Kennisgeving van het algemeen verbindend verklaren van de overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrage voor Auto’s, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat maakt bekend dat hij op grond van artikel 15.36, eerste lid, van de Wet milieubeheer heeft besloten een overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrageovereenkomst met betrekking tot Auto’s algemeen verbindend te verklaren voor de periode vanaf datum van deze publicatie tot en met 31 december 2025.

Het verzoek is ingediend door RAI Vereniging en Stichting Auto & Recycling.

De overeenkomst is gesloten tussen de producenten en importeurs van auto's die akkoord zijn gegaan met toetreding tot de Overeenkomst Auto’s, zijnde Jaguar Land Rover Nederland B.V., B.V. NIMAG, Mazda Motor Nederland, Citroën Nederland, Ford Nederland B.V., Volvo Cars Nederland B.V., Hyundai Motor Netherlands B.V., Mercedes-Benz Vans Nederland B.V., Opel Nederland B.V., Louwman & Parqui B.V., Mitsubishi Motor Sales Nederland B.V., NV Subaru Benelux, Cito Motors B.V., Honda Benelux, Renault Nederland N.V., Mercedes-Benz Cars Nederland B.V., FCA Netherlands B.V., Pon’s Automobielhandel B.V., KIA Motors Nederland B.V., ISUZU BENELUX NV, Henri Nefkens B.V., BMW Group Nederland, MAN Truck & Bus B.V., Mercedes-Benz Trucks Nederland B.V., en Stichting Auto & Recycling.

De Overeenkomst Auto’s vormt een financiële basis voor invulling en uitvoering van enkele wettelijke verplichtingen ingevolge het Besluit beheer autowrakken.

Alle producenten en importeurs van auto's die zodra de avv van kracht wordt, in Nederland ingeschreven worden op basis van de door de RDW toegekende Bevoegdheid VI, zullen gehouden zijn de afvalbeheerbijdrage af te dragen. In alle gevallen waarin na de algemeen verbindend verklaring sprake is van een kentekening anders dan op basis van de Bevoegdheid VI, zal de Dienst Wegverkeer (RDW) de verschuldigde afvalbeheerbijdrage ten tijde van de eerste kentekening innen en afdragen.

Onder de Overeenkomst Auto’s vallen nagenoeg alle producenten en importeurs die gebruik maken van versnelde kentekenregistratie. Stichting Auto & Recycling kan echter geen afvalbeheerbijdrage innen voor de voertuigen die door middel van importeurs en particulieren via parallelimport (dit is circa 33% van de totale inschrijvingen) in Nederland op de markt worden gebracht.

Met deze avv wordt een koppeling bewerkstelligd tussen kentekenregistratie en de afvalbeheerbijdrage.

Van het ontwerpbesluit is op 16 februari 2021 mededeling gedaan in de Staatscourant (Nr. 8571). Het ontwerpbesluit heeft van 17 februari 2021 tot en met 30 maart 2021 ter inzage gelegen. Naar aanleiding hiervan is een zienswijze ingediend.

Het definitieve besluit en bijbehorende stukken liggen de eerste werkdag na de dag van publicatie van het besluit in de Staatscourant gedurende zes weken ter inzage bij Rijkswaterstaat Leefomgeving, afdeling Afval Circulair, Griffioenlaan 2, 3526 LA te Utrecht. U dient vooraf echter wel een afspraak te maken (email: producentenverantwoordelijkheid@rws.nl).

Tevens is er de mogelijkheid het dossier per e-mail te ontvangen via een verzoek aan producentenverantwoordelijkheid@rws.nl.

De tekst van het definitieve besluit en van de overeenkomst is hieronder opgenomen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat neemt het volgende in overweging:

  • 1. De heer O.C.M. de Bruijn, algemeen directeur van RAI Vereniging en mevrouw C.E.L. Niessing, algemeen directeur van Stichting Auto & Recycling, hebben op 6 februari 2020 een verzoek tot algemeen verbindend verklaring als bedoeld in artikel 15.36 van de Wet milieubeheer (hierna: Wm) van de Overeenkomst Recyclingbijdrage Auto’s 2021-2025 (hierna: Overeenkomst Auto’s) ingediend.

    Op 29 juni 2020 is deze aanvraag gecompleteerd door toezending van de getekende Overeenkomst Auto’s, waarmee de aanvraag in behandeling is genomen.

    De Overeenkomst Auto’s is gesloten tussen:

    • Nederlandse Vereniging “De Rijwiel- en Automobiel-Industrie”, statutair gevestigd in Amsterdam, met adres Europaplein 6, 1078 GZ, met koophandelnummer 40530216 (hierna: RAI Vereniging);

      De producenten en importeurs van auto's die akkoord zijn gegaan met toetreding tot de Overeenkomst Auto’s, zijnde Jaguar Land Rover Nederland B.V., B.V. NIMAG, Mazda Motor Nederland, Citroën Nederland, Ford Nederland B.V., Volvo Cars Nederland B.V., Hyundai Motor Netherlands B.V., Mercedes-Benz Vans Nederland B.V., Opel Nederland B.V., Louwman & Parqui B.V., Mitsubishi Motor Sales Nederland B.V., NV Subaru Benelux, Cito Motors B.V., Honda Benelux, Renault Nederland N.V., Mercedes-Benz Cars Nederland B.V., FCA Netherlands B.V., Pon’s Automobielhandel B.V., KIA Motors Nederland B.V., ISUZU BENELUX NV, Henri Nefkens B.V., BMW Group Nederland, MAN Truck & Bus B.V., Mercedes-Benz Trucks Nederland B.V.;

      en,

    • Stichting Auto & Recycling, statutair gevestigd te Breukelen, met adres De Corridor 5, 3621 ZA, met kamer van koophandelnummer 41213051 (hierna: SAR).

    De algemeen verbindend verklaring (hierna: avv) wordt aangevraagd voor de periode van 5 jaar, ingaande op 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.

  • 2. Met betrekking tot het verzoek tot avv wordt de in titel 15.10 van de Wm en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) voorgeschreven procedure gevolgd.

    Op 23 juli 2020, 18 september 2020 en 11 november 2020 zijn vragen aan SAR verzonden. Op respectievelijk 24 juli 2020, 22 september 2020 en 1 december 2020 heeft SAR de aanvraag aangevuld.

    Het verzoek, het ontwerpbesluit en de overige van belang zijnde stukken hebben van 17 februari 2021 tot en met 30 maart 2021 ter inzage gelegen bij Rijkswaterstaat, afdeling Afval Circulair, Griffioenlaan 2, 3526 LA te Utrecht.

    De kennisgeving over de terinzagelegging is op 16 februari 2021 gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt-2021-8571).

    Naar aanleiding van het ontwerpbesluit is op 29 maart 2021 een zienswijze ontvangen van Vereniging Band en Milieu / RecyBEM B.V.

    Op 29 maart 2021 is SAR van de inhoud hiervan op de hoogte gebracht en gevraagd op de zienswijze te reageren.

    In onderdeel 9 van dit besluit wordt ingegaan op de inhoud van de ingediende zienswijze.

  • 3. Doel van de avv

    De Overeenkomst Auto’s vormt een financiële basis voor invulling en uitvoering van enkele wettelijke verplichtingen ingevolge het Besluit beheer autowrakken (hierna: Bba). Het gaat hierbij meer specifiek om de wettelijke verplichting om autowrakken in te zamelen en te recyclen.

    De partijen bij de overeenkomst hebben een afvalbeheerstructuur (in de Overeenkomst Auto’s de recyclingstructuur genoemd) opgezet.

    Deze Overeenkomst Auto’s heeft tot doel aan te geven wat de wederzijdse rechten en plichten zijn van de SAR als verantwoordelijke voor het in stand houden van een afvalbeheerstructuur voor auto's enerzijds en wat anderzijds de rechten en plichten van een tot de Overeenkomst Auto’s toegetreden producent of importeur van een auto (als bedoeld in het Bba) zijn waarvoor de eerste inschrijving in Nederland geschiedt op basis van de bevoegdheid Versnelde Inschrijving (hierna: Bevoegdheid VI). Hierbij gaat het om de afvalbeheerstructuur voor auto's en de in verband daarmee door dergelijke producenten en importeurs aan de SAR verschuldigde afvalbeheerbijdrage (in de Overeenkomst Auto’s de recyclingbijdrage genoemd).

    De avv is nodig om te bewerkstelligen dat ook de producenten en importeurs, die niet vrijwillig partij zijn bij deze overeenkomst verplicht worden de afvalbeheerbijdrage af te dragen die nodig is om de voorgestelde afvalbeheerstructuur in stand te houden. Bij de inname van autowrakken kan immers geen onderscheid gemaakt worden tussen een voertuig waarover wel of geen afvalbeheerbijdrage wordt betaald. Er zijn dus voertuigen in Nederland waarvoor geen afvalbeheerbijdrage wordt betaald, terwijl voor deze voertuigen wel verwerkingskosten worden gemaakt. Met een avv geldt voor iedereen die een auto importeert een verplichte afdracht waardoor sprake is van een gelijk speelveld en de financiering van verwerkingskosten wordt gewaarborgd.

    Het inlevernetwerk is voor alle Nederlands gekentekende voertuigen toegankelijk. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen voertuigen die via de verschillende kanalen een Nederlands kenteken hebben gekregen.

    Alle producenten en importeurs van auto's die zodra de avv van kracht wordt, in Nederland ingeschreven worden op basis van de door de RDW toegekende Bevoegdheid VI, zullen gehouden zijn de afvalbeheerbijdrage af te dragen. In alle gevallen waarin na de algemeen verbindend verklaring sprake is van een kentekening anders dan op basis van de Bevoegdheid VI, zal de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) de verschuldigde afvalbeheerbijdrage ten tijde van de eerste kentekening innen en afdragen aan de SAR.

    Toelichting kentekening

    SAR heeft een samenwerkingsverband met de RDW. De RDW heeft als één van zijn taken het registreren van en informatie verstrekken over voertuigen. Dat wil zeggen het verzamelen, opslaan, bewerken en beheren van gegevens over voertuigen, hun eigenaren en voertuigdocumenten en het verstrekken van informatie aan belanghebbenden over deze gegevens. Alle auto’s die in Nederland op de markt gebracht worden, nieuw en import, worden bij de RDW geregistreerd.

    Er wordt bij de RDW onderscheid gemaakt in twee typen kentekening (ook wel inschrijving genoemd); versnelde kentekenregistratie (hierna: VKR) en individuele toelating.

    VKR is gebaseerd op een erkenning en bevoegdheid van de RDW en vergunning van de belastingdienst om administratief en geautomatiseerd nieuwe en ongebruikte voertuigen te mogen inschrijven. Dit is het overgrote deel van de ingeschreven voertuigen. De individuele toelating omvat individuele en bedrijfsmatige import van nieuwe en gebruikte voertuigen (ook wel parallelimport). Meer over de twee manieren van inschrijving in onderdeel 5b marktstructuur van dit besluit.

    Onder de Overeenkomst Auto’s vallen nagenoeg alle producenten en importeurs die gebruik maken van versnelde kentekenregistratie (zie onderdeel 6 meerderheid van dit besluit). SAR kan echter geen afvalbeheerbijdrage innen voor de voertuigen die door middel van importeurs en particulieren via parallelimport (dit is circa 33% van de totale inschrijvingen (2019)) in Nederland op de markt worden gebracht.

    Met deze avv wordt een koppeling bewerkstelligd tussen kentekenregistratie en de afvalbeheerbijdrage. Hiervoor zullen RDW en SAR een samenwerkingsovereenkomst afsluiten.

    De samenwerking van RDW met SAR houdt onder meer in dat bij individuele toelating ook meteen de afvalbeheerbijdrage door de RDW wordt geïnd. Meer hierover in onderdeel 5 onder h organisatiestructuur van dit besluit.

    In de statuten van SAR is opgenomen dat de stichting tot doel heeft het bevorderen van alle recyclingmaatregelen alsmede het bevorderen van maatregelen om motorvoertuigen te verduurzamen om de schade aan het milieu gedurende de gebruiksperiode en aan het einde daarvan zoveel mogelijk beperken. Hieronder wordt onder meer begrepen preventieve intitiatieven op het gebied van design voor recycling, het recyclen van autowrakken in de ruimste zin, alsmede het recyclen van andere restproducten uit de automobiel- en motorrijtuigenbranche.

    De stichting heeft geen medewerkers op de loonlijst en werkt zonder winstoogmerk.

    SAR tracht haar doel onder meer te bereiken door het oprichten en houden van de aandelen in de ARN Holding B.V. en het bevorderen van de door ARN Holding B.V. en haar dochtermaatschappijen te verrichten werkzaamheden, teneinde te komen tot een zo hoog mogelijk hergebruikpercentage. ARN Holding B.V. heeft hiertoe een dochteronderneming opgericht, ARN Auto Recycling B.V. (hierna: ARN) die tot doel heeft het stimuleren, bevorderen en economisch rendabel maken van het hergebruik van materialen afkomstig van autowrakken. SAR en ARN hebben hiertoe een afvalbeheerstructuur opgezet voor autowrakken, ongeacht wanneer en op wiens naam de auto’s voor het eerst in Nederland tenaamgesteld zijn. In het kader van deze afvalbeheerstructuur wordt bij de eerste inschrijving van een auto in Nederland een afvalbeheerbijdrage verschuldigd aan de SAR opdat deze door middel van ARN de afvalbeheerstructuur in stand kan houden.

    Teneinde ervoor zorg te dragen dat de afvalbeheerbijdrage wordt afgedragen voor alle auto’s die in Nederland voor het eerst ter inschrijving worden aangeboden, ook indien deze niet door leden van de RAI Vereniging middels de Bevoegdheid VI ingeschreven worden, heeft de RAI Vereniging samen met haar leden en de SAR, ondersteund door BOVAG, verzocht om de avv.

    Alle producenten en importeurs van auto’s die vanaf inwerkingtreding van de avv in Nederland ter inschrijving worden aangeboden zijn gehouden de afvalbeheerbijdrage te betalen, bij gebreke waarvan de RDW op basis van artikel 49, eerste lid, onder c, van de Wegenverkeerswet 1994 het verzoek tot inschrijving zal weigeren. In alle gevallen waarin na de avv sprake is van een verzoek tot inschrijving anders dan op basis van de Bevoegdheid VI, zal de RDW de verschuldigde afvalbeheerbijdrage ten tijde van het verzoek innen en afdragen aan SAR.

    Toetsing inhoud verzoek

    Het verzoek tot avv is getoetst aan titel 15.10 van de Wm en de Regeling verzoek algemeen verbindend verklaring overeenkomst afvalbeheerbijdrage (hierna: Regeling).

  • 4. In de Regeling is aangegeven dat in een overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod dienen te komen:

    • a. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder a, van de Regeling dient in de overeenkomst de naam, adres, registratienummer bij de Kamer van Koophandel en desgevraagd statuten van degenen die partij zijn bij de overeenkomst en, indien van toepassing, van de producentenorganisatie te worden gegeven.

      De Overeenkomst Auto’s bevat de namen, adressen en registratienummers bij de Kamer van Koophandel van de organisaties die partij zijn bij de Overeenkomst Auto’s. Verder bevat het verzoek ook de naam, adres, registratienummer en de statuten van de producentenorganisatie.

    • b. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder b, van de Regeling dient in de overeenkomst het product waarop de afvalbeheerbijdrage betrekking heeft te worden aangegeven.

      In artikel 1.1 van de Overeenkomst Auto’s is de definitie van Auto opgenomen. Een auto is gedefinieerd als:

      een voertuig als bedoeld in artikel 1(a) SUB 1 en 2 Bba, te weten

      • een bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling tot uitvoering van de hoofdstukken III en IV van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: Regeling Voertuigen) met een maximum gewicht van ten hoogste 3.500 kilogram; of

      • een personenauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling Voertuigen.

      De afvalbeheerbijdrage heeft betrekking op zowel de nieuwverkopen als de geïmporteerde gebruikte auto’s.

    • c. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder c, van de Regeling dienen in de overeenkomst de met de afvalbeheerstructuur te realiseren doelstellingen voor het afvalbeheer aan bod te komen, waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met de afvalhiërarchie.

      In de Overeenkomst Auto’s, artikel 2.1 is aangegeven dat de Overeenkomst Auto’s tot doel heeft aan te geven wat de wederzijdse rechten en plichten zijn van de SAR als verantwoordelijke voor het in stand houden van de afvalbeheerstructuur voor auto’s enerzijds, en producenten en importeurs, in de overeenkomst aanvoerders genoemd, die onder de Overeenkomst Auto’s vallen anderzijds, voor wat betreft de recycling van auto’s en de in verband daarmee door dergelijke aanvoerders aan de SAR verschuldigde afvalbeheerbijdrage.

      Producenten of importeurs van auto’s zijn verantwoordelijk voor het beheer van dat product tijdens de afvalfase. Deze uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is vastgelegd in het Bba. Het Bba is de omzetting van de EU-Richtlijn 2000/53/EG (hierna: Autowrakkenrichtlijn), en is op 1 juli 2002 in werking getreden in Nederland. Het Bba schrijft voor dat tenminste 95% producthergebruik en nuttige toepassing en 85% product- en materiaalhergebruik wordt gerealiseerd (artikel 9 tweede lid).

      De methodiek die ARN hanteert voor de berekening van de recyclingprestatie is gebaseerd op de in Europees verband vastgestelde methode voor de rapportage door lidstaten (Beschikking 2005/293/EG). Deze methodiek is gebaseerd op een gewichtspercentage product- en materiaalhergebruik volgens de formule:

      Percentage product- en materiaalhergebruik:

      De variabelen zijn:

      • A: Hoeveelheid producthergebruik van autowrakken bij demontage

        (Gemiddeld gewicht autowrakken – gemiddeld inkomend gewicht shredderbedrijf – B1)

      • B1: Hoeveelheid recycling autowrakken bij demontage

        (Verplicht te demonteren en te recyclen stromen zoals afgewerkte olie, banden)

      • B2: Hoeveelheid gerecycled door Nederlandse shredderbedrijven

        (Op basis van shredderproef vastgestelde aandeel shredderbedrijven, inclusief nascheiding shredderafval in een post-shreddertechnologie-installatie (hierna: PST-installatie)

      • F1: Hoeveelheid gerecycled door buitenlandse shredderbedrijven

        (Op basis van gerealiseerde recyclingcijfers zoals door buitenlands bevoegd gezag gerapporteerd)

      • W: Hoeveelheid bij de shredderbedrijven aangekomen autowrakken voor verwerking

    • d. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder d, van de Regeling dient in de overeenkomst een omschrijving te worden gegeven van de wijze waarop producenten elkaar en bij de afvalbeheerstructuur betrokken actoren informeren over de afvalbeheerstructuur en de doelstellingen voor het afvalbeheer, bedoeld in artikel 2, onder c.

      In artikel 6.1 van de Overeenkomst Auto’s is opgenomen dat de SAR en RAI Vereniging zich jegens elkaar verplichten de informatie te verstrekken die noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de Overeenkomst Auto’s.

      In artikel 6.2 is opgenomen dat elke aanvoerder van auto’s is gehouden aan de SAR en/of ARN de informatie te verstekken die voor een goede uitvoering van de Overeenkomst Auto’s noodzakelijk is.

      In artikel 6.3 is opgenomen dat SAR jaarlijks een duurzaamheidsverslag opstelt en op haar website publiceert.

      Daarnaast zijn aanvullende informerende activiteiten geformuleerd in het verzoek. De laatste eigenaar van een auto kan gebruik maken van de afvalbeheerstructuur van SAR en ARN. ARN werkt hiervoor samen met autodemontagebedrijven, waar de auto tenminste om niet kan worden ingeleverd.

      Via de website van ARN (https://arn.nl/auto-inleveren/) kan de laatste eigenaar van een auto een locatie vinden om het voertuig gratis in te leveren. Het inlevernetwerk is voor alle Nederlands gekentekende voertuigen toegankelijk. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen voertuigen die via de verschillende kanalen een Nederlands kenteken hebben gekregen.

    • e. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder e, van de Regeling dient in de overeenkomst een omschrijving van de organisatorische en technische opzet van de afvalbeheerstructuur en daarbij betrokken actoren te worden gegeven.

      Organisatorisch

      In artikel 3 van de Overeenkomst Auto’s is de afvalbeheerstructuur opgenomen. In artikel 3.1 is beschreven dat SAR zal zorgdragen voor het in stand houden en – voor zover op grond van gewijzigde wet- en regelgeving noodzakelijk – wijzigen van een afvalbeheerstructuur die zodanig is dat de houder/eigenaar van een auto met een geldig Nederlands kenteken, dan wel een autowrak dat een zodanig kenteken heeft gehad, zich daarvan kan ontdoen zonder dat daaraan voor hem of haar kosten zijn verbonden en die op alle punten voldoet aan de Autowrakkenrichtlijn en het Bba, dan wel Nederlandse regelgeving die daarvoor in de plaats treedt.

      In artikel 3.2 van de Overeenkomst Auto’s is beschreven dat SAR ervoor zal zorgdragen dat de auto’s waarvan de houder of eigenaar zich wil ontdoen kosteloos worden ingenomen en gedemonteerd door autodemontagebedrijven die daarvoor op juiste wijze gecertificeerd zijn en een aansluitingsovereenkomst met ARN hebben gesloten.

      De SAR zal volgens artikel 3.3 van de Overeenkomst Auto’s ten behoeve van de producenten en importeurs zorgdragen, al dan niet via ARN, voor de door de overheid vereiste verslaggeving voorvloeiend uit het Bba.

      In artikel 3.4 is daarnaast opgenomen dat SAR na afloop van ieder kalenderjaar een externe accountant onderzoek laat verrichten naar de wijze waarop de door haar ontvangen bijdragen zijn besteed.

      Technisch

      Sortering en verwerking van auto’s vindt plaats conform geldende wet- en regelgeving. In de overwegingen van de Overeenkomst Auto’s is aangegeven dat door middel van de afvalbeheerstructuur aanvoerders (producenten en importeurs conform het Bba) collectief voldoen aan hun verplichtingen op grond van het Bba. Er zal zoals vereist in artikel 8 van het Bba een landelijk dekkend innamenetwerk voor autowrakken worden opgezet. Conform de in Landelijk afvalbeheerplan 2017 – 2029 (LAP3) gehanteerde afvalhiërarchie, schrijft het Bba in artikel 5 voor dat verwerkers bij de verwerking of vernietiging van autowrakken in een shredderinstallatie de autowrakken scheiden in direct als materiaal te hergebruiken metaalschroot en shredderafvalstoffen. Tevens dat indien technologieën voor de nuttige toepassing van shredderafvalstoffen beschikbaar zijn, de afvalstoffen afkomstig van autowrakken ten behoeve van nuttige toepassing afgevoerd worden.

      In de Overeenkomst Auto’s zijn de bij de afvalbeheerstructuur betrokken actoren welke verantwoordelijk zijn voor de afvalbeheerstructuur en daarbij ook de juridische en financiële verantwoordelijkheid op zich nemen omschreven.

      In het verzoek is een nadere beschrijving van technische aspecten van de afvalbeheerstructuur opgenomen.

      De innamestructuur bestaat uit een netwerk van gecontracteerde en gecertificeerde autodemontagebedrijven voor het milieuverantwoord verwerken van de afgedankte voertuigen. ARN heeft als uitvoeringsorganisatie daarnaast contracten met inzamelbedrijven, gespecialiseerde verwerkingsbedrijven, tussenhandelaren, shredderbedrijven en het verwerken van het auto shredder residu gebeurt in een faciliteit voor verdere scheiding van shredderresidu van autoshredders, een PST-installatie.

      De infrastructuur en de activiteiten van SAR en ARN zijn in de aanvraag nader uitgewerkt.

    • f. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder f, van de Regeling dient in de overeenkomst de financieel-economische opzet van de afvalbeheerstructuur en het mechanisme voor zelfbeheer met betrekking tot de financiële- en informatiehuishouding van die structuur te worden gegeven.

      In de Overeenkomst Auto’s is in artikel 4 de financiële basis voor de afvalbeheerstructuur neergelegd. In dit artikel is opgenomen op welke wijze de afdracht van de bijdrage zal plaatsvinden. In artikel 4.2 is opgenomen dat SAR van de RDW elke maand een opgave ontvangt van alle middels de VKR in het kentekenregister ingeschreven auto’s op basis waarvan zij de aanvoerders factureert. Het staat aanvoerders vrij om te bepalen of en in hoeverre zij de afvalbeheerbijdrage doorbelasten aan de afnemers van auto’s.

      Artikel 5 van de Overeenkomst Auto’s betreft een nadere beschrijving en uitwerking van de berekening van de afvalbeheerbijdrage.

      In artikel 5 van de Overeenkomst Auto’s is de mogelijkheid beschreven van controle door een accountant bij de producenten.

      Daarnaast heeft SAR in haar statuten de jaarlijkse verantwoording met het opstellen van een balans en verslaggeving vastgelegd. Hierbij kan controle door een accountant worden ingezet.

      In artikel 5.4 van de Overeenkomst Auto’s is verder nog opgenomen dat de SAR en ARN zich inspannen om de hoogte van de afvalbeheerbijdrage te verlagen, rekening houdend met onder andere de kosten van inzamelen en verwerken, kosten voor verwerking van shredderresidu in een PST-installatie, administratieve vergoedingen die ARN betaalt aan aangesloten autodemontagebedrijven en overige algemene kosten van SAR en ARN waaronder communicatiekosten.

    • g. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder g, van de Regeling dient in de overeenkomst de hoogte en de wijze van berekenen van de afvalbeheerbijdrage en, indien van toepassing, de wijze van differentiatie van deze bijdrage naar producten of groepen van soortgelijke producten, rekening houdend met duurzaamheid, de beoogde vorm van nuttige toepassing en de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen aan de orde te komen.

      In de Overeenkomst Auto’s is in artikel 5 de hoogte van de afvalbeheerbijdrage opgenomen.

      Volgens artikel 5.1 van de Overeenkomst Auto’s wordt de afvalbeheerbijdrage conform de statuten van SAR en met instemming van de RAI Vereniging periodiek vastgesteld.

      De SAR heeft de hoogte van de afvalbeheerbijdrage voor de twee jaren volgend op de inwerkingtreding van de Overeenkomst Auto’s als volgt bepaald:

      Met ingang van 1 januari 2021 per auto 30 euro (inclusief btw); en

      Met ingang van 1 januari 2022 per auto 25 euro (inclusief btw).

      Deze bedragen zijn gebaseerd op de aanname dat er een avv zal worden afgegeven en dat de recyclingkosten niet significant zullen afwijken van de gestelde prognoses. Voor het geval de aanname onjuist is geweest, is er de mogelijkheid om de bijdrage aan te passen.

      Op de hoogte van de afvalbeheerbijdrage zijn veel verschillende factoren van invloed. De belangrijkste factoren zijn de verwachte kosten voor verwerking van autowrakken en de ontwikkeling van het fonds. Daarnaast is het aantal voertuigen waarvoor een afvalbeheerbijdrage af wordt gedragen van invloed op de hoogte van de afvalbeheerbijdrage.

    • h. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder h, van de Regeling dient in de overeenkomst een omschrijving van degenen op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheerbijdrage wordt gelegd, aan de orde te komen.

      Uit de overwegingen in de Overeenkomst Auto’s blijkt dat het de bedoeling is dat de verplichting tot afdracht bij alle producenten of importeurs berust, inclusief particulieren importeurs.

      Het gaat om de volgende overwegingen:

      “E. In het kader van deze recyclingstructuur wordt bij de eerste kentekening van een auto in Nederland een recyclingbijdrage verschuldigd aan de SAR opdat deze door middel van ARN de recyclingstructuur in stand kan houden. Deze recyclingbijdrage wordt/is tot 2021 op basis van vrijwilligheid geïnd bij onder andere de leden van RAI Vereniging voor door hen in het verkeer gebrachte auto's.

      F. Teneinde ervoor zorg te dragen dat deze recyclingbijdrage wordt afgedragen in relatie tot alle auto's die in Nederland voor het eerst gekentekend worden, ook indien deze niet door leden van RAI Vereniging gekentekend worden, hebben RAI Vereniging, tezamen met een zodanig aantal van haar leden opdat de meerderheid betrokken is, en de SAR, ondersteund door BOVAG, de Minister van Infrastructuur en Milieu verzocht op basis van de Wet milieubeheer een algemeen verbindend verklaring af te geven voor de periode van 1 januari 2021 t/m 31 december 2025.

      G. Alle producenten en importeurs van auto's die vanaf 1 januari 2021 in Nederland gekentekend worden op basis van de door de RDW toegekende Bevoegdheid Versnelde Inschrijving zullen, indien de Minister besluit het verzoek om afgifte van een algemeen verbindend verklaring te honoreren, gehouden zijn toe te treden tot de onderhavige overeenkomst, bij gebreke waarvan de RDW niet zal overgaan tot afgifte van een kenteken. In alle gevallen waarin na de algemeen verbindend verklaring sprake is van een kentekening anders dan op basis van de Bevoegdheid Versnelde Inschrijving, zal de RDW de verschuldigde recyclingbijdrage ten tijde van de eerste kentekening innen en afdragen aan de SAR.”

