Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 6 september 2021, nr.  WJZ/ 21203904, tot verlenen van tijdelijk mandaat, volmacht en machtiging aan het Instituut Mijnbouwschade Groningen voor hulp in bijzondere situaties (Tijdelijk besluit mandaat, volmacht en machtiging IMG voor hulp in bijzondere situaties)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 60 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

Gezien de instemming van het Instituut Mijnbouwschade Groningen;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

benadeelde:

natuurlijk persoon die zich in een bijzondere situatie bevindt;

bijzondere situatie:

bijzondere situatie, aangedragen door een burgemeester, de Nationale ombudsman of tot en met 31 december 2021 de Onafhankelijke Raadsman, waarin een benadeelde:

  • a. schade als bedoeld in artikel 1 van de Tijdelijke wet Groningen heeft geleden of ten aanzien van het gebouw waarvan hij eigenaar en bewoner is een versterkingsbesluit als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Besluit versterken gebouwen Groningen, ontvangt of heeft ontvangen;

  • b. een aantoonbaar medisch, psychisch of sociaal probleem heeft en daarbij snel geholpen moet worden; en

  • c. door persoonlijke omstandigheden op korte termijn in ernstige financiële problemen dreigt te komen of failliet dreigt te gaan;

burgemeester:

burgemeester van een gemeente in het effectgebied van het Groningenveld of de gasopslag bij Norg, zoals vastgesteld door het Instituut bij de uitoefening van zijn bevoegdheid op grond van artikel 2, derde lid, van de Tijdelijke wet Groningen, waarin de benadeelde woonachtig is;

Commissie bijzondere situaties:

Commissie bijzondere situaties, bedoeld in artikel 2 van het Instellingsbesluit Commissie bijzondere situaties;

hulp in bijzondere situaties:

financiële en andersoortige bijstand die bijdraagt aan het oplossen of verlichten van de bijzondere situatie waarin een benadeelde zich bevindt;

Instituut:

Instituut Mijnbouwschade Groningen, bedoeld in artikel 2 van de Tijdelijke wet Groningen;

Nationale ombudsman:

Nationale ombudsman, bedoeld in artikel 2 van de Wet Nationale ombudsman;

Onafhankelijke Raadsman:

in opdracht van de Minister van Economische Zaken en Klimaat werkzame Onafhankelijke Raadsman.

Artikel 2

  • 1. Aan het Instituut wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het nemen en uitvoeren van besluiten over hulp in bijzondere situaties;

    • b. het nemen van beslissingen op bezwaar tegen die besluiten;

    • c. het voeren van verweer in beroepsprocedures tegen de beslissingen op bezwaar;

    • d. het voeren van hoger beroepsprocedures tegen uitspraken van de rechtbank; en

    • e. het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen op het gebied van de Wet openbaarheid van bestuur, de Algemene verordening gegevensbescherming en de Wet hergebruik overheidsinformatie;

    • f. de afhandeling van interne klachten; en

    • g. de afhandeling van verzoeken van de Nationale ombudsman.

  • 2. Het Instituut verzoekt de Commissie bijzondere situaties om advies over hulp in bijzondere situaties.

  • 3. Het bedrag dat het Instituut tot en met 30 juni 2022 ten hoogste ter beschikking staat voor hulp in bijzondere situaties bedraagt € 3.000.000.

Artikel 3

  • 1. Het Instituut kan voor de aan hem op grond van dit besluit toekomende aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan afzonderlijke leden van het Instituut. De afzonderlijke leden van het Instituut kunnen in zulks geval voor deze aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan de ambtenaren, werkzaam voor de organisatie van het IMG.

  • 2. Het Instituut kan voorts voor de aan hem op grond van dit besluit toekomende aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan de ambtenaren, werkzaam voor zijn organisatie.

  • 3. Het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging, alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

  • 4. Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat, volmacht of machtiging als bedoeld in het vorige lid wordt gezonden aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en aan degenen aan wie krachtens dit besluit ondermandaat is verleend.

Artikel 4

  • 1. Het Instituut stelt een werkwijze vast, met inachtneming van het in dit besluit bepaalde en de korte termijn waarbinnen in sommige gevallen hulp dient te worden geboden, en publiceert deze werkwijze op zijn website.

  • 2. Het Instituut brengt jaarlijks in zijn jaarverslag bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen verslag uit over de uitoefening van de taak en bevoegdheid op grond van dit besluit gedurende het afgelopen jaa

Artikel 5

Het Instellingsbesluit Commissie bijzondere situaties wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

commissie:

Commissie bijzondere situaties;

Instituut:

Instituut Mijnbouwschade Groningen, bedoeld in artikel 2 van de Tijdelijke wet Groningen;

minister:

Minister van Economische Zaken en Klimaat;

Onafhankelijke Raadsman:

in opdracht van de minister werkzame Onafhankelijke Raadsman;

Nationale ombudsman:

Nationale ombudsman, bedoeld in artikel 2 van de Wet Nationale ombudsman.

B

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De commissie heeft tot taak het geven van adviezen aan het Instituut over hulp in bijzondere situaties als bedoeld in artikel 1 van het Tijdelijk besluit mandaat, volmacht en machtiging IMG voor hulp in bijzondere situaties.

C

Artikel 3 vervalt.

D

Artikel 4, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. De Nationale ombudsman en de Onafhankelijke Raadsman kunnen de vergaderingen van de commissie bijwonen teneinde de commissie te adviseren.

E

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1 Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De commissie stelt haar werkwijze schriftelijk vast in afstemming met het Instituut.

2. In het tweede en vierde lid wordt 'De minister' telkens vervangen door 'Het Instituut'.

3. In het derde lid wordt 'het Ministerie van Economische Zaken' vervangen door 'het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat'.

4. In het vierde lid wordt 'de minister' vervangen door 'het Instituut'.

Artikel 6

In het Tijdelijk besluit mandaat, volmacht en machtiging IMG vastgelopen situaties wordt na artikel 2 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. Het Instituut kan voor de aan hem op grond van dit besluit toekomende aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan afzonderlijke leden van het Instituut. De afzonderlijke leden van het Instituut kunnen in zulks geval voor deze aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan de ambtenaren, werkzaam voor de organisatie van het IMG.

  • 2. Het Instituut kan voorts voor de aan hem op grond van dit besluit toekomende aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan de ambtenaren, werkzaam voor zijn organisatie.

  • 3. Het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging, alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

  • 4. Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat, volmacht of machtiging als bedoeld in het vorige lid wordt gezonden aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en aan degenen aan wie krachtens dit besluit ondermandaat is verleend.

Artikel 7

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2021.

  • 2. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 september 2021, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 september 2021.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit mandaat, volmacht en machtiging IMG voor hulp in bijzondere situatie.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 6 september 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

TOELICHTING:

I. Algemeen

1. Aanleiding

De Commissie bijzondere situaties (hierna: Commissie) is in 2014 opgericht op verzoek van de toenmalig Minister van Economische Zaken. In 2016 heeft de toenmalig Minister van Economische Zaken de Commissie formeel ingesteld met het Instellingsbesluit Commissie bijzondere situaties1. De Commissie adviseert sindsdien over hulp aan mensen in bijzondere (schrijnende) situaties, naar aanleiding van schade door bodembeweging als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag Norg (hierna: schade). Sinds 20192 is de taak van de Commissie uitgebreid naar bijzondere situaties naar aanleiding van versterkingsmaatregelen. Het werk dat de Commissie doet betreft geen schadevergoeding of versterking, maar het vanuit een geheel onafhankelijke positie leveren van maatwerkoplossingen aan mensen die, mede als gevolg van de aardbevingen in Groningen, in medische, psychische, sociale en/of financiële nood verkeren.

De Commissie adviseerde aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). NAM volgde deze adviezen vervolgens op en financierde de hulp. De NAM bemoeide zich niet met de advisering door de Commissie en volgde de adviezen ook altijd op. De Commissie kon op deze wijze onafhankelijk van NAM en de Minister werken. Deze onafhankelijkheid is één van de belangrijkste redenen gebleken van het succes van de Commissie. De Commissie heeft vanaf 2014 ruim driehonderd adviezen gegeven, grotendeels tot tevredenheid van de betrokkenen. Hiermee heeft de Commissie goed werk verricht voor mensen die extra hulp nodig hadden.

In 2018 is afgesproken dat de NAM volledig op afstand wordt gezet van de afhandeling van schade en de uitvoering van de versterkingsoperatie3. Voor de afhandeling van schade is het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) opgericht en ook de uitvoering van de versterkingsoperatie is door de overheid, de Nationaal Coördinator Groningen, ter hand genomen. Nu NAM op afstand is gezet, heeft NAM aangegeven de door de Commissie geboden hulp niet langer te willen financieren. Omdat het werk van de Commissie waardevol is, heeft het kabinet besloten om de financiering van uitvoering van de adviezen van de Commissie over te nemen4. Er is € 3 miljoen beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van de adviezen van de Commissie tot en met 1 juni 2022.

De verandering van private financiering (door de NAM) naar publieke financiering betekent dat de positionering van de Commissie verandert. De publieke financiering brengt namelijk met zich dat de beslissing om hulp te bieden in bijzondere situaties, op basis van het advies van de door de overheid ingestelde Commissie, een publiekrechtelijk karakter krijgt. Dit heeft tot gevolg dat op deze beslissingen (besluiten) ook de regels van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing zijn. Het uitgangspunt bij deze overgang is dat de Commissie zoveel mogelijk op dezelfde wijze haar werk voort kan zetten. Belangrijk daarbij is de onafhankelijkheid van de Commissie, omdat het juist deze onafhankelijkheid is die ervoor zorgt dat het werk van de Commissie breed gedragen wordt. Het is belangrijk voor het vertrouwen in de Commissie dat de onafhankelijkheid gewaarborgd blijft.

2. Mandaat, volmacht en machtiging voor het Instituut Mijnbouwschade Groningen

In het voorstel tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen is door de Tweede Kamer via amendement van het lid Mulder c.s. de mogelijkheid gecreëerd om via ministeriële regeling aan het IMG de taak op te dragen om knelpunten op te lossen die als gevolg van schade zijn ontstaan5. Hieronder past ook het bieden van hulp in bijzondere situaties op basis van het een advies van de Commissie. Het amendement en het voorstel zijn door de Tweede Kamer aangenomen en voor behandeling aangeboden aan de Eerste Kamer. Op 29 juni hebben de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Tweede Kamer gemeld dat er gewerkt wordt aan een novelle.6 Wanneer het voorstel door de Eerste Kamer wordt aangenomen, wordt de inwerkingtreding van het wetsvoorstel en de bijbehorende ministeriële regeling voorzien voor 1 januari 2022.

Vooruitlopend op een definitieve inpassing op grond van de Tijdelijke wet Groningen is er voor gekozen om met dit besluit aan het IMG mandaat, volmacht en machtiging te verlenen om, op basis van de adviezen van de Commissie, besluiten te nemen en privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen te verrichten ten behoeve van het bieden van hulp in bijzondere situaties. Deze bevoegdheid omvat in de eerste plaats het nemen van besluiten (waaronder beslissingen op bezwaar tegen die besluiten), het voeren van verweer in beroepsprocedures tegen de beslissingen op bezwaar en het voeren van hoger beroepsprocedures tegen uitspraken van de rechtbank. Voorts omvat deze bevoegdheid het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor dit doel.

Tot slot omvat dit de bevoegdheid tot het voor dit doel verrichten van overige handelingen op het gebied van de Wet openbaarheid van bestuur, de Algemene verordening gegevensbescherming, de Wet hergebruik overheidsinformatie en voor de afhandeling van interne klachten en verzoeken van de Nationale ombudsman. Gezien het belang van onafhankelijkheid bij het beslissen over de adviezen van de Commissie is het passend om deze bevoegdheid aan het onafhankelijke IMG te mandateren.

Het IMG is een zelfstandig bestuursorgaan. Het verlenen van een mandaat aan het IMG vergt ingevolge de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (artikel 8) instemming van het zelfstandig bestuursorgaan. Het IMG heeft deze instemming gegeven op 24 augustus 2021.

3. Reikwijdte

In lijn met de intentie het werk van de Commissie zoveel mogelijk gelijk te laten, dienen de bijzondere situaties waarin het IMG hulp kan bieden aan een aantal cumulatieve voorwaarden te voldoen. In de eerste plaats moet er sprake zijn van een situatie waarin een natuurlijk persoon schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning uit Groningenveld of de gasopslag bij Norg heeft geleden of waarin een gebouw waarvan hij eigenaar of bewoner is versterkt wordt. In de tweede plaats moet de bijzondere situatie bij het IMG worden aangedragen door een burgemeester van de gemeente waar de benadeelde woonachtig is of de Nationale ombudsman. Tot 31 december 2021, de datum waarop de Onafhankelijke Raadsman stopt7, kunnen bijzondere situaties ook worden aangedragen door de Onafhankelijke Raadsman. Voorts moet er sprake zijn van een aantoonbaar medisch, psychisch of sociaal probleem, waarbij snel hulp nodig is en tot slot dient de benadeelde door persoonlijke omstandigheden op korte termijn in ernstige financiële problemen dreigen te komen of failliet dreigen te gaan.

De hulp die het IMG biedt, is vormvrij en kan zowel financieel zijn als in natura. Zoals in de jaarverslagen van de Commissie te lezen is, heeft de Commissie sinds 2014 laten zien dat er verschillende vormen van hulp geboden wordt. Daarin worden de Commissie en het IMG vrij gelaten.

