28 694 Verpakkingsbeleid

Nr. 150 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2021

Tijdens de begrotingsbehandeling Infrastructuur en Waterstaat op 3 en 4 november jl. (Handelingen II 2021/22, nrs. 17 en 18, Begroting Infrastructuur en Waterstaat 2022) heb ik aangegeven met het verpakkende bedrijfsleven in gesprek te zijn over de ontwikkelingen rond statiegeld. In het bijzonder heeft uw Kamer aandacht voor de opzet van het statiegeldsysteem voor blikjes en verschuivingen naar het gebruik van drankenkartons. Hieronder ga ik in op de voortgang ten aanzien van statiegeld op blikjes en de situatie omtrent drankenkartons en wat ik in dit kader heb besproken met het verpakkende bedrijfsleven. Tevens bied ik u bijgevoegd de antwoorden aan op vragen gesteld door het lid Hagen (D66) over mogelijke ontwijking van het statiegeldsysteem.

Voortgang statiegeld blikjes

Voor het statiegeldsysteem op blikjes geldt dat producenten en importeurs de wettelijke verplichting hebben om uiterlijk 31 december 2022 een systeem operationeel te hebben. Hiervoor zijn producenten en supermarkten gezamenlijk verantwoordelijk, met stichting Afvalfonds Verpakkingen als hun gezamenlijke normadressant. Het is aan deze partijen locaties te kiezen waarmee een fijnmazig en landelijk dekkend innamesysteem ontstaat. Het systeem moet in 2024 minimaal 90% van de blikjes aantoonbaar inzamelen. De voorbije dagen hebben supermarkten en de levensmiddelenindustrie publiekelijk gecommuniceerd over hun visie op de inrichting en voortgang van het systeem. Deze visies verschillen van elkaar.

Ik heb op woensdagmiddag 17 november met het bedrijfsleven gesproken en in dit gesprek expliciet benadrukt dat de regelgeving en de daarin opgenomen rolverdeling en termijn helder zijn en onveranderd blijven. De energie van partijen dient gericht te zijn op het operationaliseren van een effectief statiegeldsysteem. Ik heb beide partijen dan ook verzocht om binnen twee weken alsnog met een gezamenlijke aanpak te komen voor een systeem dat op 31 december 2022 gereed is en uiterlijk 2024 minimaal 90% van blikjes inzamelt. Het bedrijfsleven heeft aangegeven deze handschoen op te pakken. Ik uit naar een gezamenlijk en robuust systeem en ik houd daarbij vinger aan de pols.

Drankenkartons

Sinds de invoering van statiegeld op plastic flessen zijn er verschillende voorbeelden in de media gekomen van producenten die kiezen voor het verpakken van met name water in drankenkartons waarop geen statiegeldverplichting rust. Tijdens de begrotingsbehandeling heeft uw Kamer mij middels motie van het lid Bouchallikh c.s. (Kamerstuk 35 925 XII, nr. 46) verzocht om voor het einde van het jaar in kaart te brengen of er inderdaad sprake is van ontwijkingsgedrag. En indien er sprake is van ontwijkingsgedrag betreffende producenten hierop aan te spreken en maatregelen te nemen.

Het kabinet heeft toegezegd te monitoren of producenten, in reactie op de statiegeldverplichting, uitwijken naar verpakkingen waar geen statiegeldverplichting voor geldt. Daarom heb ik Rijkswaterstaat gevraagd de bestaande zwerfafvalmonitor uit te bereiden met drankenkartons in het zwerfafval. Daarnaast heb ik Rijkswaterstaat gevraagd om een tweede monitor te starten waarbij op basis van marktgegevens in beeld wordt gebracht welke drankverpakkingen zijn verkocht. De eerste resultaten van deze tweede monitor met marktgegevens over 2021, verwacht ik in april 2022.

In de Kamerbrief van 3 februari jl. (Kamerstuk 28 694, nr. 143) heeft het kabinet aangegeven te kijken naar een recyclingdoelstelling voor drankenkartons. Drankenkartons worden in Nederland al sinds 2013 ingezameld. Om in brede zin onwenselijke verschuivingen te voorkomen door een gelijk speelveld te creëren voor alle soorten drankverpakkingen, heb ik besloten een recyclingdoelstelling voor drankenkartons in de regelgeving op te nemen. Een percentage verplicht het verpakkende bedrijfsleven aantoonbaar minimaal een vastgesteld percentage van de drankenkartons te recyclen. Ik heb in mijn gesprek van 17 november het bedrijfsleven geïnformeerd over dit besluit en aangegeven dat we verder in gesprek zullen treden over de hoogte van de doelstelling die per 2023 gaat gelden. Ik zal uw Kamer in de eerste helft van 2022 hierover informeren.

Daarnaast heb ik richting het bedrijfsleven gecommuniceerd dat als uit de bovengenoemde zwerfafvalmonitor of monitor van de marktgegevens in 2022 blijkt dat de hoeveelheid drankenkartons toeneemt, aanvullende maatregelen worden genomen.

Bijgevoegd vindt u de resultaten van de monitor over de eerste zes maanden van 20211. Ik benadruk dat dit de periode voorafgaand aan de invoering van statiegeld op plastic flesjes betreft. Uit deze monitor kunnen nog geen resultaten van het statiegeldsysteem worden afgeleid. De zwerfafvalmonitor over de tweede helft van 2021 verwacht ik begin 2022 met u te kunnen delen.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven