35 250 Tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen)

Nr. 45 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2022

In artikel 20 van de Tijdelijke wet Groningen is vastgelegd dat de wet binnen twee jaar na inwerkingtreding en vervolgens telkens na drie jaar geëvalueerd dient te worden. Zoals in maart jl. aangekondigd1, wordt de Tijdelijke wet Groningen geëvalueerd door een extern onderzoeksbureau. De opdracht is verleend aan het onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix (AEF). Met deze brief geleid ik het eindrapport dat ik op 1 september jl. heb ontvangen aan uw Kamer door. Hiermee geef ik opvolging aan een motie van het lid Grinwis (ChristenUnie) c.s.2 over het evalueren van de toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden en de motie van het lid Agnes Mulder (SP) c.s.3, waarin wordt verzocht bewoners te betrekken bij de evaluatie en een tevredenheidsonderzoek te verrichten.

Ik ben de onderzoekers zeer erkentelijk voor het omvangrijke rapport dat zorgvuldig tot stand is gekomen. Het rapport bevat belangrijke conclusies over de doelen van de Tijdelijke wet Groningen en de uitwerking van de wet in de praktijk. Aangezien het rapport ook aanbevelingen bevat die zien op eventuele aanpassing van de Tijdelijke wet Groningen, wil ik deze zorgvuldig bestuderen en in samenhang bezien met andere brede maatschappelijke ontwikkelingen en wensen aangaande de schadeafhandeling in Groningen. Ik zal mijn appreciatie met uw Kamer delen en ga daarna graag in gesprek over het vervolg.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Kamerstuk 33 529, nr. 993.

X Noot
2

Kamerstuk 33 520, nr. 33.

X Noot
3

Kamerstuk 33 529, nr. 818.

Naar boven