Voorpublicatie tot wijziging van het Besluit beheer autobanden en het Besluit beheer autowrakken en intrekking van het Besluit beheer batterijen en accu’s 2008 in verband met het per 1 januari 2023 van toepassing zijn van algemene regels ten aanzien van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor autobanden, autowrakken en batterijen en accu’s op grond van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, en wijziging van het Besluit beheer verpakkingen 2014 (Verzamelbesluit wijziging bestaande UPV’s)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat maakt ingevolge artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer bekend dat een ieder gedurende vier weken na de dagtekening van deze Staatscourant schriftelijk een reactie kan geven over onderstaand ontwerp van een algemene maatregel van bestuur.

Uw reactie kunt u indienen via www.internetconsultatie.nl bij ‘Verzamelbesluit wijziging bestaande UPV’s’. U kunt daarbij aangeven of uw reactie openbaar is of niet.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van, nr. IenW/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 9.5.2 van de Wet milieubeheer;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van, nr. );

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van, nr  IenW/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit beheer autobanden wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 7 en 9 vervallen.

B

Het opschrift van Paragraaf 3 komt te luiden: Verslaglegging.

C

Artikel 8, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. het verslag, bedoeld in artikel 5 van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid,

ARTIKEL II

Het Besluit beheer autowrakken wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel d, komt te luiden:

d. de importeur:

degene onder wiens verantwoordelijkheid een voertuig binnen Nederlands grondgebied wordt gebracht en als eerste in Nederland aan een ander ter beschikking wordt gesteld alsmede degene onder wiens verantwoordelijkheid voor eigen gebruik een voertuig binnen Nederlands grondgebied wordt gebracht;

B

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

De producent of importeur draagt er zorg voor dat een verwerkingssysteem wordt opgezet voor autowrakken, voor zover het voertuigen betreft die onder zijn verantwoordelijkheid in Nederland aan een ander ter beschikking zijn gesteld dan wel voor eigen gebruik binnen Nederlands grondgebied zijn gebracht.

C

In artikel 9, tweede lid, wordt na ‘ter beschikking gesteld’ ingevoegd ‘dan wel voor eigen gebruik binnen Nederlands grondgebied zijn gebracht’.

D

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

  • 1. Tegelijkertijd met de melding, bedoeld in artikel 4 van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, doet de producent mededeling aan Onze Minister over de wijze waarop uitvoering zal worden geven aan de verplichting bedoeld in artikel 3.

  • 2. De mededeling bevat een overzicht van de te nemen maatregelen ter bevordering van preventie alsmede een schatting van de daarmee te bereiken resultaten.

E

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

De producent voert de verplichting, bedoeld in artikel 3, uit overeenkomstig de mededeling, zoals Onze Minister daarmee heeft ingestemd.

F

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

  • 1. De producent zendt elk jaar voor 1 augustus aan Onze Minister een verslag over de uitvoering van de verplichting bedoeld in artikel 3, in het voorafgaande kalenderjaar, voor zover hij in dat jaar als producent werkzaam was.

  • 2. Het verslag bevat in ieder geval gegevens omtrent de wijze waarop bij het ontwerp van een nieuw voertuigtype het ontstaan van afvalstoffen wordt voorkomen en naar de mogelijkheid van hergebruik als product of materiaal en van nuttige toepassing van dat type voertuig wordt gestreefd.

  • 3. Het verslag, bedoeld in artikel 5 van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, wordt jaarlijks voor 1 augustus over het voorafgaande kalenderjaar uitgebracht.

G

In artikel 16 vervalt ‘of importeurs’.