      Met het oog hierop wordt opgemerkt dat, gelet op de omschrijving van het begrip producent en importeur in het Bba, de verplichtingen met betrekking tot het afvalbeheer van auto’s (autowrakken) die voortvloeien uit het Bba zijn belegd bij producenten en importeurs, die beroepsmatig auto’s in de handel brengen. Deze verplichtingen berusten niet bij particuliere importeurs, zijnde importeurs die niet-beroepsmatig auto importeren en deze al dan niet in de handel brengen. Vastgesteld is dat een aanzienlijk deel (in 2018: 6,7% (52.000) van de import van auto’s plaatsvindt door niet-beroepsmatige importeurs. De auto’s die als zodanig worden geïmporteerd en bij de RDW worden ingeschreven (en daarmee een kenteken krijgen) worden echter wel, nadat deze als autowrak bij de RDW zijn uitgeschreven, verwerkt volgens het afvalbeheersysteem dat door producenten en beroepsmatige importeurs wordt gefinancierd uit de afvalbeheerbijdragen. Bij de inname van autowrakken kan immers geen onderscheid gemaakt worden tussen een voertuig waarover wel of geen afvalbeheerbijdrage is betaald. Er zijn dus voertuigen in Nederland waarvoor geen afvalbeheerbijdrage wordt betaald, terwijl voor deze voertuigen wel verwerkingskosten worden gemaakt.

      Het wordt niet wenselijk geacht dat na AVV van de Overeenkomst Auto’s, een deel van de importeurs niet meebetalen aan de verwerking van de autowrakken. Met het oog hierop zal het begrip importeur in het Bba worden aangepast en ook niet beroepsmatige importeurs gaan omvatten.

      De afdracht van de afvalbeheerbijdrage zal daarmee na de AVV van de Overeenkomst Auto’s, overeenkomstig de wens van de aanvragers, op alle producenten en importeurs betrekking hebben.

    • i. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder i, van de Regeling dient in de overeenkomst een omschrijving van degenen aan wie de afdracht van de afvalbeheerbijdrage moet plaatsvinden, aan de orde te komen.

      In artikel 3 van de Overeenkomst Auto’s is opgenomen dat de afdracht van de afvalbeheerbijdrage plaatsvindt aan SAR. Daarnaast zal de RDW in alle gevallen waar sprake is van een kentekening anders dan op basis van de Bevoegdheid VI, de verschuldigde afvalbeheerbijdrage ten tijde van de eerste inschrijving innen en afdragen aan de SAR.

      SAR zal zorgdragen voor het in stand houden en wijzigen van de afvalbeheerstructuur die zodanig is dat de houder of eigenaar van een auto met een geldig Nederlands kenteken, dan wel een autowrak dat een zodanig kenteken heeft gehad, zicht daarvan kan ontdoen zonder dat daaraan voor hem of haar kosten zijn verbonden en die op alle punten voldoet aan de Autowrakkenrichtlijn en het Bba, dan wel Nederlandse regelgeving die daarvoor in de plaats treedt.

      In artikel 3.2 is gegeven dat SAR ervoor zal zorgdragen dat auto’s waarvan de houder of eigenaar zich wil ontdoen kosteloos worden ingenomen en gedemonteerd door autodemontagebedrijven die daarvoor op de juiste wijze gecertificeerd zijn en een aansluitingsovereenkomst met ARN hebben gesloten.

    • j. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder j, van de Regeling dient in de overeenkomst het moment en de wijze waarop de afdracht van de afvalbeheerbijdrage moet plaatsvinden aan de orde te komen.

      De afdracht vindt volgens de Overeenkomst Auto’s plaats op een tweetal manieren. In alle gevallen waarin sprake is van een inschrijving anders dan op basis van de Bevoegdheid VI zal de RDW de verschuldigde bijdrage ten tijde van de eerste aanvraag tot inschrijving innen en afdragen aan SAR.

      Voor de inschrijving via de Bevoegdheid VI is in artikel 4 van de Overeenkomst Auto’s opgenomen dat de verplichting tot afdracht van de afvalbeheerbijdrage ontstaat op het moment dat een auto wordt ingeschreven. SAR ontvangt elke maand van de RDW een opgave van alle via VKR in het kentekenregister ingeschreven auto’s. Op basis hiervan factureert SAR de producenten en importeurs voor deze door hen ingeschreven auto’s.

    • k. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder k, van de Regeling dient in de overeenkomst de wijze waarop toezicht en controle op de afdracht van de afvalbeheerbijdrage plaatsvindt aan de orde te komen.

      In de Overeenkomst Auto’s is in artikel 3.4 opgenomen dat na afloop van elk kalenderjaar een externe accountant onderzoek zal verrichten bij SAR naar de wijze waarop de afvalbeheerbijdragen zijn besteed.

      In artikel 4.2 van de Overeenkomst Auto’s is opgenomen dat SAR elke maand een opgave ontvangt van de RDW van alle middels VKR in het kentekenregister ingeschreven auto’s, op basis waarvan zij de producenten en importeurs factureert. Betaling geschiedt door overmaking van het bedrag aan de SAR binnen 14 dagen na de factuurdatum. Bij niet tijdige voldoening is de wettelijke handelsrente verschuldigd zoals bedoeld in artikel 6:199a van het Burgerlijk Wetboek. De verplichting tot afdracht is gekoppeld aan de tenaamstelling door de RDW.

    • l. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder l, van de Regeling dient in de overeenkomst de wijze waarop degenen op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheerbijdrage is gelegd, gebruik kunnen maken van de afvalbeheerstructuur voor dat product aan de orde te komen.

      In artikel 3.1 van de Overeenkomst Auto’s is geregeld dat SAR zal zorgdragen voor het in stand houden en (voor zover op grond van gewijzigde wet- en regelgeving noodzakelijk) wijzigen van een afvalbeheerstructuur die zodanig is dat de houder/eigenaar van een auto met een geldig Nederlands kenteken, dan wel een autowrak dat een zodanig kenteken heeft gehad, zich daarvan kan ontdoen zonder dat daaraan voor hem of haar kosten zijn verbonden en die op alle punten voldoet aan de Autowrakkenrichtlijn en het Bba, dan wel Nederlandse regelgeving die daarvoor in de plaats treedt. In artikel 3.2 van de Overeenkomst Auto’s is opgenomen dat met het oog op het gestelde in artikel 3.1 de SAR ervoor zal zorgdragen dat auto’s waarvan de houder/eigenaar zich wil ontdoen kosteloos worden ingenomen en gedemonteerd door autodemontagebedrijven die daarvoor op juiste wijze gecertificeerd zijn en een aansluitingsovereenkomst met ARN hebben gesloten.

    • m. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder m, van de Regeling dient in de overeenkomst de looptijd te worden gegeven.

      In artikel 8 van de Overeenkomst Auto’s is opgenomen dat de Overeenkomst Auto’s in werking treedt ten aanzien van alle partijen bij de Overeenkomst Auto’s op 1 januari 2.021 jaar. Ten aanzien van producenten en importeurs die nadien partij worden omdat de Overeenkomst Auto’s op hen van toepassing wordt, treedt deze Overeenkomst Auto’s in werking op het moment waarop SAR de kennisgeving van toetreding van hen ontvangt en deze accepteert. De Overeenkomst Auto’s eindigt op 31 december 2025.

  • 5. In de Regeling is verder aangegeven dat bij een verzoek tot algemeen verbindend verklaren van een overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage naast de overeenkomst in ieder geval de volgende gegevens moeten worden overlegd:

    • a. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder a, van de Regeling dient de naam, adres, registratienummer bij de Kamer van Koophandel en desgevraagd statuten van degenen die het verzoek indienen en namens wie het verzoek wordt ingediend, overlegd te worden.

      Bij het verzoek zijn door SAR de producenten opgegeven die het verzoek ondersteunen. Van de producenten en de organisaties, genoemd onder 1 van dit besluit, zijn de namen, adressen en registratienummers bij de Kamer van Koophandel bij het verzoek gevoegd.

    • b. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder b, van de Regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de marktstructuur van de producenten die het product in de handel brengen, waaronder in ieder geval:

      • a. de totale omvang, gerekend naar gewicht, aantal of grootte, in de handel gebrachte producten en het aandeel daarin van degenen die het verzoek indienen en namens wie het verzoek wordt ingediend

      • b. het aantal van diegenen als bedoeld in onderdeel a ten opzichte van het totale aantal producenten dat het product in Nederland in de handel brengt

      De gegevens genoemd bij a en b zijn verstrekt en worden ten behoeve van de toetsing van de meerderheid onder punt 6 Meerderheid behandeld.

      De marktstructuur

      In het verzoek is de marktstructuur als volgt beschreven:

      De producenten worden in het verzoek op een tweetal wijze gecategoriseerd op basis van de kentekenregistratie bij de RDW, de VKR en de individuele toelating.

      Versnelde kentekenregistratie (VKR)

      De versnelde kentekenregistratie betreft altijd nieuwe voertuigen, die nog niet buiten Nederland geregistreerd zijn geweest voor een eerste toelating.

      In 2018 voerden volgens de RDW 284 bedrijven 536.163 voertuigen in langs de versnelde kentekenregistratie. Van deze 284 bedrijven waren er 212 die minder dan 10 voertuigen lieten registreren.

      De 26 officiële importeurs van de bekende automerken registreerden 97% van de voertuigen, te weten 521.786 auto’s. Deze 26 officiële importeurs zijn bij de overeenkomst van SAR aangesloten.

      Individuele toelating

      De markt voor individueel toegelaten voertuigen bestond in 2018 volgens de RDW uit 295.686 voertuigen en is in tegenstelling tot de versnelde kentekenregistratie enorm gedifferentieerd. Het gaat met name om gebruikte auto’s die met een (identiteit)onderzoek bij een RDW-keuringsstation toegelaten kunnen worden in Nederland. Maar ook nieuwe voertuigen kunnen via deze weg geïmporteerd worden.

      Auto’s worden voor individuele toelating ingevoerd door particulieren, bedrijfsmatige import en via beroepsmatige import. De bedrijfsmatige import betreft bedrijven die auto’s importeren ten behoeve van hun eigen wagenpark. De beroepsmatige import betreft bedrijven die vanuit handelsoogmerk auto’s importeren.

      De particuliere en bedrijfsmatige import betreft volgens cijfers van de RDW voor 2019 in totaal 254.000 auto’s, oftewel 33% van het totaal van 767.000 toelatingen. Ten opzichte van het totaal wordt 6,7% door particulieren geïmporteerd (52.000) en middels individuele toelating geregistreerd. De beroepsmatige invoer langs de individuele toelating betreft 202.000 auto’s, ofwel 26,33% ten opzichte van het totaal.

      Onder het punt Meerderheid wordt ingegaan op de aangegeven hoeveelheid producenten en importeurs die het verzoek ondersteunen ten opzichte van het totaal aantal producenten en importeurs.

      De impact van het verzoek op de markt en actoren.

      De bestaande uitvoeringsorganisatie zal blijven bestaan. Door de avv zullen de niet bij de Overeenkomst Auto’s betrokken partijen gaan meebetalen aan de bestaande afvalbeheerstructuur voor auto’s, wat neerkomt op eenieder die een auto produceert of invoert. Naast bedrijfsmatige importeurs zullen als gevolg van de avv en daarmee samenhangende wijziging van het begrip importeur in de Bba (zie 4h) ook particuliere importeurs verplicht worden om een afvalbeheerbijdrage te betalen bij de registratie van het geïmporteerde voertuig.

      SAR zal de uitvoering en regie op zich nemen en de inzamelaars en vervoerders via gelijke kansen laten meedingen naar de verschillende taken.

      Met de avv zal voor alle importeurs eenzelfde tarief gelden bij het op de registreren van een auto in Nederland. Dit resulteert in een meer gelijk speelveld voor de producenten en importeurs van auto’s.

    • c. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder c dient een onderbouwing gegeven te worden van de aanwezigheid van een belangrijke meerderheid van de door verzoekers in de handel gebrachte producten, waarbij mede rekening wordt gehouden met de totale omvang en het gewogen aantal verzoekers als bedoeld in onderdeel b, onder (i) en (ii).

      Bij het verzoek is door SAR aangegeven dat de 24 aanvragers, genoemd onder onderdeel 1 en onderdeel 4a van dit besluit, ook allemaal de Overeenkomst Auto’s hebben ondertekend.

      Verder heeft RAI Vereniging het verzoek gedaan namens haar leden. Branchevereniging BOVAG heeft specifiek ingestemd met de aanvraag omdat zij een groot deel van de bedrijven vertegenwoordigt die voertuigen importeren (zie ook onderdeel 6 van dit besluit).

      In de aanvraag heeft SAR aangegeven en onderbouwd dat de aanvragers 76,5% van de auto’s die in Nederland voor de eerste keer in de handel worden gebracht, vertegenwoordigen.

      Er is één goedgekeurde mededeling van producenten en importeurs, welke de basis vormt voor deze aanvraag voor de avv.

      Deze onderbouwing en gegevens worden onder punt 6 Meerderheid nader behandeld.

    • d. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder d, van de Regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop afvalstoffenhouders van de afgedankte producten geïnformeerd worden over afvalpreventiemaatregelen, innamesystemen, voorzieningen voor hergebruik of nuttige toepassing en de preventie van zwerfafval te worden omschreven.

      In een gezamenlijke campagne van RAI Vereniging, Bovag, Stiba (brancheorganisatie en belangenbehartiger van gecertificeerde auto-, motorfiets-, truck-, en aanverwante voertuigdemontagebedrijven), Focwa (Federatie van Ondernemers in de Carrosserie- en Wagenbouw en Aanverwante bedrijven) en ARN in samenwerking met de RDW, geeft SAR informatie over de afvalbeheerstructuur en de avv. Verder heeft SAR in het kader van de verplichtingen vanuit het Bba reeds een communicatieagenda naar de onder de mededeling vallende partijen van de afvalbeheerstructuur van SAR die voldoet aan de vereisten van het Bba.

    • e. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder e, van de Regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop aan de eindgebruiker van het product voorlichting zal worden gegeven over de afvalbeheerbijdrage te worden omschreven.

      Bij de onder d genoemde gezamenlijke campagne is tevens een consumentencampagne inbegrepen gericht op consumenten en garagebedrijven.

      De groep eindgebruikers is primaire doelgroep van de campagne. SAR informeert consumenten onder andere met advertenties in landelijke media, advertenties in online media en berichten op de radio. Om zoveel mogelijk consumenten te bereiken, wint SAR advies in over de juiste kanalen bij een onafhankelijk mediabureau. In alle uitingen verwijst SAR naar informatie die online is te vinden. Online vindt uitvoeriger toelichting plaats met infographics en een positieve boodschap over autorecycling. Een campagne website zoals www.delaatstedagenvanmijnwagen.nl verwijst direct naar meer informatie en naar bestaande content zoals de kaart met aangesloten autodemontagebedrijven op www.arn.nl. Ook via stakeholders RAI Vereniging en BOVAG communiceert SAR in consumentenmedia zoals Autoweek, de Telegraaf en de BNR Autoshow.

    • f. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder f, van de Regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is de in onderdeel b en, indien betrokken bij de uitvoering van de afvalbeheerstructuur, onderdeel d bedoelde personen bij het indienen van het verzoek te betrekken te worden omschreven.

      In de aanvraag heeft SAR aangegeven de campagnes in samenwerking en instemming met de stakeholders in de afvalbeheerstructuur heeft opgezet, uitgevoerd en verder gaat uitvoeren. De RAI Vereniging, Bovag, Stiba en Focwa zijn door SAR als afzender van de campagne gebruikt om een zo groot mogelijk bereik te bewerkstelligen en de betrokkenheid van deze partijen aan de stakeholders te tonen. Bij deze campagnes is ook ARN als uitvoeringsorganisatie van de afvalbeheerstructuur betrokken expliciet aanwezig. Hiermee wordt volgens SAR aangegeven dat zichtbaar is gemaakt dat de autosector in Nederland de boodschap ondersteunt. Hiermee krijgt de campagne volgens SAR meer draagvlak, ontstaan meer mogelijkheden voor zichtbaarheid en eigenaarschap van de vier partijen van het onderwerp autorecycling.

      Middels de verplichte registratie bij de RDW van iedere in Nederland in te schrijven auto is volgens SAR geborgd dat alle partijen op wie de Overeenkomst Auto’s van toepassing is, op de hoogte wordt gebracht van de avv.

    • g. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder g, van de Regeling dient in ieder geval de wijze waarop jaarlijks openbaar verslag en verslag aan de minister wordt uitgebracht over het naleven van de voorwaarden waaronder de avv is verstrekt, zoals het behalen van de doelstellingen voor het afvalbeheer te worden beschreven.

      Het verslag dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:

      • De hoeveelheid producten (die onder de afvalbeheerstructuur vallen) die in het betreffende jaar in de handel zijn gebracht;

      • De hoeveelheid producten die in het betreffende jaar als gevolg van de afvalbeheerstructuur zijn ingezameld en verwerkt, inbegrepen de activiteiten daarin van een eventuele uitvoeringsorganisatie;

      • Indien aanwezig, de hoeveelheid producten die in enig jaar beschikbaar is voor inzameling:

        • het in het betreffende jaar gerealiseerde percentage voorbereiding voor hergebruik, recycling en andere nuttige toepassing, of de hoeveelheid daarvan;

        • de hoeveelheid en soorten te verwijderen restfracties, indien van toepassing.

        • Een prognose van bovengenoemde waarden voor komende jaren;

        • Een overzicht van de inkomsten en uitgaven als gevolg van de afvalbeheerbijdrage en de verwachte ontwikkeling;

        • De ontwikkeling in de voorziening en in de fondsvorming;

        • Een overzicht van de producenten die partij zijn bij de overeenkomst en van de producenten die de overeenkomst hebben opgezegd.

      SAR heeft aangegeven dat ingevolge artikelen 12 en 15 van het Bba zij jaarlijks zal rapporteren aan de minister.

      Jaarlijks zal SAR verslag uitbrengen aan de minister over de afvalbeheerstructuur over het naleven van de voorwaarden waaronder de algemeen verbindend verklaring is verstrekt, zoals het behalen van de doelstellingen voor het afvalbeheer.

      Ten aanzien van de onderbouwing van de juistheid van de gegevens in het verslag, wordt voor de verzameling van en controle op de op de markt gebrachte hoeveelheden door SAR aangegeven dat zij op basis van de Overeenkomst Auto’s gegevens kan opvragen bij producenten en importeurs ter uitvoering van de Overeenkomst Auto’s of de afvalbeheerstructuur. SAR is gerechtigd deze gegevens op juistheid en volledigheid te controleren en daarbij gebruik te maken van externe accountants. Producenten zijn gehouden om aan een controle mee te werken en de daarvoor door SAR aangewezen personen toe te laten tot hun bedrijf en administratie en om alle noodzakelijke informatie te verstrekken en medewerking te verlenen in verband met de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst Auto’s of de afvalbeheerstructuur.

      In het rapport ‘Besluit beheer autowrakken Toezicht op de recyclenorm over 2015-2017’ is door de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) geoordeeld dat de berekeningswijze die ARN hanteert aansluit bij de methodiek die voor lidstaten geldt.

      Om te waarborgen dat de geïnde gelden alleen voor het afvalbeheer van betreffende producten in de afvalfase worden besteed, richt SAR zich op verantwoorde besteding van gelden. Het bestuur van SAR laat jaarlijks vrijwillig de jaarrekening controleren door een externe accountant.

    • h. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder h, van de Regeling dient indien van toepassing, de naam, de organisatorische opzet, taken en verantwoordelijkheden en desgevraagd statuten van de uitvoeringsorganisatie die namens de producenten of producentenorganisatie geheel of gedeeltelijk uitvoering geeft aan de afvalbeheerstructuur te worden verstrekt.

      Wanneer een verzoek tot avv namens producenten wordt ingediend door een producentenorganisatie wordt deze organisatie aangemerkt als een producentenorganisatie als bedoeld in artikel 1 van de Regeling. Deze organisatie is medeverantwoordelijk voor nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de avv.

      Organisatorisch

      In het verzoek tot avv moet duidelijk worden beschreven wat de organisatiestructuur is van een uitvoeringsorganisatie en met welke taken deze organisatie is belast. Duidelijk moet zijn hoe deze uitvoeringsorganisatie zich verhoudt tot de producentenorganisatie omdat de verplichtingen tot uitvoering van het besluit tot avv en de afvalbeheerstructuur rusten op de producentenorganisatie en niet op een uitvoeringsorganisatie. Daarnaast is de rol van de uitvoeringsorganisatie mede van belang bij beoordeling van de doelmatigheid van de afvalbeheerstructuur.

      Organisatiestructuur

      SAR heeft een netwerk van gecontracteerde en gecertificeerde autodemontagebedrijven voor het milieuverantwoord verwerken van de afgedankte voertuigen. ARN heeft als uitvoeringsorganisatie van SAR daarnaast contracten met inzamelbedrijven, gespecialiseerde verwerkingsbedrijven, tussenhandelaren, shredderbedrijven en het verwerken van het auto shredder residu gebeurt in de verwerkingsfabriek voor PST (een PST-installatie).

      De afvalbeheerstructuur werkt globaal als volgt:

      Deregistratie van een afgedankte auto.

      Voor alle voertuigen die voor sloop of demontage in aanmerking komen moet de tenaamstelling vanwege demontage beëindigd worden bij RDW. Dit dient online via ORAD (Online Registratie Auto Demontage) te gebeuren.

      De laatste eigenaar brengt het voertuig naar een autodemontagebedrijf. Autodemontagebedrijven die zijn aangesloten bij ARN beschikken over een RDW-erkenning om voertuigen in ORAD te kunnen melden. Het voertuig kan ook eerst in de bedrijfsvoorraad van het autodemontagebedrijf worden geregistreerd. Het autodemontagebedrijf overhandigt een vrijwaringsbewijs aan de tenaamgestelde als bewijs dat de auto niet meer op zijn of haar naam is geregistreerd. Het beëindigen van de tenaamstelling gebeurt door middel van een ORAD melding, hiermee stoppen ook alle voertuigverplichtingen als APK en verzekering. De kentekenplaat wordt door het autodemontagebedrijf vernietigd. De auto is daarmee een autowrak en daarmee een afvalstof.

      Bij ARN aangesloten autodemontagebedrijven verplichten zich om afgedankte auto’s in te nemen en deze te demonteren volgens de voorschriften uit het activiteitenbesluit en de overeenkomst met ARN, zonder daarvoor kosten in rekening te brengen en tegen afgifte van een vrijwaringsbewijs.

      Van de meer dan 500 autodemontagebedrijven met een ORAD-erkenning in Nederland, werkt ARN samen met 222 bedrijven. Deze 222 autodemontagebedrijven verwerken volgens SAR 84% van de in Nederland afgedankte voertuigen.

      Samengevat hanteren de erkende autodemontagebedrijven de volgende handelwijzen:

      • Kosteloos aannemen van autowrakken aan de poort;

      • Werken volgens de voorschriften van het Activiteitenbesluit;

      • Werken volgends de werkwijze die aangegeven wordt in de Wegwijzer (bijlage 2 bij de aanvraag).

      ARN bezoekt de 222 autodemontagebedrijven waarmee samengewerkt wordt om bedrijven te informeren over de werkwijze van ARN, tellingen van autowrakken en materialen uit te voeren, teneinde correcte recycling rapportages te kunnen rapporteren en te controleren of de bedrijven zich houden aan de contractuele afspraken met ARN.

      Depolutie en verplicht te verwijderen materialen.

      Het autodemontagebedrijf verwijdert binnen de in het Activiteitenbesluit aangegeven termijn van tien werkdagen de vloeistoffen en neutraliseert de airbags en gordelspanners of demonteert deze. Verder demonteert het autodemontagebedrijf de onderdelen die het Activiteitenbesluit en het Bba voorschrijven (alle vloeistoffen, LPG-tanks, oliefilters, PCB/PCT-houdende condensatoren, batterijen / startaccu’s, aandrijfaccu’s van hybride / elektrische auto’s, airbags / gordelspanners, katalysatoren en onderdelen die lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten).

      Voor glas, grote kunststofonderdelen, metalen onderdelen die koper, aluminium of magnesium bevatten en banden geldt dat ze in principe gedemonteerd moeten worden, tenzij materiaalhergebruik verder in de keten via een shredderbedrijf en PST-installatie geborgd is.

      Demontage van onderdelen en materialen

      Afhankelijk van onder andere de staat van onderhoud, het autotype, het bouwjaar van de auto etc. hebben diverse auto-onderdelen een zodanig marktwaarde voor de vervangingsmarkt, dat zij via het marktmechanisme hun weg vinden naar producthergebruik in voertuigen of hergebruik van het materiaal.

      Dit zijn onder andere katalysatoren, kabelbomen, loodzuuraccu’s en onderdelen voor tweedehands gebruik.

      Inzameling en verwerking van materialen

      De inzameling en de verwerking van de materialen geschiedt zoals deze wettelijk door een autodemontagebedrijf gedemonteerd of anderszins verwijderd moeten worden.

      De gedemonteerde materialen worden opgeslagen in de tanks en emballage. Als deze vol zijn neemt het bij ARN aangesloten autodemontagebedrijf contact op met ARN voor leging en inzameling.

      ARN verzorgt de inzameling en verwerking voor motorolie, versnellingsbakolie, koelvloeistof, remvloeistof, ruitensproeiervloeistof, brandstofresten (bijvoorbeeld diesel, benzine, LPG, groengas of CNG), oliefilters, koudemiddel van airconditioninginstallaties, LPG-tanks, CNG-tanks, Adblue, banden en mechanische airbags en gordelspanners.

      ARN draagt de kosten voor inzameling en verwerking van de wettelijk te demonteren materialen. ARN contracteert de inzamelbedrijven die de afvalstoffen bij het ARN aangesloten autodemontagebedrijf ophalen.

      Autowrakken via tussenhandel

      Een mogelijke vijfde stap in de afvalbeheerstructuur is het aankopen van het autowrak vanwege de materiaalwaarde door een tussenhandelaar. Deze verkoopt het wrak uiteindelijk weer vanwege de materiaalwaarde aan een shredderbedrijf. ARN laat in zijn systeem slechts erkende tussenhandelaren toe.

      Shredderbedrijf

      De zesde stap in de afvalbeheerstructuur vormt de terugwinning van de metalen van het autowrak door een shredderbedrijf. Het autodemontagebedrijf of de tussenhandelaar verkoopt het autowrak voor zijn materiaalwaarde aan een metaalrecyclingbedrijf met een shredderinstallatie.

      Om zeker te stellen dat Nederlandse autowrakken terecht komen bij een shredderbedrijf waar het voertuig dusdanig verkleind wordt zodat het metaal kan worden gescheiden van het niet-metaal, werkt ARN alleen met ‘ARN-erkende shredderbedrijven’. Hiervoor stelt ARN eisen voor deelname. Daarnaast werken een ARN-erkende shredderbedrijven mee aan de vaststelling van de stromen shredderresidu van autowrakken die bij zijn vestigingen ontstaan. Deze vaststelling gebeurt met een zogeheten Shredderproef. Het shredderbedrijf levert deze stromen autoshredderresidu aan een PST-installatie.

      PST-installatie

      De zevende stap in de afvalbeheerstructuur is de verwerking van het lichte en het zware shredderresidu met post-shreddertechnologie. Voor de autowrakken die afkomstig zijn van ARN-autodemontagebedrijven wordt het shredderafval verwerkt in een PST-installatie. Ook shredderafval van Nederlandse autowrakken afkomstig van niet-ARN-autodemontagebedrijven laat ARN in een PST-installatie verwerken tot herbruikbare stromen.

    • i. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder i, van de Regeling dient het verzoek de gegevens over de financiële middelen die worden ingezet voor uitvoering van de afvalbeheerstructuur en de daarmee te realiseren doelstellingen te bevatten.

      Begroting afvalbeheerstructuur

      Door verzoeker moet een begroting worden overgelegd waaruit blijkt dat er een ketendeficit is of dreigt, dat gedekt dient te worden uit de opbrengsten van de afvalbeheerbijdrage en andere opbrengsten. In de gegevens bij het verzoek dient duidelijk gemaakt te worden hoe de afvalbeheerstructuur financieel is verantwoord. In de begroting dienen in ieder geval de volgende punten aan de orde te komen:

      De financiële verantwoording van de afvalbeheerstructuur, waarbij ingegaan wordt op de kosten van het afvalbeheer, vermogen, baten en het ketendeficit;

      De voorziening en het fonds, dat wil zeggen de voorziene en onvoorziene kosten van de afvalbeheerstructuur.

      Inkomsten

      De afvalbeheerstructuur wordt bekostigd door middel van afvalbeheerbijdragen die worden afgedragen door producenten en importeurs aan SAR. Bij de individuele kentekening zal de afdracht via de RDW aan SAR door de producenten die via individuele kentekening afvalbeheerbijdrage afdragen worden gedaan. De hoogte van de afvalbeheerbijdrage wordt van tijd tot tijd vastgesteld door SAR. De RAI Vereniging heeft een doorslaggevende stem in de besluitvorming hierover, conform de statuten van RAI Vereniging en SAR.

      De prognose voor nieuwverkopen en geïmporteerde gebuikte voertuigen zijn volgens de aanvraag als volgt:

      Tabel 1; prognose nieuwverkopen en import auto’s (aantallen x1000)

      Prognose nieuwverkopen en import auto’s

      Jaar

      2021

      2022

      2023

      2024

      2025

      Nieuwverkopen

      514

      513

      515

      517

      518

                 

      Import

      246

      256

      266

      276

      286

                 

      Totaal

      760

      769

      781

      793

      804

      Een deel van het fonds is belegd. De uitkomsten van de beleggingen in een jaar zijn bedoeld ter instandhouding van het fonds en niet speculatief.

      Uitgaven

      De kosten voor recycling betreffen de kosten die ARN maakt en vergoed voor de recycling van autowrakken. Hieronder vallen de kosten voor inzameling en verwerking van vrijgekomen afvalstoffen, de kosten voor onderhoud en service aan de droogleginstallaties bij het demonteren van auto’s, de kosten voor verwerking van autoshredder residu in een PST-installatie, de kosten voor certificering van de autodemontagebedrijven en de administratieve vergoeding die ARN betaalt aan de aangesloten autodemontagebedrijven.

      Het aantal autowrakken dat in de afvalbeheerstructuur van SAR verwerkt wordt, is in het onderstaand overzicht geschat door SAR voor de periode van de aanvraag.

      Het overzicht bestaat uit het totaal aantal autowrakken dat in Nederland afgemeld wordt ten opzichte van het aandeel dat wordt verwerkt via autodemontagebedrijven

      Tabel 2: prognose aantal autowrakken (aantallen x1000)

      Prognose aantal autowrakken

      Jaar

      2021

      2022

      2023

      2024

      2025

      Totaal

      241

      240

      241

      242

      243

      afgemeld ORAD

               
                 

      Aandeel ARN

      84%

      84%

      84%

      84%

      84%

      Verder zijn de volgende uitgaven door SAR opgegeven (organisatorische en systeemkosten).

      • Personeelskosten; de kosten van het personeel dat in dienst is bij ARN.

      • Huisvestingskosten; de kosten voor het huurpand voor het kantoor van ARN in Breukelen.

      • Autokosten; de leasekosten voor de medewerkers die beschikken over een leaseauto.

      • Communicatiekosten; voor het jaar 2020 is in het budget 813.000 euro opgenomen aan communicatiekosten. Dit budget is 400.000 euro hoger dan het reguliere budget voor communicatie i.v.m. de te voeren campagnes met betrekking tot de avv.

      • De kosten en baten van de uitvoeringsorganisatie ARN Holding B.V; kosten gemaakt voor het recyclen van auto’s betaald aan SAR.

      De afvalbeheerbijdragen dienen ter dekking van de operationele kosten (een netto kostenpost), de systeemkosten en de (eventuele) vaste bijdragen.

      In de onderstaande tabel staat de prognose die SAR heeft bijgevoegd bij de aanvraag van de opbrengsten en kosten voor de periode 2021 tot en met 2025.

      Tabel 3: prognose opbrengsten en kosten (bedragen in euro’s x 1.000)

      Prognose opbrengsten en kosten

      Jaar

      2021

      2022

      2023

      2024

      2025

      Opbrengsten afvalbeheerbijdrage

      18.858

      15.891

      12.921

      13.119

      13.303

                 

      Kosten recycling

      12.798

      13.020

      13.264

      13.513

      13.763

                 

      Verschil

      6.060

      2.871

      -343

      -394

      -460

                 

      Operationele kosten

               

      Personeel

      2.376

      2.431

      2.489

      2.547

      2.607

      Huisvesting

      140

      141

      141

      141

      141

      Auto

      161

      165

      169

       

      178

      Kantoor

      306

      313

      319

      325

      333

      Communicatie

      522

      481

      490

      500

      509

      Algemeen

      362

      370

      379

      388

      398

      Afschrijving

      192

      226

      144

      160

      160

      Totaal lasten

      4.059

      4.127

      4.131

      4.234

      4.326

                 

      Financiële baten en lasten

      0

      0

      0

      0

      0

      Resultaat deelneming

      199

      204

      204

      208

      211

                 

      bedrijfsresultaat

      2.200

      -1,052

      -4.270

      -4.420

      -4.575

      Onderbouwing afvalbeheerbijdrage

      In de onderbouwing van de afvalbeheerbijdrage dient aandacht besteed te worden aan:

      • De berekeningsmethode;

        De berekeningsmethode is onderdeel van artikel 5 van de Overeenkomst Auto’s. De hoogte van de afvalbeheerbijdrage wordt van tijd tot tijd vastgesteld door SAR, RAI Vereniging bij de besluitvorming daarover een doorslaggevende stem heeft zoals nader uitgewerkt in de statuten van de Stichting Auto Recycling Holding die het bestuur vormt van de SAR.

        De hoogte van de afvalbeheerbijdrage is met ingang van 1 januari 2021 vastgesteld op 30 euro per auto (inclusief btw). Met ingang van 1 januari 2022 is de afvalbeheerbijdrage vastgesteld op 25 euro per auto (inclusief btw). SAR en ARN gaan zich ervoor inspannen om de hoogte van de afvalbeheerbijdrage vanaf 2023 op 20 euro (inclusief btw) te brengen en houden.

        Op de hoogte van de afvalbeheerbijdrage zijn volgens SAR veel verschillende factoren van invloed. De belangrijkste factoren voor de afvalbeheerbijdrage voor de jaren 2021 tot en met 2025 zijn de verwachte kosten voor verwerking van autowrakken en de ontwikkeling van het fonds recyclingbijdrage. Daarnaast is het aantal voertuigen dat een afvalbeheerbijdrage afdraagt van grote invloed op de hoogte van de bijdrage. Doordat het aantal parallel geïmporteerde voertuigen onder een avv ook zullen afdragen kan de afvalbeheerbijdrage omlaag.

      • Tariefdifferentiatie;

        Bij de aanvraag heeft SAR aangegeven vooralsnog geen gebruik te maken van tariefdifferentiatie.

        Er is gekozen om geen tariefdifferentiatie toe te passen om de volgende redenen:

        • Auto’s hebben een lange levensduur (>18 jaar) en zijn complex van samenstelling. In de 18 jarige levensduur van een voertuig ontwikkelt regelgeving zich en de mogelijkheden voor recyclingtechnologie ontwikkelen zich. Het daarom lastig nu al te kunnen zeggen welk voertuig beter of slechter recyclebaar is tegen die tijd.

        • De keuze voor materialen in een voertuig zijn afhankelijk van vele factoren naast recyclebaarheid (lichtere materialen voor CO2 besparing gedurende de levensfase, regelgeving i.h.k.v. POP-verordening, REACH, veiligheid, beschikbaarheid materialen etc). Een geïntegreerde benadering (bv. d.m.v. een levenscyclusanalyse) op dit vlak heeft voor een voertuig zin, omdat bijvoorbeeld tijdens de productie- en levensfase de milieu-impact van auto’s vele malen hoger is dan in de einde-levensfase.

      • Tijdstip waarop de afvalbeheerbijdrage wordt geheven;

        In artikel 4 van de Overeenkomst Auto’s staat dat de afdracht van de afvalbeheerbijdrage aan de SAR plaatsvindt aan het eind van elke maand en bestaat uit het totaal van alle afvalbeheerbijdragen die verschuldigd zijn per auto die in die maand voor het eerst in Nederland middels VKR tenaamgesteld zijn.

        SAR ontvangt elke maand een opgave van alle middels VKR in het kentekenregister ingeschreven auto’s van de RDW. Op basis hiervan factureert SAR. Het staat voor de afdrachtplichtigen vrij te bepalen of en in hoeverre zij de afvalbeheerbijdrage doorbelasten aan de afnemers van auto’s.

        In alle gevallen waarin na de avv sprake is van een verzoek tot inschrijving anders dan op basis VKR, zal de RDW de verschuldigde afvalbeheerbijdrage ten tijde van het verzoek innen en afdragen aan SAR.

      • De kosten waarvoor de afvalbeheerbijdrage wordt aangewend;

        SAR heeft aangegeven dat de afvalbeheerbijdrage wordt aangewend om de afvalbeheerstructuur te bekostigen.

      • Hoe en wanneer de afvalbeheerbijdrage wordt bijgesteld;

        De afvalbeheerbijdrage wordt jaarlijks vastgesteld. In de periode 2010 tot en met 2016 bedroeg de afvalbeheerbijdrage 45 euro (inclusief btw). Daarna is de afvalbeheerbijdrage in vier jaar afgebouwd naar 35 euro (inclusief btw) in 2020.

        Voor de looptijd waarin de Overeenkomst Auto’s algemeen verbindend wordt verklaard, tot en met 2022, zal de afvalbeheerbijdrage door SAR vastgesteld worden op 25 euro (inclusief btw). Vanaf 2023 en de jaren daarna wordt de afvalbeheerbijdrage vastgesteld (prognose) op 20 euro.

      • Wat er na beëindiging van de avv of de afvalbeheerstructuur gebeurt met de in de voorziening of fonds aanwezige gelden;

        SAR heeft in de aanvraag aangegeven dat een deel van het fonds is belegd. De uitkomsten van de beleggingen in een jaar zijn bedoeld ter instandhouding van het fonds en niet speculatief. Om die reden is ervoor gekozen om de resultaten uit beleggingen voor een nihil bedrag mee te nemen in de prognose. Door verlaging van de afvalbeheerbijdrage brengt SAR de omvang van het fonds terug.

        SAR staat positief tegenover een aanpassing voor een andere opvoering van het fonds in relatie tot de voorziening. SAR heeft dit met haar accountant besproken en dit vergt een nader onderzoek. Aangezien SAR te maken heeft met een langjarige verplichting omdat een auto gemiddeld 18 jaar mee gaat, gaat SAR met haar accountant de mogelijkheden hiertoe onderzoeken. Dit onderzoek wordt in 2021 opgestart en SAR zal hierover ook gaan rapporteren.

        Met betrekking tot wat er na beëindiging van de avv of de afvalbeheerstructuur gebeurt met de in de voorziening of fonds aanwezige gelden is in de Akte van splitsing van Stichting Auto Recycling van 10 juni 2020, waarin de oprichting van Stichting Auto Recycling is bevestigd, opgenomen dat een eventueel batig saldo van het vermogen van de ontbonden stichting na vereffening wordt aangewend ‘ten behoeve instelling met een gelijksoortige doelstelling’.

      Onderbouwing voorziening en fonds

      De voorziening omvat de vaste kosten die voortvloeien uit het afvalbeheer van de producten waarvoor een bijdrage is geheven. Tevens bevat de voorziening de kosten van de uitvoering van de avv, waaronder de organisatorische kosten en systeemkosten.

      Een fonds kan worden opgebouwd om onvoorziene omstandigheden financieel te dekken. Ook het fonds wordt uit de afvalbeheerbijdrage betaald. Bij onvoorziene zaken valt te denken aan een negatieve opbrengst als gevolg van de financiële koersen zoals metaalprijzen, papierprijzen, grondstofprijzen. Ook kan het fonds worden gebruikt om toekomstige problemen financieel op te vangen, zoals bijvoorbeeld een wettelijke verplichte uitfasering van een product.

      De omvang van het fonds mag niet groter worden dan 1½ keer de in 1 jaar begrote kosten van verwerking. Dit betekent dat er een reserve gevormd mag worden gedurende de looptijd van een avv met een omvang van maximaal 1½ keer de in 1 jaar begrote kosten van inzameling, sortering, demontage, bewerking, verwerking en transport.

      SAR is in een situatie waarin er reeds een voorziening is gevuld door de producenten en importeurs die bij SAR waren aangesloten en die ook het verzoek tot avv hebben aangevraagd. Deze voorziening is gevuld om invulling te geven aan de verplichtingen in het Bba aan producenten en importeurs van auto’s zijn gegeven.

      In de begroting en de bepaling van de afvalbeheerbijdrage is hiermee rekening gehouden.

      Door verlaging van de afvalbeheerbijdrage brengt SAR de omvang van het fonds terug. SAR kiest voor een afbouw die enkele jaren duurt om de gevolgen voor de keten te verdelen over meerdere jaren. Hierdoor worden sterke schommeling in de hoogte van de afvalbeheerbijdrage voorkomen.

      In onderstaande tabel is het verloop van het fonds opgenomen.

      Tabel 4: Verloop fonds recyclingbijdrage (bedragen in euro’s x 1000)

      Verloop fonds

      Jaar

      Omvang fonds 1-1

      Mutatie

      Omvang fonds 31-12

      2017

      71.199

      -1-187

      70.012

      2018

      70.012

      -1.434

      68.578

      2019

      68.578

      -4.514

      64.064

      2020

      64.064

      -8.395

      55.669

      2021

      55.669

      2.201

      57.870

      2022

      57.870

      -1.052

      56.818

      2023

      56.818

      -4.271

      52.547

      2024

      52.547

      -4.421

      48.126

      2025

      48.126

      -4.575

      43.551

      Aangezien het fonds van SAR niet wordt gezien als een fonds in de zin van de Regeling, maar als een voorziening, wordt de beoordeling van dit fonds ook niet volgens die eisen gedaan.

      Het fonds van SAR dient ter financiering van de afvalbeheerstructuur die algemeen verbindend wordt verklaard en voldoet in die zin aan de vereisten van de Regeling.

  • 6. Beoordeling van de meerderheid

    In artikel 15.37, eerste lid, van de Wm is opgenomen dat een verzoek tot algemeen verbindend verklaring van een overeenkomst over de afvalbeheerbijdrage slechts kan worden ingediend door degenen die, onderscheidenlijk organisaties van degenen die wat betreft de gezamenlijke omzet van de betrokken stoffen, preparaten of producten een naar het oordeel van de minister belangrijke meerderheid vormen van degenen die deze stoffen, preparaten of producten in Nederland invoeren of op de markt brengen.

    De minister beoordeelt of sprake is van een belangrijke meerderheid als aangegeven in de toelichting op de regelgeving. In de toelichting is aangegeven dat de belangrijke meerderheid bestaat uit de combinatie van de meerderheid op basis van omvang van in de handel gebrachte producten, gerekend naar gewicht, aantal of grootte, en de meerderheid in aantal producenten die het product in de handel brengen. Een uitgangspunt daarbij is dat twee maatstaven ten minste 55% moeten zijn. Bovendien moet ten minste een van beide hoger dan of gelijk zijn aan 75%. Verder is hierbij aangegeven dat in het kader van doelmatig afvalbeheer de minister gemotiveerd kan afwijken van deze methodiek of van de daarin gehanteerde percentages.

