Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 26 september 2023, nr. WJZ/ 37192647, tot wijziging van de Regeling Tijdelijke wet Groningen in verband met het opdragen van de taak aan het Instituut Mijnbouwschade Groningen om knelpunten op te lossen die als gevolg van mijnbouwschade zijn ontstaan en enkele andere wijzigingen

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 2, elfde en twaalfde lid, van de Tijdelijke wet Groningen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Tijdelijke wet Groningen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 worden in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepalingen ingevoegd:

benadeelde:

natuurlijk persoon die geen onderneming drijft en die zich in een bijzondere situatie bevindt of een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zich in een vastgelopen situatie bevindt;

bijzondere situatie:

situatie als bedoeld in artikel 1a.1, tweede lid;

oplossen:

bieden van financiële en andersoortige bijstand;

vastgelopen situatie:

situatie als bedoeld in artikel 1a.1, derde lid;.

B

Na paragraaf 1 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 1a Knelpuntentaak

Artikel 1a.1
  • 1. Het Instituut heeft de taak knelpunten als gevolg van schade, niet zijnde bijzondere situaties of vastgelopen situaties, op te lossen die ontstaan door het kader, bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de wet.

  • 2. Het Instituut heeft de taak een bijzondere situatie op te lossen waarin de benadeelde:

    • a. schade heeft geleden of ten aanzien van het gebouw waarvan hij eigenaar is een versterkingsbesluit ontvangt of heeft ontvangen;

    • b. een aantoonbaar medisch, psychisch of sociaal probleem heeft; en

    • c. door persoonlijke omstandigheden in ernstige financiële problemen is gekomen of dreigt te komen of failliet is gegaan of dreigt te gaan.

  • 3. Het Instituut heeft de taak een vastgelopen situatie op te lossen waarin de benadeelde:

    • a. in schrijnende omstandigheden terecht is gekomen of dreigt te komen:

      • 1°. doordat de algehele staat of conditie van het te herstellen of versterken pand zwak is als gevolg van constructieve problemen; of

      • 2°. door andere factoren;

    • b. eigenaar is van een gebouw gelegen in een gemeente in het gebied waar het Instituut het bewijsvermoeden, bedoeld in artikel 177a van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek toepast; en

    • c. in een situatie verkeert die niet op redelijke of adequate wijze kan worden opgelost met behulp van bestaande voorzieningen.

Artikel 1a.2

Het Instituut verzoekt de Commissie bijzondere situaties, bedoeld in artikel 2 van het Instellingsbesluit Commissie bijzondere situaties om advies over hulp in bijzondere situaties.

Artikel 1a.3

Het Instituut verzoekt een door de Minister benoemde onafhankelijk adviseur om advies over het oplossen van vastgelopen situaties. Het Instituut voorziet in de ondersteuning van de onafhankelijk adviseur.

Artikel 1a.4
  • 1. Een bijzondere situatie kan bij het Instituut worden aangedragen door:

    • a. een burgemeester van een gemeente in het gebied waar het Instituut het bewijsvermoeden, bedoeld in artikel 177a van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, toepast en waarin de benadeelde woonachtig is;

    • b. de Nationale ombudsman, bedoeld in artikel 2 van de Wet Nationale ombudsman; of

    • c. regionale zorg- en hulpverleners.

  • 2. Een vastgelopen situatie kan bij het Instituut worden aangedragen door:

    • a. een burgemeester van een gemeente, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a;

    • b. de Minister; of

    • c. het Instituut.

C

Aan het opschrift van paragraaf 11 wordt toegevoegd ‘en oplossen knelpunten’.

D

Aan paragraaf 11 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 11.2

  • 1. De hoogte van de financiële middelen voor de uitgaven van het Instituut voor het oplossen van knelpunten als gevolg van schade, niet zijnde bijzondere situaties of vastgelopen situaties, die ontstaan door het kader, bedoeld in artikel 2, zesde lid van de wet, is het bedrag opgenomen voor de knelpunten IMG in de tabel behorende bij de artikelsgewijze toelichting op beleidsartikel 5 in onderdeel B van de memorie van toelichting van de wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het desbetreffende jaar.

  • 2. De hoogte van de financiële middelen voor de uitgaven van het Instituut voor het oplossen van knelpunten als gevolg van schade is voor zover het bijzondere situaties betreft het bedrag opgenomen voor de Commissie bijzondere situaties in de tabel behorende bij de artikelsgewijze toelichting op beleidsartikel 5 in onderdeel B van de memorie van toelichting van de wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het desbetreffende jaar.

  • 3. De hoogte van de financiële middelen voor de uitgaven van het Instituut en de Minister voor het oplossen van knelpunten als gevolg van schade is voor zover het vastgelopen situaties betreft het bedrag opgenomen voor vastgelopen dossiers in de tabel behorende bij de artikelsgewijze toelichting op beleidsartikel 5 in onderdeel B van de memorie van toelichting van de wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het desbetreffende jaar.

E

In Bijlage 2 wordt de tabel met het opschrift ‘Tabel 2.2 Standaardbedragen vergoeding schade’ vervangen door de volgende tabel:

Tabel 2.2 Standaardbedragen vergoeding schade

Aard van de vergoeding

Standaardbedrag, standaarduurtarief of standaardvergoeding, inclusief BTW

Compensatie voor ongemak voor de tijd die een eigenaar of bewoner moet vrijmaken voor de opname en beoordeling van zijn gebouw en de uitvoering van de versterkingsmaatregelen aan dat gebouw

Voor overlast door de opname en beoordeling van een gebouw:

€ 30,00, voor overlast wanneer een bureaustudie nodig is;

€ 296,00, voor overlast door de opname op locatie;

€ 414,00, voor overlast door een opname waarbij extra werkzaamheden nodig zijn om deze uit te voeren.

Voor overlast door de uitvoering van de versterkingsmaatregelen:

€ 710

Vergoeding voor externe opslag voor goederen indien noodzakelijk tijdens versterking

€ 48,00 per week

Vergoeding voor het verlies van zelf aangebrachte voorzieningen door een rechtmatige gebruiker

€ 3.000,00 of op verzoek van de huurder het bedrag zoals door een taxateur bepaald

Vergoeding voor externe overnachting

€ 115,00 per nacht voor 1 of 2 personen

Vergoeding voor het zelf regelen van tijdelijke huisvesting

€ 3.000,00 per maand

Vergoeding voor de kosten voor het verbruik van gas, water en elektra door de aannemer, als deze kosten niet vergoed worden via het versterkingsbudget

€ 22,00 per dag

Vergoeding voor de schoonmaak bij oplevering na versterking

€ 175,00

Tijdelijke kantoorruimte (geen praktijk- of behandelruimte)

Binnen de stad Groningen;

€ 177,00 per m2 per jaar.

Buiten de stad Groningen:

€ 130,00 per m2 per jaar.

Vergoeding voor extra af te leggen kilometers woon-werkverkeer vergeleken met de huidige reisafstand

€ 0,28 per kilometer

ARTIKEL II

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • a. het Tijdelijk besluit mandaat, volmacht en machtiging IMG voor hulp in bijzondere situaties; en

  • b. het Tijdelijk besluit mandaat, volmacht en machtiging IMG vastgelopen situaties.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 september 2023

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

In de Wet van 19 april 2023 tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen1 is door de Tweede Kamer via amendement van het lid Mulder c.s.2 de mogelijkheid gecreëerd om via ministeriële regeling aan het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) de taak op te dragen om knelpunten op te lossen die als gevolg van schade zijn ontstaan. Met deze regeling vallen hieronder het oplossen van knelpunten als gevolg van schade die ontstaan door het kader, bedoeld in artikel 2, zesde lid van de wet, het oplossen van bijzondere situaties en het oplossen van vastgelopen situaties.

  • 1. Dit zijn drie van elkaar losstaande taken die elk zien op een andere situatie. De taak ‘het oplossen van knelpunten als gevolg van schade die ontstaan door het kader, bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de wet’ ziet op knelpunten die ontstaan tijdens de schadeprocedure waar de koppeling in artikel 2, zesde lid, van de Tijdelijke wet Groningen (TwG) aan de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (het schadevergoedings- en aansprakelijkheidsrecht) een goede schadeafhandeling in de weg zit.

  • 2. De taak ‘het oplossen van bijzondere situaties’ heeft als doel bewoners bij wie een stapeling van problemen speelt te helpen. De bestaande regelingen alleen bieden geen uitkomst. Omwille van deze taak adviseert de Commissie bijzondere situaties het IMG.

  • 3. De taak ‘het oplossen van vastgelopen situaties’ heeft als doel bewoners die zijn vastgelopen in het reguliere schade- en/of versterkingsproces te helpen. Omwille van deze taak adviseert een onafhankelijk adviseur het IMG en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Het gezamenlijk interventieteam van het IMG en de NCG voert dit advies uit.

Hierbij draagt idealiter de mogelijkheid om knelpunten in de procedure van schadeafhandeling als gevolg van de koppeling aan de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, tijdig en adequaat op te lossen bij aan het voorkomen van vastgelopen situaties in de schadeafhandeling en/of versterking. Dat laat echter onverlet dat er sprake kan zijn van bijzondere, externe omstandigheden die een rol spelen bij de schadeafhandelingen/of versterking en om andersoortige hulp of begeleiding vragen. De drie taken opgenomen in deze regeling moeten er daarom gezamenlijk voor zorgen dat in uiteenlopende situaties een passende en zo laagdrempelig mogelijke oplossing kan worden geboden aan gedupeerden.

Het IMG had al, op basis van tijdelijke mandaatbesluiten, de bevoegdheid om bijzondere situaties en vastgelopen situaties op te lossen. Met deze regeling wordt dit wettelijk vastgelegd en kan de hulp van de Commissie bijzondere situaties en het interventieteam voor vastgelopen situaties, voor de gedupeerden van de gaswinning in Groningen ongewijzigd worden voortgezet.

Voor alle drie de taken geldt dat deze zijn bedoeld voor het oplossen van knelpunten binnen het effectgebied van het Groningenveld en de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk. Op grond van artikel 6:177a van het Burgerlijk Wetboek wordt het gebied waar het IMG in ieder geval schade dient af te handelen met toepassing van het bewijsvermoeden gespecificeerd middels een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Deze AMvB bepaalt de minimale afbakening van het toepassingsgebied, zoals tot uitdrukking gebracht met de formulering ‘in ieder geval’ in het desbetreffende artikel. In individuele gevallen waarin de bijzondere omstandigheden hiertoe aanleiding geven en die verband houden met de afhandeling van schade als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld en/of de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk, kunnen die situaties dus ook buiten het in de AMvB gespecificeerde gebied worden opgelost en, in geval van bijzondere of vastgelopen situaties, ook van buiten dat gebied worden aangedragen.

2. Knelpunten als gevolg van de koppeling van de schadeafhandeling aan het schadevergoedings- en aansprakelijkheidsrecht

2.1 Aanleiding

Het IMG handelt schade in Groningen af volgens het wettelijke geldende schadevergoedings- en aansprakelijkheidsrecht in het Burgerlijk Wetboek (artikel 2, zesde lid, TwG). Dit betekent dat het IMG de schade afhandelt veroorzaakt door bodembeweging van het Groningenveld of de gasopslagen bij Norg en Grijpkerk, waar de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) aansprakelijk voor is. In de praktijk kan dit leiden tot knelpunten, waarbij het wettelijk kader van de aansprakelijkheid onvoldoende ruimte biedt voor een passende oplossing. Dit werd onder andere geconcludeerd in de evaluatie van de TwG3. In het rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen is de aanbeveling gedaan om de wettelijke opdracht van het IMG te verruimen voor een coulantere schadeafhandeling. Het kabinet heeft besloten deze aanbeveling op te volgen. Dit vergt een aanpassing van artikel 2, zesde lid, van de TwG. Om te voorkomen dat gedupeerden moeten wachten op een wetswijziging, wordt met deze regeling vooruitlopend daarop in het derde lid van artikel 1a.1 bij het IMG de mogelijkheid neergelegd om knelpunten op te lossen waarbij de in artikel 2, zesde lid, van de TwG opgenomen verplichting voor het IMG om zijn taken en bevoegdheden uit te voeren met toepassing van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek een goede schadeafhandeling in de weg zit.

Het is daarbij aan het IMG om te bepalen of sprake is van een knelpunt, of het aangewezen is om een maatregel te treffen en welke maatregel in dat geval redelijk is. Mede vanwege de uiteenlopende aard van de gevallen, komt het IMG hierbij beleids- en beoordelingsvrijheid toe. Het IMG zal in overleg met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) deze taak verder invullen. Het IMG heeft in zijn uitvoeringstoets voorbeelden aangedragen van situaties waarin het op basis van deze regeling verwacht gedupeerden een oplossing te kunnen bieden:

Voorbeeld 1

Er is een groot gezin waarbij de ouders een agrarisch bedrijf hebben. De woning van het gezin heeft schade opgelopen maar slechts een gedeelte daarvan wordt als mijnbouwgerelateerd geclassificeerd door de deskundige van het IMG. In deze periode wordt eveneens een ernstige ziekte geconstateerd bij één van de kinderen waardoor het gezin niet bij machte is de overige schade zelf op te lossen of te herstellen. Op basis van de regeling wordt álle daadwerkelijke schade opgelost en hersteld onder deze schrijnende omstandigheden.

Voorbeeld 2

Bewoners zijn uit hun huis geplaatst vanwege een acuut onveilige situatie. De gemeente heeft het pand onbewoonbaar verklaard omdat de constructie van de woning als onveilig is beoordeeld. Er moeten veiligheidsmaatregelen getroffen worden maar de bewoners zien graag dat dit niet ten koste gaat van de karakteristieke architectuur van hun pand. Sloop-nieuwbouw zou daarom geen geschikte oplossing zijn. Op basis van de regeling wordt een passende oplossing geboden waarbij de karakteristieke eigenschappen van het pand behouden worden.

2.2 Financieel kader

Ten behoeve van de uitoefening van deze taak is met de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie voorlopig € 70 miljoen ter beschikking gesteld.

3. Bijzondere situaties

3.1 Aanleiding

De Commissie bijzondere situaties (hierna: Commissie) is in 2014 opgericht op verzoek van de toenmalige Minister van Economische Zaken. In 2016 heeft de toenmalige Minister van Economische Zaken de Commissie formeel ingesteld met het Instellingsbesluit Commissie bijzondere situaties4. De Commissie adviseert sindsdien over hulp aan mensen in bijzondere (schrijnende) situaties, naar aanleiding van schade door bodembeweging als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag Norg (hierna: schade). Vanaf 1 juli 2023 valt hieronder ook de gasopslag Grijpskerk5. Sinds 20196 is de taak van de Commissie uitgebreid naar bijzondere situaties naar aanleiding van versterkingsmaatregelen. Het werk dat de Commissie doet betreft geen reguliere schadevergoeding, maar het vanuit een geheel onafhankelijke positie leveren van maatwerkoplossingen aan mensen die, mede als gevolg van de aardbevingen in Groningen, in medische, psychische, sociale en/of financiële nood verkeren.

De Commissie adviseerde aan de NAM. De NAM volgde deze adviezen vervolgens op en financierde de hulp. De NAM bemoeide zich niet met de advisering door de Commissie en volgde de adviezen ook altijd op. De Commissie kon op deze wijze onafhankelijk van de NAM en de minister werken. Deze onafhankelijkheid is één van de belangrijkste redenen gebleken van het succes van de Commissie. De Commissie heeft vanaf 2014 ruim driehonderd adviezen gegeven, grotendeels tot tevredenheid van de betrokkenen. Hiermee heeft de Commissie goed werk verricht voor mensen die extra hulp nodig hadden.

In 2018 is afgesproken dat de NAM volledig op afstand wordt gezet van de afhandeling van schade7. Voor de afhandeling van schade is het IMG opgericht. Toen de NAM op afstand werd gezet, heeft de NAM aangegeven de door de Commissie geboden hulp niet langer te willen financieren. Omdat het werk van de Commissie waardevol is, heeft het kabinet destijds besloten om de financiering van uitvoering van de adviezen van de Commissie over te nemen8. Er is toen € 3 miljoen beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van de adviezen van de Commissie tot en met 1 juni 2022.

De verandering van private financiering (door de NAM) naar publieke financiering betekende dat de positionering van de Commissie moest veranderen. Het IMG heeft daarom op 13 september 2019 vooruitlopend op een definitieve wettelijke regeling middels een mandaatbesluit het mandaat gekregen om hulp te verlenen in bijzondere situatie9. Het IMG neemt het besluit op basis van het advies van de Commissie. Het uitgangspunt bij deze overgang was dat de Commissie zoveel mogelijk op dezelfde wijze haar werk voort kan zetten. Belangrijk daarbij was de onafhankelijkheid van de Commissie.

Omdat dit mandaat van tijdelijke aard is en het belangrijk is om de hulp bij bijzondere situaties wettelijk vast te leggen wordt met onderhavige regeling het bieden van hulp in bijzondere situaties door het IMG onderdeel van de Regeling Tijdelijke wet Groningen (Regeling TwG).

3.2 Reikwijdte

De bijzondere situaties waarin het IMG hulp kan bieden op basis van het advies van de Commissie moeten aan een aantal cumulatieve voorwaarden voldoen. In de eerste plaats moet er sprake zijn van een situatie waarin een natuurlijk persoon schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslagen bij Norg of Grijpskerk heeft geleden of waarin een gebouw waarvan hij eigenaar of bewoner is versterkt wordt.

In de tweede plaats moet de bijzondere situatie bij het IMG worden aangedragen door een burgemeester van de gemeente binnen het aardbevingsgebied waarin de benadeelde woonachtig is, de Nationale ombudsman en/of regionale zorg- en hulpverleners. Voorts moet er sprake zijn van een aantoonbaar medisch, psychisch of sociaal probleem, waarbij hulp nodig is. En tot slot dient de benadeelde door persoonlijke omstandigheden in ernstige financiële problemen dreigen te komen of failliet dreigen te gaan, of al in die omstandigheden terecht te zijn gekomen.

De hulp die het IMG op basis van het advies van de Commissie biedt, is vormvrij en kan zowel financieel zijn als in natura. Zoals in de jaarverslagen van de Commissie te lezen is, heeft de Commissie sinds 2014 laten zien dat er verschillende vormen van hulp geboden worden.

Deze voorwaarden zijn dezelfde als de voorwaarden die golden onder het mandaatbesluit, met de toevoeging dat nu ook regionale zorg- en hulpverleners een bijzondere situatie kunnen aandragen. Deze laatste categorie aandragers is toegevoegd om te zorgen dat bijzondere situaties kunnen worden aangedragen door de hulpverleners die het dichtst bij mogelijke benadeelden staan. Er kan hierbij gedacht worden aan een huisarts, psycholoog, geestelijk verzorger of schuldhulpverlener. Het aanmeldproces wordt hierdoor laagdrempeliger en er kan daardoor sneller aan de Commissie gesignaleerd worden dat sprake is van een bijzondere situatie.

3.3 Werkwijze en advisering door Commissie bijzondere situaties

De Commissie adviseert het IMG of er sprake is van een bijzondere situatie en, als daar sprake van is, over de te verlenen hulp. De Commissie is een adviseur als bedoeld in artikel 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Het IMG neemt vervolgens het besluit over de situatie op basis van het advies van de Commissie. Als het IMG afwijkt van een uitgebracht advies, dan vermeldt het IMG de redenen voor de afwijking in de motivering van het besluit. De verwachting is dat het IMG, net als de NAM in het verleden, de adviezen van de Commissie onverkort blijft opvolgen. Tot op heden heeft het IMG niet afgeweken van de adviezen van de Commissie. Eigen aan bijzondere situaties is dat het in sommige gevallen van belang is dat op zeer korte termijn hulp geboden wordt. Het IMG en de Commissie hebben derhalve een werkwijze gevonden waarbinnen het mogelijk is om in spoedeisende gevallen snel te kunnen handelen.

De werkwijze van het IMG en de Commissie zal, met inwerkingtreding van deze regeling, ongewijzigd doorgang kunnen vinden.

3.4 Financieel kader

Ten behoeve van de uitoefening van deze taak is € 3 miljoen per jaar ter beschikking gesteld voor het oplossen van bijzondere situaties tot en met 2028.

4. Vastgelopen situaties

4.1 Aanleiding

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de provincie Groningen en de zeven (na de gemeentelijke herindeling per 1 januari 2021 vijf) gemeenten in het aardbevingsgebied hebben op 6 november 2020 bestuurlijke afspraken gemaakt over de versterkingsoperatie om de uitvoering daarvan te versnellen en beheersbaar te maken10 (hierna: bestuurlijk afspraken versterken). Eén van deze afspraken betrof het instellen van een tijdelijke regeling om bij te dragen in schrijnende situaties waar versterking en schade samengaan met een zwakke algehele staat van het pand. Hiervoor is toen € 50 miljoen beschikbaar gemaakt (waarvan € 10 miljoen uit het Gebiedsfonds).

Om invulling te geven aan deze afspraak heeft het IMG op 28 juni 2021, vooruitlopend op de definitieve wettelijke verankering, middels een mandaatbesluit het mandaat gekregen voor het bieden van oplossingen in vastgelopen situaties11. Omdat dit mandaat van tijdelijke aard is en het belangrijk is om deze taak wettelijk vast te leggen wordt met onderhavige regeling het oplossen van vastgelopen situaties door het IMG, voor zover het schade betreft, onderdeel van de Regeling TwG.

De versterkingsproblematiek bij vastgelopen situaties wordt opgepakt door de NCG die de versterkingsoperatie namens de Minister van EZK uitvoert. Het IMG en de NCG werken samen om de vastgelopen situaties op te lossen.

4.2 Reikwijdte

De middelen die met de bestuurlijke afspraak ter beschikking zijn gesteld, worden ingezet voor het oplossen van situaties waarin mensen bij wie sprake is van schade of versterking, zijn vastgelopen en te maken hebben met (potentiële) schrijnende omstandigheden. Het gaat daarbij om situaties waarbij iemand uit het aardbevingsgebied (in de eerste plaats het gebied, bedoeld in de bestuurlijke afspraken versterken, te weten de gemeenten Eemsdelta, Groningen (stad), Het Hogeland, Midden-Groningen en Oldambt) wordt aangedragen door:

  • de NCG (als representant van de Minister van EZK);

  • een gemeente gelegen binnen het aardbevingsgebied; of

  • het IMG.

De situaties die kunnen worden aangedragen zijn situaties waarin er sprake is van schade, versterking of beide. Schade kan daarbij zien op schade waarvoor een vergoeding is ontvangen van het IMG, de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen of NAM, waaronder tevens de vorderingen vallen die door de Raad voor Arbiters Bodembeweging en de burgerlijk rechter zijn beoordeeld. Maar schade kan ook zien op vergoedingen die het IMG, naar zijn oordeel op basis van de beoordeling van de aanvraag, verwacht te zullen uitkeren. Versterking kan zowel zien op gebouwen die reeds versterkt zijn om te voldoen aan de veiligheidsnorm, als gebouwen die nog in het versterkingsproces zitten, als bedoeld in het Besluit versterken gebouwen Groningen.

Vervolgens zijn de personen ten behoeve van wie deze bevoegdheid kan worden gebruikt:

  • bewoners, eigenaren of gebruikers van gebouwen ten aanzien van wie een versterkingsbesluit is of wordt genomen, of

  • personen die een vergoeding van schade als bedoeld in artikel 1 van de TwG hebben ontvangen van NAM, de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen of het IMG of een vergoeding zullen ontvangen van het IMG.

Het gaat daarbij in de eerste plaats om natuurlijke personen, maar in bijzondere gevallen kan het bijvoorbeeld ook gaan om rechtspersonen, zoals een eigenaar van een winkel.

Deze schrijnende omstandigheden kunnen bijvoorbeeld mede het gevolg zijn van een algeheel zwakke staat of conditie van het desbetreffende pand vanwege constructieve problemen. Maar zij kunnen bijvoorbeeld ook zijn ontstaan door andere factoren die gerelateerd zijn aan bodembeweging als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag bij Norg.

Het dient voorts te gaan om zaken die tussen wal en schip (dreigen te) geraken. Dat wil zeggen dat de betrokken personen zelf niet bij machte lijken om de vastgelopen situatie op te lossen, en dat de situatie ook met behulp van bestaande regelingen of door bestaande partijen, binnen hun huidige bevoegdheden, niet op een redelijke of adequate wijze kan worden opgelost. Op dit hiaat springt deze aanpak voor vastgelopen situaties in. Het ontbreken van een bestaande voorziening, dient in eerste instantie beoordeeld te worden door de partij (veelal een gemeente) die de situatie aandraagt. Het IMG betrekt dit uiteindelijk ook bij de beoordeling of sprake is van een vastgelopen situatie en of maatregelen aangewezen zijn.

Zolang er een bezwaarprocedure of procedure bij de rechter aanhangig is ten aanzien van de geleden schade of het versterkingsbesluit is het voor het IMG niet goed mogelijk om een besluit te nemen om een redelijke maatregel te treffen voor een vastgelopen situatie. Dit omdat, in afwachting van de uitkomst van die procedure, niet goed kan worden vastgesteld of maatregelen aangewezen zijn en welke maatregelen er dan nodig zijn. In deze situaties kan het IMG in afwachting van de afloop van een dergelijke procedure, een voorlopige redelijke maatregel treffen voor een vastgelopen situatie. Deze maatregel kan ook aanleiding zijn tot het stoppen van de bezwaarprocedure. Wanneer de procedure is afgerond kan vervolgens een definitieve beslissing genomen worden.

Deze voorwaarden zijn hetzelfde gebleven als de voorwaarden die werden gehanteerd in het mandaatbesluit.

4.3 Werkwijze

Aan het IMG wordt met deze regeling de taak gegeven om met behulp van redelijke maatregelen maatwerkoplossingen te bieden in vastgelopen situaties. Het is daarbij aan het IMG om in de omstandigheden van de gevallen te bepalen of er sprake is van een vastgelopen situatie, of het aangewezen is om een maatregel te treffen en welke maatregel in dat geval redelijk is. Mede vanwege de uiteenlopende aard van de gevallen die zullen worden aangedragen, komt het IMG hierbij beleids- en beoordelingsvrijheid toe. Het IMG baseert zijn beslissing daarbij op het advies van de onafhankelijk adviseur, die tot taak heeft het IMG en de NCG op ieder van deze punten te adviseren.

Het IMG, de NCG en de onafhankelijk adviseur krijgen zo veel ruimte als mogelijk om maatwerkoplossingen te kunnen bieden waarmee de benadeelde een punt kan zetten achter lopende procedures die tot op heden geen adequate oplossing hebben kunnen bieden. De inzet dient daarbij gericht te zijn op het bieden van een oplossing die zo veel mogelijk aansluit bij de hulpvraag en behoefte van de benadeelde. De aanpak is gericht op maatwerk en probeert daarmee een vastgelopen situatie op te lossen en een benadeelde perspectief te bieden. Indien er in de desbetreffende situatie ook sprake is van sociale, psychische, juridische, ruimtelijke of andere problemen, dan wordt hier bij de voorgestelde oplossing voor de vastgelopen situatie zoveel mogelijk rekening mee gehouden.

De taak om redelijke maatregelen te treffen om een maatwerkoplossing te bieden, wordt uitgevoerd door zowel het IMG als de NCG. Vanuit het IMG of de NCG wordt een begeleider aangewezen die met de bewoner, eigenaar of benadeelde in contact staat en diegene ondersteunt. Het IMG of de NCG (of beide) treedt in overleg met de bewoner, eigenaar of benadeelde met het oog op het goed in kaart brengen van de hulpvraag en het bedenken van oplossingen. Ook de desbetreffende gemeente wordt geconsulteerd.

De Minister van EZK (in de praktijk de staatssecretaris) stelt de onafhankelijke adviseur aan die als taak heeft advies uit te brengen aan het IMG en de NCG over het met behulp van redelijke maatregelen bieden van maatwerkoplossingen in vastgelopen situaties. Dit advies ziet op de vraag of er sprake is van een vastgelopen situatie, of het aangewezen is om een maatregel te treffen en welke maatregel in dat geval redelijk is. Of sprake is van een vastgelopen situatie dient zo vroeg mogelijk in het proces te worden beoordeeld door de NCG, het IMG en de onafhankelijke adviseur zodat aan bewoners snel duidelijkheid kan worden verschaft. De onafhankelijke adviseur dient daarbij te kunnen steunen op voldoende draagvlak in het gebied. Een vertegenwoordiger van het IMG, de NCG, en de onafhankelijke adviseur vormen tezamen het interventieteam dat zich, aan de hand van een zelf vastgestelde werkwijze, gezamenlijk buigt over de vastgelopen situatie. De adviseur treedt op als voorzitter van het interventieteam. Ook kan, wanneer dit noodzakelijk of wenselijk is, een andere partij betrokken worden die een bijdrage kan leveren aan het realiseren van een oplossing. Dit mondt uit in een advies van de adviseur aan het IMG dan wel de NCG voor een maatwerkoplossing. De oplossing voor de vastgelopen situatie wordt door het IMG of de NCG (of beide) besproken met de bewoner en met de desbetreffende gemeente. De inzet is gericht op het bieden van een oplossing die zo veel mogelijk aansluit bij de hulpvraag/behoeften van de bewoner.

De onafhankelijke adviseur motiveert zijn adviezen op inzichtelijke wijze en legt deze motivering schriftelijk vast. Het IMG dan wel de NCG neemt in beginsel het advies van de onafhankelijk adviseur over en neemt op basis van het advies het formele besluit. Indien het IMG dan wel de NCG afwijkt van het advies van de adviseur wordt dit gemotiveerd. Dit alles volgt uit de Awb. In situaties waarin alleen schadevergoeding is of zal worden ontvangen is daarbij in beginsel het IMG bevoegd om een besluit te nemen over het met behulp van redelijke maatregelen bieden van maatwerkoplossingen in vastgelopen situaties. In situaties waarin alleen een versterkingsbesluit is of wordt genomen, is dit in beginsel de NCG. In situaties waarin sprake is van zowel schadevergoeding als een versterkingsbesluit beslissen het IMG en de NCG op basis van de omstandigheden van de aangedragen casus wie er een besluit neemt over het met behulp van redelijke maatregelen bieden van maatwerkoplossingen in vastgelopen situaties.

De adviseur kan worden aangemerkt als adviseur bedoeld in artikel 3:5 van de Awb. In de Awb zijn in afdeling 3.3 voorschriften opgenomen over adviezen van adviseurs bedoeld in artikel 3:5 van de Awb. Zo mag een adviseur niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan dat hem heeft aangesteld en dient het bestuursorgaan aan te geven binnen welke termijn een advies wordt verwacht. Deze termijn mag niet zodanig kort zijn dat de adviseur zijn taak niet naar behoren kan vervullen. Het bestuursorgaan waaraan advies wordt uitgebracht, stelt aan de adviseur de gegevens ter beschikking die nodig zijn voor een goede vervulling van zijn adviestaak. Ook moet een bestuursorgaan dat een besluit neemt dat afwijkt van een uitgebracht advies de redenen voor de afwijking in de motivering van het besluit vermelden (artikel 3:50 Awb).

De werkwijze van het IMG en de NCG op het gebied van vastgelopen situaties zal, met inwerkingtreding van deze regeling, ongewijzigd doorgang kunnen vinden.

4.4 Financieel kader

Ten behoeve van de uitoefening van deze taak staat het IMG en de NCG op grond van de bestuurlijke afspraak van november 2020 gezamenlijk een bedrag van ten hoogste € 50 miljoen ter beschikking (waarvan € 10 miljoen uit het Gebiedsfonds). Vastgelopen situaties vallen, samen met bijzondere situaties en andere knelpunten, onder knelpunten, bedoeld in artikel 2, elfde lid, van de TwG.

De verdeling van dit budget vindt plaats op basis van de genomen besluiten. De Minister van EZK stelt daartoe een bedrag vast dat het IMG ten hoogste ter beschikking staat ten behoeve van het met behulp van redelijke maatregelen bieden van maatwerkoplossingen in vastgelopen situaties. Omdat het IMG en de NCG ten laste van hetzelfde budget maatregelen treffen kan dit in de praktijk met zich brengen dat er een herverdeling plaatsvindt van de beschikbare middelen op basis van de door de NCG en het IMG genomen besluiten. Dit betekent dat het bedrag dat door de Minister van EZK aan het IMG ten hoogste ter beschikking wordt gesteld naar beneden toe kan worden bijgesteld.

5. Rapportage en evaluatie

Over de uitoefening van bovenstaande bevoegdheden wordt jaarlijks in jaarverslagen verantwoording afgelegd.

Voor vastgelopen situaties brengt het IMG in aanvulling op de jaarlijkse rapportage over de uitoefening van deze bevoegdheid in het jaarverslag van het IMG op grond van artikel 18, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, in afstemming met de NCG, jaarlijks een verslag uit aan de provincie Groningen en de betrokken gemeenten over de doeltreffendheid en de effecten van het besluit. Bij het verslag worden tevens de ervaringen van de onafhankelijke adviseur, de provincie Groningen en de betrokken gemeenten betrokken.

6. Effecten en regeldruk

Deze regeling brengt geen veranderingen in regeldruk met zich mee voor bewoners en bedrijven in het effectgebied waar het IMG schade afhandelt. De taak die aan het IMG wordt gegeven betreffende bijzondere situaties en vastgelopen situaties is een bestaande taak die voorheen tijdelijk was geregeld in mandaatbesluiten. De werkwijze blijft hetzelfde en leidt niet tot aanpassingen voor bewoners of bedrijven. De taak die het IMG krijgt om knelpunten op te lossen als gevolg van de koppeling van de schadeafhandeling aan het schadevergoedings- en aansprakelijkheidsrecht wordt proactief door het IMG uitgevoerd en leidt niet tot aanpassingen in aanvraagprocedures. Bewoners hoeven geen aanvraag te doen, maar in individuele situaties kan het IMG besluiten tot een hogere schadevergoeding.

Met de inwerkingtreding van deze regeling kunnen ook regionale zorg- en hulpverleners bijzondere situaties aandragen bij de Commissie. Hierdoor ontstaat er potentieel een beperkte toename in regeldruk bij deze groep. Dit gaat slechts om een signaalfunctie, waarvoor de Commissie een werkwijze zal opstellen. Het blijft verder aan de Commissie om daadwerkelijk te beoordelen of er sprake is van een bijzondere situatie zoals beschreven in deze regeling.

Voordat de regionale zorg- en hulpverleners weten wat de gevolgen zijn van deze regeling moet men kennisnemen van deze regeling en dat vertaalt zich in de zogeheten kennisnamekosten. Voor de inschatting van deze tijdsbelasting worden de totale kosten aan regeldruk voor de zorg- en hulpverleners omgerekend in euro’s met de omrekenfactor die een netto uurtarief bedraagt. Het gemiddelde intern uurtarief voor verpleegkundigen met hogere opleiding is € 52 per uur.12 Ervan uitgaande dat dit bedrag representatief is voor de groep hulpverleners die het betreft en dat de gemiddelde tijd van kennisname naar schatting 30 minuten bedraagt, komen de totale kennisnamekosten op € 26 per hulpverlener. Naast de kennisnamekosten zijn er mogelijk kosten voor het vergaren van aanvullende informatie (naar schatting circa 15 minuten) en kosten voor de verwerking van de gegevens (de doorgeleiding naar de Commissie, naar schatting circa 30 minuten), van in totaal € 39 per zorgverlener.

7. Uitvoeringstoets IMG

Het IMG heeft een uitvoeringstoets opgesteld over onderhavige regeling en acht deze uitvoerbaar. Daarbij wees het IMG op een discrepantie tussen het tijdelijke mandaatbesluit voor vastgelopen situaties en onderhavige regeling. In de conceptregeling werd het IMG niet genoemd als instantie die vastgelopen situaties aan kan dragen, terwijl deze mogelijkheid onder het huidige mandaatbesluit wel bestaat. Deze omissie is in de definitieve regeling weggenomen, zie artikel 1a.4, tweede lid. Daarnaast gaf het IMG in de uitvoeringstoets aan dat de uitvoering van deze regeling gericht zal zijn op individuele situaties en dat een bredere toepassing hiervan, evenals de omgang met schade buiten het effectgebied in dit verband, politieke weging vraagt. Dit sluit aan bij de formulering van de regeling, waarin tevens is opgenomen dat het IMG in overleg met het Ministerie van EZK verder invulling zal geven aan deze taak. Tot slot gaf het IMG aan dat er wordt gewerkt aan het aanbieden van een aanvullende vaste vergoeding voor het oplossen van onuitlegbare verschillen.

8. Uitkomsten consultatie

Voor deze regeling heeft een internetconsultatie plaatsgevonden. De provincie Groningen heeft pro forma op de regeling gereageerd, onder verwijzing naar een ambtelijk overleg met het Ministerie van EZK gedurende de looptijd van de consultatie. Eenzelfde reactie is ingediend door de aardbevingsgemeenten Groningen, Midden-Groningen en Oldambt. Hierbij is aandacht gevraagd voor de complexiteit van de regeling, vanwege de versplintering in ‘bijzondere’, ‘vastgelopen’ en ‘andersoortige’ knelpunten. Ook sloot de terminologie van de regeling volgens de provincie en de genoemde gemeentes niet aan bij het dagelijks taalgebruik. Daarnaast is aandacht gevraagd voor de consequenties voor de uitvoering, waarbij met name werd ingegaan op het oplossen of aandragen van knelpunten van buiten het effectgebied.

Het bovenstaande heeft niet tot een wijziging van de inhoud van deze regeling geleid, onder meer omdat zoveel mogelijk aansluiting is gezocht bij de huidige mandaatbesluiten voor bijzondere situaties en vastgelopen situaties ten behoeve van een ongestoorde voortzetting van dit werk. Wel is de toelichting op een aantal punten verduidelijkt en is de volgorde van de taken in artikel 1a.1 van de regeling gewijzigd. Dit om beter te duiden hoe de verschillende taken zich tot elkaar verhouden en te expliciteren dat dit geheel ertoe moet leiden dat in uiteenlopende situaties een passende en zo laagdrempelig mogelijke oplossing aan gedupeerden kan worden geboden. De regeling start daartoe met de taak knelpunten in de reguliere schadeafhandeling op te lossen die ontstaan door de koppeling aan het aansprakelijkheidskader in het BW, om vervolgens in te gaan op de taak tot hulp in bijzondere en vastgelopen situaties.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

Aan artikel 1.1 van de Regeling TwG wordt een aantal begripsbepalingen toegevoegd. Niet alle begrippen behoeven nadere toelichting.

Onder ‘oplossen’ wordt verstaan het bieden van financiële of andersoortige bijstand. Bij andersoortige bijstand kan worden gedacht aan begeleiding in gesprekken met de bank of andere instanties of het regelen van tijdelijke huisvesting.

Artikel I, onderdeel B

Met artikel I, onderdeel B, wordt de knelpuntentaak van het IMG, bedoeld in artikel 2, elfde en twaalfde lid van de TwG ingevoegd als paragraaf 1a in de Regeling TwG. Deze paragraaf zal drie artikelen beslaan, die hieronder worden toegelicht.

Artikel 1a.1

Dit artikel belegt de drie taken, genoemd in paragraaf 1 van het algemeen deel van de toelichting bij het IMG.

Het eerste lid van artikel 1a.1 legt bij het IMG de mogelijkheid neer om knelpunten op te lossen waarbij de in artikel 2, zesde lid, van de TwG opgenomen verplichting voor het IMG om zijn taken en bevoegdheden uit te voeren met toepassing van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (het schadevergoedings- en aansprakelijkheidsrecht) een goede schadeafhandeling in de weg zit. Hiervoor is een apart budget gereserveerd. Dit zal het IMG toestaan om ruimhartiger in te grijpen, als dit op basis van bestaande instrumenten niet mogelijk is. Het IMG kan deze taak verder zelf invullen.

Het tweede lid van artikel 1a.1 geeft het IMG de taak bijzondere situaties op te lossen. Het artikel bevat drie cumulatieve criteria waaraan een situatie moet voldoen om te worden geclassificeerd als een bijzondere situatie. De afweging of en wanneer aan deze voorwaarden voldaan is valt binnen de beoordelingsvrijheid van het IMG. Zij zullen deze beoordeling motiveren.

Het derde lid van artikel 1a.1 geeft het IMG de taak vastgelopen situaties op te lossen. Het artikel bevat drie cumulatieve criteria waaraan een situatie moet voldoen om te worden geclassificeerd als een vastgelopen situatie. Wederom valt de afweging of en wanneer aan deze voorwaarden voldaan is binnen de beoordelingsvrijheid van het IMG. Zij zullen deze beoordeling motiveren.

Artikel 1a.2

Dit artikel legt de verhouding tussen de Commissie bijzondere situaties en het IMG vast. Het IMG verzoekt de commissie om advies over hulp in bijzondere situaties, inhoudende dat de commissie het IMG van een advies zal voorzien als een bijzondere situatie zich voordoet.

Artikel 1a.3

Dit artikel legt de verhouding tussen de onafhankelijke adviseur in het kader van vastgelopen situaties en het IMG vast. Daarnaast bepaalt het dat de Minister van EZK, of in dit geval de staatssecretaris, de onafhankelijk adviseur benoemt. Het benoemen van de onafhankelijke adviseur is bij de minister belegd, en niet bij het IMG, om te zorgen dat de adviseur voldoende onafhankelijk is van het IMG. Het IMG verzoekt de onafhankelijk adviseur om advies over hulp in vastgelopen situaties. Laatstgenoemde zal dan, of op eigen initiatief, een advies opstellen en aan het IMG verstrekken met betrekking tot de hulp die nodig is om de vastgelopen situatie te verlichten en waar mogelijk helemaal op te lossen.

Artikel 1a.4

Artikel 1a.4 bepaalt welke partijen een bijzondere situatie of een vastgelopen situatie kunnen aandragen bij de Commissie bijzondere situaties of het interventieteam voor vastgelopen situaties.

Een bijzondere situatie kan worden aangedragen door een burgemeester van de gemeente waar de benadeelde woonachtig is, de Nationale ombudsman of regionale zorg- of hulpverleners.

Een vastgelopen situatie kan worden aangedragen bij het IMG door een burgemeester, het IMG of door de NCG.

Artikel I, onderdeel C

Artikel I, onderdeel C, voegt ‘en oplossen knelpunten’ toe aan het opschrift van paragraaf 11 van de Regeling TwG. Dit opschrift luidt na deze toevoeging als volgt: Hoogte financiële middelen duurzaam herstel en oplossen knelpunten. Deze toevoeging wordt gedaan omdat er met artikel I, onderdeel D, een artikel wordt toegevoegd aan deze paragraaf. Dit artikel voorziet in het budget voor het oplossen van knelpunten.

Artikel I, onderdeel D

Er wordt een artikel ingevoegd dat voor de hoogte van de beschikbare financiële middelen voor respectievelijk bijzondere situaties, vastgelopen situaties en andere knelpunten verwijst naar de begroting van het Ministerie van EZK voor het desbetreffende jaar. Jaarlijks worden de financiële middelen die beschikbaar staan voor de versterking en aardbevingsschade in Groningen begroot. Deze financiële middelen voor schade en versterken in Groningen zijn te vinden in de tabel behorende bij de artikelsgewijze toelichting op beleidsartikel 5 in onderdeel B van de memorie van toelichting van de begrotingswet voor het desbetreffende jaar. De hoogte van de financiële middelen is gesplitst: voor bijzondere situaties zal het begrote bedrag te vinden zijn onder ‘Commissie bijzondere situaties’, voor vastgelopen situaties zal dit te vinden zijn onder ‘vastgelopen dossiers’ en voor de het budget dat het IMG verder ter beschikking heeft staan ten behoeve van knelpunten zal dit te vinden zijn onder ‘Knelpunten IMG’.

De financiële middelen voor vastgelopen dossiers worden gedeeld met de NCG, omdat het IMG in het kader van vastgelopen situaties samenwerkt met het NCG in het Interventieteam. Vandaar dat het in artikel 11.2, tweede lid, gaat om ‘de uitgaven van het Instituut en de Minister’.

Artikel I, onderdeel E

De tabel in onderdeel E vervangt tabel 2.2 in bijlage 2 van de Regeling Tijdelijke wet Groningen in verband met enkele omissies.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie ervan in de Staatscourant. Hiermee wordt afgeweken van het beleid inzake de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen in werking treden met ingang van een nieuw kwartaal (1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober; zie aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving) en dat tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding een termijn van minimaal twee maanden in acht wordt genomen (aanwijzing 4.17, vierde lid). Deze afwijking kan in dit geval worden gerechtvaardigd doordat spoedige inwerkingtreding van de regeling in het belang is van degenen die een knelpunt ervaren dat met deze regeling kan worden opgelost. Hiermee is sprake van een situatie die valt onder de eerste uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Stb. 2023, 164.

X Noot
2

Kamerstukken II 2020/21, 35 603, nr. 43.

X Noot
3

Kamerstukken II 2022/23, 35 250, nr. 45.

X Noot
5

Stb. 2023, 165.

X Noot
7

Kamerstukken II 2017/18, 33 529, nr. 493.

X Noot
8

Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 832.

X Noot
10

Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 830.

X Noot
12

Handboek Meting Regeldrukkosten – Adviescollege toetsing regeldruk

Naar boven