Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 4 juli 2022, nr. IENW/BSK-2022/149015, tot wijziging van de Regeling markttoezicht registerloodsen, de Regeling routerings- en meldingssystemen voor schepen in volle zee voor de Nederlandse kust en de Vergoedingsregeling tuchtcollege loodsen

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 27d, vierde lid, en 32, tweede lid, van de Loodsenwet en artikel 2, eerste lid, van het Besluit routerings- en meldingssystemen voor schepen in volle zee voor de Nederlandse kust;

BESLUIT:

ARTIKEL I

In artikel 8 van de Regeling markttoezicht registerloodsen wordt ‘artikelen 27d, vijfde lid,’ vervangen door ‘artikelen 27d, vierde lid,’.

ARTIKEL II

De Regeling routerings- en meldingssystemen voor schepen in volle zee voor de Nederlandse kust wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. gevaarlijke stoffen: stoffen als bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen.

B

Bijlage 1, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘(20) 53°56’.65 N 004°35’.92 E’ vervangen door ‘(100) 53°55’.36 N 004°33’.85 E’.

2. Onder verlettering van de onderdelen b en c tot d en e worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

  • b. De scheidingszone, begrensd door een lijn die de volgende geografische posities verbindt:

    • (85) 53°59’.46 N 004°39’.60 E

    • (86) 53°59’.68 N 004°42’.44 E

    • (87) 53°57’.17 N 004°38’.40 E

  • c. De verkeersbaan voor noordgaand verkeer, afgetakt van de hoofd noordoostgaande verkeersbaan, ingesteld tussen de scheidingszones, bedoeld onder a en b.

3. In onderdeel d (nieuw) wordt ‘scheidingszone’ vervangen door ‘scheidingszones’ en wordt ‘en b’ ingevoegd na ‘onder a’.

C

Bijlage 1, onderdeel E, komt te luiden:

E. Verkeersscheidingsstelsel ‘Noord Friesland’

  • a. De scheidingszone, begrensd door een lijn die de volgende geografische posities verbindt:

    • (79) 54°04'.30 N 004°59'.98 E

    • (80) 54°04'.78 N 005°05'.94 E

    • (81) 54°02'.76 N 005°04'.73 E

    • (82) 54°02'.28 N 004°58'.76 E

  • b. De scheidingszone, begrensd door een lijn die de volgende geografische posities verbindt:

    • (75) 54°02'.84 N 004°41'.41 E

    • (76) 54°03'.99 N 004°56'.11 E

    • (77) 54°01'.98 N 004°54'.89 E

    • (78) 54°00'.83 N 004°40'.34 E

  • c. De scheidingszone, begrensd door een lijn die de volgende geografische posities verbindt:

    • (71) 54°01'.52 N 004°24'.62 E

    • (72) 54°02'.55 N 004°37'.69 E

    • (73) 54°00'.54 N 004°36'.62 E

    • (74) 53°59'.21 N 004°19'.05 E

  • d. De scheidingszone, begrensd door een lijn die de volgende geografische posities verbindt:

    • (67) 54°00'.37 N 004°09'.21 E

    • (68) 54°01'.10 N 004°18'.89 E

    • (69) 53°58'.91 N 004°13'.93 E

    • (70) 53°58'.66 N 004°09'.60 E

  • e. De verkeersbaan voor oostgaand verkeer, ingesteld tussen de scheidingszone, bedoeld onder d en de volgende geografische positie:

    • (26) 53°57'.16 N 004°09'.94 E

  • f. De verkeersbaan voor oostgaand verkeer, ingesteld tussen de scheidingszone, bedoeld onder c en de aangepaste scheidingszone van het verkeersscheidingsstelsel ‘West Friesland’.

  • g. De verkeersbaan voor oostgaand verkeer, ingesteld tussen de scheidingszone, bedoeld onder b en de volgende geografische posities:

    • (85) 53°59’.46 N 004°39’.60 E

    • (25) 53°59'.96 N 004°45'.92 E

    • (86) 53°59’.68 N 004°42’.44 E

    • (96) 54°00'.60 N 004°54'.06 E

  • h. De verkeersbaan voor oostgaand verkeer, ingesteld tussen de scheidingszone, bedoeld onder a en de volgende geografische posities:

    • (97) 54°00'.91 N 004°57'.94 E

    • (98) 54°01'.38 N 005°03'.90 E

  • i. De verkeersbaan voor westgaand verkeer, ingesteld tussen de scheidingszone, bedoeld onder a en de volgende geografische posities:

    • (94) 54°06'.14 N 005°06'.77 E

    • (93) 54°05'.67 N 005°00'.81 E

  • j. De verkeersbaan voor westgaand verkeer, ingesteld tussen de scheidingszone, bedoeld onder b en de volgende geografische posities:

    • (92) 54°05'.37 N 004°56'.94 E

    • (91) 54°04'.20 N 004°42'.14 E

  • k. De verkeersbaan voor westgaand verkeer, ingesteld tussen de scheidingszone, bedoeld onder c en de volgende geografische posities:

    • (90) 54°03'.91 N 004°38'.43 E

    • (89) 54°03'.13 N 004°28'.46 E

  • l. De verkeersbaan voor westgaand verkeer, ingesteld tussen de scheidingszone, bedoeld onder d en de volgende geografische posities:

    • (88) 54°02'.65 N 004°22'.44 E

    • (31) 54°01'.87 N 004°08'.88 E

  • m. De verkeersbaan voor zuidwestgaand verkeer, ingesteld tussen een lijn aan de westzijde die de volgende geografische posities verbindt:

    • (68) 54°01'.10 N 004°18'.89 E

    • (69) 53°58'.91 N 004°13'.93 E

    en een lijn aan de oostzijde die de volgende geografische posities verbindt:

    • (71) 54°01'.52 N 004°24'.62 E

    • (74) 53°59'.21 N 004°19'.05 E

  • n. De verkeersbaan voor noordgaand verkeer, ingesteld tussen een lijn aan de westzijde die de volgende geografische posities verbindt:

    • (72) 54°02'.55 N 004°37'.69 E

    • (73) 54°00'.54 N 004°36'.62 E

    en een lijn aan de oostzijde die de volgende geografische posities verbindt:

    • (75) 54°02'.84 N 004°41'.41 E

    • (78) 54°00'.83 N 004°40'.34 E

D

Bijlage 1, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘(32) 54°02’.58 N 004°59’.92 E’ vervangen door ‘(84) 54°03’.26 N 005°08’.65 E’ en wordt ‘(37) 54°04’.07 N 004°59’.58 E’ vervangen door ‘(83) 54°04’.84 N 005°09’.60 E’.

2. In onderdeel b wordt ‘noordoostgaand’ vervangen door ‘oostgaand’ en wordt ‘(28) 54°01’.10 N 005°00’.26 E’ vervangen door ‘(99) 54°01’.69 N 005°07’.70 E’.

3. In onderdeel c wordt ‘zuidwestgaand’ vervangen door ‘westgaand’ en wordt ‘(29) 54°05’.55 N 004°59’.24 E’ vervangen door ‘(95) 54°06’.44 N 005°10’.57 E’.

E

Aan bijlage 2 worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

3. Windpark Borssele corridor

Het gebied dat gemeden dient te worden, bedoeld in artikel 8, door schepen groter dan 45 meter en schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren, wordt begrensd door een lijn die de volgende geografische posities verbindt:

  • (17) 51° 40’.43 N 003° 07’.83 E

    • (i) 51° 40’.87 N 003° 07’.06 E

    • *(ii) 51° 41’.85 N 003° 03’.78 E

    • *(iii) 51° 42’.12 N 003° 02’.99 E

    • (iv) 51° 42’.60 N 003° 01’.55 E

    • *(v) 51° 43’.52 N 002° 58’.38 E

    • *(vi) 51° 43’.87 N 002° 57’.86 E

    • (vii) 51° 44’.56 N 002° 56’.14 E

    • (x) 51° 44’.84 N 002° 55’.20 E

    • (viii) 51° 45’.32 N 002° 52’.80 E

  • (23) 51° 45’.86 N 002° 51’.39 E

  • (22) 51° 45’.97 N 002° 51’.93 E

    • (ix) 51° 45’.56 N 002° 52’.99 E

    • (xi) 51° 45’.08 N 002° 55’.37 E

    • (xii) 51° 44’.74 N 002° 56’.57 E

    • (xiii) 51° 44’.16 N 002° 58’.07 E

    • (xiv) 51° 43’.66 N 002° 59’.79 E

  • (18) 51° 41’.24 N 003° 08’.07 E

    en terug naar (17).

*Deze geografische posities worden verbonden door cirkelbogen gecentreerd rondom de volgende geografische posities:

Centrum cirkelboog:

Straal cirkelboog:

Verbonden posities:

(α)

51° 42’.00 N 003° 03’.40 E

0.283 nautische mijl

(ii) en (iii)

(β)

51° 43’.59 N 002° 57’.93 E

0.283 nautische mijl

(v) en (vi)

4. Bij De Ruyter, ten westen van Rijnveld

Het gebied dat gemeden dient te worden, bedoeld in artikel 8, met uitzondering van daartoe geautoriseerde schepen, wordt begrensd door een lijn die volgende geografische posities verbindt:

  • (i) 52° 21’.12 N 003° 19’.73 E

  • (ii) 52° 22’.75 N 003° 19’.73 E

  • (iii) 52° 22’.75 N 003° 22’.00 E

  • (iv) 52° 21’.12 N 003° 22’.00 E

    en terug naar (i).

5. Ter hoogte van Friesland

Het gebied dat gemeden dient te worden, bedoeld in artikel 8, wordt begrensd door een lijn die volgende geografische posities verbindt:

  • (101) 54° 01’.27 N 004° 24’.79 E

  • (102) 54° 02’.23 N 004° 37’.05 E

  • (103) 54° 00’.78 N 004° 36’.28 E

  • (104) 53° 59’.61 N 004° 20’.79 E

    en terug naar (101).

Het gebied dat eveneens gemeden dient te worden, bedoeld in artikel 8, wordt begrensd door een lijn die volgende geografische posities verbindt:

  • (105) 54° 02’.70 N 004° 43’.12 E

  • (106) 54° 03’.57 N 004° 54’.19 E

  • (107) 54° 02’.13 N 004° 53’.32 E

  • (108) 54° 01’.26 N 004° 42’.33 E

    en terug naar (105).

ARTIKEL III

In de Vergoedingsregeling tuchtcollege loodsen wordt na artikel 6 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

Deze regeling berust mede op artikel 32, tweede lid, van de Loodsenwet.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Algemeen

§ 1. Hoofdlijnen van deze regeling

Wijziging Regeling routerings- en meldingssystemen voor schepen in volle zee voor de Nederlandse kust

Op grond van artikel 21 van de Scheepvaartverkeerswet kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties welke betrekking hebben op de ordening van het scheepvaartverkeer voor de Nederlandse kust. Artikel 2, eerste lid, van het Besluit routerings- en meldingssystemen bepaalt dat bij ministeriële regeling, overeenkomstig richtlijnen en criteria van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), routeringssystemen en meldingssystemen worden vastgesteld buiten de Nederlandse territoriale zee en voor de Nederlandse kust. In de Regeling routerings- en meldingssystemen voor schepen in volle zee voor de Nederlandse kust wordt aan deze bepaling uitvoering gegeven. Bijlage 1 bij deze regeling bevat de beschrijving van het verplichte tankerrouteringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht. Bijlage 2 bevat de beschrijving van gebieden die door de scheepvaart vermeden moeten worden (‘areas to be avoided’).

Tijdens de 94e en 96e sessie van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO zijn met ingang van respectievelijk 1 juni 2015, 20 mei 2016 en 1 juni 2017 nieuwe routeringsmaatregelen voor de zeescheepvaart op de Noordzee vastgesteld. Deze nieuwe routeringssystemen zijn noodzakelijk wegens de toename van het scheepvaartverkeer. Daarnaast wordt de Noordzee ook intensiever gebruikt voor oliewinning en het opwekken van windenergie. In het bijzonder gaat het om een aanpassing van het routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht in verband met nieuwe offshore activiteiten en de ontwikkeling van een nieuw routeringssysteem in de aanloop naar de Westerschelde in verband met de ontwikkeling van het windpark Borssele. Vanwege gedeelde belangen in dit grensgebied, is laatstgenoemde in samenwerking met België tot stand gekomen.

Bij de herinrichting van de Noordzee zijn door de IMO ook nieuwe gebieden gelegen in de Nederlandse exclusieve economische zone aangewezen die door de scheepvaart moeten worden vermeden. Twee ervan betreffen gebieden ter hoogte van Friesland in de diepwaterroute waar offshore-activiteiten plaatsvinden en waar schepen die daarbij betrokken zijn aan de bodem verankerd worden (‘Floating Production Storage and Offloading’). Dit zijn risicovolle operaties waarbij de aanwezigheid van andere scheepvaart in de nabijheid ongewenst is.

Een ander gebied betreft een scheepvaartcorridor die dwars door het windpark Borssele loopt. In het geval van schepen groter dan 45 meter of schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren, kan aanvaring met een windturbine erg schadelijk zijn voor de infrastructuur, het mariene milieu en het schip in kwestie. Gelet op dit risico dienen deze gebieden dan ook te worden gemeden door schepen groter dan 45 meter en schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren.

Met deze regeling zijn nieuwe routeringsmaatregelen geïmplementeerd. In bijlage 1 zijn de coördinaten van het nieuwe routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht opgenomen. In bijlage 2 zijn de nieuwe gebieden die moeten worden gemeden geïmplementeerd.

Wijzigingen naar aanleiding van nieuwe Loodsenwet

Met ingang van 1 januari 2022 is de Wet actualisatie markttoezicht registerloodsen (Stb. 2021, 617) en de Regeling actualisatie markttoezicht registerloodsen (Stcrt. 2021, 48805) in werking getreden. Artikel 8 van de Regeling markttoezicht registerloodsen verwees abusievelijk naar het vijfde lid van artikel 27d van de Loodsenwet. Deze laatste bepaling bestaat echter niet meer met ingang van de nieuwe Loodsenwet. Met deze regeling wordt de verwijzing gecorrigeerd.

Tevens is een bepaling toegevoegd aan de Vergoedingsregeling tuchtcollege loodsen, dat de wettelijke grondslag vanaf 1 januari 2022 voor die regeling vermeldt. Artikel 32, tweede lid, van de Loodsenwet is identiek aan het oude artikel 35, tweede lid, van de Loodsenwet, waarop de Vergoedingsregeling tuchtcollege loodsen sinds 1988 tot 1 januari 2022 was gebaseerd.

§ 2. Toezicht en handhaving

Artikel 31, achtste lid, van de Scheepvaartverkeerswet bepaalt dat een overtreding van de op grond van artikel 21 vastgelegde routeringsmaatregelen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de vierde categorie. Op grond van artikel 32 van de Scheepvaartverkeerswet zijn buitengewone opsporingsambtenaren belast met het opsporen van dergelijke strafbare feiten. Voor het opsporen van overtredingen van de routeringsmaatregelen zijn buitengewone opsporingsambtenaren aangewezen in de Regeling aanwijzing opsporingsambtenaren Scheepvaartverkeerswet.

Vanuit het Communicatie- en Coördinatie Centrum en de luchtverkenningscapaciteit, beide onderdeel van de Kustwacht, wordt toegezien op naleving van de routeringsmaatregelen. In geval van een overtreding wordt dit opgevolgd vanuit de Handhavingsdesk op het Kustwachtcentrum waarin naast buitengewone opsporingsambtenaren van de Koninklijke Marechaussee, Douane en Rijkswaterstaat, ook het Team Maritieme Politie (TMP) zitting heeft. Het TMP geeft uitvoering aan de rol van de politie binnen het Kustwacht samenwerkingsverband.

§ 3. Gevolgen

De onderhavige wijziging leidt niet tot een verzwaring van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

De regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Voorbereiding en consultatie

Volgens de ‘General Provisions for Ships’ Routeing’ van de IMO dienen overheden bij het overwegen van nieuwe, of aanpassing van bestaande routeringsmaatregelen, belanghebbende partijen tijdig te raadplegen. Belanghebbende partijen zijn: gebruikers van het gebied, beheerders, hydrografische diensten, havenautoriteiten en visserij-, offshore- en milieuorganisaties. In het geval van onderhavige wijzigingen heeft bij de ontwikkeling daarvan regelmatig en intensief afstemming plaatsgevonden met deze partijen.