ARTIKEL III

Het Besluit beheer batterijen en accu’s 2008 wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

Het Besluit beheer verpakkingen 2014 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1, eerste lid, onderdeel j, komt te luiden:

drankenkartons:

verpakkingen, geschikt voor het verpakken van vloeibare levensmiddelen, niet zijnde drinkbekers, waarvan papier of karton het hoofdbestanddeel vormt;

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

ARTIKEL VI

Dit besluit wordt aangehaald als: Verzamelbesluit wijziging bestaande UPV’s.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

1.1 Inleiding

Dit besluit wijzigt het Besluit beheer autobanden1 en het Besluit beheer autowrakken2 en trekt het Besluit beheer batterijen en accu’s 20083 in. Aanleiding hiervoor is het per 1 januari 2023 van kracht worden van algemene regels met betrekking tot de regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor autobanden, autowrakken en batterijen op grond van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid4 5

Deze wijzigingen en intrekking zijn wetstechnisch van aard en brengen geen inhoudelijke veranderingen teweeg in de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor autobanden, autowrakken en batterijen en accu’s.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het Besluit beheer autowrakken een wijziging aan te brengen in de omschrijving van het begrip ‘importeur’ en in het Besluit beheer verpakkingen 2014 een wijziging aan te brengen in het begrip ‘drankenkartons’. Deze wijzigingen zijn inhoudelijk van aard en worden toegelicht in het artikelsgewijze deel van de toelichting.

1.2 Regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

Er is sprake van een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid indien er regels of een besluit zijn die ervoor zorgen dat degene die stoffen, mengsels of producten in de handel brengt, geheel of gedeeltelijk de financiële of organisatorische verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van die stoffen, mengsels of producten overgebleven afvalstoffen. Deze omschrijving van een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer. Blijkens dat artikel wordt onder ‘beheer van afvalstoffen’ verstaan: inzameling, vervoer, nuttige toepassing, met inbegrip van sortering, en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en de nazorg voor stortplaatsen na sluiting en met inbegrip van de activiteiten van afvalstoffenhandelaars en afvalstoffenmakelaars.

De regels of het besluit waarmee een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid wordt vastgesteld, zijn:

  • een algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 9.5.2 Wet milieubeheer;

  • een ministeriële regeling op grond van artikel 9.5.2 Wet milieubeheer in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, Wet milieubeheer; of

  • een besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat op grond van artikel 15.36 Wet milieubeheer tot het algemeen verbindend verklaren van een overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage.

1.3 Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

Het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (hierna: Besluit UPV) bevat algemene regels ten aanzien van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die zijn gebaseerd op artikel 9.5.2 van de Wet milieubeheer (artikel 1, eerste lid, Besluit UPV).

Deze regels hebben betrekking op:

  • het innamesysteem voor de producten waar de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid betrekking op heeft, wanneer deze afval zijn geworden (artikel 2, tweede lid, Besluit UPV);

  • de informatieverstrekking aan de afvalhouders omtrent afvalpreventiemaatregelen, het innamesysteem, voorzieningen voor hergebruik of nuttige toepassing en de preventie van zwerfafval (artikel 2, derde lid, Besluit UPV);

  • het beschikbaar hebben van voldoende financiële en organisatorische middelen om aan de verplichtingen te voldoen die voortvloeien uit de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en het Besluit UPV (artikel 3 Besluit UPV);

  • het doen van een melding aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat omtrent het nakomen van de verplichtingen op grond van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en het Besluit UPV (artikel 4 Besluit UPV);

  • het toezenden van een jaarlijks verslag over het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en het Besluit UPV (artikel 5 Besluit UPV); en

  • de mogelijkheid tot gezamenlijke uitvoering van de verplichtingen op grond van de regeling voor uitgebreide producentverantwoordelijkheid en het Besluit UPV (artikel 6 Besluit UPV).

