Besluit van 30 april 2021, houdende wijziging van het Besluit beheer verpakkingen 2014 in verband met het opnemen van een doelstelling voor gescheiden inzameling van metalen drankverpakkingen en het invoeren van statiegeld op metalen drankverpakkingen (Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 21 december 2020, nr. IENW/BSK-2020/226801, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 9.5.2, eerste lid, en 15.32, eerste lid, onderdeel a, van de Wet milieubeheer;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 februari 2021, nr. W17.20.0505/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 23 april 2021, nr. IenW/BSK-2021/54585, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit beheer verpakkingen 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

p. metalen drankverpakking:

verpakking, geschikt voor het verpakken van drank, waarvan een metaalsoort of een mengsel daarvan het hoofdbestanddeel vormt.

B

Na artikel 6a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6b

  • 1. De producent of importeur die drank in een metalen drankverpakking met een inhoud van 3 liter of minder in Nederland in de handel brengt, draagt er zorg voor dat per kalenderjaar ten minste 90 gewichtsprocent van het totaal van deze door hem in dat kalenderjaar in Nederland in de handel gebrachte metalen drankverpakkingen gescheiden wordt ingezameld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan volstaan worden met gescheiden inzameling als bedoeld in dat lid van ten minste 80 gewichtsprocent, mits ten minste 10 gewichtsprocent van het totaal van de in de handel gebrachte metalen drankverpakkingen, dat niet gescheiden is ingezameld, niet minder potentieel bevat om voorbereiding voor hergebruik, recycling of andere behandelingen voor nuttige toepassing te ondergaan en de producten die uit die handelingen voortkomen een vergelijkbare kwaliteit hebben als producten die voortvloeien uit gescheiden ingezamelde metalen drankverpakkingen.

C

In artikel 8, eerste lid, wordt «van de artikelen 3, 6, 6a, 7, 12 en 15» vervangen door «van de artikelen 3, 6, 6a, 6b, 7, 12, 13 en 15».

D

In artikel 9, eerste lid, wordt «in de artikelen 5, 6, eerste, tweede en vierde lid, 6a, 7, 8, eerste lid en 12» vervangen door «in de artikelen 5, 6, eerste, tweede en vierde lid, 6a, 6b, 7, 8, eerste lid, 12 en 13».

E

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13

  • 1. De producent of importeur die drank in een metalen drankverpakking met een inhoud van 3 liter of minder in Nederland in de handel brengt, brengt op die drankverpakking statiegeld in rekening.

  • 2. Artikel 12, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor fles wordt gelezen metalen drankverpakking.

F

Artikel 14, tweede volzin komt te luiden: In die regeling kan per soort drankverpakking of per volume van de drankverpakking de minimale hoogte van het statiegeld worden vastgesteld.

G

In artikel 15, eerste lid, wordt «bedoeld in artikel 12, eerste lid» vervangen door «bedoeld in artikel 12, eerste lid, en 13, eerste lid».

ARTIKEL II

  • 1. Artikel I, onderdelen A, E, F en G treden in werking met ingang van 31 december 2022.

  • 2. Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 3. Artikel I, onderdelen C en D, treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL III

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 april 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Uitgegeven de achttiende mei 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Dit besluit (hierna: Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen) wijzigt het Besluit beheer verpakkingen 2014 en omvat:

  • het opnemen van een doelstelling voor gescheiden inzameling van metalen drankverpakkingen;

  • het vastleggen van een statiegeldverplichting voor metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder;

  • het wijzigen van de grondslag om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen over de minimale hoogte van het statiegeld op drankverpakkingen; en

  • het opnemen van een grondslag om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen over de vorm en inhoud van de aanduiding die op een metalen drankverpakking geplaatst moet worden teneinde duidelijk te maken dat op deze verpakking statiegeld is geheven.

2. Aanleiding

In de Kamerbrief van 24 april 20201 wordt benadrukt dat metalen drankverpakkingen niet in het milieu thuishoren en dat daartoe een gerichte aanpak nodig is. Metalen drankverpakkingen leiden tot verontreiniging van de leefomgeving en kunnen tevens een gevaar zijn voor dieren. Het aantal metalen drankverpakkingen in het zwerfafval ligt volgens de metingen van Rijkswaterstaat een factor 2,5 hoger dan de aantallen plastic flesjes. De Tweede Kamer heeft zich bij (aangenomen) moties van de leden Paternotte c.s.2 en Dik-Faber c.s.3 (hierna: Kamermoties) uitgesproken over de route voor de aanpak van vermindering van blikjes in het zwerfafval. De Kamermoties stellen voor om eenzelfde traject voor blikjes in gang te zetten als voor kleine plastic flesjes is gedaan, inclusief het voorbereiden van wettelijke maatregelen voor de introductie van statiegeld per 2022. Verwacht kan worden dat een statiegeldsysteem leidt tot een reductie van 70 tot 90% aan metalen drankverpakkingen in het zwerfafval. Statiegeld op metalen drankverpakkingen kan tot een verhoging van de recycling van aluminium uit blikjes leiden met 20% waarmee het recyclingpercentage toeneemt van 77% tot 97% en een CO2-emissie reductie oplevert van 23 kton.

De aanpak van de vermindering van het aandeel blikjes in het zwerfafval in de Kamermoties middels prestatiedoelen of invoering van statiegeld, is gelijk aan de aanpak die in 2018 is ingezet ten aanzien van de kleine kunststof drankflessen. Ook toen is – met het Besluit maatregelen kunststof drankflessen4 – regelgeving voorbereid die een statiegeldstelsel op kunststof drankflessen mogelijk maakt met als waarborg voor een doeltreffend en effectief statiegeldstelsel een verplichting voor producenten en importeurs om 90 gewichtsprocent van de in een kalenderjaar in de handel gebrachte kunststof drankflessen gescheiden in te zamelen. Conform de Kamermoties wordt in 2021 duidelijk of er tot invoering van statiegeld op blikjes moet worden overgegaan. Indien de in de Kamermoties bedoelde doelen voor een reductie van 70 tot 90% minder blikjes in het zwerfafval, alsmede 90% recycling van blikjes niet worden gehaald, wordt in 2021 besloten dat statiegeld op blikjes wordt ingevoerd. Daartoe moeten de daarvoor noodzakelijke wettelijke maatregelen worden voorbereid zodat deze op tijd gereed zijn voor invoering van statiegeld op blikjes conform het tijdpad van de Kamermoties.

Rekening houdend met de vaste verandermomenten van wetgeving, is het streven het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen uiterlijk 1 juli 2021 bekend te maken in het Staatsblad.

