Regeling van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp van 18 november 2024, nr. BZ2408324, tot wijziging van de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OS-sector in verband met de vaststelling van het bezoldigingsmaximum voor 2025

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 2.6, eerste lid, van de Wet normering topinkomens;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling bezoldiging topfunctionarissen OS-sector wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 wordt ‘Ontwikkelingssamenwerking’ vervangen door ‘Ontwikkelingshulp’, wordt ‘2024’ vervangen door ‘2025’ en wordt ‘€ 214.000’ vervangen door ‘€ 226.000’.

B

In artikel 3 wordt ‘OS-sector’ vervangen door ‘Ontwikkelingshulp-sector’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever

TOELICHTING

Op grond van de Wet normering topinkomens (hierna: de WNT) is een bezoldigingsmaximum van toepassing voor topfunctionarissen van in of bij deze wet aangewezen publieke en semipublieke rechtspersonen en instellingen. De toepasselijkheid van de WNT voor het beleidsterrein van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt bepaald door artikel 1.3, eerste lid, onderdelen a, b en c, en de bijlage bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, van de WNT. Volgens artikel 2.6 van de WNT kan de betrokken Minister voor nader omschreven rechtspersonen en instellingen een lager bezoldigingsmaximum vaststellen dan het bezoldigingsmaximum dat is vastgelegd in artikel 2.3 van de WNT.

De toenmalige Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft sinds 2015 van deze bevoegdheid gebruik gemaakt door vaststelling van de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OS-sector.1 Een op grond van artikel 2.6 van de WNT verlaagd bezoldigingsmaximum dient op grond van het eerste lid van dit artikel jaarlijks te worden vastgesteld. Voor de jaren volgend op 2015 is voor de betreffende sector steeds een verlaagd bezoldigingsmaximum vastgesteld gebaseerd op de bezoldiging van de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking voor het betreffende jaar. Voor de omvang van de bedragen werd aangesloten bij de uitkomsten van de cao-onderhandelingen voor Rijksambtenaren.

Ten einde geheel aan te sluiten bij de rijksbrede ontwikkeling van het WNT-bezoldigingsmaximum is in 2022 besloten om voor 2023 en verder het verlaagde WNT-bezoldigingsmaximum voor de Nederlandse (toenmalige) OS-sector te bepalen volgens de in artikel 2.3, tweede lid, van de WNT vastgelegde methode voor het algemene bezoldigingsmaximum, inclusief de afronding naar boven op duizend euro. Deze methode wordt zowel voor het jaarlijks te bepalen algemene WNT-bezoldigingsmaximum gebruikt, als ook door andere Ministers die een verlaagd maximum hanteren. Het betreft een jaarlijkse aanpassing aan de ontwikkeling van de contractuele loonkosten voor de overheid, zoals deze in het jaar van vaststellen van de ministeriële regeling voor het daaraan voorafgaande jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is bepaald, tenzij deze ontwikkeling niet tot een verhoging leidt.

Voor 2025 geldt op basis van artikel 2.3, tweede lid, van de WNT een indexering van 5,4% ten opzichte van de maximaal toegestane bezoldiging in 2024.2 Gelet daarop is in de onderhavige regeling het bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen in de Nederlandse Ontwikkelingshulp-sector voor 2025 vastgesteld op € 226.000, zijnde 105,4% van het maximum voor 2024, € 214.000, naar boven afgerond op een duizendvoud. Tevens wordt in verband met de gewijzigde aanduiding van de portefeuille van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp de aanduiding van haar begroting in artikel 1 gewijzigd in ‘begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp’. Ook in de citeertitel van de regeling in artikel 3 wordt de aanduiding ‘OS-sector’ vervangen door ‘Ontwikkelingshulp-sector’.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever


X Noot
1

Stcrt. 2014, nr. 33285; gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 november 2015 (Stcrt. 42436), ministeriële regeling van 7 november 2016 (Stcrt. 60643), ministeriële regeling van 9 oktober 2017 (Stcrt. 61243), ministeriële regeling van 7 november 2018 (Stcrt. 65969), ministeriële regeling van 18 november 2019 (Stcrt. 64717), ministeriële regeling van 6 november 2020 (Stcrt. 60399), ministeriële regeling van 5 november 2021 (Stcrt. 46335), ministeriële regeling van 25 oktober 2022 (Stcrt. 28978) en ministeriële regeling van 6 november 2023 (Stcrt. 31442).

X Noot
2

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 augustus 2024, nr. 2024-0000678710, houdende wijziging van de bedragen van het algemeen bezoldigingsmaximum in de Wet normering topinkomens voor 2025 en van de maximale bezoldiging van topfunctionarissen zonderdienstbetrekking voor de eerste twaalf maanden van de functievervulling in het Uitvoeringsbesluit WNT voor 2025 (Stcrt. 26753).

Naar boven