1.4 Wijziging regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

Alhoewel het Besluit UPV op 1 juli 2020 in werking is getreden, geldt het pas met ingang van 1 januari 2023 voor een op artikel 9.5.2 van de Wet milieubeheer gebaseerde regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die is vastgesteld voor 4 juli 2018 (artikel 7 Besluit UPV). Deze uitgestelde inwerkingtredingsbepaling heeft betrekking op de regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid ten aanzien van autobanden, autowrakken, batterijen en accu’s, elektrische en elektronische apparatuur en verpakkingen die voor die datum op grond van artikel 9.5.2 van de Wet milieubeheer zijn vastgelegd in:

  • het Besluit beheer autobanden;

  • het Besluit beheer autowrakken;

  • het Besluit beheer batterijen en accu’s 2008;

  • het Besluit beheer verpakkingen 20146;

  • de Regeling beheer batterijen en accu’s 20087;

  • de Regeling beheer autobanden8; en

  • de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur9.

Producenten van autobanden, auto’s, batterijen en accu’s, elektrische en elektronische apparatuur en verpakkingen worden geacht per 1 januari 2023 ten aanzien van het innamesysteem voor hun (afval)producten, de melding, de noodzakelijke financiële middelen voor de uitvoering van de verplichtingen in het kader van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, het verslag over de uitvoering van deze verplichtingen alsmede de gezamenlijk uitvoering ervan, de regels daaromtrent in het Besluit UPV in acht te nemen.

Met het oog hierop dienen de vorengenoemde algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen te worden aangepast (of ingetrokken) in het geval deze besluiten en regelingen bepalingen omtrent deze onderwerpen bevatten die een samenloop met de bepalingen uit het Besluit UPV opleveren. Een dergelijke samenloop van bepalingen is uit wetgevingsoogpunt niet gewenst.

Voor het Besluit beheer verpakkingen 2014 is de aanpassing aan het Besluit UPV reeds verwerkt10. Met dit besluit worden het Besluit beheer autobanden en het Besluit beheer autowrakken aangepast aan de regels van het Besluit UPV. Het Besluit batterijen en accu’s 2008 wordt om die reden met dit besluit ingetrokken. De aanpassingen van de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008, de Regeling beheer autobanden en de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur geschiedt separaat met een daarvoor op te stellen verzamelregeling.

De aanpassingen van het Besluit beheer autobanden en het Besluit beheer autowrakken aan de algemene regels van het Besluit UPV hebben in hoofdzaak betrekking op de regels ten aanzien van de melding en het verslag. In de artikelsgewijze toelichting wordt nader beschreven waar de wijzigingen van de desbetreffende besluiten betrekking op hebben.

In een aantal gevallen bevatten de regelingen voor uitgebreide producenten die zijn gebaseerd op artikel 9.5.2 Wet milieubeheer ten aanzien van het innamesysteem voor producten die afval zijn geworden, specifieke regels die complementair zijn aan de algemene regels die ten aanzien van het innamesysteem op grond van artikel 2 Besluit UPV gelden. Deze specifieke regels vinden veelal hun grondslag in EU-regelgeving, zoals de desbetreffende (afvalstoffen)richtlijnen, en zijn om die reden in de desbetreffende besluiten of regelingen in stand gelaten.

1.5 Gevolgen voor burgers en bedrijfsleven

Met het Besluit UPV zijn de eisen uit artikel 8 bis van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen11 geïmplementeerd in de Nederlandse wet- en regelgeving. Uitgangspunt daarbij is geweest het principe van zuivere en lastenluwe implementatie. De gevolgen voor het bedrijfsleven voor het per 1 januari 2023 van kracht worden van het Besluit UPV voor de regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor autobanden en autowrakken zijn beschreven in hoofdstuk 5 van de nota van toelichting bij het Besluit UPV. Daarbij is onder andere aangegeven dat de lastendruk als gevolg van de (nieuwe) verplichtingen van het Besluit UPV ten aanzien van de melding en het verslag beperkt zullen veranderen.

De wijzigingen die met dit besluit worden aangebracht in de regelingen van uitgebreide procentenverantwoordelijkheid in verband met het per 1 januari 2023 van kracht worden van de algemene regels in het Besluit UPV leiden niet tot verhoging of verlaging van de lastendruk.

