoelde preferentiële overeenkomsten en regelingen zijn afgegeven, worden door de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten en de nieuwe overeenkomstsluitende partij aanvaard tot drie jaar na de afgifte van het bewijs van oorsprong, en kunnen door deze autoriteiten tot drie jaar na de aanvaarding van het bewijs van oorsprong worden ingediend.
De huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partij,
– verwijzende naar de sectorale aanpassingen voor Liechtenstein op het gebied van het vrije verkeer van personen krachtens de bijlagen V en VIII bij de EER-overeenkomst, als overeengekomen bij Besluit nr. 191/1999 van het Gemengd Comité van de EVA en gewijzigd bij de Overeenkomst betreffende de deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economische Ruimte van 14 oktober 2003,
– vaststellende dat het aantal onderdanen uit lidstaten van de EU en EVA-staten dat zich in Liechtenstein wil vestigen, nog steeds groter is dan de netto-immigratiecijfers die in de bovenstaande sectorale regeling zijn vastgesteld,
– overwegende dat de deelname van de Republiek Kroatië aan de EER zal resulteren in een groter aantal onderdanen dat het recht zal hebben om zich te beroepen op het vrije verkeer van personen, als vervat in de EER-overeenkomst,
komen overeen bij de herziening van de sectorale aanpassingen in de bijlagen V en VIII bij de EER-overeenkomst op passende wijze rekening te houden met deze feitelijke situatie en de absorptiecapaciteit van Liechtenstein die niet is veranderd.
De huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partij herinneren eraan dat in het geval van Kroatië niet alle prioritaire sectoren als gedefinieerd in artikel 3 van Protocol 38 ter moeten worden gedekt.
De huidige overeenkomstsluitende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partij komen overeen dat de financiëlebijdrageregelingen die zijn overeengekomen in de context van de EER-uitbreiding geen precedent vormen voor de periode na hun verstrijken op 30 april 2014.
Algemene gemeenschappelijk verklaring van de EVA-staten
De EVA-staten nemen nota van de voor de EER-overeenkomst relevante verklaringen die zijn gehecht aan de Slotakte van het Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie), en de Republiek Kroatië betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie.
De EVA-staten benadrukken dat de voor de EER-overeenkomst relevante verklaringen die aan de Slotakte van het in de vorige alinea bedoelde Verdrag zijn gehecht, niet mogen worden uitgelegd of toegepast op een wijze die strijdig is met de verplichtingen van de huidige overeenkomstsluitende partijen of de nieuwe overeenkomstsluitende partij zoals die uit deze Overeenkomst of de EER-overeenkomst voortvloeien.
Zie Trb. 1993, 156 en Trb. 2007, 215.
De Overeenkomst van 11 april 2014 behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel a, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, juncto artikel 2 van de Rijkswet van 18 april 2013 (Stb. 2013, 147) niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.
Zie Trb. 1992, 132 en, laatstelijk, Trb. 2012, 46.
Zie Trb. 2004, 113
Partij |
Ondertekening |
Ratificatie |
Type* |
In werking |
Opzegging |
Buiten werking |
---|---|---|---|---|---|---|
België |
14-10-03 |
28-06-04 |
R |
06-12-05 |
||
Cyprus |
14-10-03 |
30-04-04 |
R |
06-12-05 |
||
Denemarken |
14-10-03 |
28-04-04 |
R |
06-12-05 |
||
Duitsland |
14-10-03 |
15-11-04 |
R |
06-12-05 |
||
Estland |
14-10-03 |
13-05-04 |
R |
06-12-05 |
||
EU (Europese Unie) |
14-10-03 |
06-12-05 |
R |
06-12-05 |
||
Finland |
14-10-03 |
19-03-04 |
R |
06-12-05 |
||
Frankrijk |
14-10-03 |
24-02-04 |
R |
06-12-05 |
||
Griekenland |
14-10-03 |
29-04-05 |
R |
06-12-05 |
||
Hongarije |
14-10-03 |
26-04-04 |
R |
06-12-05 |
||
Ierland |
14-10-03 |
16-03-04 |
R |
06-12-05 |
||
IJsland |
14-10-03 |
21-04-04 |
R |
06-12-05 |
||
Italië |
14-10-03 |
17-11-05 |
R |
06-12-05 |
||
Letland |
14-10-03 |
04-05-04 |
R |
06-12-05 |
||
Liechtenstein |
14-10-03 |
28-04-04 |
R |
06-12-05 |
||
Litouwen |
14-10-03 |
27-04-04 |
R |
06-12-05 |
||
Luxemburg |
14-10-03 |
13-05-04 |
R |
06-12-05 |
||
Malta |
14-10-03 |
05-03-04 |
R |
06-12-05 |
||