3. Maatregelen voor metalen drankverpakkingen

Met het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen wordt, als bedoeld in de Kamermoties, de regelgeving voorbereid die invoering van statiegeld op metalen drankverpakkingen mogelijk maakt. Met dat besluit wordt het mogelijk om statiegeld op metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder in te voeren.

Er is voor gekozen het stelsel voor statiegeld op metalen drankverpakkingen aan te laten sluiten op het statiegeldstelsel zoals dat met het Besluit maatregelen kunststof drankflessen in het Besluit beheer verpakkingen 2014 is vastgelegd. Dit statiegeldstelsel treedt op 1 juli 2021 in werking en verplicht de producent en importeur die water of frisdrank in een kunststof fles met een inhoud van 3 liter of minder in Nederland in de handel brengt om op die fles statiegeld in rekening te brengen en dit statiegeld bij inname, na gebruik van de fles, weer terug te betalen.

Per 1 januari 2022 geldt middels het Besluit maatregelen kunststof drankflessen voor een producent of importeur die drank in een kunststof fles met een inhoud van 3 liter of minder in Nederland in de handel brengt, de verplichting om per kalenderjaar ten minste 90 gewichtsprocent van het totaal van deze door hem in dat kalenderjaar in Nederland in de handel gebrachte flessen, doppen en deksels inbegrepen, gescheiden in te zamelen.

Na inwerkingtreding van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen is de producent en importeur die drank in een metalen drankverpakking met een inhoud van 3 liter of minder in Nederland in de handel brengt, verplicht om op die verpakking statiegeld in rekening te brengen en dit statiegeld, na gebruik van de verpakking, bij inname weer terug te betalen. Tevens is de producent en importeur verplicht 90% van de in de handel gebrachte metalen drankverpakkingen gescheiden in te zamelen. Deze verplichtingen sluiten aan bij de verplichtingen zoals neergelegd in het Besluit beheer verpakkingen 2014 voor producenten en importeurs van kunststof drankflessen.

Belangrijkste verschil is dat het statiegeldstelsel voor metalen drankverpakkingen betrekking heeft op metalen verpakkingen voor alle soorten drank. Anders dan voor kunststof flessen is er geen technische reden om metalen verpakkingen voor sap en zuivel uit te zonderen. Blikjes met frisdrank, water, sap, zuivel, bier (met en zonder alcohol) en alcoholhoudende drank (zoals cider en breezers) vallen hierdoor onder het statiegeldstelsel voor metalen drankverpakkingen. Deze verpakkingen worden ook in substantiële aantallen in het zwerfafval teruggevonden.

De verplichtingen in dit besluit hebben betrekking op drankverpakkingen waarvan een metaalsoort of een mengsel daarvan het hoofdbestanddeel vormt. Knijpverpakkingen, drankkartons en dergelijke vallen hiermee niet onder de verplichtingen zolang metaal (folie) niet het hoofdbestanddeel van de verpakking vormt. Hiermee wordt aangesloten bij de in de Kamermoties gevraagde aanpak voor «blikjes». Een grootschalige verschuiving van metalen drankverpakkingen naar knijpverpakkingen of drankkartons, als gevolg van deze regelgeving, wordt niet aannemelijk geacht, omdat deze verpakkingssoorten veelal niet geschikt zijn voor het verpakken van frisdranken met koolzuur, bier en alcoholhoudende drank. Niettemin zal na invoering van statiegeld op metalen drankverpakkingen worden gemonitord of er sprake is van grootschalige verschuiving naar andere verpakkingen waar geen statiegeldverplichting op rust. Indien dergelijke verschuivingen zich voordoen en hierdoor een toename van de hoeveelheid zwerfafval ontstaat, kan dat aanleiding zijn te bezien of de statiegeldverplichtingen moeten worden uitgebreid naar andere verpakkingssoorten.

De verplichtingen in het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen hebben betrekking op metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder; deze inhoudsmaat is gelijk aan die voor kunststof flessen. Bierfusten en dergelijke, voor commercieel en thuisgebruik, vallen hiermee niet onder de verplichtingen. Ook hiermee wordt aangesloten bij de in de Kamermoties gevraagde aanpak voor «blikjes». In de praktijk hebben blikjes vaak een inhoud van maximaal 0,5 liter. Bierfusten hebben vaak een inhoud van 5 liter en meer.

De normadressaat voor de gescheiden inzameling en statiegeldverplichtingen voor metalen drankverpakkingen is dezelfde als de normadressaat voor kunststof drankverpakkingen, namelijk de producent en importeur die de verpakkingen in Nederland in de handel brengt. Dit heeft als voordeel dat na inwerkingtreding van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen door producenten en importeurs van metalen drankverpakkingen en door producenten en importeurs van kunststof drankverpakkingen gezamenlijk een zo optimaal mogelijk en kosteneffectief systeem kan worden ingericht. Voor de overwegingen om producenten en importeurs aan te wijzen als normadressaat voor de gescheiden inzameling en statiegeldverplichtingen wordt kortheidshalve verwezen naar het algemene deel van de Nota van toelichting bij het Besluit maatregelen kunststof drankflessen5.

Gegeven het statiegeldstelsel zoals vastgelegd in het Besluit beheer verpakkingen 2014 is het na inwerkingtreding van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen aan producenten en importeurs van metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder voor water, frisdrank, bier of zwak alcoholhoudende drank om te bepalen waar metalen drankverpakkingen kunnen worden ingeleverd. Gelet op de 90% doelstelling van gescheiden inzameling voor metalen drankverpakkingen hebben producenten en importeurs er belang bij zoveel mogelijk metalen drankverpakkingen in te zamelen. De noodzaak voor producenten en importeurs om zoveel mogelijk metalen drankverpakkingen gescheiden in te zamelen, biedt een waarborg dat het systeem effectief bijdraagt aan het tegengaan van zwerfafval.

Met de invoering van statiegeld op kunststofdrankflessen voor water of frisdrank moeten producenten en importeurs met ingang van 1 juli 2021 de beschikking hebben over een statiegeldsysteem dat kunststofflessen inneemt. Hiervoor zullen producenten en importeurs het bestaande systeem van statiegeld met innamepunten bij supermarkten uitbreiden met innamepunten op treinstations, grote tankstations langs de snelweg en bij grote cateraars. De innameapparatuur voor kunststof flessen kan geschikt gemaakt worden voor de inname van metalen drankverpakkingen. Wel moet de totale capaciteit van het statiegeldsysteem met de toevoeging van metalen drankverpakkingen verder worden uitgebreid. CE Delft heeft de gevolgen van het toevoegen van metalen drankverpakkingen aan het statiegeldsysteem onderzocht.6 Uit het onderzoek komt naar voren dat het toevoegen van de ruim 2 miljard metalen drankverpakkingen per jaar, een verdubbeling van de capaciteit van het statiegeldsysteem vraagt.

Ten tijde van het opstellen van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen, wordt aan de verplichtingen van het Besluit beheer verpakkingen 2014 namens producenten en importeurs gezamenlijk uitvoering gegeven door de Stichting Afvalfonds Verpakkingen, zijnde de rechtspersoon aan wie producenten en importeurs, overeenkomstig de op grond van artikel 15.36 van de Wet milieubeheer algemeen verbindend verklaarde overeenkomst, een afvalbeheerbijdrage verschuldigd zijn. Na inwerkingtreding van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen hebben producenten en importeurs ook de mogelijkheid om de verplichting met betrekking tot de gescheiden inzameling (artikel 6b nieuw) en statiegeld op metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder (artikel 13 nieuw) gezamenlijk uit te voeren. De verwachting is dat er door producenten en importeurs van metalen drankverpakkingen voor gekozen wordt ook deze verplichtingen collectief uit te voeren en dat door hen een uitvoeringsorganisatie wordt aangewezen die operationeel verantwoordelijk wordt voor het statiegeldsysteem.

De hoogte van het statiegeld voor metalen drankverpakkingen zal overeenkomstig artikel 14 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 worden vastgelegd in een ministeriële regeling. Daarbij wordt een minimumbedrag vastgesteld. Het is producenten en importeurs toegestaan een hoger statiegeldbedrag te hanteren als zij dit nodig achten om te komen tot een effectieve prikkel om metalen drankverpakkingen in te leveren.

Bij ministeriële regeling zal tevens worden vastgelegd dat producenten en importeurs de metalen drankverpakkingen die onder het statiegeldstelsel vallen van de aanduiding «Statiegeld» moeten voorzien. Daarmee is het voor de (eind)gebruiker duidelijk dat bij inlevering van de verpakking het statiegeldbedrag kan worden teruggevraagd.

4. Voorbereiding Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen

Overleg met normadressant (verpakkend bedrijfsleven)

Over de uitvoering van de Kamermoties om voor blikjes een vergelijkbaar traject te doorlopen als voor de plastic flesjes, heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat diverse gesprekken gevoerd met het verpakkende bedrijfsleven bij monde van de Stichting Afvalfonds Verpakkingen die namens de producenten en importeurs uitvoering gaat geven aan de statiegeldregelgeving. Deze gesprekken hebben zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau plaatsgevonden. Omdat het verpakkend bedrijfsleven aangegeven heeft zelf onderzoek te willen doen naar hoe blikjes zo effectief en efficiënt mogelijk ingezameld kunnen worden, hebben over de vormgeving van het systeem ten tijde van de voorbereiding van het ontwerp Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen geen gesprekken plaatsgevonden. Gesprekken over het statiegeldstelsel voor metalen drankverpakkingen en de gescheiden inzameling daarvan zullen indien nodig in later stadium nog plaatsvinden als de resultaten van de onderzoeken gereed zijn.

In de gesprekken met het verpakkende bedrijfsleven is aangegeven dat voor metalen drankverpakkingen hetzelfde stelstel zal worden gehanteerd als voor het statiegeld op kunststof drankflessen. Dit past bij de invulling van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen en heeft als voordeel dat niet iedere snackbar of kleine winkel verplicht wordt om metalen drankverpakkingen in te nemen. Door de verantwoordelijkheid bij de producenten en importeurs neer te leggen en de invulling van het statiegeldstelsel aan hen over te laten, kan het bedrijfsleven zelf voor een effectief en efficiënt inzamelsysteem kiezen waarbij het midden- en kleinbedrijf zoveel mogelijk ontlast wordt.

Adviescollege Toetsing Regeldruk

Een concept ontwerp van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen is ter toetsing voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). In haar toetsingsadvies van 5 augustus 2020 (referentienummer MvH/RvZ/IdB/bs/ATR1239/ 2020-U108) constateert de ATR dat nut en noodzaak van het ontwerp besluit zijn onderbouwd en heeft het geen opmerkingen ten aanzien van minder belastende alternatieven en bij de regeldrukberekening. Wel adviseert de ATR om:

  • 1. producenten na invoering van de statiegeldverplichting voldoende voorbereidingstijd te geven voor het behalen van de 90% norm voor het gescheiden inzamelen van metalen verpakkingen;

  • 2. in de toelichting te benoemen welke partijen op welke wijze betrokken zijn bij de voorbereiding van het voorstel en daarbij specifiek in te gaan op betrokkenheid en gevolgen voor het MKB.

In haar dictum geeft de ATR aan om het ontwerp besluit in te dienen nadat rekening is gehouden met de adviespunten.

Aan dit dictum is op de volgende wijze gevolg gegeven:

Naar aanleiding van het eerste adviespunt is in de inwerkingtredingsbepaling (artikel II) van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen vastgelegd dat het behalen van de doelstelling van gescheiden inzameling (artikel I, onderdeel B) 1 jaar later in werking treedt dan de datum waarop de statiegeldverplichting van kracht wordt.

Naar aanleiding van het tweede adviespunt is in paragraaf 4 van de algemene toelichting een beschrijving opgenomen van de aard en omvang waarop ter voorbereiding van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen overleg is gevoerd met het verpakkende bedrijfsleven.

Voorpublicatie en voorhang

Alvorens een ontwerp van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen ter advisering aan te bieden aan de Raad van State is overeenkomstig artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer een ieder in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken en is het ontwerp ten behoeve van een voorhangprocedure aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. Voor het maken van opmerkingen is gebruik gemaakt van internetconsultatie.

Er zijn via www.internetconsultatie.nl 37 reacties ontvangen. Daaronder zijn reacties van particulieren, gemeenten, bedrijven en maatschappelijk organisaties.

Particulieren zijn in hun reacties overwegend voor het invoeren van statiegeld op blikjes en vinden het een logische stap in het tegengaan van zwerfvuil. Een groot deel van deze reacties pleit ervoor direct tot invoering te besluiten. Een klein deel van de particulieren die hebben gereageerd geeft aan statiegeld op blikjes geen goed idee te vinden, met name vanwege het extra gedoe en de kosten.

De Consumentenbond geeft in zijn reactie aan een panelonderzoek onder zijn leden te hebben uitgevoerd waaruit blijkt dat 75% voorstander is van statiegeld op blikjes. Een statiegeldbedrag tussen de 10 en 25 eurocent per blikje heeft daarbij de voorkeur. Voor de duidelijkheid voor consumenten is het volgens de Consumentenbond gewenst dat er geen uitzonderingen gemaakt worden tussen verschillende soorten blikjes en dranken. Ook pleit de Consumentenbond ervoor om alternatieve inzameling, zoals inzameling via PMD-afval, niet mee te tellen bij het halen van de inzameldoelstelling. Bij een statiegeldverplichting hoort ook een consumentvriendelijk inzamelsysteem. Dat betekent in de ogen van de Consumentenbond een innameverplichting voor verkooppunten van drankblikjes.

Verschillende gemeenten hebben inbreng geleverd op het besluit. Zij vragen het besluit voor statiegeld op blikjes naar voren te halen zodat het nog binnen deze regeerperiode valt, omdat uit de zwerfafvalmonitor nu al geconcludeerd kan worden dat de benodigde daling niet gehaald gaat worden en dat statiegeld op blikjes onvermijdelijk is. Tevens vragen zij geen uitzondering op te nemen waarmee ook blikjes die via «niet-gescheiden systemen» worden ingezameld, meegeteld mogen worden om de gescheiden inzameldoelstelling te behalen. Deze routes gaan zwerfafval niet tegen en deze routes meetellen bij de doelstelling ondermijnt de effectiviteit van het statiegeldsysteem op voorhand, aldus deze gemeenten. Ook vragen gemeenten om zuivel en sappen mee te nemen in de voorgenomen statiegeldregeling op blikjes en aandacht te hebben voor het voorkomen van een grootschalige verschuiving van metalen drankverpakkingen naar andere verpakkingen. Daarbij wordt door de gemeentelijke reinigingsdiensten (NVRD) specifiek aandacht gevraagd voor een mogelijke verschuiving naar de verkoop van bier in kunststofflessen. Tot slot pleiten verschillende gemeenten voor een innameverplichting voor verkooppunten.

De milieuorganisaties Recycling Netwerk Benelux, Natuur & Milieu, de Plastic Soup Foundation, de Plastic Soup Surfer, Greenpeace en Stichting de Noordzee, hebben gezamenlijk een reactie ingediend. Deze organisaties pleiten ervoor om het beslismoment voor statiegeld op metalen drankverpakkingen naar voren te halen, zodat het besluit nog binnen deze regeerperiode valt. Zij stellen dat uit de monitoring van Rijkswaterstaat over de eerste helft van 2020 blijkt dat het aantal blikjes in het zwerfafval niet is afgenomen en dat er geen enkel systeem of structuur voor het bedrijfsleven is om aan de prestatiedoelen te voldoen. Tevens geven deze organisaties aan dat er een duidelijke politieke wil is om statiegeld op blikjes in te voeren en dat ook stakeholders uit het bedrijfsleven snel duidelijkheid willen. De milieuorganisaties juichen toe dat er voor metalen drankverpakkingen een 90% gescheiden inzamelingdoelstelling is opgenomen en zij pleiten ervoor geen uitzonderingen in de vorm van het meetellen van blikjes ingezameld via het PMD toe te staan om aan de 90% gescheiden inzamelingdoelstelling te voldoen. Tevens stellen deze organisaties dat een innameplicht voor verkooppunten onderdeel moet zijn van de regelgeving, omdat: er anders te weinig garanties zijn dat de 90% gescheiden inzamelingdoelstelling wordt gehaald; de onderhandelingspositie van verkooppunten ten aanzien van producenten te sterk wordt; er een risico is op een onduidelijke situatie voor de consument; en een innameplicht voor verkooppunten nodig is voor effectieve controle en handhaving. De milieubeweging pleit ervoor dat de statiegeldregelgeving van toepassing is op alle blikjes, inclusief sappen en zuivel, en ook geldt voor knijpzakjes. Het wettelijke minimum statiegeldbedrag dient in de ogen van milieuorganisaties 25 cent te worden om de 90% gescheiden inzameling te kunnen garanderen. Tot slot pleit de milieubeweging ervoor blikjes onder de Single-Use Plastics richtlijn te laten vallen.

Het Afvalfonds Verpakkingen heeft mede namens de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI) en het CBL (belangenbehartiger van de supermarkten) een reactie gegeven op het ontwerpbesluit. Het verpakkende bedrijfsleven stelt in deze reactie dat er geen aanleiding is voor een wettelijke inzameldoelstelling en dat een wettelijke inzameldoelstelling bovenop het introduceren van statiegeld nooit onderdeel geweest is van de gemaakte afspraken en ook niet rechtstreeks volgt uit de aangenomen Kamermoties. Voorts stelt het verpakkende bedrijfsleven dat de voorgestelde inzameldoelstelling van 90 procent gescheiden inzameling niet realistisch is en dat deze als zodanig door het ministerie ook niet onderbouwd of onderzocht is. Tot slot stelt het verpakkende bedrijfsleven dat de voorgestelde inzameldoelstelling onnodig discriminatoir is, omdat deze onderscheid maakt tussen verschillende soorten blikjes. Vanuit het perspectief van kwaliteit en circulaire economie bestaat volgens het bedrijfsleven echter geen verschil tussen blikjes die dezelfde afvalroute afleggen.

LTO Nederland stelt in haar reactie dat zwerfafval een probleem is voor boeren. LTO is verheugd dat een forse en snelle reductiedoelstelling wordt gekoppeld aan heldere maatregelen bij het niet behalen van die doelstelling op korte termijn. LTO vraagt met name aandacht voor het dierenleed dat veroorzaakt door zwerfafval van blikjes. Volgens LTO krijgen koeien de versnipperde blikjes binnen via het voer, waarbij de scherpe delen schade veroorzaken in de voormagen van koeien. LTO stelt dat naar schatting jaarlijks 12.000 koeien letsel oplopen door het binnenkrijgen van scherp afval en dat 4.000 runderen dat niet overleven. Naast het dierenleed refereert LTO aan de hoge maatschappelijke kosten veroorzaakt door zwerfafval. Ook heeft een aantal veehouders individueel gereageerd op de internetconsulatie. Ook zij pleiten voor invoering van statiegeld op blikjes om dierenleed te voorkomen.

De Belangenvereniging voor de zelfstandige tankstationondernemer (BETA) steunt het tegengaan van zwerfvuil, maar stelt dat de inname van blikjes en teruggave van statiegeld voor de BETA-achterban van mkb-ers niet of heel moeilijk uitvoerbaar is.