    Vertegenwoordiging in de handel gebrachte hoeveelheden

    Producenten en importeurs brachten in 2018 gezamenlijk op grond van gegevens van de verplichte kentekenregistratie van de RDW 831.849 auto’s op de markt. Producenten en importeurs die de aanvraag ondersteunen, brachten hiervan 636.168 auto’s op de markt. Dit komt overeen met 76,5% van de totale hoeveelheid auto’s die in 2018 op de markt zijn gebracht. In tabel 4 is de hoeveelheid auto’s die in 2018 op de markt werden gebracht nader gespecificeerd.

    Tabel 5: Kentekenregistratie in Nederland 2018 (bron: RDW)

    Kentekenregistratie in Nederland 2018

    Type kentekening

    Aantal auto’s

    Aantal auto’s aanvragers

    Versnelde kentekenregistratie

       

    Nieuwverkopen importeurs RAI Vereniging

    505.302

    505.302

    Overige importeurs deelnemend aan ARN

    28.051

     

    Overige importeurs niet deelnemend aan ARN

    2.810

     

    Subtotaal

    536.163

     
         

    Individuele kentekenregistratie

       

    Nieuwverkopen importeurs deelnemend aan ARN

    602

     

    Import importeurs RAI Vereniging

    3.968

    3.968

    Import overige importeurs deelnemend aan ARN

    4.197

     

    Overige importeurs beroepsmatig

    230.725

    126.898

    Overige importeurs bedrijfsmatig en particulier

    56.194

     

    Subtotaal

    295.686

     
         

    Totaal

    831.849

    636.168

    Percentage

    100%

    76,5%

    Vertegenwoordiging producenten

    SAR heeft een inschatting gemaakt van het totaal aantal van de producenten en importeurs van auto’s in Nederland. Hierbij is uitgegaan van het gegeven dat voertuigen in Nederland alleen met een Nederlands kenteken op de weg worden toegelaten op het moment dat ze in de kentekenregistratie van de RDW worden opgenomen.

    Zoals in onderdeel 3 van dit besluit is omschreven kunnen voertuigen op twee manieren in Nederland worden ingeschreven in deze kentekenregistratie;

    • via de VKR; en

    • via de individuele keuring.

    Auto’s die via VKR worden geregistreerd, zijn altijd nieuwe voertuigen. De auto’s die via individuele keuring worden ingeschreven, zijn onder andere tweedehands auto’s die hun eerste registratie hadden in het buitenland, en nieuwe auto’s die niet via VKR worden ingeschreven.

    Tabel 6: Aantallen producenten 2018 (bron: RDW)

    Aantallen producenten 2018

    Wijze van kentekenregistratie

    Aantal bedrijven

       

    VKR

    284 (100%)

    Officiële merkimporteurs

    26 (9,2%)

    Overige importeurs

    258 (91,8%)

    Totaal

    284 (100%)

       

    Individueel

    onbekend

    Beroepsmatige import

    7.514

    Waarvan import <10 auto’s

    tussen 10 en 1000

    import >1000 auto’s

    4.389

    3.107

    18

    Bedrijfsmatig en particuliere import

    onbekend

    Hieruit blijkt dat aanvragers niet voldoen aan de tweede voorwaarde voor het aantonen van een belangrijke meerderheid, te weten een meerderheid in aantal producenten die het product in de handel brengen

    Op basis hiervan moet geconcludeerd worden dat door verzoekers SAR en RAI Vereniging niet wordt voldaan aan de voorwaarde van een belangrijke meerderheid zoals aangegeven in de Regeling.

    Afwijken van de berekeningsmethodiek uit de Regeling

    In de toelichting van de Regeling is aangegeven dat in het kader van doelmatig afvalbeheer de minister gemotiveerd kan afwijken van de methode voor het bepalen van de belangrijke meerderheid (de twee voorwaarden) of van de daarin gehanteerde percentages.

    Hiertoe wordt in het kader van doelmatig afvalbeheer besloten, omdat SAR de enige organisatie is die namens de bij haar aangesloten producenten en importeurs een mededeling conform het Bba heeft gedaan welke is goedgekeurd. Er is geen andere partij die zorg draagt voor de verwerking van autowrakken conform het Bba. SAR legt in haar rapportages verantwoording af over de verwerking van alle in Nederland voor demontage afgemelde auto’s. In het afvalbeheersysteem wordt geen onderscheid gemaakt tussen auto’s waarvoor wel of geen afvalbeheerbijdrage is betaald. SAR vertegenwoordigt bovendien een ruimschootse meerderheid van de auto’s die in Nederland wordt geregistreerd.

    Gelet op de aangeleverde gegevens en de toelichting bij de Regeling is voldoende aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan de vereiste meerderheid volgens artikel 15.37, eerste lid, van de Wm.

  • 7. Beoordeling mededingingsrechtelijke aspecten

    Een meerderheid van de producenten en importeurs ondersteunen het verzoek.

    Een gevolg van de Overeenkomst Auto’s is dat producenten en importeurs een afvalbeheerbijdrage betalen. Deze kosten dienen zij op basis van op Europese richtlijnen gebaseerde nationale wetgeving – het Bba – voor hun rekening te nemen. Deze kosten worden gemaakt om maatregelen te treffen die vanuit milieuoogpunt wenselijk zijn, maar die individuele producenten en importeurs veelal niet en niet efficiënt kunnen treffen. De met de afvalbeheerbijdragen gemoeide kosten per auto zijn voor iedere producent of importeur in relatie tot de totale kosten / aanschafwaarde van de auto zodanig gering dat op voorhand duidelijk is dat deze kostenuniformering niet tot een verminderde concurrentie tussen producenten kan leiden. Ook is de hoogte en berekening van de afvalbeheerbijdrage niet zodanig dat de toegang tot de markt van (nieuwe) producenten en importeurs wordt beperkt of gehinderd. Van enige mededingingsbeperking voor producenten en importeurs is niet of nauwelijks sprake.

    SAR zal vanuit haar regierol de uitvoeringsactiviteiten uitbesteden aan autodemontagebedrijven, shredderbedrijven en een PST-installatie. Via vastgelegde toetredingsprotocollen kunnen alle betreffende bedrijven participeren in de afvalbeheerstructuur als zij aan de uniforme protocollen voldoen. Selectie van marktpartijen zal daarom non-discriminatoir zijn.

    De voorziene afvalbeheerstructuur van SAR staat open voor alle producenten en importeurs van auto’s. Deelname aan de afvalbeheerstructuur is niet afhankelijk van lidmaatschap van een brancheorganisatie of belangenvereniging. De afvalbeheerstructuur ziet bovendien op alle auto’s die binnen de scope van het Bba vallen, zodat elke producent of importeur die een afvalbeheerbijdrage afdraagt, de zekerheid heeft dat de door hem op de markt gebrachte auto’s onder de afvalbeheerstructuur vallen.

  • 8. Beoordeling doelmatigheid van het afvalbeheer

    Op grond van artikel 15.36, eerste lid, van de Wm beoordeelt de minister aan de hand van het verzoek tot algemeen verbindend verklaring de doelmatigheid van het desbetreffende afvalbeheer.

    In de Overeenkomst Auto’s is bepaald dat SAR met de afvalbeheerstructuur, namens de bij haar aangesloten producenten, collectief zal voldoen aan de op hen rustende wettelijke verplichtingen ten aanzien van de verwerking van autowrakken. SAR legt in haar rapportages verantwoording af over de verwerking van alle in Nederland voor demontage afgemelde auto’s. In het afvalbeheersysteem wordt geen onderscheid gemaakt tussen auto’s waarvoor wel of geen afvalbeheerbijdrage is betaald. SAR fungeert daarmee als centraal aanspreekpunt voor de verwerking van alle autowrakken in Nederland. Door SAR is hierover gerapporteerd met recyclingpercentages van 87,7% in 2015, 88,9% in 2016 en 87,1% in 2017. Voor nuttige toepassing rapporteerde de SAR respectievelijk 97,0%, 98,7% en 98,6%.

    De berekeningswijze die SAR voor deze percentages hanteert is gebaseerd op de in Europees verband vastgestelde methode voor de rapportage door lidstaten in het kader van de Autowrakken Richtlijn. SAR rapporteert daarmee percentages met betrekking tot alle Nederlandse auto’s, ongeacht of voor deze auto’s een afvalbeheerbijdrage is betaald. De gerapporteerde percentages voldoen aan de norm van 85% voor recycling en 95% nuttige toepassing uit het Bba. De ILT wijst in het rapport ‘Besluit beheer autowrakken Toezicht op de recyclenorm 2015–2017’ daarbij op een aantal onzekerheden in de nauwkeurigheid van de cijfers, maar stelt vast dat voldoende zeker is dat wordt voldaan aan de normen voor verwerking uit het Bba.

    Omdat het afvalbeheersysteem van SAR zorg draagt voor het behalen van de doelstellingen voor recycling en nuttige toepassing ten opzichte van het totaal aan auto’s die in Nederland geïmporteerd worden, beoogt SAR met de avv van de Overeenkomst Auto’s te borgen dat alle producenten en importeurs van auto’s op gelijke wijze naar rato van het aantal door hen geïmporteerde auto’s bijdragen aan een doelmatig afvalbeheer van deze auto’s. Bij de beoordeling van de financiële draagkracht neem ik in overweging dat hierdoor de financiering van de afvalbeheerstructuur en de financiering van de verwerking conform het Bba op de lange termijn gewaarborgd kan worden.

    Hierbij wordt opgemerkt dat 6,7% van de import door particulieren plaatsvindt, waar het Bba nu geen betrekking op heeft maar waarvan de ingevoerde auto’s wel in de afvalbeheerstructuur worden verwerkt. Omdat het vanuit milieuoogpunt niet gewenst is dat auto’s die door particulieren worden ingevoerd niet onder de afvalbeheerstructuur vallen, worden ook niet-beroepsmatige importeurs in de werkingssfeer van de avv betrokken. De omschrijving van het begrip importeur zal ook in het Bba worden uitgebreid naar deze niet-beroepsmatige importeurs. Niet-beroepsmatige importeurs kunnen de afvalbeheerbijdrage betalen aan de RDW bij de registratie van het voertuig.

    Het huidige inzamelsysteem door autodemontagebedrijven heeft in de basis een landelijke dekking en voldoet daarmee aan de minimale vereisten van spreiding, verdichting en toegankelijkheid.

    Met de geschetste organisatiestructuur en met inachtneming van een jaarlijkse verantwoording over de eigen bedrijfsvoering, heb ik vertrouwen in een transparante en eerlijke uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor auto’s.

    De aanwezigheid van een adequaat mechanisme voor zelfbeheer is voldoende aangetoond. Een mechanisme voor zelfbeheer met betrekking tot de financiële huishouding van de afvalbeheerstructuur en de informatiehuishouding binnen die structuur tussen de producenten jegens de actoren van de afvalbeheerstructuur en tussen de actoren onderling, is aanwezig.

    De hoogte van de afvalbeheerbijdrage in relatie tot de kosten die gemaakt worden in de afvalbeheerstructuur is daarbij voldoende inzichtelijk gemaakt.

    Concluderend beoordeel ik de aangevraagde avv om te komen tot een transparante regie op de uitvoering van het beoogde doelmatige afvalbeheer met een stabiele financiële grondslag voor de uitvoering van de wettelijke verplichtingen daarom als positief.

  • 9. Ingediende zienswijze op ontwerpbesluit

    Op 29 maart 2021 is door Vereniging Band en Milieu / RecyBEM B.V. (hierna; RecyBEM) een zienswijze ingediend. De zienswijzen/gronden worden hieronder behandeld; we geven eerst een samenvatting van de zienswijzen en vervolgens onze reactie daarop.

    Zienswijze Vereniging Band en Milieu / RecyBEM B.V.

    In de zienswijze geeft Vereniging Band en Milieu / RecyBEM aan dat er meerdere aandachtspunten zijn in de afbakening van de uitvoeringstaak tussen ARN en RecyBEM. ARN is verantwoordelijk voor het product auto en de afdanking van autowrakken, inclusief de bij deze auto of het autowrak behorende banden. RecyBEM is verantwoordelijk voor de afgedankte autobanden uit de vervangingsmarkt. RecyBEM wijst op de verantwoordelijkheid die deze avv met zich meebrengt om de afbakening tussen de producentenverantwoordelijkheid voor het product auto en het product autoband te verduidelijken. Volgens RecyBEM zal SAR met een avv voor die periode de enige in Nederland gevestigde organisatie zijn die een afvalbeheerbijdrage voor auto’s en de daarbij behorende autobanden in rekening kan brengen.

  • Het gaat hier volgens RecyBEM om de verantwoordelijkheid voor:

    • 1. banden die parallel met het importeren van voertuigen of autowrakken als extra banden worden ingevoerd en op deze wijze in Nederland in de handel worden gebracht;

    • 2. banden die na demontage van autowrakken door het autodemontagebedrijf opnieuw in Nederland in de handel worden gebracht.

    • 1. Import van auto’s met meer banden dan gebruikelijke aantal

      Met betrekking tot het eerste punt geeft RecyBEM aan dat bij de import van gebruikte auto’s gemiddeld genomen meer banden zijn betrokken dan bij de import van nieuwe auto’s. Dit komt volgens RecyBEM omdat gebruikte auto’s, bijvoorbeeld uit Duitsland, veelal voorzien zijn van 2 sets banden, zomer- en winterbanden. Deze import leidt ertoe dat met deze gebruikte auto’s meer autobanden in Nederland op de markt komen dan bij de import van nieuwe auto’s. RecyBEM geeft aan dat deze autobanden volgens hen onder de verantwoordelijkheid van SAR vallen. RecyBEM heeft immers niet de mogelijkheid om via de individuele kentekenregistratie procedure dit meer dan gebruikelijke aantal banden te registreren en hiervoor een afvalbeheerbijdrage voor autobanden in rekening te brengen bij de importeur. SAR heeft deze mogelijkheid in samenwerking met RDW wel.

      RecyBEM geeft verder aan dat gedurende de gebruiksduur van de auto de banden die bij de auto behoren maar daaraan niet gemonteerd zijn in de vervangingsmarkt terecht kunnen komen en daardoor niet meer via een autodemontagebedrijf worden afgedankt. RecyBEM zorgt dan voor de inzameling en verwerking van deze banden, zonder dat hiervoor de vereiste bijdrage is ontvangen.