De (inhoudelijke) wijziging van het Besluit beheer autowrakken middels de aanpassing van het begrip ‘importeur’ leidt niet tot verhoging van de lastendruk. Deze wijziging brengt geen verandering in de lasten voor een (particuliere) importeur aangezien deze lasten – het betalen van een afvalbeheerbijdrage ten tijde van de tenaamstelling van de auto – een gevolg zijn van het besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat tot het algemeen verbindend verklaren van de overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrage voor auto’s12 in combinatie met de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 april 2021, nr. IENW/BSK-2021/28402, tot wijziging van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad en de Regeling taken Dienst Wegverkeer in verband met de inning van de afvalbeheerbijdrage voor personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s.

De wijziging van het Besluit beheer verpakkingen 2014 heeft gevolgen voor het verpakkende bedrijfsleven als in 2023 de recycleverplichting voor drankkartons wordt ingevoerd. Dat gebeurt door het in werking laten treden van artikel 7 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 en het bij ministeriële regeling, op grond van dat artikel, vaststellen van een recyclingpercentage voor drankenkartons. In dat kader zullen ook de gevolgen van de wijziging van de omschrijving van het begrip drankenkarton in dit besluit in beeld worden gebracht.

1.6 Voorbereiding besluit

In het kader van de voorbereiding van dit besluit zijn de producentenorganisaties Stichting Batterijen (Stibat), Stichting Auto & Recycling (SAR) en Vereniging Band en Milieu, die namens de producenten van respectievelijk batterijen, auto’s en autobanden, uitvoering geven aan de desbetreffende regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geïnformeerd over dit besluit en geattendeerd op het van kracht worden van het Besluit UPV op deze regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

Alvorens een ontwerp van het Verzamelbesluit wijziging bestaande UPV’s ter advisering aan te bieden aan de Afdeling advisering van de Raad van State is overeenkomstig artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer middels een zogenoemde voorpublicatie eenieder in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken en is het ontwerp ten behoeve van een voorhangprocedure aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer.

Via www.internetconsultatie.nl heeft een ieder in het kader van de voorpublicatie opmerkingen kunnen maken. Er zijn in dat verband pm reacties ontvangen.

De voorhangprocedure heeft geleid tot PM

Adviescollege Toetsing Regeldruk

Een concept ontwerp van het besluit is ter toetsing voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Het advies van de ATR van 22 december 2021, kenmerk MvH/RvZ/RS/bs/ATR2115/2021-U108, bevat zes adviespunten en het dictum om met deze adviespunten rekening te houden alvorens het besluit aan de ministerraad voor te leggen.

De adviespunten van de ATR die gericht zijn op aanvulling van de toelichting bij het ontwerpbesluit hebben geleid tot wijziging dan wel aanvulling van de toelichting op de desbetreffende onderdelen. Deze adviespunten hebben tevens geleid tot een andere omschrijving van het begrip drankenkartons in artikel IV in het ontwerpbesluit. Adviespunt 3.1, dat een internetconsultatie bepleitte alvorens het ontwerpbesluit in de ministerraad te brengen, is niet gehonoreerd. Een internetconsultatie na de ministerraad wordt, in het geval van een wettelijk voorgeschreven voorpublicatie gelijk met de voorhangprocedure, voor de besluitvorming in de ministerraad niet onoverkomelijk geacht. Dit mede gezien de afspraak binnen het Kabinet dat mochten de voorpublicatie (met gebruikmaking van internetpublicatie) en de voorhang leiden tot wezenlijk wijzigingen van het voorgenomen besluit, het ontwerpbesluit voorafgaande aan de advisering door de Raad van State wederom ter besluitvorming aan de ministerraad zal worden aangeboden.