Metalen Verpakkingen Nederland (MVN) is de brancheorganisatie van fabrikanten van metalen verpakkingen. Deze branche stelt dat door statiegeld weliswaar een reductie zal plaatsvinden van blikjes en flesjes in het zwerfafval, maar dat het generieke zwerfafval niet zal verdwijnen. Het blijft daarmee volgens de MVN van cruciaal belang dat gemeenten en overheden hun verantwoordelijkheden blijven nemen door voldoende handhavingscapaciteit te leveren en voorzieningen te creëren waardoor zwerfafval niet ontstaat. Volgens de MVN houdt de bestaande zwerfafvalmonitor geen rekening met de mate en frequentie van opruimen en zijn de uitkomsten ervan niet representatief voor heel Nederland. MVN verzoekt om een wetenschappelijk verantwoord en betrouwbaar statistisch onderzoek in te richten met feitelijke metingen bij alle partijen die verantwoordelijk zijn voor het opruimen van het zwerfafval. Om verwarring te voorkomen voor de burger stelt MVN voor om het besluit voor statiegeld op blikjes te laten gelden voor alle metalen drankenblikjes, inclusief de blikjes met zuiveldranken en sappen. Wel stelt MVN dat metalen drankverpakkingen zonder directe drinkwaar (zoals limonadesiroop), zelden tot nooit in het zwerfafval voorkomen omdat deze overwegend thuis gebruikt worden. Omdat retournamesystemen volgens MVN niet bedoeld zijn voor deze, vaak grotere metalen verpakkingen, pleit MVN ervoor de regelgeving van toepassing te laten zijn op alle dranken in metalen drankverpakkingen met een maximale inhoud van 0,6 liter. Tevens verzoekt de MVN om, bij het opzetten van het systeem, het gemak voor de consument leidend te laten zijn en dat het moet bijdragen aan het minimaliseren van zwerfafval. Een inzamelverplichting voor (bijna) alle verkooppunten zou passend zijn. Tevens vraagt de MVN aandacht voor het voorkomen van kruisfinanciering tussen statiegeld op plastic flesjes en metalen blikjes. De MVN verzoekt tot slot om de aanleiding van het besluit aan te passen, omdat volgens de MVN door onderzoek is aangetoond dat er geen relatie is tussen de sterfte van runderen en blikjes in zwerfafval.

Recycling Aluminium Verpakkingen Nederland (RAVN) is van mening dat al vanaf de start in 2021 het nieuwe Nederlandse statiegeldsysteem voor plastic flesjes geschikt moet zijn voor de inname van drankblikjes. De terugnamemachines kunnen volgens de RAVN het beste in of nabij de supermarkt worden geplaatst. Andere belangrijke verkooppunten zoals de Horeca, benzinestations of trein-, bus- en metrostations zouden ook de plaatsing van een of meer RVM's kunnen overwegen, evenals organisatoren van «outdoor» evenementen zoals muziekfestivals of sportmanifestaties. Inzameling bij kleinere verkooppunten zoals kiosken, strandtenten en sportverenigingen kan in de ogen van RAVN plaatsvinden via grote en stevige plastic zakken. Er kan worden overwogen om alvast met proefprojecten voor «vrijwillige inname» van blikjes te beginnen, die dan in 2022 worden omgezet naar een volwaardig statiegeldsysteem. De ervaring in het buitenland met statiegeld heeft volgens de RAVN geleerd dat er geen hygiëne-problemen optreden bij een volledige dekking van het statiegeldsysteem. Wel stelt ook de RAVN dat vanwege de technische beperkingen van de huidige innamemachines grotere metalen verpakkingen voor limonade moeten worden uitgezonderd.

Reactie op de ingekomen reacties

Uit verschillende reacties komt de wens naar voren het besluit tot invoering van statiegeld op metalen drankverpakkingen te vervroegen. In paragraaf 2 van deze nota van toelichting is uiteengezet dat in 2021 duidelijk wordt of er tot invoering van statiegeld op blikjes moet worden overgegaan. Indien de doelen voor een reductie van 70 tot 90% minder blikjes in het zwerfafval, alsmede 90% recycling van blikjes niet worden gehaald, wordt in 2021 besloten dat statiegeld op metalen drankverpakkingen wordt ingevoerd.

Voorts blijkt uit de binnengekomen reacties dat er een brede maatschappelijke steun is om de statiegeldregelgeving ook van toepassing te laten zijn op blikjes voor sap en zuivel. Naar aanleiding van de binnengekomen zienswijzen is geconcludeerd dat er – in tegenstelling tot de situatie bij statiegeld op kunststof flesjes – onvoldoende inhoudelijke argumenten zijn om een uitzondering voor sap en zuivel te rechtvaardigen. Het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen is hierop aangepast en heeft betrekking op alle metalen drankverpakkingen, ongeacht de dranksoort die zij bevatten.

Uit verschillende reacties komt de wens naar voren de statiegeldregelgeving ook van toepassing te laten zijn op drankenkartons en knijpzakjes. In paragraaf 3 van deze nota van toelichting is ingegaan op de reikwijdte van het begrip metalen drankverpakkingen en de overwegingen waarom knijpzakjes en drankenkartons geen onderdeel zijn van de maatregelen uit dit besluit. Naar aanleiding van de binnengekomen reacties is aan deze nota van toelichting een expliciete toezegging toegevoegd dat wordt gemonitord of er sprake is van grootschalige verschuiving naar andere verpakkingen waar geen statiegeldverplichting op rust.

In verschillende reacties wordt ingegaan op de doelstelling van 90% gescheiden inzameling en de daarbij in het ontwerpbesluit opgenomen uitzondering. In het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik dat strekt tot implementatie van richtlijn (EU) 2019/904 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten, wordt voor de gescheiden inzameling van kunststof flessen toegestaan om flessen die niet gescheiden zijn ingezameld voor de 90% doelstelling mee te tellen tot maximaal 5% van het ingezamelde gewichtspercentage, mits de kwaliteit van de recycling is geborgd. Naar aanleiding van de binnengekomen reacties is besloten de mogelijkheid tot afwijking van de verplichting tot 90% gescheiden inzameling van metalen drankverpakkingen te begrenzen. Daarvoor is artikel 6b, tweede lid, aangepast ten opzichte van de tekst die in de inspraak is gebracht.

In verschillende reacties wordt gevraagd om het opnemen van een innameverplichting voor verkooppunten. De verplichting tot inname van blikjes richt zich tot de producent of importeur die de metalen drankverpakking in Nederland in de handel heeft gebracht. Voor het verantwoordelijk maken van producenten en importeurs voor de statiegeldverplichtingen is gekozen omdat daarmee een vanuit uit het oogpunt van zwerfafvalbestrijding optimaal en kosteneffectief systeem kan worden ingericht. Met de keuze om producenten en importeurs verantwoordelijk te maken voor het statiegeldstelsel is het aan hen om te bepalen waar metalen drankverpakkingen kunnen worden ingeleverd. Gelet op de doelstelling van 90% gescheiden inzameling hebben producenten en importeurs er belang bij zo veel mogelijk metalen drankverpakkingen via statiegeld in te zamelen. Met het oog op kostenefficiëntie zullen zij ervoor zorgen dat er innamepunten zijn op locaties waar veel van dergelijke verpakkingen vrijkomen, dan wel waar de consument gewend is andere statiegeldverpakkingen in te leveren. Door de statiegeldverplichtingen neer te leggen bij de producenten en importeurs komen deze in het verlengde te liggen van de andere in het Besluit beheer verpakkingen 2014 vastgelegde verplichtingen voor producenten en importeurs. Dit vergemakkelijkt de handhaving omdat er steeds sprake is van dezelfde normadressant.

De overige in de internetconsultatie ingebrachte onderwerpen vallen niet onder de directe werking van de in dit besluit genomen maatregelen voor metalen drankverpakkingen. Deze reacties zullen worden meegenomen in de vormgeving van aanpalend beleid.

Notificatie

Gelet op de verplichtingen die voortvloeien uit artikel I, onderdelen B en F, van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen is een ontwerpbesluit op 23 december 2020 ingevolge artikel 5 van de Notificatierichtlijn7 voorgelegd aan de Europese Commissie. Daarbij is aangegeven dat de verplichtingen zijn ingegeven vanuit het algemeen belang van bescherming van het milieu. Naar aanleiding van de aanmelding zijn geen reacties binnengekomen.

5. Gevolgen

Nalevingskosten en administratieve lasten

Het behalen van de doelstellingen voor gescheiden inzameling van metalen drankverpakkingen en het opzetten van een statiegeldsysteem voor metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder brengt kosten met zich mee voor de producenten en importeurs. Ten eerste leiden de verplichtingen tot nalevingskosten. Daarnaast levert de verslagleggingsverplichting van artikel 8 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 een administratieve last op. Er is geen sprake van financiële kosten die het gevolg zijn van een concrete en directe verplichting om een geldbedrag over te maken aan de overheid of het bevoegd gezag.

Het merendeel van de metalen drankverpakkingen wordt op de markt gebracht door de bekende merken dan wel – al dan niet als huismerk – door de bekende supermarktketens. Geschat wordt dat de verplichtingen in het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen circa 50 grote en 200 kleinere producenten en importeurs zullen aangaan. Producenten en importeurs voeren de statiegeldsystemen voor glazen en kunststof flessen gezamenlijk uit. De verwachting is dat producenten en importeurs daar voor statiegeld op metalen drankverpakkingen ook voor zullen kiezen.

De nalevingskosten voor een statiegeldstelsel voor metalen drankverpakkingen zijn in 2017 door CE Delft8 berekend tezamen met de nalevingskosten voor een statiegeldstelsel voor kunststof flessen. CE Delft heeft in 2020 dit onderzoek naar de kosten en effecten van een statiegeldsysteem voor plastic flessen en metalen drankverpakkingen verfijnd op het onderdeel van de metalen drankverpakkingen9.

CE-Delft schat in dat de jaarlijkse nalevingskosten voor metalen drankverpakkingen variëren tussen de € 17 en € 40 miljoen. Dit betreft de additionele kosten van het toevoegen van metalen drankverpakkingen aan het statiegeldsysteem van kunststof flessen, zoals dat met ingang van 1 juli 2021 voor producenten en importeurs verplicht is. In de door CE Delft berekende kosten zijn de kosten voor inname (waaronder de kosten voor innamemachines en compacteermachines), retourlogistiek, distributie, telcentra, labels, administratie, marketing en management meegenomen.

Naast deze kosten is er een inkomstenbron van het statiegeldsysteem door niet ingeleverde drankverpakkingen of statiegeldbonnetjes, die door CE-Delft is begroot op € 36 tot € 52 miljoen. Met deze inkomsten zou een statiegeldsysteem voor metalendrankverpakkingen door de producenten en importeurs kostendekkend kunnen worden uitgevoerd. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat de kosten dan goeddeels voor rekening komen van de consument die de drankverpakkingen niet retour brengt dan wel het statiegeldbonnetje niet inlevert.

Tot slot zijn er maatschappelijke opbrengsten. CE Delft verwacht dat de kosten voor het opruimen van zwerfafval met maximaal € 50 miljoen kunnen dalen. Ook kan naar verwachting € 1,5 tot € 6 miljoen worden bespaard op het legen van afvalbakken.

De verplichting jaarlijks verslag te doen over de uitvoering van het statiegeldstelsel wordt toegevoegd aan de bestaande jaarlijkse verplichte verslaglegging door producenten en importeurs en leidt tot een administratieve last. Door CE Delft zijn deze administratieve kosten meegenomen in de totale kosten van het statiegeldsysteem. Deze worden afzonderlijk geschat op enkele tonnen. Dit is inclusief de administratieve lasten die individuele producenten en importeurs hebben met betrekking tot de gegevens die zij dienen aan te leveren bij Stichting Afvalfonds Verpakkingen ten aanzien van het aantal door hen op de markt gebrachte metalen drankverpakkingen.

Retourpercentage en milieueffecten

Door CE Delft is ook onderzoek gedaan naar het te verwachten retourpercentage door het statiegeldsysteem van het aantal in de handel gebrachte metalen drankverpakkingen. Bij een statiegeldbedrag van € 0,15 per metalen drankverpakking wordt een retourpercentage van ongeveer 88% verwacht. Hoe hoog het daadwerkelijke retourpercentage in Nederland zal zijn, is mede afhankelijk van de inrichting van het statiegeldsysteem.

Verwacht gevolg van het opnemen van een doelstelling voor gescheiden inzameling van metalen drankverpakkingen in combinatie met een verplichting een statiegeldsysteem voor metalen drankverpakkingen op te zetten, is een afname van de hoeveelheid zwerfafval van metalen drankverpakkingen. Op basis van het onderzoek van CE Delft kan verwacht worden dat een statiegeldsysteem leidt tot een reductie van 70 tot 90% aan metalen drankverpakkingen in het zwerfafval.

Statiegeld op metalen drankverpakkingen kan tot een verhoging van de recycling van aluminium uit blikjes leiden met 20% waarmee het recyclingpercentage toeneemt van 77% tot 97%. Toegepast op de 16,5 kton aluminium blikjes die jaarlijks in de handel worden gebracht gaat het dan om 3,3 kton extra aluminium recycling. Met een CO2-voordeel van ongeveer 7 kg CO2 per kg aluminium recycling levert dit een extra 23 kton CO2-emissie reductie op. Dit is vergelijkbaar met het CO2-voordeel van statiegeld op kunststof flesjes van circa 20 kton.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (wijziging artikel 1 Besluit beheer verpakkingen 2014)

Met dit artikel wordt in artikel 1 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 een omschrijving van het begrip «metalen drankverpakking» toegevoegd. De omschrijving leidt ertoe dat knijpflacons en drankenkartons met een metalen folielaag aan de binnenkant, niet als metalen drankverpakking worden aangemerkt. Het aandeel metaal(folie) in deze drankverpakkingen vormt immers niet het hoofdbestanddeel ervan.

Artikel I, onderdeel B (invoegen artikel 6b Besluit beheer verpakkingen 2014)

Op grond van het eerste lid van dit artikel zijn producenten en importeurs die drank in metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder in Nederland in de handel brengen verplicht om jaarlijks ten minste 90 gewichtsprocent van die door hen in Nederland in de handel gebrachte metalen drankverpakkingen gescheiden in te zamelen.

De inzamelverplichting betreft 90 gewichtsprocent van de gedurende een jaar als verpakking van drank in de handel gebrachte metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder.

Het begrip «drank» wordt in artikel 1, onderdeel l, van het Besluit beheer verpakkingen 2014, omschreven als: vloeistof bestemd voor menselijke consumptie en primair bedoeld om te worden gedronken, niet zijnde een medicinale drank die als geneesmiddel, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Geneesmiddelenwet, kan worden gekwalificeerd. Hieruit volgt dat de doelstelling voor gescheiden inzameling niet geldt voor metalen verpakkingen met bijvoorbeeld limonadesiroop, diksap, en gecondenseerde melk. Deze (geconcentreerde) vloeistoffen zijn immers niet primair bedoeld om te worden gedronken.

Het begrip «in de handel brengen» is ten tijde van het vaststellen van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen in artikel 1, onderdeel f, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 omschreven als: «voor het eerst beroepsmatig op de markt aanbieden van een product». Het begrip «op de markt aanbieden» wordt in onderdeel e van dat artikel omschreven als: «in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van verpakkingen met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de markt».

Het tweede lid van dit artikel biedt producenten en importeurs van metalen drankverpakkingen de mogelijkheid om metalen drankverpakkingen die niet via het statiegeldstelsel (gescheiden) worden ingezameld, maar op een andere wijze – bijvoorbeeld via de PMD-bak – toch als gescheiden ingezamelde metalen drankverpakkingen mee te laten tellen, mits die niet-gescheiden vorm van inzameling voldoet aan de in dit artikellid gestelde voorwaarden en niet meer dan 10 gewichtsprocent bedraagt van de in dat jaar in de handel gebrachte metalen drankverpakkingen. Dit is van belang in het geval er – ondanks het statiegeldstelsel – toch nog metalen drankverpakkingen in het restafval of de PMD-bakken verdwijnen. Deze niet gescheiden ingezamelde drankverpakkingen kunnen dan toch worden meegeteld voor het behalen van de doelstelling voor gescheiden inzameling mits de kwaliteit gegarandeerd is. Een vergelijkbare bepaling (artikel 6a, tweede lid) is ten aanzien van de gescheiden inzameling van kunststof drankflessen in het Besluit beheer verpakkingen 2014 opgenomen middels het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik.

Artikel I, onderdeel C (wijziging artikel 8 Besluit beheer verpakkingen 2014)

Producenten en importeurs zijn verplicht jaarlijks verslag te doen van de in het Besluit beheer verpakkingen 2014 opgenomen verplichtingen. De rapportage is de basis voor handhaving door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), zoals dat voor de bestaande recycledoelstellingen reeds praktijk is.

Met het toevoegen van de artikelen 6b en 13 in de opsomming van artikel 8, eerste lid, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 wordt vastgelegd dat ook over de in artikel 6b vastgelegde doelstelling van gescheiden inzameling van metalen drankverpakkingen en over de in artikel 13 vastgelegde statiegeldverplichting op metalen drankverpakkingen jaarlijks moet worden gerapporteerd. Bij ministeriële regeling kan de wijze van verslaglegging nader worden bepaald.

Artikel I, onderdeel D (wijziging artikel 9 Besluit beheer verpakkingen 2014)

Met het toevoegen van de artikelen 6b en 13 aan de opsomming van artikelen in artikel 9, eerste lid, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 wordt bewerkstelligd dat producenten en importeurs zowel aan de inzamelverplichtingen op grond van artikel 6b als aan de statiegeldverplichtingen van artikel 13 gezamenlijk uitvoering kunnen geven. Naar verwachting zullen deze verplichtingen worden uitgevoerd door of namens de Stichting Afvalfonds Verpakkingen, zijnde de rechtspersoon aan wie producenten en importeurs, overeenkomstig de op grond van artikel 15.36 van de Wet milieubeheer algemeen verbindend verklaarde overeenkomst, een afvalbeheerbijdrage verschuldigd zijn.

Artikel I, onderdeel E (nieuw artikel 13 Besluit beheer verpakkingen 2014)

Dit artikel vormt de grondslag voor een statiegeldstelsel voor metalen drankverpakkingen. Op grond daarvan zijn producenten en importeurs die in Nederland drank in metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder in de handel brengen de normadressaat voor het statiegeldstelsel en verantwoordelijk voor de financiering daarvan. Met het statiegeldstelsel voor metalen drankverpakkingen is aangesloten bij het statiegeldstelsel voor kunststof drankflessen. Dit blijkt mede uit het van overeenkomstig toepassing verklaren in artikel 13 van het tweede en derde lid van artikel 12 van het Besluit beheer verpakkingen 2014.

Op grond van artikel 13, eerste lid (nieuw) en het van overeenkomstige toepassing verklaarde tweede lid van artikel 12 zijn deze producenten en importeurs verplicht om op het moment dat zij drank in metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder voor het eerst in Nederland op de markt brengen, statiegeld te heffen en die verpakking na gebruik, onder terugbetaling van het statiegeld, weer in te nemen.

Overeenkomstig het statiegeldstelsel voor kunststof drankflessen richt de verplichting tot het heffen van statiegeld op metalen drankverpakkingen zich uitsluitend tot producenten en importeurs en niet tot bijvoorbeeld een wederverkoper, zoals een kiosk, die drank in een metalen drankverpakking met een inhoud van 3 liter of minder heeft ingekocht bij een producent of importeur die de desbetreffende drankverpakking in Nederland in de handel heeft gebracht. Het is aan deze wederverkoper om te beslissen of hij het door hem aan de producent of importeur betaalde statiegeld doorberekent aan de consument of niet.