Nederlanden, het Koninkrijk der |
14-10-03 |
|||||
– Nederland: |
||||||
– in Europa |
27-04-04 |
R |
06-12-05 |
|||
– Bonaire |
– |
– |
||||
– Sint Eustatius |
– |
– |
||||
– Saba |
– |
– |
||||
– Aruba |
– |
– |
||||
– Curaçao |
– |
– |
||||
– Sint Maarten |
– |
– |
||||
Noorwegen |
14-10-03 |
05-05-04 |
R |
06-12-05 |
||
Oostenrijk |
14-10-03 |
29-04-04 |
R |
06-12-05 |
||
Polen |
14-10-03 |
08-10-04 |
R |
06-12-05 |
||
Portugal |
14-10-03 |
29-07-04 |
R |
06-12-05 |
||
Slovenië |
14-10-03 |
30-06-05 |
R |
06-12-05 |
||
Slowakije |
14-10-03 |
19-03-04 |
R |
06-12-05 |
||
Spanje |
14-10-03 |
26-11-04 |
R |
06-12-05 |
||
Tsjechië |
14-10-03 |
10-06-04 |
R |
06-12-05 |
||
Verenigd Koninkrijk |
14-10-03 |
12-07-04 |
R |
06-12-05 |
||
Zweden |
14-10-03 |
05-12-03 |
R |
06-12-05 |
||
* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R=Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring f kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend |
Liechtenstein, 28 april 2004
Declare this Agreement and these Final Acts to be ratified by the Declaration in Annex, and do promise, on behalf of the Principality of Liechtenstein, to observe the aforesaid conscientiously and at all times, as far as it lies in Our power. Declaration by the Principality of Liechtenstein ratifying the Agreement on the participation of the Czech Republic, the Republic of Estonia, the Republic of Cyprus, the Republic of Latvia, the Republic of Lithuania, the Republic of Hungary, the Republic of Malta, the Republic of Poland, the Republic of Slovenia and the Slovak Republic in the European Economic Area (EEA Extension Agreement) of 14 October 2003 The Principality of Liechtenstein ratifies the Agreement on the participation of the Czech Republic, the Republic of Estonia, the Republic of Cyprus, the Republic of Latvia, the Republic of Lithuania, the Republic of Hungary, the Republic of Malta, the Republic of Poland, the Republic of Slovenia and the Slovak Republic in the European Economic Area, whereby the accession countries become Contracting Parties to the Agreement on the European Economic Area, with the recognition that the object and purpose of the Agreement on the European Economic Area, and in particular Article 3 thereof, bind the Contracting Parties to seek to settle any hitherto unresolved disputes which exist between them in a peaceful manner on the basis of international law, and that the ratification of this Agreement places the existence of the Principality of Liechtenstein as a long-standing sovereign State beyond doubt also for the „new Contracting Parties” listed in Article 1 of the Agreement.
Zie Trb. 2007, 215 en, laatstelijk, Trb. 2012, 46.
Bekrachtiging of goedkeuring is voorzien in artikel 6, eerste lid, van de Overeenkomst.
Partij |
Ondertekening |
Ratificatie |
Type* |
In werking |
Opzegging |
Buiten werking |
---|---|---|---|---|---|---|
België |
11-04-14 |
|||||
Bulgarije |
11-04-14 |
|||||
Cyprus |
11-04-14 |
|||||
Denemarken |
11-04-14 |
|||||
Duitsland |
11-04-14 |
|||||
Estland |
11-04-14 |
|||||
EU (Europese Unie) |
11-04-14 |
|||||
Finland |
11-04-14 |
|||||
Frankrijk |
11-04-14 |
|||||
Griekenland |
11-04-14 |
|||||
Hongarije |
11-04-14 |
|||||
Ierland |
11-04-14 |
|||||
IJsland |
11-04-14 |
|||||
Italië |
11-04-14 |
|||||
Kroatië |
11-04-14 |
|||||
Letland |
11-04-14 |
|||||
Liechtenstein |
11-04-14 |
|||||
Litouwen |
11-04-14 |
|||||
Luxemburg |
11-04-14 |
|||||
Malta |
11-04-14 |
|||||
Nederlanden, het Koninkrijk der |
11-04-14 |
|||||
– Nederland: |
||||||
– in Europa |
||||||
– Bonaire |
||||||
– Sint Eustatius |
||||||
– Saba |
||||||
– Aruba |
||||||
– Curaçao |
||||||
– Sint Maarten |
||||||
Noorwegen |
11-04-14 |
|||||
Oostenrijk |
11-04-14 |
|||||
Polen |
11-04-14 |
|||||
Portugal |
11-04-14 |
|||||
Roemenië |
11-04-14 |
|||||
Slovenië |
11-04-14 |
|||||
Slowakije |
11-04-14 |
|||||
Spanje |
11-04-14 |
|||||
Tsjechië |
11-04-14 |
|||||
Verenigd Koninkrijk |
11-04-14 |
|||||
Zweden |
11-04-14 |
|||||
* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R=Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend |
Zie rubriek E van Trb. 2004, 235 en rubriek F van Trb. 2007, 215.