Notificatie

Gelet op de verplichtingen die voortvloeien uit artikel II, onderdelen A, C en D, van het besluit is een ontwerpbesluit op PM ingevolge artikel 5 van de Notificatierichtlijn13 voorgelegd aan de Europese Commissie. Daarbij is aangegeven dat de verplichtingen zijn ingegeven vanuit het algemeen belang van bescherming van het milieu. Naar aanleiding van de aanmelding zijn PM reacties binnengekomen.

2. Artikelsgewijs

Artikel I (Wijziging Besluit beheer autobanden)

Artikel 7, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit besluit, bevatte een verplichting voor een producent of importeur van autobanden om binnen vier weken nadat het Besluit beheer autobanden op hem van toepassing is geworden, melding te doen aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de wijze waarop uitvoering zal worden gegeven aan de verplichtingen in de artikelen 3 (inname), 4 (inname) en 6 (nuttige toepassing). Een dergelijke meldingsplicht is opgenomen in artikel 4 van het Besluit UPV en geldt per 1 januari 2023 ook voor producenten en importeurs van autobanden. Met het oog hierop is artikel 7 Besluit beheer autobanden komen te vervallen.

Artikel 9, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit besluit, bevatte een grondslag voor het gezamenlijk doen van de melding als bedoeld in artikel 7 (oud) door een producentenorganisatie namens producenten en importeurs. Aangezien een dergelijke grondslag is opgenomen in artikel 6 van het Besluit UPV is dit artikel in het Besluit beheer autobanden komen te vervallen.

Het opschrift van paragraaf 3 luidde voor inwerkingtreding van dit besluit: Melding en verslaglegging. Vanwege het vervallen van de artikelen 7 en 9 in het Besluit beheer autobanden, die beide betrekking hadden op de melding, is het opschrift van paragraaf 3 aangepast. Het opschrift luidt nu: Verslaglegging.

Artikel 8, onderdeel a, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit besluit, bevatte de verplichting voor producenten en importeurs van autobanden om jaarlijks verslag uit te brengen. Aangezien een verplichting tot het jaarlijks uitbrengen van een verslag is opgenomen in artikel 5 van het Besluit UPV en dat artikel per 1 januari 2023 ook van toepassing is op de regeling van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor autobanden, is deze verplichting in het Besluit beheer autobanden komen te vervallen. In plaats daarvan is in onderdeel a van artikel 8 een verwijzing naar de verplichting tot verslaglegging in artikel 5 Besluit UPV opgenomen. Gelet op de aanhef van artikel 8 is daarmee vastgelegd dat het verslag, bedoeld in artikel 5 van het Besluit UPV, jaarlijks voor 15 augustus moet worden uitgebracht. Het vastleggen van de datum van verslaglegging in het Besluit beheer autobanden vindt zijn grondslag in artikel 5, eerste lid, Besluit UPV.

Artikel II (Wijziging Besluit beheer autowrakken)

Wijziging in omschrijving begrip importeur

Als gevolg van het besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat tot het algemeen verbindend verklaren van de overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrage voor auto’s (hierna: AVV-besluit) en de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 april 2021, nr. IENW/BSK-2021/28402, tot wijziging van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad en de Regeling taken Dienst Wegverkeer in verband met de inning van de afvalbeheerbijdrage voor personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s betalen particuliere importeurs per 30 april 2021 mee aan de afvalbeheerstructuur voor auto’s (autowrakken). Daarmee is een einde gekomen aan de ongewenste situatie dat particuliere importeurs niet meebetalen aan de verwerking van de door hen geïmporteerde voertuigen nadat deze in de afvalfase zijn gekomen. Bij de inname van autowrakken voor verwerking ervan kan immers geen onderscheid gemaakt worden tussen voertuigen waarover wel en voertuigen waarover geen afvalbeheerbijdrage is betaald.

Uit het AVV-besluit blijkt dat een aanzienlijk deel – in 2018: 6,7% (52.000) – van de import van auto’s plaatsvindt door niet-beroepsmatige importeurs. De auto’s die als zodanig worden geïmporteerd en bij de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) worden ingeschreven (en daarmee een kenteken krijgen) worden, nadat deze als autowrak bij de RDW zijn uitgeschreven, verwerkt volgens het afvalbeheersysteem dat door de Stichting Auto & Recycling namens producenten en importeurs is opgezet en uit de afvalbeheerbijdragen daarvan wordt gefinancierd.

In het AVV-besluit is aangegeven dat gegeven het feit dat particuliere importeurs meebetalen aan de afvalbeheerstructuur van de door hen geïmporteerde voertuigen, de reikwijdte van het begrip importeur in artikel 1, onderdeel d, van het Besluit beheer autowrakken zal worden aangepast. Dat geschiedt met onderhavige wijziging van het Besluit beheer autowrakken. Voortaan is niet alleen degene die beroepsmatig in Nederland een auto voor de verkoop invoert een importeur in de zin van het Besluit beheer autowrakken, maar ook degene die niet-beroepsmatig (particulier) een auto importeert, ongeacht of het geïmporteerde voertuig door hem wordt verkocht of voor eigen gebruik wordt behouden. In lijn met deze uitbreiding van de reikwijdte van het begrip importeur zijn ook de artikelen 8 en 9 van het Besluit beheer autowrakken aangepast. Een particulier die een auto importeert is daardoor verantwoordelijk voor de verwerking van de auto op het moment dat deze (als autowrak) in de afvalfase belandt.

De verplichtingen voor een particulier importeur worden niet gekwalificeerd als een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid aangezien uitsluitend producenten of beroepsmatige importeurs onder een ‘regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’ als bedoeld in de Wet milieubeheer vallen. Het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid heeft daardoor geen betrekking op de particuliere importeur. Niettemin wordt het wenselijk geacht om middels deze wijzigingen in het Besluit beheer autowrakken een particuliere importeur verantwoordelijk te maken voor het afvalbeheer van een door hem geïmporteerde auto nadat deze in de afvalfase is beland. Dit autowrak wordt immers verwerkt via het afvalbeheersysteem waarvoor hij een afvalbeheerbijdrage heeft betaald op het moment dat de RDW een kentekenbewijs voor de auto heeft afgegeven.

Voor de goede orde wordt erop gewezen dat de nieuwe omschrijving van het begrip importeur geen verandering brengt in de situatie voor degene die een auto importeert ten behoeve van de directe doorvoer naar het buitenland. Het Besluit beheer autowrakken heeft op deze – veelal beroepsmatige – import geen betrekking.

Wijzigingen in verband met Besluit UPV

De wijzigingen in het Besluit beheer autowrakken, opgenomen in artikel II, onderdelen B en D tot en met G, van dit besluit zijn een gevolg van het per 1 januari 2023 van kracht worden van de regels inzake het innamesysteem, de melding en de verslaglegging voor producenten (en importeurs) van auto’s op grond van het Besluit UPV.

In artikel 8 van het Besluit beheer autowrakken, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit besluit, zijn de bepalingen omtrent het innamesysteem vervallen. In artikel 8 (nieuw) resteert de verplichting voor producenten en importeurs voor het opzetten van een verwerkingssysteem.

Artikel 12 zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit besluit bevatte voor producenten en importeurs de verplichting tot het doen van een mededeling omtrent de wijze van uitvoering van de verplichtingen opgenomen in het Besluit beheer autowrakken. Aangezien een verplichting tot het doen van een mededeling omtrent de uitvoering van de verplichtingen in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is opgenomen in artikel 4 van het Besluit UPV – daar aangeduid als melding – en dat artikel per 1 januari 2023 ook van toepassing is op de regeling van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor auto’s, is deze verplichting in het Besluit beheer autobanden komen te vervallen.

Artikel 12 (nieuw) bevat nu nog slechts de verplichting tot het doen van een mededeling omtrent het uitvoeren van de verplichting tot het nemen van preventiemaatregelen, als bedoeld in artikel 3 van het Besluit beheer autowrakken. Het treffen van preventiemaatregelen betreft geen beheer van afvalstoffen en valt daardoor buiten de reikwijdte van het begrip regeling van uitgebreide producentenverantwoordelijk en buiten de reikwijdte van Besluit UPV. Wel is aansluiting gezocht bij het doen van de melding op grond van artikel 4 Besluit UPV door in artikel 12 (nieuw) vast te leggen dat de producent tegelijkertijd met deze melding, mededeling moet doen omtrent het uitvoeren van de preventieverplichting.

De mededeling op grond van artikel 12 (nieuw) behoeft instemming van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Dat volgt uit artikel 13 van het Besluit beheer autowrakken, dat ongewijzigd is gebleven.

Artikel 14 (nieuw) verplicht de producent om de preventiemaatregel uit te voeren overeenkomstig de goedgekeurde mededeling. De redactionele wijziging van dit artikel vloeit voort uit de wijziging van artikel 12. Hetzelfde geldt voor de wijziging van artikel 16.

Artikel 15 zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit besluit bevatte de verplichting voor producenten en importeurs om jaarlijks voor 1 augustus aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat verslag uit te brengen over de uitvoering van de verplichtingen in het Besluit beheer autowrakken. Aangezien met ingang van 1 december 2023 voor producenten (en importeurs) van auto’s een verplichting tot verslaglegging over de verplichtingen in het kader van hun uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geldt op grond van artikel 5 van het Besluit UPV, is deze verplichting in het Besluit beheer autowrakken komen te vervallen. In artikel 15 (nieuw) resteert nu nog de verplichting tot het uitbrengen van een verslag over de uitvoering van artikel 3 (preventiemaatregelen) aangezien de verplichting tot het treffen van preventiemaatregelen geen onderdeel uitmaakt van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

In het artikel 15, derde lid, (nieuw) is vastgelegd dat het verslag, bedoeld in artikel 5 van het Besluit UPV, jaarlijks voor 1 augustus moet worden uitgebracht. Het vastleggen van de datum van verslaglegging in het Besluit beheer autobanden vindt zijn grondslag in artikel 5, eerste lid, Besluit UPV.

Artikel III (Intrekken Besluit beheer batterijen en accu’s 2008)

Het Besluit beheer batterijen en accu’s 2008 zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit besluit bevatte uitsluitend regels met betrekking tot de melding van producenten aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat omtrent de uitvoering van de verplichtingen in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor batterijen en accu’s, zoals vastgelegd in de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008.

Aangezien met ingang van 1 december 2023 voor producenten (en importeurs) van batterijen en accu’s een dergelijke verplichting tot melding geldt op grond van artikel 5 van het Besluit UPV, is het Besluit beheer batterijen en accu’s 2008 ingetrokken.

Artikel IV (Wijziging Besluit beheer verpakkingen 2014)

In de omschrijving van het begrip ‘drankenkartons’ in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit besluit was het aandeel papier en karton in een drankenkarton op minimaal 70% bepaald. Inmiddels kan worden vastgesteld dat er drankenkartons in de handel worden gebracht met minder dan 70% papier en karton. Blijkens de ‘European List of Standard Grades of Paper and Board for Recycling’14 is het mogelijk om drankenkartons samen te stellen met slechts 50% papier en karton. Met het oog hierop is de omschrijving van het begrip drankenkartons aangepast. Om aansluiting op nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van de samenstelling van drankenkartons en verschuivingseffecten te voorkomen is er daarbij niet voor gekozen om een ander (lager) minimum percentage papier of karton op te nemen, maar om aan te geven dat er sprake is van een drankenkanton als papier of karton het hoofdbestanddeel van de verpakking vormt. Een vergelijkbare omschrijving wordt per 31 december 2022 met het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen15 in het Besluit beheer verpakkingen 2014 opgenomen voor het begrip ‘metalen drankverpakking’.

Het aanpassen van de omschrijving van het begrip drankenkartons is relevant voor het per 2023 in te voeren minimumgewichtspercentage drankenkartons dat gerecycled dient te worden16. Het invoeren van deze verplichting geschied separaat van dit besluit door het in werking laten treden van artikel 7 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 en het, op grond van dat artikel, bij ministeriële regeling vaststellen van een recyclingpercentage voor drankenkartons. In dat kader zullen ook de gevolgen van de wijziging van de omschrijving van het begrip drankenkarton in dit besluit duidelijk worden gemaakt.

In de omschrijving van het begrip drankenkartons is thans ook expliciet bepaald dat onder een drankenkarton geen drinkbeker wordt verstaan. Daarmee wordt verduidelijkt dat de recycleverplichting voor drankenkartons geen betrekking heeft op drinkbekers waarvan het hoofdbestanddeel papier of karton is.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Besluit van 9 december 2003, houdende vaststelling van regels met betrekking tot het beheer van autobanden, alsmede wijziging van een aantal besluiten in verband met het schrappen van bepalingen met betrekking tot de in afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure (Besluit beheer autobanden) (Stb. 2003, 564).

X Noot
2

Besluit van 24 mei 2002, houdende implementatie van richtlijn nr. 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 september 2000 betreffende autowrakken (PbEG L 269) (Besluit beheer autowrakken) (Stb 2002, 259).

X Noot
3

Besluit van 4 juli 2008, houdende regels met betrekking tot de mededeling inzake het afvalbeheer en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in batterijen en accu’s (Besluit beheer batterijen en accu’s 2008) (Stb. 2008, 364).

X Noot
4

Besluit van 18 september 2020, houdende regels voor een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor het beheer van afvalstoffen (Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid) (Stb. 2020, 375).

X Noot
5

Op grond van artikel 7 van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is de inwerkingtreding van het besluit tot 1 januari 2023 uitgesteld voor op grond van artikel 9.5.2. van de Wet milieubeheer voor 4 juli 2018 vastgestelde regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

X Noot
6

Besluit van 27 oktober 2014, houdende regels voor verpakkingen en verpakkingsafval (Besluit beheer verpakkingen 2014) (Stb. 2014, 409).

X Noot
7

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 september 2008, nr. K&K 2008088170, houdende regels met betrekking tot het afvalbeheer en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in batterijen en accu’s (Regeling beheer batterijen en accu’s 2008) (Stcrt. 2008, 181).

X Noot
8

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 2 maart 2004, nr. SAS/2004020028, houdende regels met betrekking tot het vaststellen van formulieren in verband met de uitvoering van het Besluit beheer autobanden, alsmede wijziging van de Regeling verpakking en verpakkingsafval (Regeling beheer autobanden) (Strct. 2004, 53)

X Noot
9

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 3 februari 2014, nr. IENM/BSK-2014/14758, houdende vaststelling van regels met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) (Stcrt. 2014, 2975)

X Noot
10

Besluit van 17 juni 2021, houdende wijziging van het Besluit beheer verpakkingen 2014 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/852 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval en in verband met het per 1 januari 2023 van toepassing worden van algemene regels betreffende regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (Stb. 2021, 305)

X Noot
11

Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU 2008, L 213).

X Noot
12

Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat tot het algemeen verklaren van de overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrage voor auto’s (Stcrt. 2021, 20546).

X Noot
13

Richtlijn EU 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (Codificatie) (PbEU 2015, L 241).

X Noot
14

European List of Standard Grades of Paper and Board for Recycling. Guidance on the revised EN 643.

X Noot
15

Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen (Stb. 2021, 228).

X Noot
16

Kamerstukken II 2021/22, 28 694, nr 150.

Naar boven