Daarnaast is de procedure gevolgd voor aanpassing van ankergebieden, clearways en verkeersscheidingsstelsels zoals vastgelegd in bijlage 6 van het Integraal Beheerplan Noordzee 2015.

Er heeft geen (internet)consultatie plaatsgevonden over deze wijzigingsregeling, omdat er sprake is van strikte implementatie van een besluit van de IMO en verder slechts van het herstel van een omissie en het vermelden van een bepaling die de nieuwe wettelijke grondslag van een regeling bevat. Consultatie zal niet in betekenende mate kunnen leiden tot aanpassing van de wijzigingsregeling.

Aangezien onderhavige regeling geen gevolgen heeft voor het toezicht en de handhaving van de routeringsmaatregelen in de praktijk, is de ILT niet gevraagd een Handhaafbaarheids-, Uitvoerbaarheids- en Fraudebestendigheidstoets uit te voeren.

5. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking vanaf de dag na de dag van publicatie in de Staatscourant. Op grond van het kabinetsbesluit tot instelling van vaste verandermomenten en Aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving, dient een regeling op één van de vier vaste verandermomenten in werking te treden. Gezien Aanwijzing 4.17, vierde lid, dient de termijn tussen publicatie van een regeling en de inwerkingtreding minimaal twee maanden te bedragen. Op grond van Aanwijzing 4.17, vijfde lid, kan worden afgeweken van de vaste verandermomenten en van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden. Voor de onderhavige regeling kan een beroep worden gedaan op de volgende uitzonderingsgronden: reparatieregelgeving (artikel I en III) en de implementatie van een besluit van een internationale organisatie (artikel II).

Artikelsgewijs

Artikelen I en III

Voor een toelichting op de wijziging van de Regeling markttoezicht registerloodsen en op de Vergoedingsregeling tuchtcollege loodsen wordt verwezen naar paragraaf 1 van het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel II

Onderdeel A

Door het invoegen van een definitie van gevaarlijke stoffen is verduidelijkt welke stoffen als gevaarlijk worden beschouwd in de zin van bijlage 2, onderdeel 3, bij de Regeling routerings- en meldingssystemen voor schepen in volle zee voor de Nederlandse kust.

Onderdelen B, C en D

Het verplichte tankerrouteringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht, de Regeling routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht bestaat al langer. Inhoudelijk zijn de voorschriften voor het verplichte gebruik van dat routeringssysteem niet veranderd, met dien verstande dat de coördinaten van beschrijving van het routeringssysteem zijn aangepast in verband met de eerdergenoemde offshore-activiteiten. Voor de toelichting bij het routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht wordt verwezen naar eerdere publicaties met betrekking tot dat routeringssysteem in de Staatscourant (Stcrt. 1997, nr. 220, Stcrt. 2005, nr. 164, Stcrt. 2008, nr. 91 en Stcrt. 2013, nr. 19233). Het routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht wordt beschreven in coördinaten en is omwille van de leesbaarheid van de Regeling routerings- en meldingssystemen voor schepen in volle zee voor de Nederlandse kust in de bijlage opgenomen.

Met onderdeel C is het voorzorgsgebied Friesland veranderd naar het verkeersscheidingsstelsel Noord Friesland. Een verkeersscheidingsstelsel is onderdeel van een routeringssysteem. Het voorzorgsgebied Friesland is veranderd naar een verkeersscheidingsstelsel, omdat vanwege de risicovolle offshore-activiteiten het overige scheepvaartverkeer binnen aangewezen verkeersbanen moet worden geleid.

Onderdeel E

Met deze wijziging zijn de nieuwe gebieden die door de scheepvaart vanwege de nieuwe routeringsmaatregelen moeten worden vermeden (‘areas to be avoided’) in de Regeling routerings- en meldingssystemen voor schepen in volle zee voor de Nederlandse kust opgenomen. Het betreft het gebied windpark Borssele corridor, het gebied De Ruyter ten westen van Rijnveld en het gebied ter hoogte van Friesland.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven