33 529 Gaswinning

Nr. 830 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2020

Wij hebben vandaag bestuurlijke afspraken op hoofdlijnen gemaakt met de provincie Groningen en de zeven gemeenten in het aardbevingsgebied1. Groningen wordt veiliger door het besluit van het kabinet om de gaswinning uit het Groningenveld af te bouwen. Daarnaast is de bouwkundige kennis van de gevolgen van aardbevingen op woningen toegenomen en is er een typologie-aanpak ontwikkeld waarmee woningen sneller kunnen worden beoordeeld. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de versterkingsopgave. Door toepassing van de nieuwe inzichten kan veel sneller duidelijkheid worden geboden aan inwoners over de veiligheid van hun woning. Ook is daardoor aannemelijk dat een groot deel van de gebouwen in Groningen die nu beoordeeld zullen worden geen of minder zware versterkingsmaatregelen meer nodig heeft.

Tegen deze achtergrond blijven wij ons onverkort inzetten om die woningen die nu in het versterkingsproces zitten zo snel mogelijk te beoordelen en waar nodig te versterken. We weten vanuit het verleden dat door toepassing van de nieuwe inzichten soms onuitlegbare verschillen ontstaan in een straat wijk of dorp, wat ook wij onwenselijk achten. Met de gemaakte afspraken beogen we hoofdzakelijk twee dingen: meer keuzemogelijkheid voor bewoners en het voorkomen van onterechte ongelijkheid. Op deze manier wordt een belangrijke stap gezet om bewoners van het gebied duidelijkheid te bieden over de versterking van hun eigen woning.

Het kabinet trekt daarom € 1,42 mld. extra uit om uitvoering van de afspraken mogelijk te maken. Deze middelen worden bij de Voorjaarsnota 2021 verwerkt in de Rijksbegroting. De regionale overheden dragen voorts € 100 mln. bij uit het Nationaal Programma Groningen (NPG) waardoor er ruim € 1,5 mld. beschikbaar komt. Kosten voor de veiligheid en de afhandeling van de schade blijft het kabinet uiteraard op NAM verhalen.

In deze brief lichten wij de gemaakte afspraken toe. De bestuurlijke afspraken zitten als bijlage bij deze brief2. Tevens zijn twee adviezen bijgevoegd van het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG): het advies beoordeling Zandplaten Zuid (Delfzijl) en het advies over gebruik tijdvakken3. Met de gemaakte afspraken is tevens uitvoering gegeven aan drie moties van uw Kamer over een clustergewijze aanpak om het ontstaan van scheidslijnen tegen te gaan4 en toezeggingen die de Minister van BZK aan uw Kamer heeft gedaan in de AO’s Mijnbouw/Groningen van 24 juni (Kamerstuk 33 529, nr. 726) en 10 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 804)

Afspraken over de versterkingsoperatie

Afhankelijk van de fase van het proces van opname, beoordeling en versterking waarin een adres zich bevindt, zijn verschillende afspraken en keuzemogelijkheden van toepassing. In de afspraken onderscheiden wij de volgende categorieën:

  • a) adressen waarvoor een versterkingsadvies is gedeeld met de bewoners of nagenoeg gereed is;

  • b) adressen die in aanmerking komen voor clustering en maatwerk gericht op het tegengaan van moeilijk uitlegbare verschillen;

  • c) adressen waarvoor nog geen versterkingsadvies is en die niet in aanmerking komen voor clustering en maatwerk.

Verder zijn afspraken gemaakt over de financiering van inpassingskosten en over financiële ruimte voor de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) om op dit moment onvoorziene situaties snel te kunnen oplossen. Tot slot hebben wij afspraken gemaakt over investeringen in toekomstperspectief van inwoners gericht op woningverbetering en verduurzaming voor alle woningen in het aardbevingsgebied, ondersteuning voor verschillende sectoren (agro, erfgoed, MKB), continuering van de inzet op het gebied van en sociale en emotionele ondersteuning en de economische en duurzame ontwikkeling van de regio.

Adressen met beoordeling

Alle gebouwen waarvoor een versterkingsadvies is gedeeld met de bewoner worden conform dat advies versterkt, indien de bewoner daarvoor kiest. Datzelfde geldt voor de beoordelingen die al zover in het proces zitten dat het terughalen tot vertraging zou leiden. Deze categorie bestaat daarmee uit circa 13.000 adressen. Deze groep bewoners krijgt de mogelijkheid hun huis opnieuw te laten beoordelen tegen de nieuwste inzichten, voor zover de uitvoering nog niet is gestart of afgerond. In beginsel wordt voor de herbeoordeling de typologieaanpak gehanteerd. Bewoners in deze categorie krijgen een keuzemogelijkheid. Zij krijgen de keuze tussen het onverkort laten doorgaan van hun oude versterkingsadvies, of een herbeoordeling volgens de nieuwste inzichten. Dit gaat om de beoogde typologie-aanpak, die begin volgend jaar beschikbaar komt. Als eigenaren kiezen voor dit herbeoordelingstraject ontvangen zij ter compensatie een financiële tegemoetkoming € 30.000,– per adres voor verbetering en verduurzaming van de woning, waarvan een deel vrij besteedbaar.

Deze eigenaren krijgen zodoende regie over keuzes met betrekking tot hun woning. Zij krijgen uiteraard de noodzakelijke informatie en tijd om een onderbouwde keuze te kunnen maken en krijgen de mogelijkheid tot onafhankelijke ondersteuning bij het maken van een keuze. Aangezien nog niet alle beoordelingen verstrekt zijn krijgen alle bewoners die van dit aanbod gebruik kunnen maken voor 1 januari 2021 bericht, of zo veel eerder als het versterkingsadvies beschikbaar is. De eerste prioriteit zal worden gelegd bij die bewoners die nu in het proces van besluitvorming zitten.

Adressen die in aanmerking komen voor clustering en maatwerk

Het invoeren van de nieuwe Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR) kan, zoals we ook in het verleden hebben gezien, op plaatsen leiden tot onwenselijke verschillen tussen woningen die bij elkaar in de buurt staan. Hiervoor heeft zowel de regio als uw Kamer aandacht gevraagd van het kabinet. Het is voor bewoners niet altijd uitlegbaar dat hun woning geen versterking nodig heeft terwijl een vergelijkbare woning in de buurt ingrijpend wordt versterkt. Een belangrijk onderdeel van de gemaakte afspraken gaat daarom over hoe we met die ongelijkheid omgaan en hoe we bewoners daarin tegemoet kunnen komen.

De regio heeft een limitatieve inventarisatie gemaakt in welke straten, wijken of dorpen door het hanteren van verschillende NPR-versies onuitlegbare verschillen dreigen te ontstaan en welke woningen daarom in aanmerking zouden moeten komen voor clustering. Het gaat dan om woningen van bewoners die nog geen versterkingsadvies hebben, terwijl soortgelijke woningen in die straten of wijken al wel een versterkingsadvies hebben ontvangen. Dit betreft circa 4.000 adressen die reeds onderdeel waren van de versterkingsopgave. Voor een deel van die woningen waren al afspraken gemaakt of zijn de afspraken in een finaal stadium. Deze afspraken blijven van kracht en zijn leidend voor de uitvoering. Zo zijn wij er voor het Hart van Opwierde in Appingedam afgelopen zomer al in geslaagd om, in goed overleg met een vertegenwoordiging van de bewoners, overeenstemming te bereiken over een oplossing met alle betrokken partijen (Kamerstuk 33 529, nr. 797). Ook voor de Zandplatenbuurt Zuid in Delfzijl is begin september overeenstemming bereikt over de financiering van sloop en nieuwbouw waardoor dreigende ongelijkheid met de Zandplatenbuurt Noord wordt tegengegaan.

Voor de overige woningen in de clustergebieden is het uitgangspunt dat alle adressen waar nog geen beoordeling ligt, worden beoordeeld volgens de actuele inzichten. Indien uit deze beoordeling blijkt dat er versterkingsmaatregelen nodig zijn, worden deze uitgevoerd. In aanvulling hierop komen deze adressen, net als voor woningen die al beschikken over een beoordeling, in aanmerking voor een tegemoetkoming van € 30.000,- voor verbetering en verduurzaming van de woning. Zo wordt recht gedaan aan het verschil met vergelijkbare woningen in de directe omgeving die ook de mogelijkheid hebben gekregen om (op basis van herbeoordeling) hun woning te laten versterken op basis van de nieuwe inzichten. Een beperkt aantal woningen kan in plaats van de tegemoetkoming aanspraak maken op aanvullende maatregelen om specifieke problematiek op te lossen, om eigenaren die zich onveilig voelen tegemoet te komen. Dit zal vooral bestaan uit aanvullende versterkingsmaatregelen. Voor een zeer beperkt deel van de woningen is sloop/nieuwbouw nog aan de orde, als gevolg van het feit dat vergelijkbare woningen in de directe omgeving ook voor sloop/nieuwbouw in aanmerking zijn gekomen. In deze situaties zal gekeken worden naar een maatwerkoplossing.

De gemeenten en de NCG zullen de bewoners-eigenaren uiterlijk 1 maart 2021 informeren over de mogelijkheden die op hun situatie van toepassing zijn. Voor compensatie en maatregelen aan woningen in deze clustergebieden die niet bij NAM in rekening kunnen worden gebracht, trekt het Rijk in totaal € 300 mln. uit.

Overige adressen in de werkvoorraad

Zoals hierboven aangegeven worden de adressen uit de werkvoorraad van ruim 26.000 geïdentificeerde woningen die nog niet zijn beoordeeld en geen deel uitmaken van een clustergebied, beoordeeld volgens de nieuwste inzichten. Dit zal gebeuren aan de hand van de typologieaanpak. De versnelling met de typologieaanpak neemt niet weg dat de bewoners in deze groep vaak al lang wachten op een beoordeling van hun woning. Ter compensatie voor de lange doorlooptijd, de daarmee samenhangende verwachtingen en mogelijk uitgesteld onderhoud aan de woning, ontvangen ook deze eigenaren een financiële tegemoetkoming, in de vorm van subsidie van in totaal € 17.000,- per adres voor woningverbetering en -verduurzaming. Alle eigenaren die voor deze compensatie in aanmerking komen krijgen uiterlijk 1 mei 2021 bericht.

Gebiedsfonds

In aanvulling op de € 300 mln. die beschikbaar is gesteld voor clustering en maatwerk wordt € 300 mln. (€ 250 mln. Rijk, € 50 mln. uit NPG) beschikbaar gesteld om de kosten te dekken die gemeenten maken in verband met de versterkingsopgave. Deze middelen worden onder andere ingezet voor de inpassingskosten bij sloop en nieuwbouw (riolering, wegen e.d.), voor verbetering van de openbare ruimte in samenhang met versterking en voor het tegengaan van toekomstige situaties waarin moeilijk uitlegbare verschillen dreigen te ontstaan die in deze bestuurlijke afspraken niet worden geadresseerd.

Knelpuntenbudget

Daarnaast stelt het Rijk een budget van € 100 mln. beschikbaar aan de NCG om kleine knelpunten in de uitvoering van concrete projecten snel op te kunnen lossen. Dit budget komt bovenop de kosten die noodzakelijk zijn voor de veiligheid.

Typologie-aanpak

De typologie-aanpak wordt op dit moment gevalideerd door het ACVG en daarna zo snel mogelijk ingevoerd. Zodra de typologie-aanpak beschikbaar is worden in principe alle nog niet-beoordeelde adressen aan de hand van de typologie-aanpak beoordeeld. De inzet is om vooruitlopend op de implementatie de komende maanden zoveel mogelijk woningen toe te bedelen aan een typologie, om onnodige vertraging te voorkomen. Enkele honderden woningen zullen naar verwachting niet binnen een typologie vallen.

Investeren in toekomstperspectief

Met de afspraken over de versterking en het perspectief dat de versterkingsopgave minder omvangrijk zal zijn dan eerst leek, komen we tot een totale set aan bestuurlijke afspraken over het aardbevingsdossier Groningen. Dit is dan ook voor Rijk en regio het moment om passende afspraken te maken over aanvullende investeringen en toekomstperspectief voor Groningen. Gezien het leed, de zorgen, de schade en het verminderd woongenot bij veel Groningse bewoners, zijn de investeringen voor het overgrote deel direct gericht op de bewoners van het aardbevingsgebied.

Grofweg bestaan de investeringen uit:

  • Algemene woningverbetering voor alle woningen in het aardbevingsgebied

  • Integrale programma’s voor bijzondere doelgroepen: agro, erfgoed, MKB en sociale en emotionele ondersteuning

  • De economische en duurzame ontwikkeling van de regio

Algemene woningverbetering

De aardbevingsproblematiek treft meer bewoners dan alleen die bewoners van de ruim 26.000 adressen in de versterkingsopgave. Zij hebben vaak schade aan hun woning gehad en hebben veelal geleefd in onzekerheid over de vraag of hun woning wel veilig is of toch in de versterkingsopgave zou moeten worden betrokken. Daarom is onderhoud aan de woning soms uitgesteld. Bij een toekomstbestendig Groningen hoort een woningvoorraad die in goede staat is en voorbereid is op een duurzame energievoorziening. Voor particuliere eigenaren die binnen het aardbevingsgebied wonen, maar niet in de versterkingsoperatie zijn opgenomen, wordt daarom een subsidieregeling ingesteld van maximaal € 10.000,– per adres voor het verbeteren en verduurzamen van de woning. Voor woningcorporaties wordt in dit kader een specifieke regeling uitgewerkt gericht op woningverbetering. Hiervoor is € 135 mln. beschikbaar. De woningcorporaties hebben input geleverd wat heeft geresulteerd in de afspraak dat een deel hiervan rechtstreeks ten goede komt aan de huurders in het aardbevingsgebied. Dit zal de komende periode samen met de woningcorporaties worden uitgewerkt met als inzet € 750,– per huishouden. Hierbij worden ook de huurders betrokken die in de versterkingsopgave zitten omdat zij anders dan particuliere eigenaren minder makkelijk aanspraak kunnen maken op andere vormen van compensatie. Hoe de scope van deze regeling wordt bepaald staat aangegeven in de bijgevoegde afspraken. Goede uitvoering van deze subsidieregelingen staat of valt met een helder kader en een transparante afbakening. Dit wordt de komende maanden met de betrokken partijen nader uitgewerkt. Afgesproken is dat zowel de regeling voor woningeigenaren als die voor corporaties en huurders uiterlijk per 1 juli 2021 in werking treden.

Schrijnende situaties

In het aardbevingsgebied doen zich schrijnende situaties voor waar versterking en schade samengaan met een zwakke algehele staat van het pand. Daarom wordt een tijdelijke regeling ingesteld om bij te dragen aan structurele woningverbetering in deze situaties. Voor deze regeling is € 50 mln. beschikbaar. € 10 mln. daarvan komt uit het eerdergenoemde Gebiedsfonds.

Agrariërs, MKB, Erfgoed en sociaal-emotionele ondersteuning

Voor de implementatie van programma’s met betrekking tot agrariërs, MKB’ers en erfgoed in het aardbevingsgebied, worden extra middelen vrijgemaakt. Sommige onderdelen van deze integrale programma’s kunnen namelijk niet uit de reguliere schade- en versterkingsmiddelen worden opgepakt. Daarnaast is afgesproken de mogelijkheid te bieden om de inzet voor sociale en emotionele ondersteuning van de inwoners van Groningen te continueren. Voor deze verschillende programma’s voor agrariërs, MKB’ers, Erfgoed en sociaal-emotionele ondersteuning wordt in totaal € 50 mln. gereserveerd. De komende periode zal de regio met betrokken partijen gesprekken voeren over de uitwerking van de inhoudelijke programma’s en evenwichtige inzet van deze middelen.

Economische en duurzame ontwikkeling van de regio

De regio kent, naast de aardbevingsproblematiek, een groot aantal kansen en uitdagingen. Rijk en regio adresseren deze met elkaar in een samenwerkingsagenda. Deze agenda bevat bijvoorbeeld gezamenlijke inspanning ten aanzien van de kansen van de energietransitie in Groningen op het gebied van duurzame energie opwekking en het gebruik van waterstof in bijvoorbeeld de industrie en het openbaar vervoer. Ook kent de regio uitdagingen als de woningbouwopgave in de stad Groningen en krimp in sommige gemeenten in het ommeland. Deze samenwerkingsagenda werken Rijk en regio komende periode verder uit, waarbij ook het traject van de ontwikkeling van Groningen als NOVI-gebied (vanuit de nationale omgevingsvisie) en het NPG worden betrokken. Vooruitlopend op deze agenda zal de Minister van BZK in gesprek gaan met gemeenten met als doel vier extra wijken op te nemen in het programma aardgasvrije wijken, waardoor in totaal € 18,3 mln. extra wordt geïnvesteerd in Groningen. Gezien de noodzaak bewoners toekomstperspectief te bieden en de breed gedragen wens in de regio om van het aardgas af te gaan, acht het Rijk dit nodig om de kansen in Groningen te benutten en slim te koppelen aan andere transities in het gebied.

Randvoorwaarden en uitvoering

Het is van groot belang dat deze afspraken zo spoedig mogelijk worden geïmplementeerd en ook in de uitvoering vorm krijgen. Onderdeel van de afspraken is daarom ook dat de uitvoeringskracht van de NCG verder wordt versterkt en dat de NCG daartoe een ruim mandaat heeft, inclusief de benodigde financiële middelen om in de operatie eigenstandige afwegingen te maken ten behoeve van een goed verloop van de opgave. De NCG en de gemeenten stemmen in de lokale stuurgroepen de samenhang van de beschikbare budgetten af. Daarnaast committeren gemeenten, Provincie, Rijk en NCG zich om waar mogelijk het aantal benodigde vergunningen te verminderen. Voor de uitvoering van de gemaakte afspraken wordt daarnaast een overlegstructuur ingericht om te sturen op de voortgang en knelpunten op te lossen. Provincie en gemeenten nemen de verantwoordelijkheid voor het onderdeel clustering/maatwerk en het Gebiedsfonds. In principe worden knelpunten en onvoorziene omstandigheden in de uitvoering binnen het financiële kader opgelost. Na twee jaar vindt een evaluatie plaats om te bezien of er aanleiding is om binnen de blokken te herprioriteren.

Planning en informatie versterkingsoperatie

In het maandelijkse dashboard van de NCG wordt de voortgang van de versterkingsopgave ten opzichte van de afgesproken bestuurlijke doelstellingen inzichtelijk gemaakt. De NCG werkt daarbij voortdurend aan het verbeteren van de informatievoorziening. Zo worden in verband met de overgang van het CVW naar de NCG alle adressen in de scope gecontroleerd op correctheid van de status en registratie van mijlpalen, zoals weergeven in het dashboard. De eerste correcties die hieruit volgen worden in de update van het dashboard van oktober verwacht. Uw Kamer heeft de wens geuit om naast informatie over de behaalde resultaten, ook informatie te ontvangen die vooruitkijkt. De Minister van BZK heeft toegezegd dat de lokale plannen van aanpak van de aardbevingsgemeenten worden opgenomen in het dashboard van de NCG. Omdat de lokale plannen van aanpak producten zijn van de betrokken gemeenten, zijn deze gemeenten en de NCG in gesprek over hoe dit op een juiste manier kan worden vormgegeven. Naar verwachting zullen begin 2021 de in de lokale plannen afgesproken aantallen opnames en beoordelingen in het dashboard worden opgenomen.

Tijdens het AO van 10 september jl. heeft de Minister van BZK toegezegd gelijktijdig met het presenteren van de bestuurlijke afspraken maximaal inzicht te geven in het meerjarig versterkingsplan (MJVP). Het MJVP vormt de gezamenlijke visie van de aardbevingsgemeenten op het verloop van de versterkingsopgave. Uiteindelijk kan met het MJVP ook meer inzicht worden geboden aan bewoners over de planning op adresniveau. De bestuurlijke afspraken hebben de nodige impact op het vervolg van de versterkingsopgave en daarmee op het MJVP. Zodra de gemeenten het MJVP hebben vastgesteld op basis van de bestuurlijke afspraken, naar verwachting in het tweede kwartaal van 2021, stel ik uw Kamer hiervan op de hoogte.

ACVG-advies tijdvakken

Sinds 1 september 2020 rekenen ingenieurs met de vernieuwde NPR en bijbehorende dreigingskaart. Op 1 januari 2021 vindt nog één belangrijke update van de NPR plaats. Beoordelingen worden vanaf dat moment uitgevoerd aan de hand van deze meest actuele NPR. In beginsel is dit de laatste wijziging van de beoordelingskaders. Alleen indien zich een significante ontwikkeling in de situatie of inzichten voor zou doen, vinden nog aanpassingen plaats. Als bijlage bij deze brief gaat het advies van de ACVG over het gebruik van de nieuwe tijdvakken voor seismische belasting bij de toetsing van gebouwen op basis van de NPR, gebaseerd op de versnelde afbouw van de gaswinning. Het samenvattende advies om per direct tijdvak 5 (2021–2023) voor te schrijven voor nieuw te starten beoordelingen is opgevolgd door de NCG.

ACVG-advies Zandplatenbuurt Zuid

Als bijlage bij deze brief zit tevens het advies van het ACVG over de methodieken die in de Zandplatenbuurt Zuid zijn gehanteerd om te beoordelen in hoeverre woningen aan de veiligheidsnorm voldoen, te weten expert judgement en referentie-versterkingsadviezen, vooral met het oog op de toekomstige toepassing van deze methodieken in andere situaties. Het ACVG geeft in zijn advies duidelijke kaders voor gerichte toepassing van deze methodes in de toekomst. De NCG zal deze kaders in voorkomende gevallen hanteren. Het advies is uiteraard ook betrokken bij het opstellen van de definitieve business case voor de Zandplatenbuurt Zuid.

Tot slot

Met deze aanvullende afspraken en met de uitvoering van de eerder genomen maatregelen zetten we belangrijke stappen richting duidelijkheid, uitvoering van gemaakte afspraken en perspectief. Het kabinet investeert daartoe een bedrag van € 1,42 mld., in aanvulling op eerder overeengekomen afspraken zoals het bedrag van € 1,15 mld. dat is gereserveerd voor het NPG en in aanvulling op de kosten van de bestaande versterkingsoperatie. Het besluit om de gaswinning zo snel mogelijk volledig te beëindigen was een essentiële stap naar het veiliger maken van Groningen, maar met het dichtdraaien van de gaskraan alleen zijn niet alle problemen direct opgelost. Er zullen nog enige tijd bevingen plaatsvinden en wij realiseren ons dat bewoners niet direct van gevoelens van onveiligheid en onzekerheid af zullen zijn. Daarom willen wij benadrukken dat de versterkingsoperatie en de schadeafhandeling niet nu eindigen. Waar schade door bevingen ontstaat of versterking nodig is voor de veiligheid, lossen we dit op. Daarnaast werken de mede-overheden en inwoners samen met het Rijk de komende jaren aan een leefbare en toekomstbestendige regio in een nieuw tijdperk zonder gaswinning.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Appingedam, Delfzijl, Groningen, Het Hogeland, Loppersum, Midden-Groningen en Oldambt.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Motie van het lid Sienot c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 758), motie van het lid Dik-Faber c.s. Kamerstuk 33 529, nr. 761) en motie van de leden Agnes Mulder en Sienot (Kamerstuk 33 529, nr. 779).

Naar boven