      Nu er voor een onderdeel van het product auto, namelijk de autoband, eveneens een producentenverantwoordelijkheid bestaat kan het volgens RecyBEM voorkomen dat voor dit onderdeel het innamesysteem voor de autoband wordt gebruikt. Dit hoeft volgens RecyBEM in de praktijk geen probleem te zijn, mits de kosten die daarmee samenhangen gedragen worden door SAR/ARN. RecyBEM is van mening dat SAR/ARN verplicht moet worden om een deugdelijke administratie te voeren waaruit blijkt:

      • a. Hoeveel meer dan gebruikelijke banden via de individuele kentekenregistratie procedure in Nederland worden geïmporteerd;

      • b. Hoeveel banden worden ingezameld en verwerkt afkomstig van autowrakken op kosten van SAR/ARN;

      • c. Op welke wijze SAR/ARN aan RecyBEM de resterende kosten van de inname en verwerking van de meer dan gebruikelijk ingevoerde banden verbonden met de auto heeft vergoed.

      Verder merkt RecyBEM nog op dat naast de parallel import van auto’s ook import van autowrakken plaats vindt. Deze autowrakken komen terecht bij autodemontagebedrijven. De autobanden die bij de autowrakken behoren kunnen vrij verhandeld worden en komen terecht in de vervangingsmarkt. Volgens RecyBEM dient SAR/ARN toezicht te houden op deze stroom banden door het voeren van een deugdelijke administratie. Ook dit punt zou moeten worden meegewogen.

    • 2. Banden van autowrakken die opnieuw in de handel worden gebracht

      Volgens RecyBEM is het autodemontagebedrijf feitelijk verplicht om de autobanden te demonteren, aangezien deze niet door de shredder worden geaccepteerd. Het autodemontagebedrijf kan de gedemonteerde banden aanbieden bij ARN voor verwerking. Het autodemontagebedrijf is hiertoe niet verplicht. Dit stelt het autodemontagebedrijf in staat om nog bruikbare autobanden opnieuw in de handel te brengen. Deze banden komen daarna echter in de vervangingsmarkt terecht. Bij de latere afdanking van deze met een auto verbonden banden maakt RecyBEM de kosten voor inname en verwerking.

      In de aanvraag is opgenomen dat dit markt gestuurde activiteiten zijn waarvoor geen sturing nodig is door SAR/ARN. RecyBEM is het hier niet mee eens. ARN neemt de opbrengst van het hergebruik van autobanden wel mee in de resultaten voor het bereiken van haar doelstelling. RecyBEM is van mening dat SAR/ARN de verantwoordelijkheid draagt voor alle gedemonteerde banden en ook voor de banden die opnieuw in de handel worden gebracht. Alle banden die verbonden zijn met het autowrak dienen bij inname als afval te worden beschouwd en dit geeft een verplichting tot monitoring. ARN maakt door hergebruik toe te staan en mee te tellen voor het behalen van de doelstelling bewust gebruik van het innamesysteem van RecyBEM, echter draagt hiervoor geen kosten en berekent deze ook niet door aan de importeur van de auto, waar deze kosten wel behoren.

      RecyBEM is van mening dat SAR/ARN de benoemde verantwoordelijkheid heeft voor zowel de autodemontagebedrijven die bij ARN zijn aangesloten als de niet bij haar organisatie aangesloten autodemontagebedrijven. Hiertoe dient ARN zorg te dragen voor een deugdelijke administratie van de hoeveelheid banden die middels autowrakken geïmporteerd worden.

      Tot slot merkt RecyBEM op dat in de periode dat de avv van kracht is, de omzetting van de herziening van Richtlijn 2000/53/EG ook is voorzien. RecyBEM verzoekt de wetgever om aansluiting en afbakening van de verschillende producentensystemen die met deze herziening van de richtlijn te maken hebben, en waarvoor overlap kan plaatsvinden zoals autobanden, batterijen en elektrische apparaten. Voor autobanden dient de Nederlandse wetgever de afbakening te reguleren, omdat Europese wetgeving ontbreekt.

      Hieronder wordt ingegaan op bovenstaande punten

      Ad. 1 Import van auto’s met meer banden dan gebruikelijke aantal

      Banden die in Nederland op de markt worden gebracht of geïmporteerd worden, niet zijnde banden behorende bij een nieuwe of geïmporteerde tweedehands auto (banden van de vervangingsmarkt), vallen onder het systeem van RecyBEM, waarvoor deze ook een avv heeft. De opsporing van importeurs van banden van de vervangingsmarkt is daarom primair een de taak van RecyBEM. Zij kan hiervoor samenwerken met SAR/ARN. Hiertoe zijn al de nodige stappen door de partijen gezet.

      De zienswijze van RecyBEM gaat met name om de lekstromen die voortkomen onder de avv van RecyBEM met betrekking tot de uitvoering van het Besluit beheer autobanden. De inhoudelijke bezwaren van RecyBEM staan daarmee los van het ontwerpbesluit op de avv voor auto’s.

      In tegenstelling tot wat RecyBEM aangeeft is niet SAR/ARN maar RecyBEM de organisatie die verantwoordelijk is voor het reguleren de afdracht van de afvalbeheerbijdrage voor de geïmporteerde ‘extra’ banden. Daarnaast biedt de wet geen mogelijkheden om bij een avv voorschriften op te nemen of SAR/ARN te verplichten om een administratie te gaan voeren. Dit is niet meegenomen in de Overeenkomst Auto’s.

      Ad. 2 Banden van autowrakken die opnieuw in de handel worden gebracht

      In het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling (artikel 3.27, lid vijf onder d) is vastgelegd dat autowrakken binnen de autodemontageinrichting worden ontdaan van onder andere de banden. Gedemonteerde banden gaan naar een verwerker voor banden. Banden die nog goed zijn, worden voor hergebruik doorverkocht. Dat hierbij een nieuwe band om niet wordt ingenomen en de verkoper voor de hergebruikte band daardoor een afvalbeheerbijdrage conform de avv voor autobanden een afvalbeheerbijdrage verschuldigd is aan RecyBEM is een zaak tussen RecyBEM en de verkoper. Hieraan kan de onderhavige avv niet bijdragen.

      Ook hier wordt geconcludeerd dat RecyBEM de aangewezen organisatie die verantwoordelijk is voor het reguleren van de afdracht van de afvalbeheerbijdrage voor deze banden.

      Zowel RecyBEM als SAR/ARN erkennen dat de praktijk laat zien dat beide systemen (uitvoering van het Besluit beheer autowrakken en het Besluit beheer autobanden) niet volledig op elkaar aansluiten op bovenstaande twee punten. Er is hierover al overleg tussen SAR/ARN en RecyBEM.

      Met betrekking tot de zienswijze van RecyBEM over de implementatie van Europese regelgeving wordt opgemerkt dat zowel de producentenverantwoordelijkheid voor auto’s, elektrische apparaten, batterijen als banden in Nederlandse wet- en regelgeving zijn geïmplementeerd danwel vormgegeven.

      De ingediende zienswijzen geven geen aanleiding tot wijziging van het ontwerpbesluit. Het definitieve besluit wordt ongewijzigd vastgesteld.

Gelet op het voorgaande en artikel 15.37 van de Wet milieubeheer,

BESLUIT

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Het besluit tot vaststelling van de algemeen verbindend verklaring en de tekst van de Overeenkomst Auto’s worden bekendgemaakt in de Staatscourant.

OVEREENKOMST RECYCLINGBIJDRAGE AUTO'S 2021–2025

Partijen:

STICHTING AUTO RECYCLING

RAI VERENIGING

TOETREDERS

30 april 2020

INHOUD

1.

Definities

21

2.

Doel

21

3.

Verplichtingen SAR

21

4.

Afdracht recyclingbijdrage

22

5.

Hoogte recyclingbijdrage

22

6.

Informatieverstrekking

22

7.

Vertrouwelijke informatie

22

8.

Duur

23

9.

Varia

23

10.

Toepasselijk recht en geschilbeslechting

24

Bijlage 1: verklaring Toetreding Aanvoerders

 

Bijlage 2: onofficiële vertaling

 

DEZE OVEREENKOMST ("OVEREENKOMST") WORDT AANGEGAAN TUSSEN:

  • I. Stichting Auto Recycling, een stichting naar Nederlands recht, statutair gevestigd en kantoorhoudende te (3621 ZA) Breukelen, aan De Corridor 5, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer [...], ("SAR");

  • II. Nederlandse Vereniging "De Rijwiel- en Automobiel-Industrie" een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid naar Nederlands recht, statutair gevestigd en kantoorhoudende te (1078 GZ) Amsterdam, aan Europaplein 6, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 40530216 ("RAI Vereniging");

  • III. de producenten en importeurs van auto's die akkoord gaan met Toetreding tot deze Overeenkomst ("Toetreders")

hierna gezamenlijk te noemen de "Partijen" en ieder afzonderlijk een "Partij".

OVERWEGINGEN:

  • A. Op grond van Europese regelgeving en de implementatie daarvan in Nederland hebben producenten en importeurs van auto's, waarvan een aantal is aangesloten bij RAI Vereniging, diverse verplichtingen op het gebied van de afgifte, inname en verwerking van autowrakken, hergebruik en de nuttige toepassing daarvan.

  • B. In verband met deze verplichtingen heeft RAI Vereniging in het verleden, tezamen met een drietal andere participanten, te weten de Bond Van Autohandelaren & Garagehouders ("BOVAG"), de Nederlandse vereniging van ondernemers in het carrosserieschadeherstelbedrijf ("FOCWA") en de brancheorganisatie van gecertificeerde voertuigdemontagebedrijven ("STIBA") een stichting opgericht, thans zijnde de SAR. Tezamen maken RAI Vereniging, BOVAG, FOCWA en STIBA deel uit van het bestuur van de Stichting Auto Recycling Holding, welke stichting het bestuur vormt van de SAR.

  • C. De SAR heeft ten doel het bevorderen van alle recyclingmaatregelen en van maatregelen om auto's te verduurzamen teneinde de schade aan het milieu gedurende de gebruiksperiode en aan het einde daarvan zoveel mogelijk te beperken.

  • D. Om dit doel te bevorderen heeft de (rechtsvoorgangster van de) SAR Auto Recycling Holding B.V. opgericht, die op haar beurt ARN Auto Recycling B.V. ("ARN") heeft opgericht, welke dochteronderneming (onder meer) ten doel heeft het stimuleren, bevorderen en economisch rendabel maken van het hergebruik van materialen afkomstig van autowrakken, in verband waarmee de SAR en ARN een recyclingstructuur hebben opgezet voor autowrakken, ongeacht wanneer en door wie de auto's voor het eerst in Nederland tenaamgesteld zijn.

  • E. In het kader van deze recyclingstructuur wordt bij de eerste kentekening van een auto in Nederland een recyclingbijdrage verschuldigd aan de SAR opdat deze door middel van ARN de recyclingstructuur in stand kan houden. Deze recyclingbijdrage wordt/is tot 2021 op basis van vrijwilligheid geïnd bij onder andere de leden van RAI Vereniging voor door hen in het verkeer gebrachte auto's.

  • F. Teneinde ervoor zorg te dragen dat deze recyclingbijdrage wordt afgedragen in relatie tot alle auto's die in Nederland voor het eerst gekentekend worden, ook indien deze niet door leden van RAI Vereniging gekentekend worden, hebben RAI Vereniging, tezamen met een zodanig aantal van haar leden opdat de meerderheid betrokken is, en de SAR, ondersteund door BOVAG, de Minister van Infrastructuur en Milieu verzocht op basis van de Wet milieubeheer een algemeen verbindend verklaring af te geven voor de periode van 1 januari 2021 t/m 31 december 2025.

  • G. Alle producenten en importeurs van auto's die vanaf 1 januari 2021 in Nederland gekentekend worden op basis van de door de RDW toegekende Bevoegdheid Versnelde Inschrijving zullen, indien de Minister besluit het verzoek om afgifte van een algemeen verbindend verklaring te honoreren, gehouden zijn toe te treden tot de onderhavige overeenkomst, bij gebreke waarvan de RDW niet zal overgaan tot afgifte van een kenteken. In alle gevallen waarin na de algemeen verbindend verklaring sprake is van een kentekening anders dan op basis van de Bevoegdheid Versnelde Inschrijving, zal de RDW de verschuldigde recyclingbijdrage ten tijde van de eerste kentekening innen en afdragen aan de SAR.

  • H. Elke Toetreder tot de onderhavige overeenkomst wordt door toetreding Partij bij deze overeenkomst.

PARTIJEN ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

1. DEFINITIES

  • 1.1 Behoudens voor zover uitdrukkelijk anderszins bepaald, hebben de woorden en uitdrukkingen die in deze Overeenkomst met een hoofdletter zijn geschreven de daaraan hieronder toegekende betekenis:

    Aanvoerder

    een producent of importeur van een Auto (als bedoeld in het Bba) waarvoor de eerste kentekening in Nederland geschiedt op basis van de Bevoegdheid VI en die door Toetreding Partij is geworden bij deze Overeenkomst.

    Auto

    een voertuig als bedoeld in artikel 1(a) sub 1 en 2 Bba, d.w.z.:

    - een bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling tot uitvoering van de hoofdstukken III en VI van de Wegenverkeerswet 1994 ("Regeling Voertuigen") met een maximum gewicht van ten hoogste 3.500 kilogram; of

    - een personenauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling Voertuigen.

    Autowrakkenrichtlijn

    Richtlijn 2000/53/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 september 2000 betreffende autowrakken (PbEG L 269, 21 oktober 2000, p. 34), alsmede alle eventuele wijzigingen daarvan.

    AVV

    algemeen verbindend verklaring als bedoeld in artikel 15.36 Wet milieubeheer.

    Bba

    Besluit beheer autowrakken van 24 mei 2002, of regelgeving die dit besluit vervangt.

    Bevoegdheid VI

    door de RDW aan een Aanvoerder verleende bevoegdheid op basis waarvan een Auto versneld wordt ingeschreven in het kentekenregister.

    Overeenkomst

    deze overeenkomst recyclingbijdrage auto 2021-2025.

    RDW

    Rijksdienst voor het Wegverkeer.

    Toetreding

    het door ondertekening van het als bijlage 1 aan deze Overeenkomst gehechte document Partij worden bij deze Overeenkomst, zulks na acceptatie van de SAR.

    Vertrouwelijke Informatie

    alle bedrijfsvertrouwelijke informatie van één van Partijen.

2. DOEL

  • 2.1 Deze Overeenkomst heeft tot doel aan te geven wat de wederzijdse rechten en plichten zijn van de SAR als verantwoordelijke voor het instandhouden van een recyclingstructuur voor Auto's enerzijds en Aanvoerders die door Toetreding Partij bij deze Overeenkomst worden anderzijds, voor wat betreft de recycling van Auto's en de in verband daarmee door dergelijke Aanvoerders aan de SAR verschuldigde recyclingbijdrage.

3. VERPLICHTINGEN SAR

  • 3.1. De SAR zal zorgdragen voor het instandhouden en – voor zover op grond van gewijzigde wet- en regelgeving noodzakelijk – wijzigen van een recyclingstructuur die zodanig is dat de houder/eigenaar van een Auto met een geldig Nederlands kenteken, danwel een autowrak dat een zodanig kenteken heeft gehad, zich daarvan kan ontdoen zonder dat daaraan voor hem of haar kosten zijn verbonden en die op alle punten voldoet aan de Autowrakkenrichtlijn en het Bba, danwel Nederlandse regelgeving die daarvoor in de plaats treedt.

  • 3.2. Met het oog op het gestelde in artikel 3.1 zal de SAR ervoor zorgdragen dat Auto's waarvan de houder/eigenaar zich wil ontdoen kosteloos worden ingenomen en gedemonteerd door autodemontagebedrijven die daarvoor op juiste wijze gecertificeerd zijn en een aansluitingsovereenkomst met ARN hebben gesloten.

  • 3.3. De SAR zal ten behoeve van de Aanvoerders zorgdragen, al dan niet via ARN, voor de door de overheid vereiste verslaggeving, d.w.z. de mededeling als bedoeld in artikel 12 Bba en de jaarlijkse verslaglegging over de uitvoering van de verplichtingen als bedoeld in artikel 15 Bba.

  • 3.4. De SAR zal na afloop van elk kalenderjaar een externe accountant onderzoek laten verrichten naar de wijze waarop de door haar ontvangen recyclingbijdragen zijn besteed; deze verklaring wordt opgenomen in het duurzaamheidverslag bedoeld in artikel 6.3.

4. AFDRACHT RECYCLINGBIJDRAGE

  • 4.1. Alle Aanvoerders die instemmen met Toetreding tot deze Overeenkomst verplichten zich tot afdracht van de recyclingbijdrage aan de SAR. Deze verplichting ontstaat aan het eind van elke maand. De afdracht bestaat uit het totaal van alle recyclingbijdragen die verschuldigd zijn per Auto die in die maand voor het eerst in Nederland tenaamgesteld zijn door een Aanvoerder op basis van diens Bevoegdheid VI.

  • 4.2. Elke maand ontvangt de SAR van de RDW een opgave van alle in het kentekenregister op basis van een Bevoegdheid VI ingeschreven Auto's, op basis waarvan zij de Aanvoerders factureert. Betaling geschiedt door overmaking door de Aanvoerder van het op de factuur van de SAR vermelde bedrag binnen 14 dagen na factuurdatum. Bij niet tijdige voldoening is de wettelijke handelsrente verschuldigd als bedoeld in artikel 6:199a BW.

  • 4.3. Het staat Aanvoerders vrij te bepalen of en in hoeverre zij de recyclingbijdrage doorbelasten aan de afnemers van Auto's. Het is Aanvoerders onderling niet toegestaan informatie uit te wisselen over of afspraken te maken over eventuele doorbelasting van recyclingbijdragen.

5. HOOGTE RECYCLINGBIJDRAGE

  • 5.1. De hoogte van de recyclingbijdrage wordt van tijd tot tijd vastgesteld door de SAR, met dien verstande dat met betrekking tot een besluit daarover RAI Vereniging een doorslaggevende stem heeft zoals nader uitgewerkt in de statuten van de Stichting Auto Recycling Holding die het bestuur vormt van de SAR.

  • 5.2. De SAR heeft de hoogte van de recyclingbijdrage voor de twee jaren volgend op de inwerkingtreding van deze Overeenkomst als volgt bepaald:

    met ingang van 1 januari 2021:

    EUR 30,– per Auto (inclusief BTW)

    met ingang van 1 januari 2022:

    EUR 25,– per Auto (inclusief BTW)

    Deze bedragen zijn gebaseerd op de assumptie dat de AVV zal worden afgegeven en dat de recyclingkosten niet significant zullen afwijken van de gestelde prognoses.

  • 5.3. Voor het geval de in artikel 5.2 genoemde assumptie onjuist blijkt, of indien sprake is van een afwijking in de zin van dat artikel, zal de SAR bezien of er aanleiding is de hoogte van de recyclingbijdrage aan te passen.

  • 5.4. De SAR en ARN zullen zich ervoor inspannen de hoogte van de recyclingbijdrage ook na afloop van de eerste twee jaar van deze Overeenkomst verder te verlagen, rekening houdend met o.m. de kosten van het inzamelen en verwerken van vrijgekomen afvalstoffen, de kosten voor onderhoud en service aan de droogleginstallaties bij het demonteren van auto's, de kosten voor verwerking van autoshredder residu in de PST-fabriek, de kosten voor certificering van de autodemontagebedrijven, de administratieve vergoeding die ARN betaalt aan de aangesloten autodemontagebedrijven en de overige algemene kosten van de SAR en ARN, w.o. communicatiekosten. Partijen erkennen dat het relevant is dat de SAR een beperkte buffer in het leven roept in de vorm van een fonds recyclingbijdrage, om bijzondere situaties het hoofd te kunnen bieden. De intentie is om de recyclingbijdrage vanaf 2023 op EUR 20,- (inclusief BTW) te houden.

6. INFORMATIEVERSTREKKING

  • 6.1. De SAR en RAI Vereniging verplichten zich jegens elkaar de informatie te verstrekken die voor een goede uitvoering van deze Overeenkomst noodzakelijk is.

  • 6.2. Elke Aanvoerder is gehouden aan de SAR en/of ARN de informatie te verstrekken die voor een goede uitvoering van deze Overeenkomst noodzakelijk is.

  • 6.3. De SAR stelt jaarlijks een duurzaamheidsverslag op en plaatst dit verslag zo spoedig mogelijk op haar website (www.arn.nl). Na vaststelling van dit verslag stuurt de SAR alle Partijen een Nederlands- en Engelstalige versie van het duurzaamheidsverslag.

7. VERTROUWELIJKE INFORMATIE

  • 7.1. Geen van Partijen zal Vertrouwelijke Informatie bekendmaken, behalve:

    • a. voor zover vereist onder toepasselijk recht dan wel door overheidsinstanties en, voor zover redelijkerwijs mogelijk, na overleg met de betrokken Partij over de timing en de inhoud van een dergelijke bekendmaking;

    • b. aan professionele adviseurs die aan een geheimhoudingsplicht gebonden zijn, voor zover noodzakelijk voor elk rechtmatig doel; of

    • c. voor zover de informatie algemeen bekend is.

  • 7.2. Geen van Partijen zal Vertrouwelijke Informatie over een of meerdere Aanvoerders verstrekken aan een of meer andere Aanvoerders. Het voorgaande laat onverlet de mogelijkheid voor de SAR rapportages te maken, of door ARN te laten maken, die gebaseerd zijn op Vertrouwelijke Informatie, doch die zodanig geaggregeerde cijfers bevatten dat zij niet tot één Partij te herleiden zijn.

8. DUUR

  • 8.1. Deze Overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 ten aanzien van alle Partijen bij deze Overeenkomst. Ten aanzien van Aanvoerders die nadien door Toetreding Partij worden treedt deze Overeenkomst in werking op het moment waarop de SAR de kennisgeving van Toetreding ontvangt en deze Toetreding accepteert.

  • 8.2. Deze Overeenkomst eindigt op 31 december 2025, tenzij zij eerder is opgezegd door een Aanvoerder op basis van artikel 8.3 of door de SAR op basis van artikel 8.4.

  • 8.3. Indien de AVV op de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst onverhoopt niet is afgegeven is elk van de Aanvoerders die op dat moment Partij is bij de Overeenkomst gerechtigd deze voor 1 februari 2021 op te zeggen door middel van een aangetekende brief gericht aan de SAR tegen 31 december 2021. Op laatstgenoemde datum eindigt in dat geval deze Overeenkomst ten aanzien van de betrokken Aanvoerder. Ten aanzien van Aanvoerders die van deze mogelijkheid geen gebruik hebben gemaakt loopt de Overeenkomst door tot 31 december 2025.

  • 8.4. De SAR is gerechtigd om deze Overeenkomst op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden jegens elke Aanvoerder die tekortschiet in de nakoming van een voor hem uit deze Overeenkomst voorvloeiende verplichting nadat hij in gebreke is gesteld en hem een redelijke termijn is gegund om alsnog na te komen. In dat geval eindigt deze Overeenkomst na afloop van de termijn van drie maanden. Overigens is de SAR gerechtigd om, indien een Aanvoerder niet voldoet aan zijn betalingsverplichting als bedoeld in artikel 4.1, of de SAR gegronde reden heeft om aan te nemen dat zij niet aan deze verplichting zal voldoen, zekerheid te vragen, of het moment van verschuldigdheid van de afdracht te vervroegen naar het moment van eerste kentekening.

  • 8.5. Indien en zodra deze Overeenkomst tot een einde is gekomen jegens een Aanvoerder zal:

    • a. de SAR dit melden aan de RDW. Dientengevolge zal de betrokken Aanvoerder geen Auto's meer in het kentekenregister kunnen doen inschrijven op grond van de Bevoegdheid VI;

    • b. de SAR dit melden aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, alsmede de Inspectie Leefomgeving en Transport;

    • c. de SAR de verslaggeving bedoeld in artikel 3.3 jegens de betrokken Aanvoerder staken.

    Het voorgaande laat onverlet eventuele andere rechten van de SAR jegens de betrokken Aanvoerder.

9. VARIA

  • 9.1. De overeenkomst inzake de recyclingbijdrage voor auto's 2016–2020 zal op 31 december 2020 eindigen en niet stilzwijgend worden verlengd.

  • 9.2. De onderhavige overeenkomst wordt aangehaald als: Overeenkomst Recycling-bijdrage Auto's 2021-2025.

  • 9.3. Bij discrepanties tussen de Nederlandse tekst en de onofficiële vertaling die als bijlage 2 aan deze Overeenkomst is gehecht heeft de Nederlandse tekst voorrang.

  • 9.4. Alle door deze Overeenkomst vereiste of toegestane kennisgevingen, mededelingen en bekendmakingen vinden schriftelijk plaats en worden verzonden per aangetekende post, koerier of e-mail aan het navolgende adres tenzij en totdat een Partij de andere Partijen overeenkomstig dit artikel 9 een ander adres doorgeeft.

    Gericht aan SAR:

    Stichting Auto Recycling

    De Corridor 5

    3621 ZA Breukelen

    T.a.v.: mevr. C.E.L. Niessing

    E-mail: Samenwerkingsovereenkomst@arn.nl

    Bij Toetreding geeft de Aanvoerder aan op welke wijze de communicatie met hem zal dienen te verlopen. Op dezelfde wijze worden ook eventuele wijzigingen in de communicatie doorgegeven.

  • 9.5. Deze Overeenkomst, tezamen met hierin genoemde documenten en hieraan gehechte bijlagen, omvat de gehele overeenstemming tussen Partijen met betrekking tot de daarin geregelde onderwerpen en vervangt en treedt in de plaats van eventuele voorgaande schriftelijke of mondelinge overeenstemming tussen Partijen met betrekking tot de in deze Overeenkomst geregelde onderwerpen.

  • 9.6. Wijzigingen in deze Overeenkomst zijn alleen geldig jegens de SAR en een Aanvoerder als deze schriftelijk zijn vastgelegd en door of namens de SAR en de betrokken Aanvoerder zijn ondertekend.

  • 9.7. Indien een bepaling in deze Overeenkomst ongeldig of niet-afdwingbaar is of wordt, blijven de Partijen aan de overige bepalingen gebonden. In dat geval vervangen de Partijen de ongeldige of niet-afdwingbare bepaling door bepalingen die wel geldig en afdwingbaar zijn en die met het oog op de aard en strekking van deze Overeenkomst, voor zo veel als mogelijk, een zelfde werking hebben als de ongeldige of niet-afdwingbare bepaling.

  • 9.8. Een enkele of gedeeltelijke uitoefening van een recht of rechtsmiddel onder deze Overeenkomst door de SAR staat niet in de weg aan een andere of nadere uitoefening van dat recht of rechtsmiddel of de uitoefening van een ander recht of rechtsmiddel. Een afstand van recht ter zake van een schending van het bepaalde in deze Overeenkomst door de SAR jegens een Aanvoerder geldt niet als een afstand van recht ter zake van een opvolgende schending van deze Overeenkomst door de betrokken Aanvoerder, of terzake van vergelijkbare schendingen van deze Overeenkomst door andere Aanvoerders.

  • 9.9. Partijen doen hierbij afstand, voor zover wettelijk toelaatbaar, van het recht om deze Overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden of geheel of gedeeltelijk te vernietigen dan wel anderszins te beëindigen. Partijen komen hierbij overeen de toepasselijkheid van artikel 6:230 lid 2 BW uit te sluiten.

10. TOEPASSELIJK RECHT EN GESCHILBESLECHTING

  • 10.1. Op deze Overeenkomst is Nederlands recht van toepassing en deze Overeenkomst zal worden uitgelegd volgens Nederlands recht.

  • 10.2. Alle geschillen die voortvloeien uit of opkomen in verband met deze Overeenkomst zullen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde rechtbank te Utrecht, met behoud van de mogelijkheid voor Partijen om hoger beroep of cassatie in te (laten) stellen.

Aldus overeengekomen en ondertekend door:

Breukelen 30 april 2020

Stichting Auto Recycling C.E.L. Niessing Algemeen directeur

Amsterdam 30 april 2020

RAI Vereniging O.C.M de Bruijn Algemeen directeur

Ondertekening door partijen: Jaguar Land Rover Nederland B.V., B.V. NIMAG, Mazda Motor Nederland, Citroën Nederland, Ford Nederland B.V., Volvo Cars Nederland B.V., Hyundai Motor Netherlands B.V., Mercedes-Benz Vans Nederland B.V., Opel Nederland B.V., Louwman & Parqui B.V., Mitsubishi Motor Sales Nederland B.V., NV Subaru Benelux, Cito Motors B.V., Honda Benelux, Renault Nederland N.V., Mercedes-Benz Cars Nederland B.V., FCA Netherlands B.V., Pon’s Automobielhandel B.V., KIA Motors Nederland B.V., ISUZU BENELUX NV, Henri Nefkens B.V., BMW Group Nederland, MAN Truck & Bus B.V., Mercedes-Benz Trucks Nederland B.V.,

Naar boven