De verplichting tot inname van de metalen drankverpakking met een inhoud van 3 liter of minder na gebruik onder uitbetaling van het statiegeld richt zich eveneens tot de producent of importeur die de metalen drankverpakking in Nederland in de handel heeft gebracht. De innameplicht berust dus niet op bijvoorbeeld een wederverkoper, zoals een kiosk. Deze verkoopt weliswaar drank in metalen drankverpakkingen die hij heeft ingekocht bij een producent of importeur die deze in Nederland in de handel heeft gebracht, maar is niet verplicht tot inname ervan onder uitbetaling van het statiegeld. Producenten en importeurs kunnen een verkooppunt, niet zijnde een producent of importeur, wel vragen of het bereid is als innamepunt voor metalen drankverpakkingen te dienen. Veelal zal er dan een vergoeding betaald moeten worden voor het vervullen van deze taak namens producenten en importeurs.

Op grond van het van overeenkomstige toepassing verklaarde derde lid van artikel 12 zijn producenten en importeurs van metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder verplicht om alle kosten verbonden aan de uitvoering van het statiegeldstelsel voor hun rekening te nemen. Het expliciet opnemen van deze financiële verplichting verduidelijkt dat het eventueel doorbelasten van kosten verbonden aan de inname van metalen drankverpakkingen aan bijvoorbeeld innamepunten, niet de bedoeling is.

De statiegeldverplichtingen voor metalen drankverpakkingen hebben betrekking op verpakkingen van alle soorten drank en niet alleen op die voor water of frisdrank zoals bij de statiegeldverplichtingen voor kunststof drankflessen.

Het begrip «drank» wordt in artikel 1, onderdeel l, van het Besluit beheer verpakkingen 2014, omschreven als: vloeistof bestemd voor menselijke consumptie en primair bedoeld om te worden gedronken, niet zijnde een medicinale drank die als geneesmiddel, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Geneesmiddelenwet, kan worden gekwalificeerd. Hieruit volgt dat de statiegeldverplichting niet geldt voor metalen verpakkingen met geconcentreerde vloeistoffen zoals limonadesiroop, diksap, en gecondenseerde melk. Deze zijn immers niet direct drinkbaar en vragen verdere bereiding voor consumptie.

Artikel I, onderdeel F (wijziging artikel 14 Besluit beheer verpakkingen 2014)

Aangezien met het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen de invoering van statiegeld op metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder mogelijk wordt gemaakt, is het noodzakelijk de grondslag voor het bij ministeriële regeling vaststellen van de (minimale) hoogte van het statiegeld uit te breiden. De grondslag zoals deze luidde voor inwerkingtreding van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen had uitsluitend betrekking op kunststof flessen. Deze is met dit artikel verruimd door de term «kunststof fles» te vervangen door de alle soorten materialen omvattende term «drankverpakking».

Artikel I, onderdeel G (wijziging artikel 15 Besluit beheer verpakkingen 2014)

Met dit artikel wordt de grondslag van artikel 15, eerste lid, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 uitgebreid. Dat artikel biedt daardoor de mogelijkheid om bij ministeriële regeling de vorm en inhoud van de aanduiding die op metalen drankverpakkingen moet worden vermeld, vast te stellen. Op basis daarvan zal in de Regeling beheer verpakkingen worden vastgelegd dat producenten en importeurs op de metalen drankverpakkingen de aanduiding «Statiegeld» moeten opnemen. Met die aanduiding is het voor de (eind)gebruiker duidelijk dat die metalen drankverpakking onder het statiegeldstelsel valt en dat bij inlevering ervan het statiegeld kan worden teruggevraagd.

Artikel II (inwerkingtreding)

Bij brief van 3 februari 202110 heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de Tweede Kamer bericht dat per 31 december 2022 statiegeld op metalen drankverpakkingen zal worden ingevoerd. Hiertoe is besloten omdat, afgaande op de RWS-zwerfafvalmonitor 2020, geconstateerd is dat er geenszins sprake is van de gewenste afname van het aandeel blikjes in het zwerfafval en dat het doel van een vermindering van blikjes in het zwerfafval van minimaal 70% in 2021 daardoor onhaalbaar is geworden.

Naar aanleiding van bovengenoemd besluit is de inwerkingtreding van de onderdelen A, E, F en G van artikel I van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen vastgesteld op 31 december 2022. Deze datum van inwerkingtreding is de uitkomst van een politieke afweging na consultatie van het verpakkende bedrijfsleven. Daarbij is onderkend dat wordt afgeweken van de vaste verandermomenten voor regelgeving.

Met het vastleggen van de inwerkingtreding van het statiegeldstelsel voor metalen drankverpakkingen met ingang van 31 december 2022 wordt enerzijds uitvoering gegeven van de Kamermoties die uitgaan van een tijdpad voor het invoeren van statiegeld op metalen drankverpakking in 2022 en anderzijds met de wens van producenten en importeurs van metalen drankverpakkingen om ruimschoots de tijd te krijgen de invoering van statiegeld op deze verpakkingen voor te bereiden.

De doelstelling aangaande de gescheiden inzameling van metalen drankverpakkingen, neergelegd in artikel I, onderdeel B, van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen treedt in werking met ingang van 1 januari 2024. De doelstelling van 90% gescheiden inzameling moet daarmee 1 jaar na de start van het statiegeldsystem volledig behaald worden.

Over de inwerkingtreding van de onderdelen C en D van artikel I van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen wordt separaat middels een koninklijk besluit beslist. Ten tijde van het vaststellen van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen is nog onduidelijk of en zo ja wanneer deze onderdelen in werking moeten treden gegeven het feit dat er regelgeving in voorbereiding is waarmee de artikelen 8 en 9 van het Besluit beheer verpakkingen 2014, die met de onderdelen C en D van artikel I worden gewijzigd, per 1 januari 2023 komen te vervallen in verband met het voor de regeling van uitgebreide producenten verantwoordelijkheid voor verpakkingen van kracht worden van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstukken II 2019/20, 30 872, nr. 245

X Noot
2

Kamerstukken II 2019/20, 35 300, XII nr. 33

X Noot
3

Kamerstukken II 2019/20, 35 300, XII nr. 39

X Noot
5

Stb. 2020, 122.

X Noot
6

CE Delft, 2020, Statiegeld op blikjes, kostenstudie ter voorbereiding op wetgeving.

X Noot
7

Richtlijn EU 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (Codificatie) (PbEU 2015, L 241)

X Noot
8

CE Delft, 2017, Kosten en effecten van statiegeld op kleine flesjes en blikjes, (Kamerstukken II 2016/17, 30 872, nr. 211).

X Noot
9

CE Delft, 2020, Statiegeld op blikjes, kostenstudie ter voorbereiding op wetgeving.

X Noot
10

Kamerstukken II 2020/21, 28 694, nr. 143

Naar boven