Ingevolge de in rubriek J hieronder genoemde overeenkomsten in de vorm van briefwisselingen van 11 april 2014 wordt de Overeenkomst van 11 april 2014 vanaf 12 april 2014 voorlopig toegepast.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de voorlopige toepassing van de Overeenkomst, evenals de Overeenkomst van 1992, alleen voor Nederland (het Europese deel), als lidstaat van de Europese Unie.
Zie Trb. 1993, 203, Trb. 2006, 92 en Trb. 2012, 46.
De bepalingen van de Overeenkomst van 11 april 2014, met Bijlagen, zullen ingevolge artikel 6, tweede lid, van de Overeenkomst in werking treden op de dag volgende op de dag waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring door een huidige overeenkomstsluitende partij of een nieuwe overeenkomstsluitende partij is nedergelegd, mits de in artikel 6, tweede lid, van de Overeenkomst genoemde aanvullende protocollen op diezelfde dag in werking treden.
Voor verwijzingen en overige verdragsgegevens zie Trb. 1992, 132, Trb. 1993, 156, Trb. 1993, 203, Trb. 1995, 150, Trb. 2004, 235, Trb. 2006, 92, Trb. 2007, 215 en Trb. 2012, 46.
Overeenkomst van 1992
Verschillende Protocollen en Bijlagen zijn gewijzigd door Besluiten van het Gemengd Comité van de Europese Economische Ruimte. Deze Besluiten zijn gepubliceerd in:
PbEU 2012, L 76, blz. 1 e.v.
PbEU 2012, L 161, blz. 1 e.v.
PbEU 2012, L 207, blz. 1 e.v.
PbEU 2012, L 248, blz. 1 e.v.
PbEU 2012, L 270, blz. 1 e.v.
PbEU 2012, L 309, blz. 1 e.v.
PbEU 2012, L 341, blz. 1 e.v.
PbEU 2013, L 21, blz. 37 e.v.
PbEU 2013, L 81, blz. 1 e.v.
PbEU 2013, L 144, blz. 1 e.v.
PbEU 2013, L 231, blz. 1 e.v.
PbEU 2013, L 291, blz. 1 e.v.
PbEU 2013, L 318, blz. 1 e.v.
PbEU 2013, L 345, blz. 1 e.v.
PbEU 2014, L 58, blz. 1 e.v.
PbEU 2014, L 92, blz. 1 e.v.
PbEU 2014, L 154, blz. 1 e.v.
PbEU 2014, L 211, blz. 1 e.v.
Titel |
: |
Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Republiek Kroatië betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie; Brussel, 9 december 2011 |
Tekst |
: |
Trb. 2012, 24 (Nederlands) Trb. 2012, 55 (correcties Nederlands) |
Laatste Trb. |
: |
Titel |
: |
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; Rome, 25 maart 1957 |
Laatste Trb. |
: |
|
Titel |
: |
Verdrag betreffende de Europese Unie; Maastricht, 7 februari 1992 |
Laatste Trb. |
: |
Overeenkomst van 2014
Titel |
: |
Overeenkomsten in de vorm van briefwisselingen betreffende de voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte en de voorlopige toepassing van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014; Brussel, 11 april 2014 |
Tekst |
: |
PbEU 2014, L 170, blz. 6-17 |
Titel |
: |
Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een Financieel Mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, naar aanleiding van de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte; Brussel, 11 april 2014 |
Tekst |
: |
PbEU 2014, L 170, blz. 38-40 |
Titel |
: |
Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie; Brussel, 11 april 2014 |
Tekst |
: |
PbEU 2014, L 170, blz. 41-44 |
Titel |
: |
Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie; Brussel, 11 april 2014 |
Tekst |
: |
PbEU 2014, L 170, blz. 45-48 |
In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de Overeenkomst van 11 april 2014 zal zijn bekendgemaakt in Nederland (het Europese deel) op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.
Uitgegeven de zesde augustus 2014.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. TIMMERMANS
De Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de IJslandse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Noorse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse tekst zijn niet opgenomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2014-149.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.