4. Werkwijze en advisering door Commissie bijzondere situaties

Het IMG stelt zijn eigen werkwijze vast voor de beoordeling van bijzondere situaties en voorziet daarbij, ingevolge dit besluit, in advisering door de Commissie. De Commissie geeft advies over de vraag of er sprake is van een bijzondere situatie en, als er sprake is van een bijzondere situatie, adviseert de Commissie over de te verlenen hulp. De Commissie is een adviseur als bedoeld in artikel 3:5 Awb. Het IMG neemt vervolgens het besluit over de zaak op basis van het advies van de Commissie. Als het IMG afwijkt van een uitgebracht advies, dan vermeldt het IMG de redenen voor de afwijking in de motivering van het besluit (artikel 3:50 Awb). De verwachting is dat het IMG, net als NAM in het verleden, de adviezen van de Commissie onverkort opvolgt. Dit besluit wordt vervolgens uitgevoerd door het IMG. Het IMG kan er voor kiezen om hierbij gebruik te maken van de expertise die nu bij de Commissie zit, en een deel van de uitvoering aan het secretariaat van de Commissie over te laten. Eigen aan bijzondere situaties is dat het in sommige gevallen van belang is dat op zeer korte termijn hulp geboden wordt. Het IMG dient hiermee rekening te houden in zijn werkwijze. In samenspraak met de Commissie is een werkwijze gevonden waarbinnen het mogelijk is om in spoedeisende gevallen snel te kunnen handelen.

5. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2021. Het besluit is tijdelijk van aard en zal worden ingetrokken wanneer een ministeriële regeling in werking treedt die regels stelt over bijzondere situaties als bedoeld in artikel 1 van dit besluit.

II. Artikelsgewijs

Artikel 3

Aan het IMG wordt mandaat verleend voor zowel het nemen van besluiten (artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a) als het nemen van beslissingen op bezwaar tegen die besluiten (artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel b). Op grond van artikel 10:3, derde lid, Awb wordt mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen. Dit betekent dat deze bevoegdheden (ondertekening besluit en ondertekening beslissing op bezwaar) binnen het IMG verder moeten worden gescheiden. In verband daarmee wordt op grond van artikel 10:9, eerste lid, Awb de bevoegdheid tot ondermandaatverlening gegeven. Deze bevoegdheid strekt zich ook uit tot het verder doorgeven van ondermandaat, volmacht en machtiging binnen het IMG.

In het derde lid wordt geregeld dat door de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat wordt ‘meegekeken’ met ondermandaatverlening. Dit betreft een informele procedure die vanuit het belang van een ordentelijk mandaatbeheer onderdeel uitmaakt van alle mandaatverleningen door de Minister.

Het vierde lid regelt dat het ondermandaat bekend wordt gemaakt aan betrokkenen en de mandaatgever.

Artikel 5

Als gevolg van dit besluit wordt ook het Instellingsbesluit Commissie bijzondere situaties (hierna: Instellingsbesluit) op een aantal punten gewijzigd.

Met onderdeel A wordt artikel 1 van het Instellingsbesluit opnieuw vastgesteld. Aan het artikel zijn definities toegevoegd van de begrippen ‘Instituut’ en ‘Nationale ombudsman’. Voorts zijn enkele wetgevingstechnische correcties doorgevoerd.

Met onderdeel B wordt de taakomschrijving van de commissie in artikel 2, tweede lid, van het Instellingsbesluit aangepast naar het adviseren van het IMG over hulp in bijzondere situaties als bedoeld in artikel 1 van het Tijdelijk besluit mandaat, volmacht en machtiging IMG voor hulp in bijzondere situaties.

In onderdeel C is geregeld dat artikel 3 van het Instellingsbesluit vervalt. De verplichting om een benadeelde te informeren dat zijn situatie door het IMG wordt behandeld komt te rusten bij het IMG.

In onderdeel D wordt artikel 4, vierde lid, van het Instellingsbesluit gewijzigd. In het artikel wordt voorzien in de mogelijkheid dat de Nationale ombudsman de vergadering van de Commissie bijwoont. De Onafhankelijke Raadsman legt zijn werkzaamheden neer op 31 december 2021.

In onderdeel E wordt tot slot artikel 5 van het Instellingsbesluit gewijzigd. In de eerste plaats wordt geregeld dat de Commissie haar werkwijze vast stelt in afstemming met het IMG. In de tweede plaats wordt geregeld dat het IMG voortaan in het secretariaat van de commissie voorziet (artikel 5, tweede lid, van het Instellingsbesluit) en dat de commissie verplicht is desgevraagd de inlichtingen verstrekt die het IMG nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak (artikel 5, vierde lid, van het Instellingsbesluit). Ten slotte wordt nog een technische wijziging doorgevoerd in de naam van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Artikel 6

Met artikel 6 wordt in het Tijdelijk besluit mandaat, volmacht en machtiging IMG vastgelopen situaties eenzelfde mogelijkheid opgenomen als in dit besluit (artikel 3) om binnen het IMG de taken en bevoegdheden verder door te geven binnen het bestuur en aan ambtenaren binnen het IM.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok


X Noot
3

Kamerstukken II 2017/18, 33 529, nr. 493.

X Noot
4

Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 832.

X Noot
5

Kamerstukken II 2020/21, 35 603, nr. 41.

X Noot
6

Kamerstukken II 2020/21, 35 603, nr. 86.

X Noot
7

Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 845.

Naar boven